**Een zonnige zondag aan het strand van Taghazoute een 20-tal km van Agadir.
*Met een deel campers bezetten wij een bewaakte parking, ook voor de nacht. Al vroeg komen de met surfplanken bepakte autos ons vervoegen. Jong volk, en een grote diversiteit van talen. Niet veel later volgen de Marokkaanse families met veel volk voor weinig autos. Rijk volk uit Agadir, gelukkig volk uit de dorpen. Voor het sonoor effect zorgt een bandje van Marokkaanse en Deense jongens
.
*De kamelendrijvers komen met hun één tot twee beesten van uit de heuvels. Voor die laatste wordt het op het strand een dag van veel zitten en opstaan. De paarden mogen van de jonge rijders een eerste galop doen aan de waterlijn, vooraleer ze met een slakkengangetje toeristendragers worden. Op de foto rust voor de storm
*Smerige tuigjes, quads, helpen het arsenaal van zittend bewegen vertier volledig te maken. Deze rustverstoorders, stinkend naar fuel en bereden door niet van machogedrag ontspeende egoïsten, worden een kwaal erger dan kwallen dit kunnen zijn.
*De surfers zijn intussen op het strand aan hun verplichte striptease begonnen(verboden te fotograferen). Ik ben nogal hetero, maar sta toch in bewondering voor de meestal prachtige lichamen van de jongens. Ik doe het niet om blijvend goed te staan met Rika, maar de meisjes zien er meer gewoontjes uit. Beiden boys and girls laten zich te water gaan om zwarte puntjes te worden tussen en op de golven, die voor hen nooit hoog genoeg kunnen zijn.
*Jonge gasten uit de omgeving eisen hun deel van het strand op om langs de waterlijn hun partijtje voetbal te spelen. Het terrein verlegt zich naargelang de oceaan ebt of gaat vloeden.
* De families nestelen zich veelal op het ander uiterste van het strand, veraf van het water. Ze plaatsen op welke manier dan ook een groot doek, als een soort terreinafbakening vermoedelijk, want voor iets anders dan dat kan het doek geen nut toe geschreven worden. Er wordt hout gesprokkeld een vuur aangestoken waar de theepot zijn functie zal mogen uitoefenen. De taginepot staat ook al klaar voor een later moment. Als ze tegen de avond zullen weggaan zullen ze veelal alle vuiligheid ter plaatse laten liggen.
* De wilde honden zullen dan ontwaken uit hun dagslaapje en alle restjes met enige voedingwaarde verorberen, een veelkleurige gamma van plastic in al zijn vormen en formaten, achterlatend. *Er is ook het professioneel bewegend voetvolk dat minstens éénmaal een volgens hen pertinente vraag komt stellen. Willen wij hun eetwaar niet proeven of pour le plaisir des yeux hun tuig niet aanschouwen.
*De notenman, pindas en amandels, aan vijf maal de normale prijs. Proef maar. Neen danke.
*De koffieman. Zijn koffiekan houdt hij warm via een onderaan gelast deel waarin hij houtskool brandt. Een ingenieus systeem maar toch nee danke
*De friscoman. Een slavenjob met een gewicht aan ijs op zijn rug dat na een uur al gesmolten is.
*De koekjesman: cest ma femme qui les fait. Goutez. Neen danke
*De bananenman, aardbeienman ( du Maroc Monsieur), sinaasappelen-en citroenenman
**En dan de Nonfood.
*Byoux Berberes, tapijten, zonnebrillen, kleren,horloges. Allemaal voor het genot van onze ogen en te koop met geld of troc ofte ruilhandel.
En ten laatste de losse flodders, gasten die het niet kunnen laten te vragen of je je goed voelt en naar de staat van je gezondheid peilen en toch maar eindigen met wat hen meer interesseert: of je schoenen hebt, kleren, huishoudmateriaal.
*Genieten van een boek kan dan wel moeilijk zijn, niet voor onze vriend Momo echter. Op zijn gebedtapijtje met een theetje rustig twitteren tussen de autos in.
Het overkwam onze Engelse vriendin Anne. Ze was op zoek naar een ritssluiting, (a zip in het Engels) voor een slaapzak. Een taal echter die niet zoveel Marokkanen machtig zijn.
Winkel 1 you have a big zip? Een blik vol ongeloof bij het verkoopstertje voor gevolg, maar geen antwoord
Winkel 2: zelfde vraag. Volgt een antwoord in het Arabisch, dat als onvriendelijk overkomt.
Volgen nog een paar winkels maar Anne geraakt maar niet aan een zip en begrijpt de eerder zonderlinge reacties van de mensen niet op haar vraag.
