Je zou het niet denken als je aankomt op de drukke luchthaven van Málaga en vervolgens op een vol strand tussen de andere vakantiegangers neerstrijkt, maar het gaat toch echt bar slecht met de toeristenindustrie in Spanje. Dit jaar reizen tien procent minder buitenlanders naar de zonovergoten costas. En dat is in het land waar het toerisme goed is voor elf procent van het bruto nationaal inkomen, rampzalig. Met het toerisme in Spanje gaat het slechter dan ooit. Trok het land verleden jaar al twee procent minder buitenlandse toeristen, voor dit jaar wordt de daling geschat op tien procent. De Engelsen laten door de economische crisis de Spaanse vakantieoorden massaal links liggen. En zij waren toch goed voor een kwart van de buitenlandse toeristen in Spanje. De klap komt hard aan bij hotels, restaurants, campings en alle andere aan het toerisme gerelateerde bedrijven. Zij zien deze zomer hun omzetten ten opzichte van voorgaande jaren kelderen. De Spaanse regering van premier Zapatero kondigde onlangs aan een miljard euro in de toeristische sector te pompen. Het geld zal voor een deel gebruikt worden om toeristen uit opkomende economieën zoals China en Rusland te trekken. Maar ook de infrastructuur in toeristische gebieden wordt van het geld flink verbeterd. Met name de eilanden Mallorca, Menorca, Ibiza en de Canarische Eilanden zullen daarvan profiteren. De malaise in de Spaanse toeristensector komt niet als een verrassing. Verleden jaar werd al alarm geslagen op het departement van de minister van Toerisme en Handel. De getroffen sector, waarin rond de 2,5 miljoen mensen werkzaam zijn, kreeg toen van de overheid een financiële injectie van 400 miljoen euro. Kleine en middelgrote bedrijven zoals hotels, campings en pensions konden een rentevrije lening krijgen om te renoveren en te moderniseren. Stunten Niet alleen de terugloop van buitenlandse toeristen naar Spanje zorgt in de sector voor problemen, de toeristen die wél komen geven ook nog eens minder uit. Hotels zijn gedwongen te stunten met kamerprijzen om toch nog iets te verdienen. Het is nog nooit zo onrustig geweest in de hotelbranche in Spanje, zegt de Nederlands-Spaanse Silvia Cabrera de Vreeze, managementadviseur van verschillende hotels in Zuid-Spanje. Een vol hotel kan verliesgevend zijn als de kamers te laag geprijsd zijn en de gasten te weinig uitgeven. Hotels zijn daar vaak niet open over. Die geven uit marketingoverwegingen vaak ook een hogere bezettingsgraad op dan het werkelijke aantal gasten.
|
|
Ruimte genoeg op de Spaanse stranden voor een wandelingetje.
|
FOTOS: DE TELEGRAAF
|
|
Spanje staat volgens de Wereld Toerisme Organisatie van de Verenigde Naties (UNWTO) nog altijd op de derde plaats van meest bezochte landen. Bovenaan staat Frankrijk, gevolgd door de Verenigde Staten.
|
Volgens Cabrera de Vreeze moeten hotels ook nog steeds te veel belasting afdragen. Dat vind ik zo krom van deze socialistische regering. Aan de ene kant willen ze de sector stimuleren door 1 miljard euro beschikbaar te stellen, maar aan de andere kant blijven de belastingen voor hotels torenhoog. Hotels gaan daardoor als eerste bezuinigen op personeel, waardoor het serviceniveau daalt en gasten dus niet meer terugkomen. Afgelopen week liepen de gemoederen in het toch al zo hete Zuid-Spanje hoog op toen horecapersoneel aan de Costa del Sol ook nog eens een loonsverhoging eiste van 3 procent. Bijna dreigde er zelfs een massale staking, maar werknemers en werkgevers kwamen tot
|