5/2 Ik kreeg dit te zien over de massa deportatie in de VS - Great Miracles Avenue
24/1 visioen uit de VS: Leviticus 19: 33-34 Ik was een plaats binnengegaan die niet van deze wereld was. Ik opende mijn ogen en ik zag een tafereel voor mijn ogen dat ik alleen in de Bijbel had gelezen. Nu gebeurde het vóór mij.
Ik bevond me vóór een enorme zee, het water strekte zich eindeloos uit in beide richtingen. De lucht was donker, ik kon de stemmen horen van honderden, misschien duizenden mensen, die uit angst schreeuwden. Ik draaide me om en zag mannen, vrouwen en kinderen, allemaal gekleed in eenvoudige kledij. Ze keken wanhopig, toen zag ik waar ze voor wegliepen. Het was een leger, ik zag in de verte strijdwagens, paarden die snel galoppeerden, het geluid van schreeuwende soldaten. De mensen waren in paniek. Ik zag hoe vooraan in de menigte een man stond, groot en sterk, die een staf in zijn hand hield, onmiddellijk wist ik dat het Mozes was. Hij stak zijn staf hoog boven zijn hoofd en strekte zijn hand uit naar de zee, toen gebeurde er iets wonderbaarlijks.
De zee begon uit elkaar te splijten, muren van water rezen aan beide kanten torenhoog op, een droog pad achterlatend in het midden. Eén voor één gingen ze verder door het droge deel. Het waren de kinderen van Israël. Ik zag hoe de laatste Israëlieten naar de andere kant stapten. Het Egyptische leger naderde hen in hun strijdwagens en volgden het pad door de zee. Ik wist wat er ging gebeuren. Ik had dit verhaal reeds eerder gelezen, maar waarom zag ik het nu gebeuren? Ik richtte mijn blik omhoog en vroeg: Heer, waarom ben ik hier? Waarom laat U mij iets zien dat zo lang geleden is gebeurd? Maar er kwam geen antwoord. Het was niet dat God er niet was. Ik kon Zijn aanwezigheid krachtig en dichtbij voelen, maar Hij sprak niet.
Plotseling veranderde het tafereel. Ik keek om me heen. Ik was in de moderne wereld. En ik stond in Amerika. Ik zag mannen en vrouwen weglopen. Sommigen verstopten zich achter gebouwen, anderen liepen in steegjes en probeerden te ontsnappen. Sirenes loeiden in de verte. Overal was het geluid van opengetrapte deuren te horen. Iedereen verkeerde in paniek. Toen zag ik functionarissen in uniformen de mensen achtervolgen. Ik zag dat mensen werden opgepakt en werden gearresteerd. Het was anders dan de oversteek van de Rode Zee, maar het had dezelfde betekenis, dezelfde angst, dezelfde roep om verlossing. Ik vroeg de Heer: Wat laat U me zien? Sommigen probeerden met de agenten te redeneren maar hun woorden vielen in dovemansoren. De wet werd gehandhaafd en geen enkel smeekgebed kon dat veranderen.
Sommige immigranten liepen doelloos rond en probeerden te ontsnappen, maar er was geen plaats om heen te gaan. Ik wilde iets doen om in te grijpen en de chaos te stoppen, maar ik kon niet bewegen. Ik kon alleen maar toekijken hoe het visioen voor me werd getoond. Ik kreeg begrip over de situatie. De Heer openbaarde een diepere waarheid, een boodschap voor vandaag. Ik voelde het nu duidelijk: de benarde situatie van deze immigranten, de angst, de verwarring. Het ging niet alleen om wat ze op dat moment doormaakten, het was een oproep, een herinnering.
De Heer liet me zien dat net zoals de Israëlieten wanhopig waren om verlost te worden in het licht van hun vijanden, zo waren ook deze mensen wanhopig op zoek naar een uitweg, een toevluchtsoord. Ik kreeg in mijn binnenste: Het is tijd voor alle immigranten om zich tot Mij te wenden. Ik zal hun toevluchtsoord zijn.
Ik zag een bijeenkomst van mensen in hun woningen, op hun rustige plaatsen. De Heer riep hen op om Hem te zoeken, om te vasten en te bidden. Hij leek te zeggen: Zoek Mijn Aangezicht. Ik zal verschijnen. Ik zal een weg voor je banen. Ik wist toen dat het niet alleen een kwestie van politiek of wet was. Het was een kwestie van geloof, een oproep voor hen om op God te vertrouwen voor hun verlossing. Net zoals de Israëlieten op Hem vertrouwden bij de Rode Zee, moesten ze vasten om zichzelf te vernederen voor God om hun angsten aan Zijn voeten te leggen door gebed. Door Hem te zoeken zou God een weg voor hen openen net zoals Hij de Rode Zee voor Zijn volk had gespleten zoveel jaar geleden. Daarna keerde ik terug in mijn kamer.
Toen ik mijn ogen opende voelde ik de aanwezigheid van God. Het was niet luid of overweldigend, maar het was onmiskenbaar. Het was alsof Hij nooit was weggegaan, alsof Hij bij mij was geweest in het visioen en nog steeds bij mij was mij. Hij omringde mij met Zijn vrede. Er was een kalmte in mijn hart, dat ik niet kon uitleggen. Christenen in de wereld moeten bidden als nooit tevoren. Bid voor de immigranten die met deportatie worden geconfronteerd, niet alleen in Amerika, maar in elk deel van de wereld.
God zal hun toevluchtsoord zij. Bid voor de autoriteiten dat God hun harten zal bewegen om met genade en wijsheid te handelen. En als het de wil van God is dat de president die deze actie onderneemt het doet zoals het de Heer behaagt. Bid voor heropleving, dat in deze wanhopige tijden mensen zich tot God zullen wenden en verlossing zullen vinden. God is een toevluchtsoord voor degenen die op Hem vertrouwen. Hij heeft beloofd dat Hij Zijn volk nooit zal verlaten of in de steek zal laten.
Als Christenen moeten we dit niet alleen voor onszelf geloven, maar het ook verkondigen aan degenen die wanhopig op zoek zijn naar hoop. We zijn geroepen om het licht te zijn in de duisternis. De stem die de wereld eraan herinnert dat onze God almachtig is om te redden. Laten we niet moe worden in gebed, laten we niet onze ogen sluiten voor het lijden om ons heen. Laten we in plaats daarvan opstaan in geloof wetende dat net zoals God een weg baande voor de Israëlieten, Hij ook een weg zal banen voor hen die vandaag op hem vertrouwen.
|