17/6/1904 De voleinding van de menselijke wil in het Goddelijke maakt de ziel één met God, en legt de Goddelijke macht in haar handen.

Jezus: Mijn dochter, kijk eens hoeveel dingen er worden gezegd over deugd, over perfectie, maar ze eindigen allemaal op één enkel punt – dat wil zeggen, de voleinding van de menselijke wil in de Goddelijke.

Hoe meer iemand erin wordt verteerd, des te meer kan worden gezegd dat hij alles bevat en volmaakter is dan iedereen. In feite zijn alle deugden en goede werken vele sleutels die de Goddelijke schatten openen en ervoor zorgen dat iemand meer vriendschap, meer intimiteit en meer interactie met God verwerft; maar alleen de voleinding maakt de ziel één met Hem en legt de Goddelijke macht in haar handen.

En dit omdat het leven een wil moet hebben om te kunnen leven, en door vanuit de Goddelijke Wil te leven, neemt men op natuurlijke wijze eigenaarschap.