xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1936 Het Kapelleke
van de Boerinnengilde op de hoek Tisseltbaan Juniorslaan werd
opgericht ter gelegenheid van het
25-jarig bestaan den de Boerinnenbond.
Het draagt de volkse spreuk :
Langs deze weg zet gene voet, of zegt Maria
Weesgegroet.
1936 2 maart : Na
meer dan een jaar aandringen kreeg meester De Leers eindelijk
een nieuwe nationale vlag. De oude
was versleten. (GR)
1936 6 maart : ...De heeren Felix Van der Auwera uit
Koningshooikt en Louis
Verstraeten uit Beersel worden aangeduid om de nieuwe jongensschool te
bouwen voor de som van 149.800 fr.
1936 7 mei : De
gemeenteraad besloot een taks op de rijwielen in te voeren.
...per
rijwiel op den openbaren weg gebezigd, wordt een belasting geheven
van
5 fr.
1936 22 juni
Schepencollege : ...Gezien er
aanstaanden maandag te Leest
feestelijkheden zullen plaats hebben (22 juni), ter gelegenheid van het
ambtsjubileum van den heer pastoor.
Gezien deze feestelijkheden van Openbaar en Algemeenen aard zullen zijn
besluit : er wordt aan de gemeentelijke onderwijzers en onderwijzeressen
te Leest
en
aan hun leerlingen vrijaf gegeven voor den ganschen dag op maandag
maandag 22 juni 1936.
Met het geld dat werd rondgehaald
(iedereen mocht geven wat hij of zij wou)
n.a.v. het 25 jaar pastoorschap van
pastoor Beuckelaers te Leest werd de Sint
Apolloniakapel gebouwd.
Deze kapel werd nadien verplaatst
omdat ze in de weg stond voor uitbreiding
van de Molenstraat.
SINT APOLLONIAKAPEL
De
Sint-Apolloniakapel in de Molenstraat (hoek Vinkstraat) was een geschenk van de
parochianen aan pastoor Beuckelaers, toen hij in 1936 vijfentwintig jaar
pastoor was te Leest.
Voordien stond daar
reeds een veldkapel. Ze was echter beschadigd door de beschietingen in de
eerste oorlogsdagen van de Eerste Wereldoorlog en ze moest verplaatst worden
toen de Molenstraat een nieuwe betonbaan kreeg.
Sinds de processie
niet meer uitging, verviel ook de jaarlijkse make-up van de veldkapellen.
Vooral deze kapel was er na enkele jaren erg aan toe.
Ravottende bengels
deden de rest : alleen de ruwbouw bleef nog over.
In 1977 werd een
veldkapellenaktie gevoerd. De Apolloniakapel verrees uit haar puinen. Smid Jan
Van Riet uit de Kapellebaan zorgde voor het kruisje op de toren : daarin
verwerkte hij de tang van Sint-Apollonia.
Het houten hekje aan
de ingang werd door Jan Teughels gemaakt uit een afgedankte communiebank uit de
kerk.
Patrones van de
tandpijn, bid voor ons !
Geweerdig ons,
ellendige en kranke stervelingen, van de tandpijn te verlossen zo stond er in
de oude litanie tot Sinte-Apollonia. Iedereen wist in die tijd nog dat men zijn
tandpijn kon afkopen bij deze lieve heilige.
Deze jonge
martelares werd in het jaar 250 in het vuur geworpen nadat de beulen al haar
tanden hadden uitgerukt.
Deze legende werd in 1977 uitgebeeld boven het altaar van de
Sint-Apolloniakapel in een expressieve keramiek van George Herregods : twee
Romeinse soldaten zijn met een reuzentang Apollonias tanden aan t bewerken.
De Romeinse soldaat draagt een geweer met bajonet en moderne dekoraties wat wil
zeggen dat zoiets van alle tijden is.
Ook nu nog zijn
onschuldigen slachtoffer van bruut geweld, dikwijls zelfs van de officiële
macht.
