Ik wist vanaf het begin dat het tekstboek voor deze Kleine Weg van Goddelijke Liefde het Boek van de Hemel zou zijn. Als je alle teksten over liefde in de geschriften van Luisa zou willen citeren, zouden het letterlijk de hele 36 delen zijn! Omdat elke tekst een hoofding heeft, besloot ik de teksten te identificeren waarvan de kopjes specifiek liefde of naastenliefde noemden, en ze in een leeslijst te plaatsen voor degenen die zich tot deze kleine weg geroepen voelen. De Boeken zelf zijn dus het leerplan – het ‘wat’ – en de Kleine Weg van de H. Theresia is de methode zijn – het ‘hoe’.
Ik had nog meer duidelijkheid nodig, daarom vroeg ik om hulp van Luisa en de H. Theresia. Op 4/3/2024 schreef ik:
Wat was het dat Maria, Johannes en Maria Magdalena aan de voet van het Kruis hield, terwijl de Goddelijke Liefde van Jezus voor iedereen zichtbaar werd getoond in zo’n verontrustende vermomming? Het was natuurlijk de pure liefde voor Jezus; er was geen andere plek waar ze konden zijn. Hun volmaakte liefde had alle angst verdreven (1 Johannes 4:18).
Omgekeerd was de liefde van degenen die Jezus vluchtten, loochenden en verraden, besmet met eigenliefde, waardoor ze slaven waren van angst. Als wij, ellendige zondaars die we zijn, ALLEN LIEFDE willen zijn, moeten we dit overwegen.
Het beeld van die kleine drie-eenheid van Zuivere Liefde aan de voet van het Kruis kan ons iets geven om naar te streven als we de wegen van de Goddelijke Liefde leren kennen uit de H. Schrift, de geschriften van Luisa en het leven van de H. Theresia. We kunnen nadenken over hoe klein en stil ze waren, hoe verenigd in Zuivere, Goddelijke Liefde. Dit is waartoe wij geroepen zijn; het is de enige manier om veilig en onbevreesd te blijven in deze turbulente tijden.
Vol 2 - 22/7/1899 Hoe het Kruis de ziel transparant maakt. Hoe de afgrond te vermijden.
Vanmorgen verscheen Jezus met een stralend gouden kruis om zijn hals en ernaar kijkend was Hij diep tevreden. Plots was mijn biechtvader daar en Jezus zei hem: Het lijden van de afgelopen dagen heeft het Kruis meer doen stralen; zodat Ik ernaar kijkend zeer vreugdevol wordt. Toen wendde Hij zich tot mij en zei: Het Kruis draagt zo’n glans over aan de ziel dat ze haar doorzichtig maakt.
Net zoals een voorwerp dat doorzichtig is, alle kleuren kan krijgen die men wenst, zo ook krijgt het Kruis door het licht allerlei kenmerken en de mooiste vormen die je je maar kunt voorstellen, niet alleen in de ogen van anderen maar o ok de ziel die het ervaart. Bovendien kun je op een doorzichtig voorwerp direct stof zien, vlekjes en zelfs schaduw.
Zo is het Kruis: omdat het de ziel doorzichtig maakt, maakt het aan de ziel de kleinste tekortkomingen en de minste onvolmaaktheden direct duidelijk, zodat er niets gaat boven het Kruis om de ziel, voor te bereiden om van haar een waardige verblijfplaats voor de God van de Hemel te maken.
Wat begreep ik eigenlijk van het Kruis, en hoe benijdenswaardig is de ziel die het bezit? Hierna bracht Hij me buiten mezelf en ik bevond me bovenaan een hoge trap. Er was een afgrond onder en nog erger, de treden van deze trap zaten los en waren zo smal dat je er maar net de punt van je tenen op kon zetten. Meest angstaanjagend was de afgrond en het feit dat je nergens houvast aan had en als je probeerde je aan de treden vast te houden lieten ze los.
Als je bijna alle andere mensen zag vallen liepen de rillingen over je rug. Toch was er geen andere weg dan via die trap. Maar al na twee, drie treden begon ik, toen ik het grote risico zag om in de afgrond te vallen, Jezus te roepen om mij te komen helpen. Niet wetend hoe, ontdekte ik Jezus dicht bij me en Hij zei: Mijn dochter, wat je hebt gezien is de weg die alle mensen op deze aarde moeten gaan.
