xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1911 Dat jaar werd Mathilde Feremans
uit Kalfort Puurs aangesteld tot
tijdelijke
vervangster van Juffer Nees, die
langdurig ziek was.
1911 Op 6 maart werd pastoor Beuckelars ingehuldigd.
Pastoor Beuckelaers zou 35 jaar
lang de pastoorsfunctie waarnemen.
Onder hem kwam er gasverlichting in
kerk en pastorij. Voordien waren het
petroollampen. Electriciteit kwam
er slechts in 1925.
Hij liet ook de kerk herschilderen,
volgens het plan van de Brusselse architekt
Steyaert, in kleuren die
het binnenzicht van de kerk zo typisch maakten : in rood.
Ook de pijlers waren toen knalrood.
Frans Huys uit Heffen voerde de
schilderwerken uit.
Op 6 augustus 1946 verliet pastoor
Beuckelaers de parochie.
Hij stierf te Mechelen op 23
oktober 1948 op 87-jarige leeftijd.
Florentine Moyson in LG, blz.247
over haar Plechtige Communnie :
We
moesten van pastoor Beuckelaers allemaal in het zwart zijn. Het was zijn
eerste jaar op de parochie en hij
wilde geen luxe. Daar werd nogal over
gemekkerd en het jaar nadien
draaide hij bij...
Ouderen wisten nog momkelend te
vertellen hoe zij als schoolbengels in de hof
van de
pastoor aan de appelen gingen zitten. Eens ging pastoor Beuckelars hen
achterna tot in de school. Maar
meester De Leers zei hem : Dat doen mijn
leerlingen niet !
Wij
hadden thuis appelen genoeg,
vertelde J.B. Mees, daar deden wij het
niet
voor. Het was meer voor het
avontuur, om stoer te doen, om je te bewijzen
tegenover de andere jongens.
Wat ik van pastoor Beuckelaers
nooit zal vergeten is de brooduitdeling na de
begrafenis van rijke mensen, zoals de
Empains. Dat was toen zo de gewoonte.
Na de mis deelde de pastoor of soms
iemand van de familie kleine of
grote broden uit, en witte broden
hé, een ongelooflijke luxe.
Volgens Julia Van Hoof(geboren
24/7/1901)en Jan Baptist Mees (23/9/1902) had
de pastoor, toen hij op oudere
leeftijd was gekomen, de gewoonte om tijdens zijn
wandelingen met zijn hoofd naar
beneden, binnensmonds te mompelen : arme
mensen zijn schelmen, arme mensen zijn
schelmen...
Hijzelf was van rijke afkomst :
familie Beuckelaers = koekjesfabrikanten.
Zijn familie bezat in Leest
verschillende eigendommen.
Pastoor Beuckelaers was ook een
moedig man. Op 3 juli 1915 ontving hij via
burgemeester Bernaerts volgend
schrijven van dHeer Prasident der
Zivilverwaltung der Provincie
Antwerpen :
...het
is gebeurd dat de sleutel van den kerktoren aan eenen Officier, die deze
tot dienstelijke doeleinden wilde
besteden, door den pastoor met de woorden
geweigerd werd : Je ne donne pas
la permission de se servir de mon église
pour
faire des observations contre mon pays.
Deze
houding van den pastoor is onaannemelijk.
Ik verzoek u in evereenstemming met de pastoren uwer gemeente aanwijzing
te geven, dat de toegang tot de kerktorens ieder tijd aan militaire
personen
toegestaan wordt. Ik moet u doen opmerken dat in geval van weigering de
toegang met geweld zal moeten verkregen worden en tegen de
tegenstrevende
personen streng zal voorgegaan worden.
Der Prasident der
Zivilverwalting, I.A.Bormann.
(GA-3/7/1915)
1911 6 maart : Gazet van Mechelen
(editie van 9/3/1911)
PLECHTIGE INHALING VAN DEN
NIEUWEN PASTOOR;
Verleden
maandag, 6 maart, was het feest, volop feest, in de vreedzame gemeente Leest,
gelegen op slechts enkele boogscheuten boven het gehucht Battel, een
buitenkwartier van Mechelen.
...
Sinds
een achttal dagen was aan de parochianen dier gemeente, de blijde tijding
gebracht, dat zijne Eminentie de Cardinaal Aartsbisschop, hun een nieuwe herder
had geschonken en wel de zoo gunstig gekende pastoor Beuckelaers, der parochie
Langeveld bij Ukkel, en dadelijk togen de vrienden van Leest, geleid door
hunnen volksgevierden burgemeester , M. J. Bernaerts aan het werk, stelden eene
feestcommissie aan, sloegen de handen eensgezind samen, stelden zich aan den
arbeid en wij herhalen het nogmaals- vormden en zetteden ineen, op 8 dagen
tijd, eenen stoet, die aller verwachting heeft getroffen, en waarvoor men in
steeden weken en maanden nodig zou hebben, om tot zulken uitslag te koomen.