Het begrip komt later als ze verneemt dat zip het Marokkaans is voor penis.
Dit is, voorlopig althans het laatste bericht op onze blog. We zijn ondertussen al in Spanje voor de zoveelste rit huiswaarts, waar ons in principe nog weinig opwindends zal overkomen. Moest dit toch gebeuren, plaatsen we dat op onze facebook pagina. Zie Leo Franquet
*Als je graag op de hoogte gehouden wordt als we later in het jaar opnieuw beginnen reizen, kan je dat via een reactie op de blog laten weten.
**Als we ons in de vooravond plaatsen in een Nonamedorp is het al serieus aan het waaien. We zetten de neus van de camper tegen de wind in. Gelukkig, want in de nacht wordt het een echte storm en ons kraam kraakt en wiegelt dat ik geen goesting heb om te slapen, en me gereed hou met de vrees voor erger. Tegen de morgen valt de wind en we zien op de achterliggende hogere toppen van de Atlas dat er heel wat sneeuw gevallen is.
**We rijden door Ouazazate, het lokale Hollywood. We stoppen even aan een van de grote studios. Ik stap uit, wat om eerlijk te zijn, geen volkstoeloop noch een op mij gerichte batterij cameras, voor gevolg heeft. Was ik maar Schoenmaekers zoals Vliegschouwe onze nationale trots Den Mathy al eens noemt.
**Een volgend stopje houden we in Taliouine dat het centrum vormt van het in de streek verbouwde Rode Goud of saffraan.
*Saffraandraadjes zijn de stempels van een soort krokussen. Deze worden bij het opgaan van de zon voorzichtig uit de bloem geplukt. Dit gebeurt in de periode van half oktober tot half november. Eén hectare krokussen levert ongeveer 4,5 kg saffraan op.
*In één gram zitten ongeveer 150 draadjes en daarvoor betaal je 3,3euro. Drie duizend driehonderd euro voor een kilo, tja rood goud is nog zo slecht niet gekozen.
*Saffraan wordt ook in poeder en in slechte en gemengde kwaliteiten goedkoper verkocht, maar dan weet je dat je niet the real stuff hebt. Wij kochten bij de coöperatieve per potje van 1gram, zoals ze te zien zijn op de foto.
Dit alles met dank aan Mohamed VI die zich weer eens in een andere pose heeft laten fotograferen. Onstoere gast zoals die ene van bij ons, met of zonder baard.
Om onze volgende nacht door te brengen staan we aan niet minder dan de poort van de hemel, uit de tijd toen die nog bestond, aan de oude stadsmuren van Taroudant
.
Morgen rijden wij straight naar Agadir. Tijd om eens de balans te maken van ons reisje van toch meer dan 4000km door het land van Dromen en Darissen. En dan hebben we er nog een kleine 1000 te gaan voor we de Middellandse zee terug zien.
**We denken ergens in de Lage vallei van de Dades, aangegeven als een groene baan, ons karretje onder wuivende palmen te parkeren maar het is noppes. Onze kaart, spijts recent gekocht, moet al vele jaren oud zijn want de hele weg staat vol met huizen waarbij het ene dorp in het andere overloopt. In zon overloop kiezen wij een pleintje dat ons een goede nachtrust moet helpen bezorgen. Dit staat gelijk met de hoop dat er geen paar dozijnen kinderen rond de camper zullen post vatten.
*Slechts eentje doet de wacht, zo zwart als roet. Het jongetje zegt bonjour monsieur, hij neemt mijn hand en geeft er een kusje op en verdwijnt. Niet bonbon, stylo en de rest van het terugkerend vocabularium. Het pakt mij.
**s Morgens rijden wij naar de rozenvallei. Aan het stadje El-Kelaa MGouma moeten we opnieuw het hooggebergte in. El Kelaa heeft als enige charme op 1450meter hoog te liggen, maar verder niets opvallends, zelfs niet de gruwelijkste gevangenis van Marokko, want die ligt volledig ondergronds. Ik vermoed dat hier de gevaarlijkste monsters, niet voor de andere mensen maar voor het regime, in worden onder gebracht. Sorry, geen foto tenzij misschien per toeval van de bovengrond.
Als we de vallei in rijden is dat weer van blij dat we gekomen zijn. Ok, het zijn weer bergen en gisteren en eergisteren waren het ook maar bergen op bergen, maar het is telkens weer zo anders. Hier zijn ze roze, waarbij je je zou kunnen afvragen moet het niet de Roze Vallei zijn? Zou kunnen maar het is toch meer Vallei der Rozen.
