1962 – 19 mei – G.v.M. : Ongeval tijdens wielerkoers te Heffen
“Tijdens een wielerkoers te Heffen kwam de renner André Canipel uit Vilvoorde, terecht tegen het stilstaande autovoertuig van Albert Van den Brande uit Leest. De renner liep hierbij tamelijk zware verwondingen op en moest ter verpleging naar een heelkundige instelling worden overgebracht.”
1962 – 23 mei – G.v.M. : Leestse bromfietser botste tegen een auto
Verkeersongeval te Heffen.
Op de Mechelsesteenweg deed er zich een aanrijding voor tussen de personenwagen bestuurd door Aug. Mees uit Mortsel en de bromfietser Jan Geerts uit Leest. Deze liep hierbij verwondingen op.”
1962 – 25 mei – G.v.M. : Verkeersongeval te Ruisbroek
“De personenauto bestuurd door Maurits Boulanger uit Schaarbeek, begon in de Gansbroekstraat plots te slippen. De auto kwam aldus terecht tegen de aldaar gestationeerde vrachtauto van Fr. Solie uit Leest. Boulanger werd hierbij zo erg gewond dat hij ter verpleging naar het gasthuis van de H. Familie te Reest moest worden overgebracht.”
1962 – 27 mei : Plechtige communicanten
Enkele herinneringen van sommigen aan deze dag. Onderaan de communieprentjes van Dirk Leemans, Freddy Walschaers, Martin Mollemans en Lena Verwerft.
1962 – 30 mei – G.v.M. : Bromfiets gestolen
Ten nadele van Fr. Van Riet uit Leest, werd te Mechelen een bromfiets gestolen.
1962 – 31 mei : Plechtige sluiting Mariamaand aan de Grot
Op 31 mei, O. H. Hemelvaart om 9 uur ’s avonds verwachtte het comité van de Lourdesgrot alle parochianen op de plechtige sluiting van de Mariamaand aan de Grot. Er werd gezamenlijk het Rozenhoedje met intenties gebeden. De plechtigheid stond onder leiding van pater Lucat die als slot een aangepast gelegenheidssermoen hield. Van 19 uur af werden bij de Grot stemmige Marialiederen uitgevoerd en voor deze gebeurtenis werd de grot prachtig verlicht. (GVM, 26/5)
Bijgevoegd :
-De communieprentjes van Dirk Leemans, Freddy Walschaers, Martin Mollemans en Lena Verwerft.
-De Lourdesgrot in de Kouter was het decorum van de plechtige sluiting van de Mariamaand.
Voor Leest was dit elke vrijdag om 14u45 in het Parochiehuis. (GvA)
1962 – Zondag 13 mei : De K. Fanfare Ste Cecilia op Provinciale Wedstrijd voor stapmarsen
Deze wedstrijd vond plaats in Deurne, in het Ter Rivierenhof. Niettegenstaande het koude en dreigende weer hadden vele supporters er aan gehouden hun muzikanten te vergezellen. In eerste instantie had de stapmars plaats rond de vijver en het werd verdergezet in het Openlucht Theater.
“Het doet ons genoegen te kunnen mededelen dat de K.F. Ste Cecilia geslaagd is. Verder traden op : de muziekverenigingen uit Burcht, Deurne, Ekeren, Loenhout, Mechelen, Schilde en Tisselt.” (DB, nr. 5 van 1962)
1962 – Maandag 14 mei : Vergadering van de Boerengilde
Om 20 uur, met een voordracht door Frans Van der Kuylen over onkruidbestrijding en de regeling van de reis naar de jubelviering te Heist-Goor van 20 mei aanstaande. De eerste Boerengilde werd 75 jaar geleden gesticht.
1962 – 18 mei – G.v.M. : Fiets gestolen
In de D. Boucherystraat te Mechelen werd een fiets gestolen die toehoorde aan Fr. Van Reeth uit Leest.
1962 – Zaterdag 19 mei : Gouden Bruiloft te Hombeek
Die dag vierden de echtelingen Lauwens – Van Camp uit de Befferstraat (Heike) hun gouden huwelijksjubileum. Alfons Lauwens, beter gekend als “Fons van de veit”, is een gepensioneerd werkman van de NMBS. Hij werd te Leest geboren op 19 februari 1890. Zijn echtgenote werd te Hombeek geboren op 31 juli 1893. Uit hun huwelijk sproten zes kinderen waarvan nog vier in leven, drie jongens en een meisje. Deze hebben samen acht kleinkinderen. Fons is ook officier van de weerstand, sectieoverste van de Witte Brigade Fidelio, oorlogsinvalide en oudstrijder van de oorlog 1914-1918. De viering werd ingezet met een plechtige dankmis om 10u30 in de parochiekerk St-Martinus, opgedragen door onderpastoor Peeters. Naast de jubilarissen en hun familie bemerkten we o.m. dhr Lowet, nationaal bevelhebber van de Witte Brigade, dhr Peeters, voorzitter der vuurlijn, dhr Jonckers, voorzitter der invaliden, talrijke manschappen der Witte Brigade met vaandels van de sectors Antwerpen, Deurne, Borgerhout, Lier, Mechelen, Hombeek, Turnhout e.a. Na de dankmis werden de jubilarissen ontvangen op het gemeentehuis door burgemeester baron de Meester met schepen A. Auwaerts en de raadsleden. De burgemeester heette hen hartelijk welkom, de erewijn werd aangeboden en als geschenk mochten de titularissen een elektrische waterverwarmer in ontvangst nemen. Hierna dankte een der kinderen het gemeentebestuur voor de eer, die hun was te beurt gevallen. Vervolgens reden de feestelingen terug naar de ouderlijke woning, waar inmiddels talrijke vaandels opgesteld stonden, die bij hun aankomst werden opgeheven en waarbij de weerstandsgroepen tal van geschenken aanboden. Tenslotte boden de jubilarissen allen een receptie aan, die plaats had bij dhr J. Van der Goten waarna het feest in de ouderlijke woning voortgezet werd.” (G.v.M., 17/5 en 23/5)
Alfons Lauwens was een zoon van Jan Pieter en van Florentine Buelens. Hij huwde op 15 mei 1912 in Hombeek met Maria Van Camp. Het gezin vestigde zich in de Winkelstraat wijk C nr. 9 bis in Hombeek, waar Alfons melkverkoper was in 1920. Maria Van Camp overleed op 8 augustus 1966 op 73-jarige leeftijd. Alfons Lauwens overleed op 22 december 1975 te Hombeek op 85-jarige leeftijd.
Foto’s :
-Alfons Lauwens en Maria Van Camp.