Dit
overschoon resultaat is te danken aan de algemeene eensgezindheid en de goede
verstandhouding die er op den buiten heerscht.
...
Het
was den verleden maandag, dat de flinke en ievervolle werkers, zoo machtig
groot in getal, voor slechts eene gemeente van 1700 inwoners, hunne uitgewerkte
feestplannen, de duizenden toeschouwers zouden verrassen.
Rond
2 ure, stroomde het volk van Mechelen, Battel, Hombeeck, Heffen, Tisselt,
Blaesvelt en Capelle opden Bosch , in dichte scharen naar het lieve dorpje, dat
gansch in feestdos was gestoken.
Van
in den morgen bulderde reeds onafgebroken het kanon, om den heuglijken dag,
heinde en verre aan te kondigen.
Alom
waren praalbogen, met gepaste
jaarschriften opgetimmerd, en geen enkele wooning, zoo nederig of klein, of het
had zijn eigenaardige versiering, waartusschen een overgroot getal
burgershuizen met heerlijken optooi uitstraalden.
Heilwenschen
en dichterlijke ontboezemingen in allen eenvoud weergegeven, den nieuwen herder
gebracht, prijkten bijna boven elke woning. Het gaf de algemeene en eensgezinde
gemoedstemming weder van het volk, dat zijnen geestelijken lieder bij zijn
intrede in de parochie hartelijk Welkom heette. Wat kon of mocht men meer
verwachten ?
De
innige verkleefdheid, de liefde en hoogachting hunnen vroegeren afgestorven
pastoor, M. Verbist, immer trouw geschonken, zou thans overgaan op den
feesteling van heden.
Dit
doorstraalde in alles, wat men bij deze overschoone inhaling ontwaarde en kon
waarnemen. In zulke goede en verblijdende omstandigheden, zou weldra de
verwelkooming van den Zeer Eerw. Heer Beuckelaers plaats grijpen.
Ontvangst
van den nieuwen herder.
Rond
half drij was de beweging overgroot op den steenweg die van Leest naar
Capellen-op-den-Bosch leidt. Gansch deze baan, bijna drie kwaart uur tot aan de
grens van het reeds genoemde dorp, was met denneboompjes bepland.
Duizenden
en duizenden toeschouwers bevinden zich op dezen weg, alsook de prachtige
stoet, die zich naar den Stijnenmolen op de uiterste grens had begeven,
alwaar de eerste ontvangst zou plaats grijpen.
Welk
heerlijk zicht die lange verre kronkelende baan, gansch bezet door eene
opeengepakte menigte, waartusschen in alle schakeering van kleuren een
overgroote stoet, zich in de verte beweegt. En nog immer wordt die stroom
grooter en grooter.
Eindelijk
bulderen opnieuw de kanonnen : het is het sein der aankomst, en inderdaad, daar
verschijnt het rijtuig dat de Zeer Eerw. Heer Beuckelaers en de andere
Z.E.Heren Goidts, pastoor-deken, Goossens, pastoor te Heffen, Kanunnik
Beuckelaers, getuigen van den nieuwen herder, aanvoerdt.
Het
muziekkorps heft het vaderlandsch lied aan, de menigte juicht toe, en bij het
uitstappen neemt de heer burgemeester Bernaerts het woord, in naam van het
gemeentebestuur, de bevolking, en tevens ook van den kerkraad, en wenscht den
nieuwen pastoor hartelijk welkom in zijne nieuwe parochie.
Na
den heer burgemeester verwelkommen hem de hoofdonderwijzer in naam der
gemeenteschool en de heer Moyson, in naam der fanfare Arbeid Adelt.
In
hartelijke bewoordingen bedankt de heer Beuckelaers de drij vertegenwoordigers
van gemeente, kerkraad, gemeenteraad en fanfare en belooft hun zijne beste
krachten ten pande te stellen voor het geestelijk en stoffelijk belang zijner
nieuwe parochie.
Alsdan
zette de stoet zich in de volgende orde in beweging om dorpwaarts te trekken :
1.
