1984 Maandag 29 oktober : Naar Keulen met De Band
Op
maandag 29 oktober s morgens om 7 uur vertrokken wij met de bus naar Keulen.
Rond
10 uur waren wij aan het huis van de aalmoezenier waar wij goed werden
ontvangen.
Daarna
zijn wij gaan dineren in het Belgisch Huis na een rondgang in de Dom onder
begeleiding van onze aalmoezenier.
Daarna
hebben we een tentoonstelling van de Grieks-Romeinse tijd bezocht.
Wij
hebben ook een stuk Romeinse heirbaan gezien en een café bezocht waar de tafels
oude naaimachines waren.
Na
afscheid genomen te hebben van onze aalmoezenier en hem te bedanken voor die
mooie dag vertrokken wij om 18u30 terug richting België.
In
Geel Punt zijn wij nog een pintje gaan drinken.
Wij kwamen rond 22u30 aan in Leest, allemaal tevreden voor die mooie dag.
Do
re mi sol weer een blaadje vol,
Nu
sluit ik een twee drie mijn brief.
Nog vele groetjes van Heidi Vanlaerhoven, 8 jaar.
(DB, december 84)
1984 Novembernummer De Band : Het Ritueel.
Ik
ben vol argewaan.
Weet
niet hoe te geven mij.
Het is misschien ondankbaar
om
als mens te leven zo.
Het
is opstaan vallen maar,
een
uitdagend ritueel.
Al is voor mij het rijpend graan
een
ogenblik van rust en weelde,
toch
is t een kanker dat de mens
met
rust en wee omringt.
Waar
begrijpend met talent
een
enkeling de dans ontspringt.
Het
is aan allen niet gegeven
de
drang om oeverwaarts
t
vinden van schoon samenleven.
Toon Lamberts.
1984 November De Band : Panoramadeel Rennecauter
Kroniek
van Tistemoors hoeve.
Aan
den zuidkant van het brugje over de Molenbeek staat de hoeve der nakomelingen
der familie Somers. Volgens n overlevering was die eens n afhankelijkheid der
Kloosterhoeve..
Van
oudsher gekend als het bedrijf der Tistemoors
Moeder en de dochters
onderhielden hun veestapel en het tuingewas, en Tiste met eigen telgen en n
paar knechten, zorgden elk jaar dat in de lente het werk op de hoeve en akkers
steeds ver gevorderd was, zodat er tijd vrij kwam, wanneer voor het begin van
juni tot half juli, de valleien vanaf de
kleine Molenbeekstreek, naar de grotere beemden, aan de beide zijden der Zenne,
hun volgroeide zomerse bloei, hoefden te worden gesneden
Weken lang trok Tist
dan met zijn stoere kerels, voor dag en dauw ter plaatse
Tist overschouwde en
berekende elk te ontginnen pand, en gaf de anderen aanwijzingen en raad
Na zij
samen, door n wetsteen nog even het mes van hun zeis, snerpend luid, aan den
binnenkant vonkketsend scherpten, (hun instrument muzikaal strelend stemmen,
vertaalden zij zulks)
en na het maken van een kruisteken begonnen zij hun taak
: Tist als voorman, of zogezegde baas, gaf het ritme van de trekslagsneden
aan, voor elke in een aansluitende rij, vijf stappen en na elkaar, hun te
beginnen volgbeurt
Zij maaiden met een ervaren ambachtszin die de groeikracht
der beemden naderhand waarborgde, zelfs alzo ook nog in den herfst, al was dat
een minder gegeerd gewas en echt moeilijk te rijpen, toemaat genoemd
Den
zomer was voor die mannen n milieuvriendelijk genieten. Op een grachtkant in
den lommer van bomen, schaften bij stopen bier en koffie, boterhammen waarin de
mieren naar spek of krenten zochten. De knecht Lange Sander stookte hier
meermaals onder n rustpoos met droog beekriet een vuurtje. In die gloeiende as
roosterde hij, die daar door hem ten hemel geslagen kikvorsen hun afgestroopte
billekens, en van thuis meegebrachte ongeschilde aardappelen
Dat gunden de
anderen hem wel, maar afgesproken was er : de eieren der in uitgemaaide nesten
van vogels, vergaarden zij samen, en lieten dezen in het water van n gracht
zinken, en dewelke daarvan op den bodem gezonken bleven, werden door de