*Langs het riviertje M Goum, dat zich lager onderdanig slingert door dat verschrikkelijk ruw gebergte, heerst tijdens een paar maanden van het jaar een drukte van belang. Het is een vruchtbare strook waar gedurende de maanden mei en juni meer dan 1.000.000 kilo rozen geoogst worden, waarvan een groot gedeelte gedistilleerd wordt tot rozenwater.
Antwerpenaren zouden hier eens moeten langs komen, een tunnel? Een brug? Nee, een boom is voldoende.
**La vie est durdure, als je bij een klim achter een overladen truck rijdt aan niet meer dan 10 per uur, waarbij het vehikel een zwarte rookpluim, gepaard gaand met gaswalmen laat echaperen. Voorbij steken is geen optie, wachten wel. Telkens weer. Wij willen wel tot in het dorp Bou-Thrara geraken, om daar wat van het fameuze rozenwater te kopen.
*Als dan toch de truck voorbij hebben kunnen rijden komt die een tijd later ook aan in het dorp dat in geen tijd op stelten staat. Onze camper staat in de weg om hem door te laten en parking ligt achter de truck dus kunnen we er niet bij. Als iets dan toch lukt en wij van de baan zijn, moet die chauffeur nog de bocht kunnen nemen(op foto zichtbaar hoop ik). Dit en de palabers er rond zijn voer voor een komisch drama.
**De truck moet nog verder het gebergte in en het zal 3000 en daarna tot4000m hoog gaan maar wij keren op onze stappen/wielen terug. Soms lijkt het een ander gebergte te zijn, de schelletjesbergen bijvoorbeeld. Wat heeft gemaakt dat die bergen zo duidelijk in schijfjes zijn ingedeeld?
**We zijn uit de bergen en een kalme rit richting Agadir maakt ons vrolijk en blij. Dit was dan zonder rekening te houden met een opstekende zandstorm en bijgaande wind waarbij ik het sturen het best macht gebruikend met beide handen mag doen.
We geraken uit de storm en zo ook een camionette met heel waarschijnlijk opgeluchte schapen en de 2 kalveren die onder hen een onderkomen hebben. Iets verder breekt een van de assen van de auto wat de chauffeur doet zeggen dat het de wil van Allah is. Eerlijk gezegd, ik denk van niet, slecht onderhoud en overgewicht misschien?
**We zijn op weg, door de Djebel Sarhro, naar de volgende Gorge, de Kloof van de Dades. In de verte gluren besneeuwde bergtoppen. Brrrrr.
*Als we al zouden getwijfeld hebben over de te nemen richting, Agadir of Marrakech, wordt door de sneeuw verderop onze keuze vergemakkelijkt. Voor Marrakch, zoals ze het hier uitspreken, moeten we door de sneeuw over zo al moeilijke bergwegen. Dus
In Boumalme Dades, rijden we rechts de Djebel in met topjes bergen die allemaal rond of boven de 2000meter gaan.
*Door de samenstelling van de rotsen, vnl aluminium basalt, is er een eigenaardige zonlichtweerkaatsing die des temeer bevreemdend kunnen zijn door de grilligheid van de rotsvormen. Een van die grillen zijn de mensenrotsen zo genaamd omdat je als je verbeelding activeert er inderdaad eerder spookachtige vormen kunt in zien. Elders noemen ze dan apenvingers en uiteraard zijn daar ook weer legendes rond, misschien voor het eerst verteld toen geloven iets was wat nu bijgeloof wordt geheten.
*Mij doen ze nog het meest denken aan afdruipend was van een kaars, maar dan wel van een kaars die alleen door de goden kon worden gemaakt. De start van een nieuwe legende??
*Het doet raar als je in dit door zon overgoten ruwe berglandschap draaiend en kerend nogal geconcentreerd bezig zijn, ineens uit een bocht komend voor een soort kersttoneel komt te staan. Het duurde niet lang maar even was ik de draad kwijt.
*Hoe dicht de bochten bij elkaar liggen, wat dan meer zegt over hoe snel naar boven die je sturen, mag misschien uit onderstaande foto blijken. Drie lagen weg precies op één hoopje gelegd. Van veel vragen van ons Ivecootje gesproken, dit was meer dan genoeg. Om bijkomstig voor afkoeling van de motor te zorgen, leggen wij volop de verwarming in de camper aan, waardoor we verplicht met de vensters open moeten rijden. Maar op 2000m kan het hard waaien en kan de wind fel koud zijn. Wablief, wa is da van da schoon leventje da we hebben? Afzien ja.
*Gelukkig komt na het klimmen, (tenzij je blijft staan) het dalen en zo komen we bij het mooiste deel van de kloof die alleen te voet kan af gelegd worden. Het is hier dat Rika de legendarische woorden sprak whaw wat is dat water koud.
