3/4 H. Johannes van het Kruis en de Goddelijke wil - Elijahs cloak
Je kunt de grote gaven kunt zien die aan de mens worden gegeven bij de schepping van de Ziel, waarbij de ziel het beeld is van de H. Drie-eenheid. Het is voor ons belangrijk om deze drie vermogens in onze ziel te: intellect, wil en herinnering. De H. Johannes van het Kruis spreekt uitvoerig over de noodzaak van onthechting en ook over de kracht van de vermogens van de ziel en dit creëert leegte in onze ziel waar God zichzelf kan plaatsen en zich met ons kan verenigen.
Je kunt het misschien zelfs nog nauwkeuriger zeggen, dat als we deze grotten van de ziel, de leegtes van de ziel vullen met dingen die niet van God komen, we geen plaats voor God voorzien om Zich in ons te vestigen. We kunnen ons voorstellen terwijl God de ziel van de Gezegenden vervult, doordringt het alle vermogens van de ziel. Degenen die Gods gaven aanvaarden streven ernaar hun ziel zo te voeden dat deze vervuld raakt met God. En degenen die God afwijzen stellen zich open voor de duivel en het kwaad.
De duivel wil de ziel vervormen, zodat het vermogen van het intellect niet langer het verkeerde dat de ziel doet begrijpt en dat de wil zich niet bekeert en de er geen herinnering is aan de liefde en gaven van God. Nu zijn delen de drie vermogens van de ziel ook andere aspecten van de Drie-eenheid zoals dat zij delen in de eenheid die de drie Goddelijke Personen en zij handelen als één en je kunt zien dat naarmate iemand groeit in de gave van de Goddelijke wil er een neiging bestaat dat de intentie, de wil en het gebed allemaal versmelten tot een eenheid.
Een eenheid waarvan de vermogens gevuld zijn met God en de Heilige Drie-eenheid en Zijn genade, dan wordt hun intentie een gebed, hun intentie wordt een beweging van de wil en hun intentie wordt een handeling. Het is dus deze trinitaire Eenheid die ook in de ziel bestaat en die het beeld is van God en de Drie-eenheid, zodat deze eenheid van de wil, het intellect en de herinnering een moederschoot wordt voor de geboorte van de intentie en het is deze intentie die onze daden karakteriseert en de goede daden van de slechte daden onderscheidt, de kwade van de heilige.
In hoofdstuk 13 van „Donkere nacht van de ziel“ spreekt de H. Johannes van het Kruis over de noodzaak om de ziel voor te bereiden op God om haar te vullen. Het begint met: Dit is niet anders dan als verlichting van het intellect met Bovennatuurlijk licht en er is dus geen menselijk intellect meer, maar wordt goddelijk door vereniging met het goddelijke. Op dezelfde manier wordt de wil doordrongen met goddelijke liefde.
Er is dus een wil die nu niet minder is dan goddelijk, noch heeft de wil anders lief dan goddelijk, want de wil is gemaakt en verenigd met de goddelijke wil en liefde, zo is het ook met de herinnering en eveneens de genegenheden en verlangens die allen op goddelijke wijze veranderd en omgezet zijn in overeenstemming met God . Deze ziel zal nu een Hemelse ziel zijn, Hemels en Goddelijker dan menselijk.
Als je een voorbeeld wilt zijn van vergoddelijking zoals die bestaat in de Rooms-Katholieke theologie, dan is er geen andere plaats om naartoe te gaan dan de H. Johannes van het Kruis, de mystieke Kerkleraar in de theologie, en het is geen verrassing dat ook de drie faculteiten van de Ziel ook beschreven zouden kunnen worden in het Boek van de Hemel door Louisa Piccarreta en we weten dat de gave van de goddelijke wil niet aanwezig was toen de H. Johannes van het Kruis nog leefde.
Maar ik geloof dat God een ziel voorbereidt om in de Goddelijke wil te leven, zelfs voordat ze er klaar voor is. Hij opent een raam en Hij zal een ziel in de toekomst iets laten zien waar die ziel nog niet klaar voor is. Dat deze ziel op geen enkele manier de verdiensten heeft en niet in staat is om te leven op een manier die dit mogelijk maakt in het leven van die Ziel. De reden waarom God dat doet, is omdat Hij de ziel aanmoedigt, Hij bereidt de ziel voor op iets dat voor haar ligt en Hij doet dit ook met mensen.
Het is mijn overtuiging dat God dit deed in de geschriften van de H. Johannes van het Kruis, waar Hij een volk voorbereidde op de geschriften die Hij zou verstrekken aan Louisa Piccarreta en het Boek van de Hemel en de 24 Uren van het Lijden en andere geschriften. Als je naar de geschriften van Louisa kijkt kun je stellen dat deze discussie over de drie vermogens van de ziel, dit idee van vergoddelijking, allemaal ingebed is in de theologie van de mystieke Kerkleraar, de H. Johannes van het Kruis, in de meest klassieke geschriften in de Katholieke theologie, zoals Donkere Nacht van de ziel en De bestijging van de berg Karmel. Het spirituele leven van de Karmel is een uitstekende springplank voor het leven in de goddelijke wil.
Het is een voorbereiding door God voor Zjn volk zodat ze de voetafdruk van de Karmelitaanse spiritualiteit zien in de geschriften van Louisa. Ik zou mijn punt willen versterken door nog een citaat van Johannes van het Kruis te nemen en dit fragment uit Levende Liefdesvlam door de H. Johannes van het Kruis, dat ook rechtstreeks uit de geschriften van Louisa Piccarreta zou kunnen komen. De zinsstructuur waarin hij zich uitdrukt is heel anders, maar de inhoud is hetzelfde.
De eerste zin is opnieuw een verwijzing naar vergoddelijking. De ziel is God geworden door deelname aan God, door met Hem verenigd en in Hem opgegaan te zijn, zoals het is in deze staat. Gods Wil en deze van de ziel zijn één door hun vrije toestemming, dan heeft de ziel het bezit van God bereikt voor zover dit mogelijk is door middel van de wil en genade. Door de schaduw van God te zijn door deze substantiële transformatie, voert ze deze uit in God en door God wat Hij daarin door zichzelf doet. Want de 2 wilsuitingen zijn één wil en zo is Gods werking en deze van de ziel één.
Je merkt hier dus de verwijzing naar deelname in en door God. Hoe vaak horen we dit bij het bespreken van de geschriften van Louisa en ook op het einde, over de werking van de twee, met andere woorden: de ziel werkt in en door God en we horen vaak over de werkende aard en deugd van Gods wil die werkt door de ziel die leeft in Zijn Wil. Dit is nog een voorbeeld van de H. Johannes van het Kruis, hoe hij in zijn geschriften de gave van de Goddelijke Wil voorafschaduwde.
|