-Twee postkaarten die Alfons naar zijn familie stuurde in 1915 en 1916. Hij staat in de boeken van de Vuurkruisters vermeld met 8 frontstrepen. Hij kreeg er de graad van korporaal. (Website : Laurentii-numquam solus)
1962 – 9 mei : Brieven van soldaat Louis VAN WINGHE -Turnhout : “Hier is dan het eerste kaartje van n’en dikken bleu uit Turnhout. Ik heb reeds veel geleerd op die drie dagen die ik geklopt heb. Naaien, kuisen en schuren is al wat we gedaan hebben en ik kan het reeds zo goed als een kuisvrouw. Ik moet drie maand in Turnhout blijven voor opleiding als chauffeur en dan vertrek ik naar Berchem. Beste groeten aan alle soldaten van Leest, B.J.B. en alle kennissen. Ik heb hier al een soldaat van Leest ontmoet, namelijk Selleslagh F.”
-Louis Van Winghe uit Turnhout, niet gedateerd : “Hier dan eindelijk een briefje uit Turnhout. Ik moet eerst en vooral Milac bedanken voor het opsturen van het Parochieblad en De Band. Het leven is hier al eens veranderd tegen de eerste dagen toen ik binnen gekomen ben. De eerste maand is nu voorbij en dat was ook de kwaadste. In die eerste maand ben ik hier enkele dagen goed beslijkt binnen gekomen van oefeningen waar we moesten kruipen. De eerste maand heeft niet te zwaar geweest, maar we hebben hier bijna elke dag regen gekregen en dat was al genoeg om in te staan. Nu krijgen we in de voormiddag opleiding voor chauffeur dat bestaat uit 3 uur les en 1 uur rijden. Na de middag hebben we nog infanterie-opleiding maar die is niet zo meer zoals de eerste maand. De dagen gaan hier vlug voorbij en we gaan dikwijls in vergunning. Morgen moet ik mijn eerste wacht kloppen. Ik ga nu maar sluiten en doe de beste groeten aan alle soldaten van Leest, B.J.B. en alle toekomstige soldaten.” (“DB”, nr.6 van 1962)
-Louis Van Winghe, vanuit Brussel, niet gedateerd : “Hier dan eindelijk nog wat nieuws over mij, maar ditmaal niet uit Turnhout maar wel uit het Militair Hospitaal te Brussel. Het is wel laat dat ik dat nieuws meld daar ik al bijna 14 dagen te Turnhout weg ben maar het was me onmogelijk. Ik had ondertussen ook nog geen vast adres. Tijdens mijn vergunning van 7 juli tot 9 juli heb ik een kaaksbeenbreuk opgelopen. Ik ben dan naar de St Jozef kliniek te Mechelen gevoerd waar ze me verzorgd hebben. Daar heb ik een week gelegen. Op maandag 16 juli ben ik dan overgebracht naar het Militair Hospitaal te Antwerpen waar ik tot donderdag verbleven heb. Vandaar hebben ze me naar hier gestuurd. Hier zal ik nu nog een 3 à 4 weken verblijven. Ondertussen is het veel beter, ik mag bijna zeggen, goed, maar daar mijn tanden aan mekaar zijn vastgemaakt is het niet prettig. Ik leef hier nu bijna van drank (melk-pap en soep) en dat zal nog ongeveer drie weken duren. De kilo’s die er in Turnhout bijgekomen waren zijn er al terug af. Over hetgeen hier te doen is valt niet veel te schrijven. ’s Morgens moeten we naar de dokter en de rest van de dag lopen we hier rond. Met mijn opleiding was ik al gevorderd. Ik was mijn derde maand reeds bezig en moest daar elke dag met de auto rijden en enkele lessen volgen zodat de dagen daar wel vlugger voorbij gingen. Ik doe van hieruit dan de beste groeten aan alle soldaten van Leest, aan de B.J.B., die nu morgen het zomerfeest houdt en ik hoop en ben er bijna zeker van dat het iets voor Leest wordt, en aan alle Leestenaren.”
-Louis Van Winghe uit Turnhout (niet gedateerd) : “Hier ben ik dan terug met een briefje uit Turnhout waar ik donderdag ben aangekomen van uit het Militair Hospitaal van Brussel. Eerst en vooral moet ik Milac bedanken voor het opsturen van De Band, het parochieblad en de Zondagsvriend. Het was toch alles wat ik in het hospitaal kon doen. Zoals u reeds weet had ik een kaaksbeenbreuk opgelopen waardoor ik in het Militair Hospitaal van Brussel terechtkwam. Ik heb er zolang niet gelegen als verwacht, want na drie weken vertrok ik met verlof van 4 tot 13 augustus, maar kon thuis slechts melk drinken. Op 13 augustus ben ik terug naar Brussel gegaan om van die pinnekensdraad verlost te zijn en terug te kunnen eten zoals een ander. Dezelfde dag ben ik ’s avonds terug naar huis gegaan met 10 dagen herstellingsverlof ; van eten was er nog niet veel sprake, de mond was zo stijf en de tanden konden niet veel verdragen. Op 23 augustus werd ik van Brussel recht naar Turnhout gezonden en nu lig ik hier in de 4de compagnie en ‘k zal hier blijven tot einde september. Ondertussen is het redelijk goed, ik kan alles eten en heb nog slechts last van een slechte tand die ik noodgedwongen nog een maand zal moeten bijhouden omdat het met dit geval van het kaaksbeen te gevaarlijk zou zijn hem te laten trekken. Zware oefening mag ik nog niet meedoen, ben vrij van wacht en nachtoefening. De 4de compagnie gaat voor 2 dagen op bivak naar Tielen Heide, 15 km van de kazerne en ik moet daar ook niet mee, zodat ik absoluut niet te klagen heb. Toch had ik veel liever in de 5de compagnie gebleven, ze zijn hier veel strenger. Nu ga ik maar sluiten met de beste groeten aan alle soldaten van Leest, B.J.B.-vrienden en kennissen. Hier nog maar eens een ander adres, reeds het 4de en ben nog maar vier maanden binnen, als het zo voort gaat kom ik nooit aan mijn opleiding.”