gegadigden als vers van waarde uitgeslurpt
Daarvoor
en er na, zich reppen van perceel naar perceel, om met de gaffel te te draaien
kladden gras te verluchten
Ten avond was het trio geblazen om het nog maar
half geworgde gras, voor donkerte in huggelkens gezet te krijgen
Toen huppelde
de barometer, ook maar in niet al te pienter kinderschoenen, zodat zich daarop
betrouwen : wat het morgen kon zijn, steeds n gok bleef..Sommige dagen was
het, tussen n plots wisselvallige regenbui, n kiezen van te doen of te
laten,wel een uitgespreid pand, zou tot reigolven worden geharkt
Tot toch eens,
pand na pand, er de zonne, de massa geelbruin tintte
Die kleur gaf het sein, voor dat ritselend geurig hooigewin, in geopperde ronde
piramiden te tassen, klaar om op te laden, deels voor de dieren thuis, of voor
eigen verkoop, of tegen lonende prijs, gereed tot ophalen, voor vrachtvoerders,
paardenfokkers en meer anderen
Hoed
af ! voor die Zouaven van een Gilde
, neen geen van Pikke de dood, maar wel
plichtbewuste goeierds, met hun simpel product, doch welk er een toen was,
steeds onmisbaar als nuttigs allerlei
n
Tistemoors quiz onderonsje.
Tistemoors
grootvader werd eens op een geburenfeestje aangesproken door een wat
aangeschoten wijnwinkelier en die vroeg hem : Zeg Tiste als gij met dat
gefoefel in uw beemdgras, daar zo morgen eens hooikoorts van kreeg, welk recept
zoudt gij daar tegen gebruiken ? en
Tiste vroeg : Zeg jongen, als gij na dien scheut jenever dien gij daar juist
hebt gedronken, daar dan eens morgen met nen kater uit uw bed waggelt, welk
recept zult gij daartegen gebruiken ? en de radde wijnman zei : Ik zal als
tegengif daartegen, nen dubbelen romer jenever drinken, want ze zeggen dat dit
met n zelfde goedje de zekerste afdoende remedie is, en gij nu ? O, zei
Tist, ik zou voor die hooikoorts als n chique, een pruim fris beemdgras
kauwen, en als t mij beliefde, nog wel twee, dat maakt mij zo fluks als n
veulen ! Nu schimpt de wijnman : Zeg es vent, gij hinkt mij achterna als een
oud paard, maar kijk eens, ik en mijn vrouw, die glazenspoelster ginder in de
tapkast, wij zijn elk achtenveertig jaar geworden, dus samen zesennegentig jaar
oud, en zie maar hoe fit wij nog zijn ! Jawel, zei Tist, doch ik en mijn
vrouw, wij zijn samen reeds honderdentwaalf jaar
oud
! Hoe puzzelt ge dat uiteen, spot de wijnman en Tist verduidelijkte : Ik
ben tweemaal zo oud als mijn vrouw was toen ik zo oud was als zij nu is
De
wijnman bleek verstomd
Toen vroeg hij : Herhaal dat nog eens
ik schrijf het op n papierken
Ik zal
dat morgen eens berekenen
Toemaat
farce
Die
Tistemoors grootvader had n broer Matheus, die in zijn jeugdjaren n
gepoëtiseerd rijmelaar was geweest
Menig gezelschap kon hij n vol uur in
vervoering houden met zijn in duizendeneen regels boeiend verzen gedichtsel :
De Liefdesbrief.
Toen
hij eens, in de eerste september zondagen na den middag, reeds n paar maal van
uit de Rennecauter recht door de Scheerstraat, naar de Molenstraat, vandaar de
Zenne langs, kuierend de beemden ingetrokken was, vleide hij zich met zijn
schrijfgerief in een der gerijpte toemaatoppers, die daar door hem en zijn
maaimakkers daags te voren in rijen waren gezet
Bij zijn heengaan viel het hem
pas op, dat hij nu voor de derde maal, ginds verder bij het Bleukenbos n
boeklezend jong meisje zag wandelen
Deze keer komt hij enigszins verstrooid
thuis
Dien
nacht bedenkt hij : Ik maak den volgenden zondag mijn toer nu eens rondom het
Bleukenbos, en als ik mij dan even aan die freule voorstel, en als dit tot een
boekbespreking mocht leiden, zal ik haar met genoegen mijn Liederbrief aanbieden
.