**Met Merzouga zijn we op onze verste stek in het binnenland van Marokko, en de tijd om de terugweg Beernemwaarts in te zetten is gekomen. We vullen ons op met water en zo willen ook de drommys doen, maar het water in hun bak is bevroren. Eerste goede daad van de dag: ijs loskloppen. Tweede goede daad: In achteruit het minibusje van de bevroren toeristen in gang trekken, die een nacht in de woestijn in tenten hebben geslapen en nu naar andere oorden gesleept worden. Zij reizen om te leren waarschijnlijk.
*We komen in Tineghir een stadje dat enorm te lijden gehad heeft onder de regens van 2007 zoals zoveel andere dorpen en steden over honderden vierkante kilometer. Het regende toen drie dagen, maar dan wel heel hard en de muren van bijna alle huizen waren en zijn van een mengeling van zand, stro en kiezelsteentjes. Een habbekrats voor een ferme vlaag om daar puree van te maken.
*Op onderstaande foto boven links, valt het misschien genoeg op om er een idee van te hebben hoe de huizen als na een bombardement als ruines overblijven. Tzt geeft het een kijk op een van de mooiste palmbossen van het land, en dit gelegen op 1342 meter boven de zeespiegel.
*We slapen bij de bron van de Heilige Vissen. De legende zegt dat een voorbijgaande Moulay (Heilige) dorst lijdend met een stok op een rots sloeg waarbij een bron ontsprong. Nog een kloppie en het water zat vol met vissen. En waarom zouden de mensen hier hun vissen niet mogen vereren als anderen dat wel mogen met koeien? O heiligschennis als je er eentje zou opeten
.
**De Gorge du Todra, is een van de meesterwerken die moeder natuur voor Marokko heeft voor behouden. Overweldigend, en met een zeer speciale sfeer, door het van boven komend invallend licht vanuit de spleet tussen de meer dan torenhoge rotsblokken, die over enkele honderden meters loodrecht aan weerszijden op de bodem een nerveus bergriviertje omknellen. En dan klettert het licht bij de uitgangen als kwam het uit een oven van een staalwalserij.
*En er is meer. De Gorge (kloof) strekt zich nog over een 40km uit, zich slingerend in de Hoge Atlas tussen toppen van 2000 en meer tot in het dorp Tamtatouchte. Hier werden ooit beelden geschoten voor de film Lawrence of Arabia Blijven slapen in het dorp was geen optie, omdat het op 1800 meter ligt maar ook zoveel kinderen op zon kleine oppervlakte telt, met evenveel vragen naar bonbon, stylo of donne dirham. Chocran en merçi
.
**Verder gaan is ook geen optie want de weg wordt er piste en stijgt tot 2639 meter. We gaan dus maar terug van waar we gekomen zijn
Onderweg ontmoeten we enkele vrouwen die vragen te stoppen. Je gelooft of niet maar ze vragen bonbon. Ik toon bonbons en onze camera en het mag maar eenmaal ze aan het knabbelen zijn vragen ze wel de foto.
*Op de volgende foto kunt u een vijftal bijna puntjes zien die lijken struikjes te zijn. Het zijn vrouwen. Vrouwen zorgen voor hout voor de verwarming dat niet zomaar voor het rapen ligt. Ze zorgen voor voer voor de beesten, (daar zijn ze op de foto mee bezig) dat veelal km ver moet gehaald worden en dat op zeer moeilijke te begane pistes (als die er al zijn), de last op hun rug en hoofd dragend. De mannen, het is jammer genoeg veelal het enige wat ze dan aan het doen zijn, met vrienden kletsen op een caféterras.
*Ik zou het nog vergeten, soms moeten de dames ook nog km lopen en dat is dalen maar ook klimmen om aan water genoeg te geraken om de was te doen. Op de foto, een wasje slaan op 2000 meter hoogte.
**We wagen ons ook aan een wandeling van enkele km op een ezelspad gebruikt door de nomaden die in de bergen wonen en met hun, meestal muilezels hier een tocht van een vijftal km moeten doen om een voorraad drinkwater op te slaan uit de rivier. Zoals je op de foto kunt zien is het pad niet denderend goed afgelijnd, maar wie zoekt die vindt.
*Eentje om af te sluiten: Bij het aankomen in de kloof hebben wij, meer om plezier te doen dan wat anders, aan een blinde jongen met een kraampje met sjaals en prullaria iets willen kopen. Hij vraagt echter een zo zotte prijs, dat wij willen weggaan als hij een voorstel doet voor twee sjaals te ruilen voor 1 liter wijn. Deal.
*als wij terug komen is de liter op, ze (de andere kraamhouders) hebben zodanig zijn oren af gezaagd dat hij aan hen een halve liter kwijtspeelde, en hij dronk de andere.