-Louis Van Winghe uit Wommelgem (niet gedateerd) : “Ik heb dan terug de pen in de hand genomen om wat nieuws te melden en mijn tijd door te brengen. Zoals ik in mijn vorige brief schreef heb ik ondertussen Turnhout verlaten om de rest van mijn term hier in Wommelgem door te brengen. Op de dag dat ik hier aangeland ben werd er niet veel gedaan, en ik zal hier ook niet veel moeten doen. Ik heb hier nu mijn voertuig ontvangen, een Jeep. In het totaal zijn hier negen Jeeps en een camion. Dat is niet veel, maar we liggen hier slechts met 35 soldaten, 2 korporaals, 2 sergeanten, 1 eerste-sergeant en 1 eerste sergeant-majoor. De baas van deze kazerne, als ge ’t een kazerne wilt noemen, is er een met vijf latten. Waar ik nu lig zijn slechts 2 kleine gebouwen, ze zijn nog niet zo groot als de Chirolokalen van Leest, en 1 bunker. Het is ook in die bunker dat we van de winter zullen slapen. Wij hebben hier ook wel meer vrije tijd dan in Turnhout. ’s Morgens beginnen we om 8 uur tot 11u30 en ’s namiddags van 2 tot 5 uur en als ge verlangt om uit te gaan kunt ge reeds om 5 uur buiten. Wacht of piket bestaat hier niet, ge kunt hier maar alleen eens chauffeur van dienst zijn. Het is dan ook een zeer groot verschil tegen in Turnhout. Een vlag hebben ze hier ook niet, zodat we nooit vlaggengroet moeten doen. Ik denk wel dat ik hier een goede term zal hebben. Ik ga dan nu maar sluiten en wachten tot ik hier meer van weet. De beste groeten aan alle medewerkers van Milac, aan de B.J.B. en alle soldaten van Leest en hoop dat ze het goed zullen stellen.”
-Louis Van Winghe uit Wommelgem (niet gedateerd) : “Daar het al twee maanden geleden is dat Milac nog iets vernomen heeft kon ik niet langer meer wachten om deze brief te schrijven. Ik ben hier nu reeds 2-1/2 maand in Wommelgem in ’t zomerverblijf, maar spijtig genoeg is het winter, en de dagen gaan hier zeer goed voorbij. Zoals ik reeds schreef ben ik hier chauffeur van de S.D.S. Militaire Post. Elke dag moeten we hier de post rondvoeren naar de kazernes in de omtrek. Voormiddag is dat van 7u15 tot 10 u en ’s namiddags is het van 2 tot 4u30. Van 10 u tot 12 u hebben we dan tijd voor het onderhouden van onze Jeep. Eenmaal in de week moeten we ’s avonds naar Brussel met de Jeep maar dat is ook een interessant reisje. Behalve verleden week met die hevige mist, dan was het zo plezierig niet, want ik ben vertrokken in Brussel om 21 uur en kwam maar eerst om 00u30 binnen. Van Mechelen tot hier heb ik altijd met mijn deur open gereden om zo de borduur te kunnen volgen, ik ben er zonder botsing van af gekomen. Op die week zijn er hier drie aanrijdingen geweest en een soldaat verlangt zeer naar zijn soldij en die drie betrokkenen moesten er dan nog 1/5de van afgeven voor de schade aan de voertuigen. Die kunnen dus maar spreken van 8 frank per dag in plaats van 10 frank. Ik ben hier ook nog een dag in de week van permanentie. Dan moet ik binnen blijven tegen dat er een dringend bericht zou binnen komen en nog moet weg gedaan worden. Wacht of piket hebben we niet, vlaggengroet bestaat hier ook niet, want daar is er geen zodat ik hier niet te klagen heb. Ondertussen heb ik zeven en een halve maand geklopt, blijft dus nog vier maand een half. Ik bedank Milac voor het regelmatig opsturen van De Band, Parochieblad en de Zondagsvriend. Ik eindig met de beste groeten aan alle medewerkers van Milac, B.J.B. en de soldaten van Leest.”
-Louis Van Winghe vanuit Wommelgem (niet gedateerd, gepubliceerd in “DB” van maart ’63) : “Het is er dan eindelijk nog eens van gekomen om een brief te schrijven. Ze zullen in Leest al misschien denken dat ik afgezwaaid ben omdat ze van mij niets meer horen, maar zover ben ik nog niet, er valt nog twee maand te kloppen. Veel echter valt er niet te schrijven over het verblijf, alle dagen gaan hier hetzelfde voorbij, elke dag de toeren van de B.S.D. bollen en de rest uitrusten. Het rijden was de laatste tijd niet plezierig meer met de gladheid van de baan. Ik ben wel een paar keer rondgedraaid maar heb niets voorgehad. Nu zijn de banen terug vrij, en het is veel aangenamer om te bollen. Van de winter zijn er hier toch van de 10 Jeeps 5 kapot gereden, maar daar moet ge niet van verschieten, als ge weet, dat hier elke dag 5 Jeeps op de baan zijn en er bij zijn die 300 km op een dag afleggen. Van rijden wordt ge niet moe zoudt ge zeggen, maar als ge 200 km op het ijs moet afleggen en dan ’s avonds naar Brussel, dan voelt g’het. Er zijn nu tien nieuwe voerders binnengekomen zodat we nu veel dagen hebben dat we niet moeten rijden. Als wij ’s avonds naar Brussel rijden moeten wij ’s anderendaags niet bollen. Ik moet Milac nog eens bedanken voor het opsturen van De Band, Parochieblad en de Zondagsvriend en vooral voor het geschenk dat ik ontvangen heb tijdens de Week van de Soldaat. Ik ga nu sluiten met de beste groeten aan alle soldaten van Leest, Milac en de B.J.B.”
Louis Van Winghe werd te Leest geboren op 5 januari 1943. Hij was gehuwd met Greta Dehaut en hij overleed te Mechelen op 22 augustus 1990, op amper 47-jarige leeftijd.
Foto’s : -Louis Van Winghe, jaren na zijn legerdienst. -Zijn doodsprentje. -Zijn laatste rustplaats die hij deelt met zijn zoon Paul die een jaar na zijn vader zelfmoord pleegde.
1962 – 5 mei : Mariaviering - Grot van O.L.Vrouw van Lourdes
Op een frisse voorjaarsavond kwamen buurtbewoners en Mariavereerders samen aan de grot, waar ondanks het koude weer de sfeer hartverwarmend was. De gezamenlijkheid en devotie waren duidelijk voelbaar, wat het begin van de Meimaand extra bijzonder maakte : GvA :
“Prachtig gelegen in de hovingen van het kasteel Moyson, aan de stilstand van de autobus Mechelen-Tisselt. Het comité van de Grot heeft geen moeite gespaard om de Mariavereerders degelijk te beschutten tegen het koude weder. Tevens werd ook gezorgd voor een prachtige verlichting. Bij de inzet van de Meimaand waren er een veertigtal aanwezigen bij de Grot voor het gezamenlijk bidden van het Rozenhoedje. Het comité doet dan nogmaals beroep op al de geburen om ’s avonds bij de Grot aanwezig te zijn voor de gezamenlijke gebedsakte. Het verzoekt tevens alle parochianen al de zondagen van de Mariamaand tegenwoordig te zijn aan de Grot te 8.45 uur. Bovendien wordt er een grote sluitingsplechtigheid voorzien met sermoen op O.H. Hemelvaartdag 31 mei te 9 uur ’s avonds.”