Postiljons; 2. Hoornblazers; 3. Groep, dragende de vaderlandsche en pauselijke
kleuren; 4. Ruiters te paard; 5. Fama met amazonen; 6.De Gemeentemaagd; 7. De
foor van Parijs, wagen; 8. De doelschutters; 9.Ste. Cecilia; 10. Fanfare St
Cecilia; 11. De drij Goddelijke deugden; 12.Koekbakkers, wagen; 13. De edele
graanoogsters, groep te paard; 14. De bolgilde; 15. De jachtgodin, groep te
paard; 16.Ambachtswagen; 17. De Zoetigheid, groep te peerd; 18. Maagden te
paard; 19. Duivenmelkers, wagen; 20. De Katholieke Bond; 21. Fanfare Willens
is Kunnen; 22.De vier gebroeders; 23. De melkhandel; 24. De congregatie van St
Joannes Berchmans; 25. De kipidos, te paard; 26. St. Sebastiaansgilde; 27. De
liedjeszangers, wagen; 28.Opsinjoorken, met lijfwacht en gazetdragers; 29. De
vier jaargetijden, groep te paard; 30. De aalmoes, groep te paard; 31.De
zottigheid, groep te voet; 32. Herderinnen; 33. Landbouwwagen (Bist); 34.
Koningin Elisabeth van Hongarije, maagd der rozen; 35. De twaalf maanden, groep
te peerd; 36. Een dorpsherberg, wagen; 37. Het fortuin; 38. Koningin Elisabeth;
39.Jonkehid der gemeente,groep; 40. De vriendschap, groep te peerd; 41.
Aalbrecht en Isabella; 42.De vlucht naar Egypte; 43. De schoolkinderen; 44.
Bloemtuigdraagsters; 45. Fanfarenmaatschappij Arbeid Adelt; 46. De
Godsgeleerdheid; 47. Maagdekenswagen; 48. St Nikolaes en St Pieter, met hun
gevolg; 49. De vier Evangelisten; 50. HH.MM. Koning Albert en Koningin Elisabeth;
51. St Jan en het kind Jezus; 52.Strooiende maagdekens en engelen; 53.
Sleuteldraagster; 54. De eerw. Heer Pastoor, omringd van eenen eerewacht; 55.
Plaatselijke overheid; 56. Kerkfabriek; 57. Armbestuur; 58.Maatschappij
Oud-Soldaten.
Het
was vier ure, als deze frissche en lange stoet in het dorp aankwam, en men naar
de kerktoog, alwaar de ontvangst en aanstelling thans gingen plaats grijpen.
In
de parochiekerk van Leest.
Op
dit oogenblik luiden de klokken en bulderen de kanonnen.
In
de kom van t dorp is het bijna onmogelijk om door te komen. t Is eene ware
menschenzee, zooverre het oog draagt.
De
ordediensten worden vooral goed waargenomen door de oud-soldaten, bijgestaan
door den veldwachter, die te samen opperbest dien dienst hebben geregeld en de
orde hebben handhaafd.
Aan
de afsluiting der kerk is het thans de onderpastoor die den nieuwen herder
hartelijk welkom heet, vervolgens een jongen der gmeenteschool.
Bij
den ingang in de kerk, worden hem de sleutels der kerk, onder eene lieve
aanspraak afgegeven.
Voor
allen heeft de nieuwen herder een hartelijk woord van dank, en terwijl het
orgel in brio reeds een zegemarsch aanheft, trekt de buitengewoone groote
menigte, de prachtig versierde kerk binnen, die in eenige ogenblikken overkropt
is van toeschouwers, en waarvan duizenden genoodzaakt zijn buiten te blijven.
Dadelijk
wordt het Veni Creator aangeheven, waarna de plechtige aanstelling plaats
heeft en de gebruikelijke seremoniën na de aanstelling volgen.
De
Zeer Eerw. Heer Deken Goids, pastoor der O.L.Vrouw over de Dijle, beklom daarna
den kansel en deed tot die overgroote massa volk, nagenoeg de volgende
toespraak :
Beminde
parochianen van Leest. Over eenige weken hebben wij het droevig schouwspel
bestatigd van den diepen rouw, waarin uw gemeente lag gedompeld, door het
afstervan van uwen diepbetreurden herder, die hier meer dan 40 jaar lang, als
onderpastoor en pastoor had gearbeid aan het heil der zielen, en opeens aan uwe
liefde werd ontrukt.
Begaafd
met eene uitmuintende inborst, eene groote dienstvaardigheid en eene heilige
godsvrucht, was hij waarlijk een priester volgens het hart van God.
Aan
den Heer alleen is het bekend, wat al ongelukkigen hij onderstand heeft
verleend; wat al smarten en ellende hij heeft gestelpt en wat al tranen van noodlijdenden
en weduwen hij heeft opgedroogd.
t
Is geweten tijdens eene besmettelijke ziekte, wat hij gedaan heeft in dien
akeligen toestand, voor hen, die aan dien zorgen waren toevertrouwd van deze
voorbeeldigen priester. Men vond hem gedurig neergeknield voor het H.