Wat een derde goede daad had kunnen zijn, is een regelrechte teleurstelling.
**We krijgen elke dag weer, zon overdosis spektakelnatuur voor de ooglens, dat we het onderweg van Mhamid naar Merzouga spelen van dat hebben we al gezien. We rijden ons ritje tot tegen vier uur, en stoppen op een plaatsje dat er vrij plat uit ziet. Bij nader toezien blijkt dat we naast een kerkhof staan. Goeie buren, weinig gerucht.
*De dodenakker zelf ziet er luguber eenvoudig uit. Een steen, de hoogste, aan het hoofd, een andere aan het voeteinde. Sommigen leggen er nog wat vrolijke keien rond en thats it. Alle kopjes zijn uiteraard naar Mekka gericht.
*Ook een niet te onderschatten voorval vandaag is de passage door het dorp Alnif, het centrum van een streek waar ze de beste frietaardappel van Marokko telen. De ervaringsdeskundige in mij zal later toegeven dat dit in het zand geteeld patatje de smaakpapillen weergaloos via een verheven stadium van culinair genot, de hersenen doen smelten van vervoering.
**s Anderendaags rijden we door een alledaagse soort provinciestad, Rissani, ware het niet dat dit de bakermat is van de Dynastie van de Alaouis en dat zijn de voorvaderen van van de huidige koning Mohamed VI. Er is een mausoleum maar niet-moslims hebben geen bezoekrecht. Nu ja, zo koningsgezind om daarover triest te worden zijn we ook niet.
**En dan Merzouga, volgens sommigen gelegen in de Coca Cola Sahara en inderdaad de woestijn wordt over enkele kilometer ontsiert met reclamepanelen voor slaap- en eetgelegenheden, maar het blijft toch een place to have been.
* In Merzouga vriest het s nachts, dus hebben we behoefte aan ons elektrisch vuurtje, dus stroom, dus camping. We beklagen de jonge gasten die hier s avonds aankomen, tegen zonsondergang op een dromedaris gezet worden voor een tocht van twee uur. Ze eten rond een vuur en proberen in een tent de slaap te vatten. Bij zonsopgang zitten ze weer op het beest, krijgen in een verwarmde zaal een quick-ontbijt en op naar de volgende bestemming. Verkleumd zijn die.
*Wij verkiezen zoals steeds te wandelen, maar zullen ervaren dat die bezigheid in de woestijn niet gelijk staat met een tochtje langs de Damse Vaart. De hoogste duin hier is naar schatting een 200 meter hoog. Wij hebben als doel genomen daar bovenop, in dat verschrikkelijk mulle zand, een Tarzankreet te gieren. Rika heeft haar Jane gilletje al lang mogen uitschreeuwen als den dezen ten einde kracht een muisachtig piepje kan uitbrengen.
**We zijn niet de enige levende wezens daarboven. Margot, de naam voor alle kevers die onze wegen kruisen, doet ons alle eer aan door een dansje uit te voeren.
*Als we terug beneden zijn, krijgen wij alle aandacht van de Dromis die zich waarschijnlijk afvragen of dat er weer twee zijn die een ritje willen maken. Neen dus.
HIERNAVOLGEND NOG EEN SERIE FOTOS VAN OA. UIT DE SAHARA
Het is bij wijlen niet volledig nutteloos herinnerd te worden dat er ten lande Marokko, éénbultigen rondlopen die met een arrogante blik en de wetten der traagheid respecterend, zich als waardige weggebruikers over de smalle strook tarmac voortbewegen.
De dieren zijn wel een aangename afwisseling op een weg die niet uitpuilt van wisselende of spectaculaire taferelen. Alleen vraagt een mens zich soms af van wie die beesten zijn want op geen 20 km in het rond lijkt er een spoor van menselijk leven te zijn, en plus waarom ze daar zijn, want er is in de verste verte geen grassprietje te bespeuren.
Iets helemaal anders vormen de duinen eenmaal in Merzouga. De kleuren van de duinen, wisselend met de lichtsterkte en de schaduwen in de door de wind gemaakte uithollingen. Een steeds wisselend landschap zelfs in die mate dat de duinen zelf aan het wandelen gaan als de stormen er aankomen.
Tussen de duinen in liggen soms grote pannen, door de natuur geplaveid met los gesteente. Niet zomaar steentjes because velen onder hen een leeftijd van 550 miljoen hebbend en een rijkdom aan fossielen tellend. Je moet er echt geen dagen in rondlopen om iets te vinden .
Zand, zon, wij en schaduwen. Meer (zand) moet dat niet zijn.