De teksten op de
muren zijn aanroepingen uit de oude litanie.
In de voorkant van het altaar zitten echte mensentanden.
(LG-blz.208,209)
J.A. Huysmans naar
mondelinge overlevering van zijn grootvader Peter Coosemans in De Band van
maart 1979 :
Op de helling van de verbindingsweg tussen Molen en
Scheerstraat stond er in 1282 links een lemenrieten boerderij met handelshooi
schuren : het Moonshof, en rechts op de akker Maald genoemd, een oudere
kloosterhoeve, later na de woelingen der Spanjaarden en Geuzen onbewoond
gebleven.
Ze werd aangekocht door een Waalse Jonker, wiens nicht
met haar twee meiden daar hun intrek namen. De juffrouw die vele avonden door
tandpijn huilend aan het ijlen ging, beweerde dat te middernacht boven het erf
er Franc-masons met muziek en dans rondzoefden, wijl uit den bornput
jammerklachten opwelden.
Toen zijn er twee paters met olielamp en kwispelend
wijwater, drie nachten telkens biddend 500 maal die bornput komen omtoeren
terwille van de angstige vrouwen.
Wat later liet de Jonker aan de wegtoegang een kapel
bouwen ter ere van Sint Apollonia.
Elk met goeie tanden nu nog weet zonder spotternij :
Gun Apollonia twee centen tegen tandpijn en ge zijt ze kwijt !
Tussen 1282 en 1578 was er achter die kloosterhoeve op
het hoger deel van de akkermaal een met knotwilgen afgezoomd perceel waar het
Mechels recht aan drie galgen haar grootste misdadigers liet opknopen, wier
geesten daar bij nacht als Franc-masons rondspookten, en waar de dorpelingen
hun deugnieten op vermaanden : Gij komt er zeker van de Maalt ?
Toen was de jeugd ook enigzins agressief, doch hun
meeste slachtoffers herkenden daarbij een deel van hun eigen vroegere
kwajongensstreken. Die belhamels uitten hun verveling na een feest of
kermisbal, van zonder lief naar huis te moeten door de toen nog aan alle huizen
hangende vensterblinden in den ochtend af te haken en die dan in kaartenhuizenrijen
op de dorpsplaats te zetten. Dus konden daar de eigenaars in den voormiddag hun
verdwenen gerief komen uitzoeken.
Uit de omgevende velden werden soms alle graanschoven
op de aanpalende wegen in gelid genesteld, zodat de eerste marktmensen voor een
vervelende verkeersopstopping stonden. Losgemaakte waakhonden der boerderijen
liepen blaffend en vechtend in den ochtend met rammelende kettingen door de
buurt en tuinen, tussen honderden vrijgelaten kiekens met voor de eigenaars
steeds vervreemd of minder aantal.
Eens besloot een Mechels rechter, wiens dienstmeid een
dochter was uit de herberg In den Sleutel tot huiszoeking en mogelijke
aanhouding van een hier gekend Jefke Kiek, door die meid verdacht als zekere
dader van een bij haar ouders verdwenen dozijn kiekens. Twee agenten kwamen met
de dievenwagen bij Jefkens ouders gereden en vroegen om Jef, die niet bleek
thuis te zijn. Toen begon een zoeken van onder tot boven. Maar Jefke was reeds
langs achter met twee balen kiekens om het huis gerend, en deponeerde zijn buit
in de dievenbak en trok de velden in. Na het vertrek van het ontmoedigd
gerechtsdeel naar Mechelen kwam een paar uur later van ginds een bericht in den
Sleutel dat het ergens weergevonden roofgoed kon worden afgehaald.
Fotos : bovenaan : het kapelleke van de Boerinnengilde.
Midden : praalwagen bij het jubileum van pastoor Beuckelaers. Voerman is Jaak De Croes. In de wagen Jaak Voet en Soï van Pachter.
Onderaan : het kapelleke van Sint-Apollonia.


|