Vervolg : Het
fanfarelokaal en de lokaalhouders van de Blekken.
Na het overlijden van Jeanne De Bruyn april 1976
werden haar zoon Pol Huybrechts en diens echtgenote Maria Buggenhout
lokaalhouders. Tot dan toe hadden ze hun hele leven al geholpen in de zaak en
wisten ze hoe zwaar het was om van s voormiddags tot s nachts, soms tot het
bijna terug dag was, ter beschikking te staan
van iedereen en nog wat.
Nu alles op hun schouders viel, besloten ze te
zoeken naar iemand die de zaak wou overnemen, echter in het belang van de
fanfare. In augustus 1976 was het zo ver.
De nieuwe lokaalhouders waren Emiel Van Steen en
Marcella De Jonghe.
Mille Van Steen is geboren in Leest in 1933. Hij
ging er altijd prat op dat hij geen Ceciliabloed in zijn aderen had stromen,
maar bloed van Arbeid Adelt. Sommige leden van St.-Cecilia namen daar
aanstoot aan, maar voor de meesten was toen al de dorpspolitiek afgelopen.
Leest werd gefusioneerd met Mechelen een paar maanden nadat de nieuwe lokaaluitbaters
hun intrede deden. Mille en Marcella hebben zich trouwens altijd ingezet opdat
de fanfare het goed zou hebben in het lokaal. Ze hebben er de tijden nog
meegemaakt toen het dikwijls feest was in Leest. Na de deelname van de fanfare
aan een muziekwedstrijd werd er uitbundig gevierd in het fanfarelokaal.
Maria De Smedt werd op 1 december 1984
lokaalhoudster van St.-Cecilia. Samen met haar man Willy Van Hoof zorgde ze
ervoor dat de fanfare het ook nu goed zou hebben in het lokaal.
Het viel echter niet allemaal mee. Aan het gebouw
waren in de laatste jaren geen herstellings- en renovatiewerken uitgevoerd. In
het café leek de hele inrichting nog in goede staat. In de zaal was de
materiële toestand alles behalve goed : wanneer er gerepeteerd werd op een
regendag, moest er een plek gezocht worden waar het niet doorregende. In de
winter van 1986 viel geregeld de verwarming uit en zaten de muzikanten dicht
bijeen te musiceren in een hoekje om het toch zo warm mogelijk te hebben.
In december 1987 besloot de fanfare uit te wijken
naar een andere gelegenheid. Een paar maanden nadat de fanfare uit St.-Cecilia
was weggegaan, hield de lokaaluitbaatster de zaak voor bekeken.
De eigenaar vond toen geen nieuwe uitbater meer voor het lokaal St.-Cecilia
Erevoorzitter Frans Piessens jr. stelde zijn
zaal, een vroegere schoenfabriek achter de huizenrij aan de Dorpsstraat (de
root), ter beschikking van de fanfare. De fabriek was ondertussen op een
sfeervolle manier ingericht. Alle nodige voorzieningen waren aanwezig tot zelfs
caféspelen waarmee gratis mocht worden gespeeld.
Vroeger had de fanfare nog gebruik gemaakt van het
zaaltje en dikwijls werd er de generale repetities gehouden wanneer aan een
wedstrijd werd deelgenomen. Het centrum van het fanfareleven was door deze
maatregel verlegd van het dorp naar achter de root.
In het begin deed het wat onwennig aan omdat in
tegenstelling tot vroeger het fanfarelokaal niet om het even wanneer kon worden
bezocht door de leden, maar na een tijdje vond zo goed als iedereen de situatie
gewoon. In het lokaal was er een tapkast geplaatst zodat er geen dorst werd
geleden. De opbrengst van de drankenverkoop kwam op de rekening van de fanfare.
De temperatuur was er zowel in de zomer als in de winter aangenaam en de
fanfare was zeker niet van de drup in de regen beland. Integendeel.