Ik had hierboven nog kunnen toevoegen wind want die was, naar de top toe, hevig aan het rammelen
De sporen van stappen worden binnen de minuut uitgewist. Zware kost, dat ventje is ook niet meer van de jongste, om daar boven te geraken, maar de moeite.
**Bij een vochtigheidsgraad van 21% rijden wij Mhamid, een dorp in de Sahara, binnen. Hier verdwijnt de langste stroom van Marokko onder het zand om pas na 750 km weer het daglicht te zien bij het uitmonden in de oceaan.
*Panelen langs de weg hebben teksten als U rijdt de Sahara in hou zorg voor de natuur, er wordt zelf gevraagd het schijtpapier op te sparen. Waarschijnlijk zegt de tekst in het arabisch iets anders, want het is plastic blues troef. Als ik tegen een local opmerk dat het een echte schande is dat ze hun eigen patrimonium aan de kloten helpen en meteen toeristen doen vluchten (hun enige bron van inkomen), antwoord de gast wie fabriceert het goedje? dat ze die maar eerst aanpakken. Dat papier met hout gemaakt wordt en wouden dienen gespaard, kreeg ik er niet in. De plasticfabrieken moeten eraan. InchAllah.
**We hebben besloten hier een weekje of zo rond te draaien maar dan wel op een campingtje gezien de nachtelijk kou. Wij hebben geluk bij onze keuze. Twee broers, een heel stille introvert, de andere XXL extravert, den Abdoulah. Bij hun domein stopt de laatste tarmac en is er alleen nog piste. Mag ik jullie daar op wijzen?
Naar Algerije hier op een 40-tal km loopt zelf geen piste. Naar Timboektoe (Berbers voor Zij met de Grote Navel) is het een stukje verder. Laat het stadje in Mali nu juist super actueel zijn. België zal er helpen de Islamrebellen ter orde te roepen. Rebellen moet je ze hier niet noemen, Vrijheidstrijders zou beter overkomen.
*Abdu is juist geteld veertig aan het worden en heeft reeds meer dan één glaasje zelf gebrouwde dadelwijn onder zijn neus laten neervloeien. Hij is ook wel geteld twee maanden gehuwd en alsof dit nog niet genoeg is zit hij ook met verschrikkelijke tandpijn. Een gat zegt hij en angst van den tandentrekker voegt hij eraan toe. Rika geeft hem pijnstillers, een blaadje vol, en met instructies.
*Het belet ons niet een gezamenlijk BBQ- vuur aan te steken en een ex-vrolijke kip naar intiemere oorden te verzwelgen.
**Na twee dagen als mama Abdu ons op theevisite vraagt, is bij hem een abces uit gebroken om u tegen te zeggen. Jammer maar fotos nemen kon hier niet. Abdou heeft als kind nog het nomadenleven gekend en moeder zegt mochten er ooit weer regens komen vertrek ik terug naar de Sahara. Zij kan moeilijk aarden in een huis in een dorp. Ook zijn vrouw is kind van de Blauwe Mannen. Zij hadden pannenkoekjes gebakken en Rika geleerd hoe ze zelf kan maken ( vriendjes dat wordt het dessert als jullie ooit naar Beernem komen binnen enkele maanden). En dan dat ritueel van het thee zetten, zo liefdevol, met zoveel geduld en zo lekkere Saharathee.
**De natuur is heerlijk maar ook bikkelhard voor de zwakken, getuige één van de tiental karkassen van jonge dromedarissen bij wie we bij een wandeling per toeval langs liepen.
Gelukkig loopt er ook een vrouw rond met wie ik onze 16-jarige trouwverjaardag te vieren heb.
Een klein jongetje is langs gekomen en heeft op een listige manier een puppie achter gelaten. Het hondje huilt, de karavaan trekt voorbij en Abdou belooft het diertje te voeren. Ik heb diepe gevoelens van iets meer dan sympathie voor de man. Bij ons afscheid kwam een dikke knuffel aan te pas.
Ook de nachten, sterrennachten zoals wij die in Europa niet meer kennen, zijn van een ontroerende schoonheid en de tijd juist nadat de zon onder de kim verdwijnt. We krijgen er nooit genoeg van.
**We hebben het stadje Tata gekozen om enkele dagen te blijven staan want er is een grote was te doen. We gaan daarvoor op de camping municipal staan, een iets groter complex met koude douches, wasdraden en alle soorten aanverwant comfort. Temeer ligt de plaats aan de rivier Tata, in dit seizoen bijna zo droog als een stokvis weliswaar, maar toch daardoor al bij al een prachtige oase. Overdag en in de zon zien we de thermometer dicht tegen de 50° Celcius aanleunen. In de nacht geraakt hij moeilijk boven de 5°. Nog een reden om op campings te gaan staan in deze streken. We hebben een elektrisch vuurtje bij en voor de frigo is het ook goed. We sparen LPG uit.