1962 – 6 mei : Soldaat Louis SELLESLAGH vanuit Heverlee
“Hier ben ik dan met mijn eerste briefje uit Heverlee voor De Band. Ik ben nu in Heverlee voor 3 maand en heb al een maand achter de rug, de andere 2 maand zijn voor opleiding als chauffeur dat zeker niet moeilijk is ; daarna zal ik naar Antwerpen gaan, naar Kiel voor Transsportchauffeur. Ik ga nu maar sluiten , en doe nog de beste groeten aan al de soldaten en hoop dat ze het allen goed stellen, en ook de B.J.B., en De Band zal ik zeker niet vergeten. Tot het volgend briefje.”
Dat volgend briefje blijft tot dusver onvindbaar. Louis Selleslagh is een zoon van Edward “Waïkke” Selleslagh en van Maria Hendrickx, een telg van een zeer sportieve familie. Zowel hijzelf, als zijn broers Victor en Frans waren geen onverdienstelijke wielrenners met elk een mooi palmares. Later zouden de zonen van hun zus Elodie, Eddy en Rudy Van Hoof, de overwinningen aan mekaar rijgen. Eddy bracht het zelfs tot beroepsrenner en knecht van Eddy Merckx.
Louis werd te Kapelle-op-den-Bos geboren op 10 augustus 1938 en hij overleed te Leest op 25 april 2022. Hij was gehuwd met Marie Louise Blommaerts(°Buggenhout 24/4/1942, +Mechelen 28/5/2025) die hem twee kinderen schonk : Freddy en Sonja.
Uit zijn gedachtenisprentje : “We hebben zoveel mooie herinneringen aan momenten groot en klein. Die zorgen voor een lach naast verdriet en pijn. En weet je dat mooie stralende sterretje daarboven dat ben jij, Ver weg maar tegelijkertijd nog steeds heel erg dichtbij.”
Foto’s :
-De Grot in de Kouter : “Prachtig gelegen in de hovingen van het kasteel Moyson aan de stilstand van de autobus Mechelen-Tisselt,” vormde het decor voor de Mariaviering.
-Paul Van Nuffel uit Siegen(niet gedateerd, gepubliceerd in “De Band” van december 1962): “Wel hier dan eindelijk weer eens wat legernieuws van een soldaatje, dat langzaam maar zeker een ancien aan ’t worden is. Want op het ogenblik ben ik te Vogelsang, de laatste daagjes van mijn laatste kamp aan ’t slijten. Dus voel ik mij hier opperbest, alhoewel ik hier zeer zware oefeningen achter de rug heb ; de bataljons-oefening, de Cie-oefening en dan als laatste en de kwaadste én gevaarlijkste : de vuurdoop waar ik nog een mooie herinnering aan heb. Ik kreeg twee kogels los door mijn gamellen, waarvoor ik op de koop toe nog vier dagen koekjes kreeg. Dus kunt u wel denken dat het hier aan sensatie niet ontbrak. Voorts is de natuur hier wondermooi, onze kazerne is hier gelegen op een hoogte van 400 à 500 meters boven de zeespiegel, waardoor wij hier een buitengewoon zicht hebben op een meer met een stuwdam, alsook op de Siegfriedlijn, waar tijdens de tweede wereldoorlog de strijd heviger woedde dan nu het geval is met onze ammunitie. Wij mogen hier dan ook niet klagen. Toch wordt het stilaan tijd dat ik nog eens met verlof kom naar het goede Leest want binnenkort is het de moeite niet meer. Ik ben nu 7 maanden binnen en heb nog maar twee maal met verlof geweest. Ik zal de laatste maanden op de pootjes moeten staan, want anders zal ik nog afzwaaien met wat verlof in mijn kitzak wat zeer jammer zou zijn. Verder weet ik niet veel te vertellen, zodat ik dan ga eindigen met de beste dank aan gans de familie Milac, voor al de mooie tijdschriften die ik regelmatig ontving. Ook de beste groeten aan de vrienden maar in ’t bijzonder aan al de lezers van het prachtige tijdschrift “De Band”.
-Paul Van Nuffel uit Siegen (niet gedateerd, in De Band van januari 1963) : “Wel hier ben ik dan nog eens met wat nieuws uit het witte Siegen. En ik ga jullie dan maar direct vertellen dat het met de legerdienst hetzelfde is als met de gezondheid : dus tamelijk goed. We hebben van de week wel een paar nachtjes moeten buiten slapen te Trup…(onleesbaar) om aan de Engelsen en Hollanders eens te laten zien wat wij Belgen zoal afweten van sneeuw en ijs te bewerken waardoor wij eveneens een lichamelijke test ondergingen. Aan koude handen en voeten ontbrak het daar niet. Gelukkig werd het bivak een dagje ingekort dan voorzien was. Ik geloof dat men dit uit vrees deed voor de dokter, want hij had zoveel werk en zweten is verboden. Dus beste vrienden wordt het voor mij ook stilaan tijd, dat ik mijn militaire schup afkuis, want het is net of mijn legertrammeke staat op mij te wachten. Ik ga dus sluiten met aan allen de beste kerst- en nieuwjaarswensen toe te sturen, alsook aan mijn lotgenoten en nakomelingen.”
-Paul Van Nuffel uit Siegen, niet gedateerd (gepubliceerd in “De Band” van februari 1963) : “Hier dan weer eens wat nieuws van een ancientje, van uit Siegen, waar de winter nog steeds zijn best doet met sneeuwen en vriezen. Met mij gaat alles nog opperbest, alhoewel het hier aan oefeningen en dergelijke legerzaken niet ontbreekt. Maandag beginnen we met onze compagnie-testen, die dan gevolgd worden door ons laatste kamp te Vogelsang. Dan als eindfase, het langverwachte afzwaaien, hierdoor zijn wij duivenmelkers geworden in plaats van kruipende rekruten. Quevrain wachten… Beste vrienden, op het ogenblik hoef ik hier niet veel meer te doen, in de dag wat scholing te geven met een halftrack, dit aan de nieuwe chauffeurs die hier van uit Turnhout aangekomen zijn. Verder nog een beetje dagpiket en dan goeie nacht op mijn twee militaire oren. Soms durf ik wel eens dromen van het goede Leest wat ik binnen 47 daagjes niet meer hoef te doen. Voorts vind ik verdere uitleg van het bataljon bevrijding overbodig, zodat ik nu ga eindigen met jullie het allerbeste toe te wensen, wat ook telt voor alle militairen en burgers van Leest.”
Paul “Polle” Van Nuffel was een figuur in Leest-Heide, zijn kracht was legendarisch. Reeds op prille leeftijd plooide hij met blote handen kepernagels en ander ijzer. Tijdens een Willebroek-kermis in de zestiger jaren trad hij in de arena met een uitdager van het in die tijd zeer populaire boks- en worstelkraam en hij kreeg prompt een contract aangeboden. Paul woont al jarenlang in de Jan Willemstraat te Blaasveld waar hij een indrukwekkende verzameling lampen stockeerde, een uit de hand gelopen hobby. Zijn zus Victoire was mogelijk nog straffer : ze trainde op de wielerbaan van Walem met o.a. Rik Van Steenbergen, werd verschillende keren Kampioene van België wielrennen en ze fietste zich in de geschiedenis door in 1958 het eerste echte Europese Kampioenschap te winnen.
