17/9 Verschijning van de H. Aartsengel Michaël in Sievernich
Ik zie een grote gouden lichtbol en rechts daarvan een kleinere gouden lichtbol die boven ons in de lucht zweeft. Er komt een prachtig licht naar ons toe en ik zie de H. Aartsengel Michaël uit het licht tevoorschijn komen. Hij is gekleed in een wit/gouden harnas. De H. Aartsengel Michaël vraagt mij om als een kruis op de grond te gaan liggen en mijn gezicht op de aarde voor boetedoening en gebed van eerherstel en barmhartigheid.
Ik bid verschillende keren zoals de H. Aartsengel Michaël wenste: Eeuwige Vader, heb medelijden met ons en met de hele wereld! Wij vragen om genade en eerherstel voor alle overtredingen tegen God. Heb medelijden met ons, Heer, heb medelijden met ons en met de hele wereld. De H. Aartsengel Michaël zegt:
Moge God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest jullie zegenen.
Hij komt dichter bij ons. Op zijn schild staat “Quis ut Deus!”
De H. Aartsengel Michaël zegt: Liefste vrienden, bid hard! Vermijd alle verwarring in je hart. Blijf trouw aan de leringen van je geloofsvaders. Gods Woord is eeuwig! Volg geen nieuwe leringen. Vraag om eerherstel aan de Eeuwige Vader!
M. vraagt nu om eerherstel voor alle landen op aarde tegen alle beledigingen aan God. De H. Aartsengel Michaël zegt:
Door je vasten, offer en gebed kun je het komende oordeel verzachten. De uitbreiding van de oorlog kan worden voorkomen. Het is aan jullie. Dit is de Wil van de Heer. Maar ik ben je Hemelse vriend. Ik kom van de Heer tot jullie. Ik ben de Strijder van het Kostbaar Bloed van Jezus Christus. Blijf trouw aan de H. Schrift!
Boven zijn zwaard gaat de Vulgaat (H. Schrift)open en ik zie de Bijbeltekst Johannes 14. Met verwijzing naar vers 5, als het vers dat de houding van de mensen laat zien:
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’ Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’
Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’ Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien?
Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet. Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen.
Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven. Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug. Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer zien, maar jullie zullen mij wel zien, want ik leef en ook jullie zullen leven. Dan zul je begrijpen dat ik in mijn Vader ben, dat jullie in mij zijn en dat ik in jullie ben. Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft mij lief.
Wie mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en mij ontvangen, en ik zal mij aan hem bekendmaken.’ Toen vroeg Judas (niet Judas Iskariot) aan Jezus: ‘Waarom zult u zich wel aan ons, maar niet aan de wereld bekendmaken, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.
Maar wie mij niet liefheeft, houdt zich niet aan wat ik zeg, en wat jullie mij horen zeggen, zijn niet mijn woorden, maar de woorden van de Vader door wie ik gezonden ben. Dit alles zeg ik tegen jullie nu ik nog bij jullie ben. Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb.
Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. Jullie hebben toch gehoord dat ik zei dat ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je me liefhad zou je blij zijn dat ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan ik. Ik vertel jullie dit nu, voordat het gebeurt, zodat jullie het geloven wanneer het zover is.
Ik kan niet lang meer met jullie spreken, want de heerser van deze wereld is al onderweg. Hij heeft geen macht over mij, maar zo zal de wereld weten dat ik de Vader liefheb en doe wat de Vader me heeft opgedragen. Kom, laten we hier weggaan.’
Dan wil de H. Aartsengel Michaël dat we bidden: Sancte Michael Archangele, defende nos in proelio; contra nequitiam et insidias diaboli esto praesidium. Imperet illi Deus, supplices deprecamur: tuque, Princeps militiae caelestis, Satanam aliosque spiritus malignos, qui ad perditionem animarum pervagantur in mundo, divina virtute, in infernum detrude. Amen.
Toen mocht ik zijn voet aanraken, die in een geregen sandaal zat. Hij vertelde me dat hij de voet die ik mocht aanraken op Kufstein zou zetten. De kleine gouden lichtbol gaat open en vanuit deze lichtbol komt de H. Jeanne d'Arc naar ons toe. Ze draagt een gouden harnas en heeft een robijnen kruis op haar borstplaat. De H. Jeanne d'Arc zegt:
Geliefde kinderen van de Heer, jullie zijn zo geliefd door God! Bid, bid hard! Bekeer je! Bekering is je uitweg: leven in de Sacramenten van de H. Kerk. Ik heb mijn hart aan Jezus en Maria op aarde gegeven, nu kan ik voor altijd leven in de liefde van God. Hoe wonderbaarlijk is de Heer en hoe wonderbaarlijk is Zijn Allerheiligste Moeder Maria! Polen zal mijn zegen ontvangen, wat de zegen van de Heer is, als ze erom vragen en smeken! De Heer wil niet dat dit land verloren gaat.
Ik ga ook naar Oostenrijk: als je het maar vraagt, zal God je zegenen! Blijf trouw in je woorden en daden en blijf altijd met een liefdevol hart toegewijd aan God. Je zuivere hartshouding is cruciaal voor alles wat er om je heen gebeurt. Het is mijn diepste verlangen om jullie naar het Hart van de Heer en het Onbevlekt Hart van Maria te leiden, en ik wil jullie hart in vuur en vlam zetten voor de Heer. Ik heb alles op aarde beleefd en kan in liefde blijven leven op de troon van de Heer.
Er vindt een persoonlijk gesprek plaats. De H. Jeanne d'Arc zegt:
Ik heb alles in je biddende handen gelegd. Dit is een gebod van de Heer aan jullie: blijf trouw en bid. Om de Heilige Kerk niet te verlaten.
De H. Jeanne d'Arc kijkt naar de H. Aartsengel Michaël. Deze spreekt ons aan:
Houd moed, dierbare vrienden, heb moed! Ik ben de Strijder van het Kostbaar Bloed en zal voor je uit gaan en achter je gaan en aan je zijde staan! De Heer wil jullie zegenen en je gaven geven. Dit is wat Hij in deze tijd zal doen met de zielen die trouw blijven.
Bid voor de bekering van zielen, zodat ze niet verloren gaan! Zoek bescherming in het KostbaarBloed van onze Heer Jezus Christus! Wat er nu ook gebeurt, ik zal bij je zijn! Deus Sempre Vincit! Ik ben blij met jullie komst en zou nu graag mijn vriendschap met jullie willen vernieuwen en versterken.
M.: “Weet je ook hoeveel ik je dank? Zeg tegen de Heer een lieve groet van mij en eeuwige dank, jullie beiden. Ik dank jullie uit de grond van mijn hart. Ik zou in het bijzonder de pelgrims van Sievernich, het oratorium in Kufstein, alle priesters en religieuzen, de pelgrims die hier zijn en al hun zorgen willen aanbevelen." De H. Aartsengel Michaël en de H. Jeanne d'Arc zeggen:
Daarom willen wij graag met de priester zegenen.
De priester zegent en de verschijning van de H. Aartsengel Michaël en de H. Jeanne wordt nog stralender en mooier door de zegen van de priester. De Heilige Aartsengel zegt:
“Quis ut Deus!”
Dan gaan de H. Aartsengel en de H. Jeanne d'Arc terug naar het licht en verdwijnen. We hernieuwen onze vriendschap met de H. Aartsengel Michaël met een gebed.
|