De muren van de huizen aan de rand van de stad zijn in pisé een mengeling van zand, keitjes en stro. Op de volgende fotos eerst een huisje aan de lager gelegen oever van de Tata. Een tweede met zicht op de toegang. Rika kon niet verder gaan want de eerste kamer was er eentje dat je de drollenkamer zou kunnen noemen.
*Opvallend is hoe donker de huid van een deel van de bevolking is. Op eenvoudig verzoek komen wij te weten dat dit de nakomelingen zijn van de eerste bewoners van de oases in de tijd dat de Sahara beetje bij beetje noordwaarts terrein verwierf. Nu zijn ze overspoeld door Berbers die op hun toer hadden moeten plaats maken in hun gebieden voor de oprukkende Arabieren.
*Als we op de soukh iets willen kopen, stellen we vast dat met welke Europese taal ook het moeilijk is zich verstaanbaar te maken. Maar we trekken onze plan en de soukh is en blijft een place to be, met geuren en kleuren en vriendelijke en lachende mensen. Op fotos hieronder, onze eigen schoenmaker en vrouwen in de soukh. Om redenen van welvoeglijkheid neem ik geen fotos van de voorkant van de dames. Er is daarrond nog veel bijgeloof
.
*Ik weet niet of de hierna volgende situatie bij u die dit leest aanslaat, maar wij hebben er ons kriek bij gelachen. Stel je een allervriendelijkst Nederlands koppel voor, met ons de enige niet Fransen op de camping. Hun Frans is peniblement slecht, maar zij spreken het in hun hoofd waarschijnlijk verstaanbaar. Het koppel heeft van de wijn geproefd. Dat moet ook de Fransman en zijn vrouw die de ganse dag met haar zonnebril op zit te bruinen, met aangepast gevolg, hebben zitten doen. Déguster.
*Ze geraken niet rond in hun conversatie en ik tolk. De Nederlandse mevrouw zegt iets onnozels en ik vertaal vals: Elle dit quelle vous trouve beau et quelle est un peu amoureuse.
De Fransoos bekijkt haar en brabbelt iets en ik vertaal naar de lieve Nederlanders: Hij is een voorstander van groepssex. Verder wil ik hier niet op ingaan want de waarheid zou niemand toch kunnen geloven. Amen.
**We trekken verder. Een niet zo leuke baan brengt ons naar Foum Zguid, een 150 km lange trip met geen ander zicht (wel mooi) dan hetgeen je juist ervoor ook al hebt gezien. En dan geraken we weer in de bergen. We like it. Korte draaikes, putten in de weg mooie tafereeltjes, het mag precies de rest van ons leven blijven duren. Maar dan komen we in een vallei waar mama natuur een canyon heeft gebaard die voor liefhebbers van de soort,ik tel me erbij, het hart in vervoering brengt. Hij is niet overal even diep, maar de grilligheid ervan maakt hem tot een prachtig schaduwspel.
*En dan loopt een vent midden op de weg. Hij is zonder diesel gevallen, en of we hem naar zijn dorp kunnen rijden. Tuurlijk. Volgt een litanie van aanbidding voor zoveel vriendelijkheid van onzentwege en dat we op zijn terrein MOETEN slapen en we s avonds bij hem thuis tagine MOETEN eten. Ik zie Rika alsmaar minder vrolijk kijken. Kan ik het helpen als de herinnering aan overledenen bij me opkomt, Sadam, Adolf? Ik bedank hem voor de gastvrijheid en we rijden een km verder, waar we ons tussen de palmen nestelen en een hele nacht lang onbewust genieten van de stilte
.
**s morgens zetten we nogal vlug aan en ontbijten in Agdz, zowat het beginpunt van de wereldbefaamde Vallée du Drâa genoemd naar de gelijknamige rivier. De Drâa heeft zijn bronnen in de Hoge Atlas en loopt zon 250km bovengronds om dan rond Mhamid ,aan het begin van de Sahara, ondergronds te gaan gedurende een 750 km om zich dan in de Atlantische oceaan te storten. Storten is misschien een te groot woord voor het kabbelend dingetje. Toch is de Drâa verantwoordelijk voor een aan weerszijden van zijn oevers groene heel vruchtbare streek. Precies als de Nijl in Egypte. Het is één langgerekte palmeraie, meer dan 150km lang met in de schaduw van de bomen groene perceeltjes van graan of gras voor de dieren ea.