Meer over Paul in deze Kronieken : 22/2/1992 (Paul met zijn verzameling lampen)
Foto’s :
-Paul Van Nuffel met één van de lampen uit zijn verzameling.
1962 – 5 mei : Soldaat Paul VAN NUFFEL, vanuit Siegen
“Hier Radio Siegen met het nieuws van een maand. Wel wat laat, maar ja beter laat dan nooit, ik had uw adres niet in mijn bezit, dus kon ik niet eerder schrijven. Maar daar ik vanmorgen uw tijdschrift heb ontvangen, heb ik er geen gras laten over groeien, heb gauw papier en potlood genomen en hier ben ik dan met wat nieuws. Ik ben nu al een maand hier in Siegen in het bataljon bevrijding. Dat bataljon is speciaal getraind om in twee uur de kazerne te ontruimen in tijd van oorlog. U kunt wel denken wat een opleiding ik hier heb. Twee, drie maal per week, in volle nacht alarm, onze volledige gevechtskledij aantrekken, bagage inladen en dan maar weer uitladen. En zo gaat dit maar altijd verder ; maar ja, na regen komt zonneschijn zegt het spreekwoord, dus nog een maand geduld. Nu ga ik mijn schrijfgerief maar terug wegbergen want seffens gaat de noodklok weer en het zou niet normaal zijn dat een Leestenaar in zijn onderbroek de vlucht nam. Maar ja ik zou u nog vergeten te bedanken voor het zeer interessante tijdschrift dat u me gezonden heeft. Nu doe ik nog de beste groeten aan al de in dienst zijnde Leestenaren.”
-Paul Van Nuffel vanuit Siegen, niet gedateerd : “Wel, hier ben ik dan met het lang uitgestelde nieuws van me van uit het zonnige Siegen. Maar ja, een soldaat heeft toch zoveel adressen om naar te schrijven, en, zoals het gewoonlijk gebeurt vergeet hij het natuurlijk. Maar vanmorgen toen ik nogmaals De Band en het Parochieblad ontving, was het net of mijn handen werden door een magneet naar mijn schrijftafel getrokken. En hier ben ik dan. Met mij gaat alles nog zeer goed. Spijtig dat het wat lang duurt voor ik in verlof mag komen. Ik ben hier nu 8 weken, en moet er nog twee doen voor dat ik de eerste maal in verlof kom. En ik vind dat toch wat lang. Ja…bij het leger doet men niet wat men wil, hier denkt een ander voor u. Laat de boeren maar dorsen, als ik hier terug uit verlof zal komen dan zijn er bijna drie maanden geklopt. En dan mag ik toch om de 6 weken naar huis, dan wordt ik terug aan het plezante Leest gewoon, dus tot binnen 14 dagen. Ik wens al de soldaten nog vele zonnige dagen en het beste voor de Milac-familie.”
-Paul Van Nuffel uit Siegen (niet gedateerd) : “Wel hier dan het zeer lang uitgestelde nieuws van een Leestenaar, die zijn dorp bijna vergeten was. Toen ik vanmorgen de verloflijst zag uithangen en ik er natuurlijk weer niet bijstond, schoot het me te binnen dat ik met verlof toch ergens naartoe moest, en toen dacht ik weer eens aan het goede Leest. Dus u kunt wel denken wat een hoop legerzorgen ik hier allemaal in mijn bolleken te steken heb. Ook in mijn beentjes begint het ook al een beetje te kruipen. Om de twee dagen een koerske lopen van 4 à 5 km, wat ik al zo graag doe is patatten jassen…met of zonder goesting werken voor uw 10 frank. En dan op de koop toe, die vervelende wacht ; ik ben nu al een maand terug uit verlof en heb nog maar eventjes vijf wachten geklopt…het leger waakt…mijn laatste wacht ben ik in slaap gevallen op de loop van mijn schietstok, en nu loop ik hier met een blauw oog. Toch voel ik me best buiten dit alles ; ik denk zo, nog acht maanden en ik ben bij ons moe. Nu doe ik nog de beste wensen aan al de medewerkers van Milac, aan de dorpsgenoten en de dienaren van den ABL. Zo eindig ik met mijn briefje aan de zon van het leger-MILAC.”
1962 – Zaterdag 5 mei : Huwelijk Chiro-leider Louis Vloebergh met B.J.B.-leidster Hilde Silverans Die dag trad Chiro-leider Louis Vloebergh in het huwelijk met B.J.B.-leidster Hilde Silverans. In “De Band” verscheen daarover volgend verslag : “Zaterdag 5 mei waren de jeugdorganisaties in feest, want zij jubelden om het geluk dat twee jeugdfiguren tegemoet gingen. Beiden zouden in den echt treden en begunstigd worden door het weertje. Tot buiten toe weerklonken de jubelliederen van de meisjes van de Landelijke Jeugd en B.J.B. bij de intrede van het jonge paar in de kerk. De huwelijksmis werd buiten de meisjes van voornoemde verenigingen ook bijgewoond door de Chirojongens met vaandels incluis. Als assistenten van de pastoor aan het altaar de huidige proost E.H. Verbist en zijn voorganger E.P. Clementiaan. Het was een eenvoudige en aangrijpende plechtigheid. Toen de twee stralende wezens de kerk langzaam verlieten als man en vrouw zagen we menig traantje wegpinken. Door de B.J.B.-leidster Mariette De Prins werd een gelegenheidstoespraak gehouden waaruit, het kon niet voldoende gezegd worden, de dank, de genegenheid naar voren kwam. Ook door een Chirojongen, een burchtknaap, werd een mooie plant aangeboden en de B.J.B.-meisjes kwamen voor de pinnen met een zeer schoon O.L.Vrouwbeeldje. En dan terwijl de orgeltonen de blijdschap ondersteunden, vertrokken onder grote belangstelling en sympathie twee gelukkige mensen. Een jongen en een meisje die het beste van hun krachten gegeven hebben, jaren lang, om de jeugd op te voeden, er wat van te maken en of ze iets bereikten ! Twee voorbeelden voor de jeugd. Louis en Hilde, dank voor wat u beiden hebt gedaan voor uw Leestse broeders en zusters, vaart veilig over de golven der bruisende zee en we wensen u beiden een “goede vaart en behouden thuiskomst”. “