De gammele treden waaraan ze geen steun hebben is de menselijke steun, de aardse dingen; als men daarop probeert te steunen, geven ze in plaats van hulp een duwtje om sneller in de hel te vallen. Het veiligste middel is te klimmen, bijna te vliegen, zonder de grond te raken, vanuit de kracht van je armen, je ogen gericht op jezelf - zonder naar anderen te kijken - en ook sterk gericht op Mij om hulp en kracht te krijgen. Zo kan men gemakkelijk de afgrond vermijden.
De enige manier waarop we enige hoop hebben om aan de voet van het Kruis te blijven voor het brandende Fiat van Christus, is door ons uit te kleden tot in ons niets en bekleed te worden met zijn Zuivere, Goddelijke Liefde.
Onze eigenliefde draagt vele maskers, waarvan de meeste vroom overkomen, vooral voor onszelf. Dat is de reden waarom de Heer ons de Franciscaanse nieuw geborenen gaf, lang voordat Hij ons de weg van de Kleine Missionarissen van de Goddelijke Liefde gaf, omdat de glorie van ons niets nog steeds begraven lag onder het afval van de ongeordende eigenliefde.
We moeten het Franciscaanse handboek voor nieuw geborenen zo vaak als nodig opnieuw raadplegen terwijl we deze Kleine Weg van Goddelijke Liefde leren. En als we ons er klaar voor voelen om toe te staan dat de Heer ons van de een of andere gehechtheid berooft, zullen we Zijn gave van goddelijke liefde met dankbaarheid kunnen ontvangen, ongeacht of het al dan niet in een verontrustende vermomming is verpakt.
En voor het geval we denken dat we te zwak zijn voor deze Kleine Weg, verzekert de H. Theresia ons in haar autobiografie vele malen dat een kleine ziel zich over zulke dingen geen zorgen hoeft te maken. Ze moet gewoon liefhebben.
“Volle zoetheid is de weg van de liefde. Het is waar dat iemand kan vallen en ontrouw kan zijn aan de genade; maar de Liefde, die overal voordeel uit weet te halen, verteert snel alles wat Jezus onaangenaam vindt, en laat in het hart alleen een diepe en nederige vrede achter.” - H. Theresia van Lisieux, Verhaal van een ziel, hoofdstuk 7
De Kleine Weg - www-theresienwerk-de
Volgens André Combes is de "kleine weg" gebaseerd op twee fasen:
1. Al bij haar eerste communie formuleerde Theresia haar innerlijke houding: "Ik zal nooit de moed verliezen". Op deze manier slaagt ze erin de vele moeilijkheden van haar leven de baas te worden.
2. Op haar spirituele pad beseft ze: "De goede God kan geen onvervulbare wensen inspireren. Daarom kan ik hopen op heiligheid ondanks mijn kleinheid.“
3. Om dit te doen, is het echter noodzakelijk om de voorwaarden te accepteren: "Ik kan mezelf niet groter maken. Daarom moet ik mezelf verdragen zoals ik ben, met al mijn onvolkomenheden."
4. Omdat ze leert dat ze het steile pad van heiligheid niet alleen kan bewandelen, zoekt ze naar een middel om ‚via een klein, heel direct, heel kort pad naar de Hemel te gaan‘. Ze herinnert zich de liften die ze tijdens haar reis naar Rome in de hotels zag, waardoor mensen de moeite van het traplopen werd bespaard.
5. Theresia ontdekt dit proces in twee citaten uit de Schrift: "Als iemand heel klein is, laat hij tot Mij komen" (Spreuken 9:4) en "Zoals een moeder haar kind streelt, zo zal Ik u troosten. Ik zal u op mijn borst dragen en u op mijn knieën wiegen" (Jesaja 66:12 e.v.). "De lift die mij naar de Hemel moet tillen, dat zijn Uw armen, O Jezus!"
6. Het gevolg: "Ik moet klein blijven, ja, steeds kleiner worden." Klein blijven is een voorwaarde voor het verkrijgen van deze "speciale behandeling" van Gods barmhartige liefde.
Op de vraag hoe Theresia begreep om een klein kind te blijven voor de goede God, antwoordde ze Moeder Agnes op 6/8/1897:
Het bestaat uit het erkennen van je nietigheid, alles van God verwachten, net zoals een klein kind alles van een vader verwacht; dat je je nergens zorgen over maakt, dat je geen fortuin verwerft.