Tabernakel in het gebed verslonden, in overweging met zijnen God. Hij, die
vurige dienaar van Maria, die goede en voorbeeldige priester werd u ontnomen en
zijn stoffelijk overschot werd in den gewijden grond uwer gemeente begraven en
zijne schoone ziel zal, zoo hopen wij allen, reeds bij den Heer, het loon
zijner werken hebben ontvangen.
...
Door
zijn afsterven waart gij weezen geworden zonder geestelijke geleider, doch
Zijne Eminentie zond u een nieuwen Herder.
Wat
de E.H. Verbiest voorheen voor u is geweest, zal thans de nieuwe pastoor voor u
worden. Hij zal u alles schenken wat tot uw geestelijk welzijn noodig is.
Hij komt niet in naam van een prins,
maar in den naam van de Allerhoogste.
Hij
zal u leeren de naam van God beminnen en vereeren. Hij zal uwe kinderen
onderwijzen en onderrichten in de leering des Heeren.
Niemand
zal aan zijne bezorgdheid ontsnappen. Op den predikstoel zal hij u uwe plichten
voorhouden; in den biechtstoel zal hij voor uwe arme ziele een geneesheer
wezen, en als een vader zult gij uit zijnen mond vernemen, wat gij te doen hebt
op uwen levenswandel om als ware christenen te leven. Hij zal met overgroote
blijdschap de zondaars ontvangen die op het goede pad willen wederkeeren.
Dagelijks
zal hij onder het H. Misoffer, wanneer hij het Lichaam en Bloed van Christus
ten Hemel opheft, voor u bidden voor jong en oud, voor arm en rijk, voor allen
zonder eenige uitzondering.
Hij
is u nog niet bekend, doch gij zult hem leeren kennen. Hij heeft gewerkt in
eene nieuwe parochie, waar hij zoo eindeloos veel goed heeft gesticht.
Gij
hebt hem ontvangen, zoo prachtig en zoo heerlijk als men een nieuwen herder kan
ontvangen. Iedereen heeft hem willen zien en leeren kennen. Welnu thans kent ge
hem. Eenieder van u zal bij hem mogen aankloppen. Zijne edelmoedigheid is
groot.
De
zieken en noodlijdenden zullen in hem een grootmoedigen weldoener vinden. De
armen zal hij met liefde steunen. Al wie lijdt en treurt zullen in hem een
waren vader, een echten en goeden vriend ontwaren.
Hij
komt tot u in naam van den Almachtige. Gij zult naar hem luisteren, zijne
woorden aanhoren en tevens zijne vaderlijke raadgevingen volgen.
Gij
zult hem bijstaan en helpen bij het onderwijs uwer kinderen. Weet het wel, de
zending van den priester is eene verhevene zending. In het doopsel van Christus
klonk er reeds eene stem uit den hemel die zegde : Aanhoort Hem.
Bij
de hemelvaart van Jezus, zegde de Verlosser tot zijne apostelen : gaat en
onderwijst alle volkeren in Mijnen naam, hen onderwijzende wat ik u geleerd heb
en die u aanhoort, aanhoort Mij : die u versmaddt versmaadt Mij en versmaadt
mijn Vader die in den Hemel is.
De
priester is de afgezant des Heeren, dus hij is de vertegenwoordiger van God
zelf. Luister naar hem, en het zal u in alles wel gaan.
t
Deed mij goed aan t hartje, uit den mond te vernemen van den heer burgemeester
uwer gemeente, bij de ontvangst op de grens wanneer hij tot den nieuwen herder
de volgende woorden sprak : Hier in de gemeente Leest gaat iedereen hand aan
hand om te werken en te ieveren voor de stoffelijke en zedelijke belangen der
bevolking.
Mochte
het zoo nog lange jaren duren voor het geluk en de welvaart dezer gemeeente.
We
gaan God bedanken voor deze weldaden en het Te Deum Laudamus ten hemel
aanheffen.
Na
deze schoone kerkelijke plechtigheid was het ontvcangst op de pastorij, waar s
avonds de muziekmaatschappijen eene serenade brachten.
Verlichting
en vuurwerk sloten deze luisterrijke inhaling.
Wij
eindigen met den welgemeenden kreet : Lang leve de Eerw. Pastoor Beuckelaers
en ook Lang leven de vrienden van Leest ! Zij hebben puik en rijk gefeest !

|