In het daaropvolgende nummer van “De Band” : Chiro & Landelijke Jeugd. “Wanneer we beide titels thans bij mekaar voegen, dan krijgen we dadelijk de betekenis op rekenkundige wijze herleid tot Louis en Hilde. Zaterdag 5 mei l.l. waren de jeugdorganisaties in feest, want ook zij jubelden om het geluk dat twee jeugdfiguren tegemoet gingen. Beiden zouden in den echt treden en begunstigd worden door een weertje (op voorhand verzorgd door de jeugdige PIEN) verbeidende het grote ogenblik ingezet door de burgerlijke echtverbintenis gevolgd door de kerkelijke inzegening. Tot buiten toe weerklonken de jubelliederen door de meisjes van de Landelijke Jeugd en B.J.B.-meisjes gezongen, en bij de intrede van het jonge paar, ontvangen door Z.E.H. Pastoor en besprenkelt met wijwater met als gebed : “God besprenkele U met de dauw van zijn genade” (psalm 127) weerklonk : “Wel Zalig, die den Heer in vrede dient, en wandelt op Zijn weegen. “Moogt ge eten van het werk van Uw handen, “Welzalig gij : het ga U wel !” Antifoon / Uit Sion zegene U de Heer, alle dagen van Uw leven ! Alleluia ! De huwelijksmis werd insgelijks bijgewoond door de B.J.B.-meisjes, Landelijke Jeugd en Chirojongens met vaandels en gezangen door de meisjes. Als assistenten aan het altaar de huidige proost E.H. Verbiest en zijn voorganger E.P. Clementiaan; ook het zonnetje was van de partij, zij had haar stralen alléén voorbehouden voor het jonge paar, er was immers niets te bespeuren in de andere beuken. Het was eenvoudig en aangrijpend. We zagen menig traantje wegpinken door omstaanders, toen twee stralende wezens de kerk langzaam verlieten als man en vrouw. Door de B.J.B.-leidster Mariette De Prins werd een gelegenheidstoespraak gehouden waaruit, het kon niet voldoende gezegd worden, de dank, de genegenheid, naar voren kwam ; ook door een Chirojongen, een burchtknaap, werd een mooie plant aangeboden en de B.J.B.-meisjes kwamen voor de pinnen met een zeer schoon O.L.Vrouwbeeldje. En dan terwijl de orgeltonen de blijdschap onderstreepten vertrokken onder grote belangstelling en sympathie twee gelukkige mensen. Een jongen en een meisje die het beste van hun krachten gegeven hebben, jaren lang, om de jeugd op te voeden, er wat van te maken en of ze iets bereikten ! Twee voorbeelden voor de jeugd ; voor hen zou het geen schoner geschenk kunnen zijn mocht hun werk door de nieuwe uitverkorenen voortgezet worden. Jeugd zoekt elkaar, werkt voor elkander, is een steun voor mekaar. Hier is de jeugd samen gebleven, en zal samen blijven zolang het God moge believen. Louis en Hilde, dank voor wat u beiden hebt gedaan voor Uw broeders en zusters, vaart veilig over de golven der bruisende zee, en wij wensen U beiden een “GOEDE VAART EN BEHOUDEN THUISKOMST”.”
En ook Milac liet zich niet onbetuigd : Dankwoord
“Is het soms geen aangename plicht voor Milac een welgemeend woord van dank toe te sturen aan onze collega van het Milac-comité Louis Vloebergh, om zijn welwillende medewerking, onbaatzuchtig verleend. Dat Milac daardoor een medewerker minder heeft, is zeer spijtig, maar ook zeer aangenaam wanneer ook wij weten dat hij veel goeds heeft achtergelaten voor de jongeren. Is het eveneens jammer dat wij momenteel de zo aangename als verscheiden bijdragen voor De Band moeten missen van de leidster van de Landelijke Gilde; ook zij heeft haar sporen nagelaten en wij durven verhopen dat de opvolgster van Hilde evenzeer zal houden van de Zonnebloemen en Madeliefjes en De Band zal bedacht worden met een regelmatige bijdrage. Dat nu verder hun jeugd ontluiken mag; Milac wenst hen beiden veel voorspoed en geluk !” (DB, nr.5)
Louis en Hilde stuurden de redactie van De Band een mooie zichtkaart uit Salzburg-Festspielstadt.
Foto’s :
-Twee foto’s van de huwelijksplechtigheid.
-Een dankwoord van het jonge paar.
-Louis en Hilde in 2012 tijdens hun gouden huwelijksjubileum.
1962 – 3 mei : Gouden Bruiloft familie De Smedt-Van Crombruggen.
“In ’t begin der meimaand vierden de echtelingen De Smedt-Van Crombruggen (“Jangske den bakker en Virske”) hun Gouden Bruiloftsfeest.” Het werd een traditionele bedoening met een dankmis gevolgd door ontvangst op het gemeentehuis met toespraak en overhandiging geschenk. De buren hadden voor een sobere maar mooie versiering gezorgd, en het echtpaar kreeg een mooie sprei ten geschenke. De viering werd bekroond met een serenade van de Kon. Fanfare St.-Cecilia. (DB, nr.5,1962)
De laatste echte dorpsfiguren. Jan Baptist De Smedt, ook “de Gielen” of “Jangske den Bakker” genoemd en zijn vrouw Virginia “Virske” Van Crombruggen werden te Leest geboren. Hij op 23 september 1893, zij op 18 oktober 1892. Het waren echte dorpsfiguren. Ze woonden op het Dorpsplein, tegenover de herberg “De Zwaan”, de café van Emmerance van de Croes. “Jangske” was vanaf zijn prille jeugd een Uilenspiegel, met zijn fratsen op de Leestse schoolbanken werd jaren later nog gelachen. Als volwassene ontpopte hij zich tot een onverbeterlijke optimist met een onverwoestbaar goed humeur en een grote kindervriend. De kinderen iets beloven was zijn lust en zijn leven. Paardjes, ezeltjes, koetjes, konijntjes...Jangske zou er voor zorgen. Geen enkel kind heeft ze ooit gekregen want dan was het plots gestorven, het was gaan lopen of het had maar 3 pootjes meer... Toen Virske en Jangske hun trouw gingen aankondigen bij pastoor Beuckelaars moesten ze de pastorij langs de achterkant verlaten, ze waren volgens de pastoor veel te jong om te trouwen en de spelende kinderen aan de ingang van de pastorij moesten daar geen getuigen van zijn. Het was nochtans niet van “moettes”. Jarenlang bakte het echtpaar brood voor zichzelf en voor anderen en voerde het ook uit. Later schakelden zij over op melk. De helft van hun leven trokken ze met paard en kar naar Mechelen. Jan en Virginia kregen twee zonen : Jan Baptist De Smedt junior (°Leest 9/8/1913, +Mechelen 19/12/1981) en Albert De Smedt (°Leest 28/1/1916, +Brugge 8/10/2003).