Hij
herschreef voor haar met zorg die brief, en borg die behoedzaam in den
binnenzak van zijn zondagjasje
Ten
mate toe
later vond men in één zijner dagboekjes, met eigen leedvermaak
geschreven volgende Tistelinkse memoire :
Bij
n wandeling langs het Bleukenbos, k volg n weetlust ding, als een looze vos,
elke
wegeldraai, golft haar schaduw blij, wonder lief en fraai, op het groen der
wei,
waar
n vlinderspel, door de luchten zoeft, k groet haar minzaam snel, wijl zij
even toeft,
in
een zonne sfeer, onderst boven fris, kaatst n beekje weer, mij haar
beeltenis..
Ach,
wat duivelspartnons, alom nu water daar, drie, vier meter scheid ons, en zij
lacht zo raar, k werp fluks uit mijn jasje, neem aanloop en spring, o doemis
tot ramp, amper ten halve der vliet.
Ik
van kop tot teen Mathijs, plons ten kikkerparadijs,
ribbdebie
edoch comisch, wijl daarboven keelt die Miss
Door
heroëns verzet, luk ik doverzij
met n grijns schijnpret, in beslijkt livrei
Als
n held vol vuur , sprak met wat bluf : Heel dit avontuur, is voor U mijn Juf,
neem
mijn hulde aan, en zeg Ja blijf hier. Hoe dit kon voortaan, zong zij spottend
fier :
Och,
gij malle vriend, met n modderman, is wellicht gediend, wie hem kennen kan,
k
vind u wel galant, zo guw burgerstand, kunstig nu beland, weer ten overkant,
Uit de reeks Leestse figuurkens van
Anselms Jedrie.
1984 Zondag 4 november : Chiro Familiefeest
Verkort verslag uit De Band van
december 84 :
De
dag voordien werd er een algemene repetitie gehouden om de laatste danspasjes
nog eens op het podium te wagen of de te vertonen stukjes voor het laatst in te
studeren.
s
Avonds stond iedereen in piekfijn uniform om aan de chiro-eucharistieviering
deel te nemen. Met aangepaste muziek en symboliek kreeg deze viering een modern
en jeugdig kleedje. De jonge leidingmensen (vers van de pers) kregen ook hun
leidingskoord waarna ze hun leidingsbelofte uitspraken. Dat doet je altijd wat
als je die jongens en meisjes daar onwennig ziet staan.
De
ganse groep kwam dus s zondagnammidag terug bij elkaar voor het familiefeest.
Het ganse feest ging door onder het thema van de muziek.
Na
de verschillende dansjes, imitaties, toneelstukjes en het leidingsspektakel
werden alle verloren gelopen muzieknoten teruggevonden. De mensen mochten ondertussen aan de
koffietafel terwijl de pater zijn
dia-installatie klaarzette.
Na
de traditionele geldomhaling gaf onze oudste de gepaste kommentaar bij de
mooie lichtbeelden. Vele ouders herkenden hun jonge spruiten in volle
bivaksfeer. Na de slotapotheose togen de bezoekers huiswaarts terwijl er in een
recordtempo opgeruimd en afgewassen werd. Daarna werd de goeie afloop gevierd
met een dansje en een drankje. Je bemerkte het aan de uitgelatenheid van de oudsten dat iedereen content was van
het welslagen van dit ouderfeest.
Hopelijk
schieten er volgend jaar niet teveel pistolets of koeken over want de
pater zijn schapen hebben er bijna een
maagziekte aan overgehouden.
1984 5 november Gazet van Mechelen :
Damesvoetballers gewond.
Tijdens
een wedstrijd zaterdag op de sporttereinen van VV Leest aan de
Dorpstraat liepen twee vrouwelijke
voetballers verwondingen op.
De onfortuinlijken zijn Nadine Van
Nieuwenhuizen uit de Driesstraat 13 in
Hombeek en Martine Cools uit de
Elisabethstraat 22 in Kontich, die beiden met de
hulpdiensten naar het
Sint-Jozefsziekenhuis werden overgebracht.
|