*Vooorbij Agdz begint tevens in de verte maar toch verschrikkelijk aanwezig de Jebel (gebergte) Kissane ( zie foto). We rijden een heel eind langs de Drâa, eigenlijk in dit seizoen eerder slechts een Draatje.
*Onderweg doen wij een werk van barmhartigheid. Een kamelenhoeder is met zijn bende in de rivierbedding vruchteloos naar water aan het zoeken. Hem hebben we voor een tijdje van dorst kunnen sparen, de bultenaartjes, sorry dat waren er teveel.
** Een verwittigend bord vermeld dat de we in de enige echte Sahara binnenrijden, een uurtje later zijn we in het dorp Mhamid.
**Aglou plage is voor ons een vaste bestemming als we naar Marokko komen. Goed om enkele dagen te relaxen en onze relaties met enkele lokalen te onderhouden.
*Van mijn schoondochter Michelle kregen wij een hoop kleertjes mee voor een kleiner meisje en die zal Nada, het dochtertje van onze vriend Lahoucine, nu dragen. Nada, niets in het Spaans betekent in het Marokkaans zoveel als dauwdruppel. Mooi toch.
*Aglou ligt ook niet ver van Tiznit en daar hebben we afspraak om de gebroken spiegel en voorruit te laten vervangen. Lahoucine wil absoluut mee. Hij is militair en dus iemand met gezag. Hij vindt dat er een betere keuze van garagist kon geweest zijn, maar alla.
* Volgt een normale Arabische vertelling: Rachid, de garagist zegt dat iemand de ruit vanuit Agadir brengt en tegen drie in de namiddag alles voorbij zal zijn. Tegen drie uur komt de man zeggen dat hij zelf de ruit zal halen maar tegen zes zal alles ok zijn. Voor de spiegel heeft hij iemand aan gesteld die direct de klus zal klaren. Nog altijd te doen dus en we zullen ons plan, ergens dicht tegen de oceaan gaan staan om van ons kerstavonddiner te genieten, moeten laten vallen.
*De spiegel: de assistent is gearriveerd maar wil starten met een pijpje roken. Een lang buisje met een klein pijpekopje en erin KIF, de Marokkaanse drug bij uitstek. Je wordt er verschrikkelijk actief van zegt de met zijn ogen rollende assistent. Na een half uur ligt hij op een bank te maffen.
*De voorruit: tegen zes komt Rachid aan. Hij is moe zegt hij en het zal voor morgen zijn.
Wij vieren kerstnacht tussen enkele autowrakken en tegen drie uur is de camper gereed. Eén dag later.
**Voor de vrijdag na Nieuwjaar, zijn we op twee plaatsen uitgenodigd om te gaan eten. Ali van het winkeltje wil absoluut dat we samen met zijn broers couscous eten en Lahoucines vrouwtje staat er ook op dat we haar couscous gaan proeven. We beslissen voordien te vertrekken, want trop is teveel. Popol (wat een coïncidentie die naam) le Liegeois, vraagt ons ook op de aperitief. Happy new year allemaal maar nu de camper weer fit is gaan wij er definitief vandoor. Wij smachten naar wat eenzaamheid.
**Op de vismarkt in Tiznit kopen wij voor drie euro een kilo kleine tongjes en voor vijftig cent een vijftiental gefileerde sardientjes.
*Daar nemen wij de weg die vroeger, gedurende eeuwen, de karavanen volgden naar Tata. De 250km lange weg is weliswaar nu met een laag asfalt bedekt en loopt langs vele oases, telkens begroeid met palmeraies of palmboombossen. De karavanen vonden er destijds en water en schaduw. Een zeer begeerd goed, ook vandaag nog, als je de dorheid en droogte van het landschap tussenin door moet trekken.
*De weg, een nationale baan, is op zijn breedst goed genoeg voor anderhalve auto, het uitrafelen van de asfalt aan beide zijden maakt dat het soms nog juist genoeg is om een auto door te laten. Bij tegenliggers, gelukkig zijn het er niet heel veel, moet iedereen wat uitwijken, maar met wat machogedoe doet men alsof men op je gaat inrijden. Ik speel maar al te graag het spelletje mee. Wint wie het coolst blijft en blufpokert. Rika vindt dat ik stalen zenuwen heb,( ik wordt er nog rozekaakjesachtig van).
**Wij zullen Tata niet halen en stoppen voor de nacht in Akka. We rijden een eind van de weg af langs een paar kleine dorpjes en palmeraies en slapen de nacht der gelukzaligen bij de tent van wegwerkers. Het is genieten van het licht van de ondergaande zon op de bergen, de berbermeisjes kuierend in de de schaduw van de palmen.en de zeer aparte stijl van woningen in een van de dorpen