De leerlingen van het zesde jaar meisjesschool Leest deden in 1976 mee aan een prijskamp die door het ministerie was uitgeschreven. Het kwam er op neer, in samenwerking met de hele klas een studie te maken over de evolutie van hun dorp de voorbije 25 jaar. Het album van de meisjes van Leest behaalde de eerste prijs en één van hun rubrieken was gewijd aan de populaire dorpsfiguur :
Een paar jaartjes geleden leefde er in ons dorpje een zeer gekende volksfiguur. Jangske Den Bakker, zo werd hij door de mensen genoemd, was vanaf zijn prille jeugd al een echte Tijl Uilenspiegel. In gekke streken kon hij gemakkelijk een tien halen, want dat deed hij goed. Op een mooie zonnige dag had Jangske Den Bakker geen lust meer om te leren en hij beet een groot stuk uit zijn schoolboeken. De meester stond er streng naar te kijken maar Jan was hem te vlug af en de muizen in de klas moesten het gedaan hebben. Een muizenval stond er vlug maar de muizen waren er ook want de jongens van de hele klas brachten de volgende dag allemaal muizen mee. Ook de muizenval deed erg goed dienst. Maar toen er op een dag een platgereden muisje op de houten lessenaar lag had de meester het spelletje door. Jangske was er niet graag bij want hij kreeg van de stok en dat voelde je een week later nog. Jan werd ouder en ging steeds meer van kinderen houden. Hun iets moois beloven was zijn grote vreugde. Paardjes, koetjes en konijntjes werden allemaal beloofd, maar geen enkel kind heeft ze ooit gekregen want ’t was dan plots gestorven of ’t had maar 3 pootjes meer. Jaren en jaren gingen zo voorbij en op een mooie dag ging Jangske met zijn konijntjes, koetjes en paardjes naar de hemel toe. Maar bij de kindertjes blijft hij nog altijd bestaan.”
In 1972 vierden Jan De Smedt en Virginia Van Crombruggen hun diamanten bruiloft.
Jan Baptist De Smedt overleed te Leest op 23 augustus 1974. “...wij hebben hem gekend als een zeer actieve persoon, die zelfs tot op hoge ouderdom geen rust kende maar vol levensmoed onder ons leefde. De plichtsgetrouwheid, de zorgzaamheid die zijn leven droeg, de kinderlijke goedheid, de hartelijkheid, de rechtvaardigheid, waarmee hij zijn medemensen benaderde, het diep geloof dat al zijn levensdagen heeft getekend, waren de stille getuigen van een mens die zich in Gods handen geborgen wist...” dixit zijn doodsprentje.
Virginie Mathea “Virske” Van Crombruggen overleed te Leest op 21 februari 1979.
Foto’s :
-Jangske en Virske De Smedt-Van Crombruggen. -Geslaagde afbeelding van “Jangske” die gebruikt werd door de meisjes van het zesde in hun studie over de evolutie van hun dorp. -Jangske als tweede van rechts tijdens een viering in het gemeentehuis. -Jangske en Virske met hun zonen Jan jr. en Albert. -Het paar in 1972 met felicitaties van burgemeester Lauwers tijdens hun diamanten bruiloftsviering.
1962 – 22 april : Diefstal van rattenfuik Victor Huysmans uit Kapelle-op-den-Bos, muskusrattenvanger voor het Ministerie van Landbouw deed een klacht van de diefstal van een fuik die hij in de Molenbeek op het Hertsveld had geplaatst. (VVH)
1962 – 23 april – Tweede Paasdag : Grote Begankenis “BEGANKENIS - Maandag 2de Paasdag grote begankenis ter ere van de H. Cornelis, paus en martelaar bijzonder aanroepen tegen stuipen, vallende ziekte, geraaktheid en verlammingen. H. H. Missen te 7, 8, 9 en plechtige Hoogmis te 10 uur; lof te 15 uur. Na elke dienst zegening met relikwie van de H. Cornelius. Inschrijvingen in de broederschap op de pastorij.” (G.v.M., 21/4)
1962 – 24, 25 en 26 april : Retraite Eucharistische Kruistocht “Op deze drie dagen zal er voor de aangeslotenen bij de Eucharistische Kruistocht een halfgesloten retraite te Mechelen gedaan worden. Het vervoer ’s morgens en ’s avonds wordt verzekerd door de inrichters en dit onder “geleide”. Een bijdrage van 30 frank plus een kleinigheid voor vervoer wordt gevraagd.” (DB, februari)
1962 – 29 april : Soldaat Juliaan POLSPOEL vanuit Mechelen “Eerst en vooral moet ik me verontschuldigen voor het lang uitblijven van mijn eerste briefje, ja 4 maanden is al een hele tijd in een soldatenleven hé ! Zoals gij weet ben ik in Turnhout binnen gegaan op 2 januari om mijn Vaderland voorbeeldig te dienen. Na 5 dagen achtte men mijn aanwezigheid zeker overbodig want ze hebben me dan naar Soest (Duitsland) gewalst. Geen prettige ervaring voor een bleuke van 5 dagen, al zeg ik het zelf ! Daar begon het lieve soldatenleven pas voorgoed. Van ’s morgens na het eten, drill, lopen, eten, drill, oefeningen…Was me dat een gedoe ! Gelukkig duurde het maar zes weken. Daarna begonnen de speciaal-lessen. Voor mij werd het een cursus van centralist. Reeds na 3 weken werkte ik in de kazernecentrale van Soest. Geen slecht leven hoor ! Nooit geen vlaggengroet, geen drill of oefeningen meer zoals de anderen en van zaterdagmiddag tot zondagavond vrij. Om uit te gaan was het er niet zo slecht. Er waren zelfs goede café’s (ik doel natuurlijk op het bier !). Ongeveer een maand geleden ben ik het daar afgebold en nu zit ik in de Lierse steenweg te Mechelen, hopelijk voorgoed, want met al dat verhuizen ! Wat ik daar zoal doe ? Wel ik ben terecht gekomen bij de Kommandant van de 1ste compagnie (Franssprekenden) en speel er compagniebediende. Niet slecht hoor ! Enkel nogal veel werk en in het begin een beetje last met de taal, maar dat is nu voorbij. Daarmee is het nu dat ik enkel soldaat ben tussen 8 uur ’s morgens en 6 uur ’s avonds. De zaterdagnamiddag en de zondag ben ik thuis. Ik mag zeker de redactie niet vergeten die zo vriendelijk was om me met een schitterend Paasgeschenk te verrassen. Nogmaals hartelijk dank. Ja, dat is alles voor het ogenblik. Ik doe langs de Band mijn beste wensen aan alle soldaten en vrienden van Leest en vooral mijn kozijn Paul in Euskirchen.”