Zelfs bij de armen krijgt het kind wat het nodig heeft; maar zodra het opgroeit, wil zijn vader het kind niet meer bewaren. Hij zegt tegen het kind: Nu moet je werken, je kunt jezelf nu onderhouden. Omdat ik dat niet wilde horen, wilde ik niet volwassen worden, omdat ik me niet in staat voelde om in mijn levensonderhoud te voorzien, wat eeuwig leven in de Hemel is.
Ik ben dus altijd klein gebleven, en mijn enige bezigheid was het plukken van bloemen, bloemen van liefde en offerande, om aan God te offeren voor Zijn vreugde. Klein zijn betekent ook dat men zichzelf niet de deugden toeschrijft die men beoefent, dat men zichzelf niet tot iets in staat acht, maar dat men erkent dat God deze schat in handen van Zijn kleine kind legt, zodat Hij hem kan gebruiken wanneer Hij hem nodig heeft; maar de schat is altijd van God. Het betekent immers dat je nooit ontmoedigd raakt door je fouten; Want kinderen vallen vaak, maar ze zijn te klein om zich veel pijn te doen.
Voor Therese is de "Kleine Weg" een pad van heiligheid, niet een pad van middelmatigheid of zelfgenoegzaamheid. Het betekent meer dan alleen de heiliging van het dagelijks leven door kleine daden van liefde.
Andreas Wollbold vat het samen in zijn boek: Thérèse van Lisieux: Op de Kleine Weg (Topos Taschenbücher 824. Kevelaer 2012) en vat de leer van de Kleine Weg als volgt samen:
In gewone spirituele taal betekent de Weg het gedrag van een gelovige dat hem naar vooruitgang en perfectie leidt. Deze weg is klein, omdat hij zijn eigen kleinheid, zwakheid, ontoereikendheid, beperkingen erkent, zelfs zonden en ze als een kans aangrijpt om des te meer op Gods barmhartigheid te hopen en er zorg, kracht, genade en liefde uit te ontvangen. Op deze manier gesterkt laat de gelovige zich niet ontmoedigen door eventuele tegenslagen.
Hij staat op na elke nederlaag en vernedering, verheugt zich des te meer in de ongebroken liefde van God en spant zich nog meer in om het beter te doen. Niets kan iemand er daarom toe brengen op te geven, als hij zich maar aan God en Zijn instructies houdt.
Daarom wordt het met recht de Kleine Weg van vertrouwen en liefde genoemd. Want het onvoorwaardelijke vertrouwen in de barmhartigheid wekt een liefde in de mens, laat hem inderdaad steeds meer de liefde van God in zich opnemen, zodat het vertrouwen werkelijk tot liefde leidt, en de liefde zich in vele kleine daden bewijst. De Kleine Weg is dus niets anders dan de existentiële vertaling van Jezus' oproep: "Bekeer je en geloof, want het Koninkrijk van God is nabij" (Mc 1:15).
Waar Moeder Agnes Manuscript C mee wilde afmaken, is als een erfenis, omdat ze het door haar zwakte het zelf niet meer kon afmaken: "Zeg me, mijn Moeder, als ik allerlei overtredingen had begaan, zou ik nog steeds hetzelfde vertrouwen hebben. Ik ben er zeker van dat deze hoeveelheid beledigingen zou zijn als een druppel water die in een gloeiend hete oven wordt gegooid".
De "Kleine Weg" is dus de weg van ware nederigheid: klein zijn, zelfs klein blijven, is de uitdrukking van vertrouwen dat we zonder God niets kunnen doen, maar met Hem alles kunnen doen. Dit vertrouwen leidt echter als vanzelf tot een steeds grotere liefde en toewijding aan God en de inspanning om Hem te beantwoorden met kleine werken van liefde die mogelijk zijn. Je moet niet bang zijn om je blik op jezelf te richten, om het zwakke, het onvolmaakte, het onderdrukkende en zelfs het verontrustende te erkennen.
Want het weerhoudt ons niet om God te behagen, maar het trekt zelfs op een heel bijzondere manier Zijn barmhartige blikken aan. Deze weg is daarom klein, omdat de mens de eigen gestalte juist meet tegenover God, omdat hij niet naar iets groots streeft, maar juist in alle nederigheid de innerlijke vrede kan bewaren, en omdat hij God dient in het gewone, onopvallende en kleine.
|