7/4 De mensheid is blind voor alle waarschuwingen van Onze Heer
Tijdens de H. morgenmis in de St. Patrick’s Cathedral verscheen onze Heer Jezus. Hij keek verdrietig en zei: Valentina, Mijn kind, de boodschap die ik je op 3 maart (2024) gaf, was een waarschuwing voor de wereld. Het werd niet erg goed aanvaard door de mensheid – dat de mensheid zou terugkeren naar God, over bekering en berouw. Mijn waarschuwing werd bijna genegeerd. Hoe droevig en pijnlijk is dat voor Mij, voor de mensheid om Mijn Barmhartigheid te weigeren!
Laat Mij jullie waarschuwen: Mijn gerechtigheid is reeds begonnen en bereikt vele delen van de aarde, met natuurrampen, stortvloeden van regen, overstromingen en aardbevingen. Aan jullie deur staan oorlog en hongersnood, en jullie zijn nog steeds blind voor alle waarschuwingen die Ik je stuur. Jullie zouden moeten knielen en Mij smeken om je niet zo’n vreselijke straf te sturen die boven de wereld hangt.
13/4 Het kwaad wil oorlog
Vandaag om 15.00 uur verscheen onze Heer Jezus, terwijl ik het Kroontje van Goddelijke Barmhartigheid bad, en Hij zei: Valentina, Mijn kind, Ik kan de vrede, de vrede die uit Mij stroomt, niet langer behouden. De kwade krachten zijn nu erg sterk in de wereld. Ze staan op het punt een oorlog tussen Iran en Israël te beginnen. Het kwaad wil oorlog, maar deze oorlog is niet normaal; hij kan escaleren. Er zijn niet genoeg gebeden die de Hemel bereiken. Mensen vergeten te bidden voor vrede in de wereld.
Vergeet even de zielen die je Mij aanbiedt, maar bid voor de levenden die bij de oorlog betrokken zullen zijn.
Heer, heb medelijden met ons en met de hele wereld.
Commentaar: Voorlopig bewaart onze Heer de vrede in de wereld, maar Hij vertelt ons dat Hij dat niet langer kan doen.
14/4 Visioen van Jeruzalem
Deze ochtend om 5u, terwijl ik mijn gebeden bad, liet onze Heer Jezus mij plotseling een visioen van Zichzelf zien. In dit visioen zag ik onze Heer gekleed in een witte tuniek en heel snel gaan. Het leek erop dat Hij over de aarde liep en Zijn Handen in diepe bezorgdheid over elkaar wreef.
Onze Heer zag eruit alsof Hij een trap afdaalde, en terwijl Hij naar steeds maar naar beneden ging, verscheen er een vallei aan de linkerkant van Hem. Een heel sterk licht verlichtte de vallei.
Onze Heer wees naar een stad in de vallei, en ik herkende Jeruzalem onmiddellijk. De Heer wees toen naar mij, maar zei niets.
Ik begreep dat ik voor deze Heilige Stad moet bidden.
|