-Juliaan Polspoel vanuit Mechelen (niet gedateerd) : “Langs deze weg hou ik er aan u te bedanken voor alles wat ge gedurende het afgelopen jaar voor mij hebt gedaan, door regelmatig de Band, tijdschriften en het Parochieblad op te sturen. Nu ik op 29 december het leger verlaten heb, moet ik niet veel inspanning doen om het burgerleven gewoon te geraken. Aan alle soldaten en vrienden van Leest een gelukkig Nieuwjaar en goede moed. Nogmaals hartelijk dank en nog vele jaren voor Milac-Leest”.
Juliaan Polspoel is een zoon van Benediktus en Henriette Verhaegen. (Foto’s van Juliaan en zijn ouders onderaan)
1962 – Mei : De Chiro van Leest bezocht de Meivaart in Hombeek “Wij zijn naar de Meivaart geweest, deze ging door te Hombeek voor de groepen van de sector waartoe onze groep behoorde. In de voormiddag waren er afzonderlijke activiteiten voor de verschillende afdelingen, en in de namiddag ging er een groot groepsspel door. De strijd speelde zich als volgt af : er waren twee kampen, het leger van de rode ridder waarbij onze groep behoorde en het leger van de groene ridder. In ieder kamp waren er een aantal bouwstenen om een kapel te bouwen, maar niet genoeg. Er waren ook geen bouwstenen meer te krijgen, dus moesten de stenen uit het andere kamp geroofd worden. De rode ridders wonnen het spel. Het hoogtepunt van de Meivaart waaraan 500 jongens deelnamen was de H. Mis te 12 uur met de Mariahulde.” (DB, juli 1962)
1962 – Meinummer “De Band” : Te vermelden daad “Wanneer onze dorpsgenoot Jan (“Jean”) De Keersmaecker naar zijn werk reed, werd door hem een geldbeugel gevonden bevattende een zekere som geld en andere bescheiden. Langs de pers om werd medegedeeld dat het gevondene ter beschikking van de eigenaar werd gehouden, op zijn adres Grote Heide 10 Leest. Deze daad van eerlijkheid moet eerlijkheidshalve vermeld worden, zij strekt hem ter ere en dient als voorbeeld gesteld.”
Jean De Keersmaecker was te Tisselt geboren op 16 november 1936 en hij overleed te Leest op 25 november 2003. Jean was gehuwd met Alice De Borger (°Blaasveld 5/4/1939, +Mechelen 25/6/2006). (Foto van beiden onderaan)
1962 – Meinummer “De Band” : Diversen -Zwaar gewond : het huisgezin van de oprustgestelde onderwijzer, de heer Selleslagh, werd andermaal zwaar getroffen. Toen de zoon, Hubert Selleslagh, lid van het Milac-comité, zich naar het werk begaf, hing het noodlot reeds boven het hoofd. In de omgeving van Brussel, indien we goed ingelicht zijn, werd hij door een voor ons onbekende oorzaak (men zegt door een verplichte bruuske remming) uit de wagen geslingerd, kwam met het hoofd op de kasseien terecht en liep hierbij een schedelbreuk op. Hij werd overgebracht naar het hospitaal te Schaarbeek alwaar hij diende te verblijven ter verpleging. Het weze ons toegelaten ons meevoelen aan zijn huisgenoten te betonen en samen met hen verhopen dat een spoedige gunstige kering moge intreden. (DB, nr.5,’62) (Foto van Hubert en zijn echtgenote onderaan)
-Fiets gestolen : de fiets van Leestenaar Fr. Van Reeth werd gestolen in de Desiré Boucherystraat te Mechelen.
-Ongeval : bij het vervullen van zijn dagelijkse taak deed Vic Verschueren zo’n ongelukkige val dat hij meerdere breuken opliep en een paar maanden bedlegerig zal zijn.
-Val met gevolgen : tijdens de heenreis naar Hombeek door de Chiro van Leest, ter gelegenheid van de aldaar geplande Meivaart, kwamen er twee Chirojongens met mekaar in aanrijding, met het gevolg dat de burchtknaap Paul Bradt, zoon van de gemeentesecretaris, een beenbreuk opliep.
-Aanrijding : onze dorpsgenoot Geerts Jan, werd op de steenweg naar Mechelen te Heffen in een aanrijding met een personenwagen betrokken en liep hierbij enkele verwondingen op, ook zijn bromfiets moest er wat aan geloven. Gelukkig was alles bij mekaar genomen niet erg.
-Op de Leestsesteenweg werd aan de gevel van de woning van Maria Van Asch haar bromfiets gestolen. Later werd de bromfiets beschadigd te Leest-Heide teruggevonden.
1962 – 2 mei : Overlijden van Henri Theodoor BRION Hij was een achterkleinzoon van Guillaume Brion, gewezen veldwachter van Leest tussen 1806 en zijn ontslag in 1817. Henri Theodoor Brion was te Leest geboren op 9 oktober 1890 als zoon van J.B. Brion en Maria Jacobs. Hij was rustend beambte E.N.B en lid van de maatschappij “Willen is Kunnen”. Hij was gehuwd met Isabella Rombauts en overleed te Mechelen. De plechtige lijkdienst, gevolgd van de begrafenis in de familiekelder op het gemeentekerkhof van Leest, vond plaats op zaterdag 5 mei te 10 uur in de parochiekerk van Sint-Jozef (Battel). Vereniging aan het sterfhuis : Leestsesteenweg 24 Battel te 09u30. (GvM, 4/5)
Foto’s : -Communiefoto van Juliaan Polspoel. -De huwelijksfoto van zijn ouders Benedict Polspoel en Henriette Verhaegen. -Jean en Alice De Keersmaecker-De Borger aan hun buitenverblijf in Westende. -Hubert Selleslagh en echtgenote Maria Geens. -Paul Bradt in 2018.
De eerste communie is een katholiek sacrament waarbij kinderen voor het eerst de eucharistie ontvangen, het lichaam van Christus in de vorm van een hostie. Het is een belangrijke stap in de geloofsopvoeding, die meestal volgt op het doopsel en de eerste biecht, en vaak plaatsvindt rond de leeftijd van zeven jaar. De viering symboliseert de deelname aan de geloofsgemeenschap en wordt traditioneel gevolgd door een feest.
Onderaan enkele souvenirs van deze dag.
1962 – 20 april : Jaarlijkse recollectie K.W.B. met bestuursherkiezing
De dagorde :
-08u00 : H. Mis met gelegenheid van communiceren.
-09u00 : Morgenmaal in het KWB-lokaal.
-09u30 : Les over het huwelijk door E.H. De Keersmaeker, gevolgd door bestuursherkiezing en uitdeling der eindprijzen van het kaartcriterium, gevolgd door ontspanning.
Algemene onkosten : 10 fr. Ook werden twee reizen voorgesteld :
-naar Koningswinter (Duitsland), 225 fr.
-naar het Groot Hertogdom Luxemburg, 210 fr.
De KWB hield eraan om voor één dezer reizen een spaardienst in te richten. (DB, maart ’62)