Met het zaaltje had de fanfare een echt clubhuis
gevonden. De ruimte was voldoende om er de restaurantdagen, het jaarlijks
ledenfeest en zelfs het Palmzondagconcerte te organiseren. Ook de muzieklessen
aan de aspirant-muzikanten werden er gegeven.
In 1990 begonnen er bij sommige fanfareleden
stemmen op te gaan dat het toch niet zo interessant was dat de vereniging
gebonden was voor onderdak aan één bepaalde persoon of familie en zij stelden
voor om het vroegere lokaal te renoveren. Voor erevoorzitter Frans Piessens was
dat geen probleem want zijn gezin begon na een aantal jaren maar pas te
ondervinden dat de druk op hun privéleven door de fanfare boven de aanvaardbare
grenzen was gestegen.
In 1991 werden de renovatiewerken aan café-zaal
St.-Cecilia uitgevoerd door de fanfareleden en aan het eind van dat jaar trok
de fanfare terug naar het centrum van het dorp.
Vanaf 92 zorgde fanfare zelf voor het onderhoud
en de uitbating van het café en de zaal.
Van bij het begin werd gesteld dat het café
uitsluitend zou opengehouden worden wanneer
de fanfare haar bijeenkomsten hield op haar
festiviteiten organiseerde.
In de loop der jaren werden bijkomende
verbeteringen uitgevoerd aan het gebouw. Langs de ene kant was dat nodig om de
zaal aantrekkelijker te maken en langs de andere kant waren er maatregelen die
door de overheid werden opgelegd. Bij deze laatste ging het voornamelijk om
milieuvergunningen en om reglementen in verband met de openbare veiligheid.
Voor de zaal St.-Cecilia is een milieuvergunning
klasse II afgeleverd.
Door de bijkomende verfraaiingswerken, de vrij
lage huurprijs en de duidelijke afspraken die worden gemaakt met verenigingen
en particulieren die de zaal huren, werd het fanfarelokaal vanaf 1996 zo goed
als elk weeeinde buiten de vakantieperiodes verhuurd.
Omdat er voor de bediening moest gezorgd worden
wanneer het lokaal is opengesteld wordt beroep gedaan op bereidwillige
ereleden. De ploeg die daarvoor de eerste jaren na de heropening zorgde,
bestond uit een aantal dames van bestuursleden en bestuursleden
niet-muzikanten. Josée Keulemans, Rosa Van Roy, Maria Lauwens, Lieve Van obberghen,
Berna Van Hoorebeeck, Josephine Polfliet, Vera Lauwers, Nicole Huysmans, Bert
Vullers, Simonne Moernaut, Franz-Johan Gieselink, Alice Absillis, Martine
Steenackers, Jan Verschueren, Frieda Lambrecht, Ilse Peeters, Vic Verschueren,
Jacqueline Bosmans, Ann De Keersmaecker, Renilde Segers, Jef Lauwers, Hilde
Willox, Linda Moons, Beppie De Korte, Jan-Frans Absilles en Delfine De
Wandeleer hebben vanaf 1992 ten minste een periode getapt op de
repetitieavonden.
Nadat de voornaamste werken aan het café, de
feestzaal en de keuken werden uitgevoerd, werd er op de zolder boven het café
een opslagruimte, een muziekbibliotheek en een archiefruimte ingericht. (Leest in Feest, Stan Gobien)
-Maria Buggenhout, echtgenote van Pol
Huybrechts.
-Marcella De Jonghe, Marcella van Mille van Steen.
-Optreden in het zaaltje achter de root met
Frans Violet.
-De
ploeg voor de vrijdagavondrepetitie in 1998 :
van
l. naar r. : Els Van Praet, Karel Lauwens, Maria Vervoort, Anny De Prins, Agnes
Piessens, Simonne Gobien, Eveline Van de Poel, Gerda Van Hool, Adrienne
Pepermans, Maria Buggenhout, Pol Huybrechts, Magda De Croes, Johan Hendrickx en
Julienne Lamberts.
(fotos : Leest in Feest)



|