|
26/6 Pr Alar: Door deze dagelijkse zonde gaan vele zielen verloren - Housing our faith
Waarom gaan zoveel Katholieken week na week naar de mis, maar voelen ze zich nog steeds ver van Christus? Waarom ontvangen we de eucharistie met onze lippen, maar niet met ons hart? Waarom voelt het vuur van goddelijke intimiteit, ondanks alle schijn van devotie, zo ver weg? Er is een reden, en die reden is geen mysterie, het is een stille, dagelijkse gewoonte, zo algemeen, zo onderschat dat het de onzichtbare muur is geworden tussen talloze zielen en de levende God.
De Kerk waarschuwt ons al eeuwenlang, maar we luisteren niet, we willen het niet horen. Die gewoonte is onbeleden, dagelijkse, vergeeflijke zonde. Ja, je hebt me goed gehoord. Niet alleen een ernstige of doodzonde, maar het opzettelijk vasthouden aan kleine zonden: bitterheid, geroddel, hoogmoedig sarcasme, onreine blikken, luiheid in gebed, egoïsme, scherpe woorden zonder berouw, afleiding in de Mis.
Die dingen zijn niet ongevaarlijk, ze zijn niet klein, het zijn termieten in de ziel die knagen aan de balken die onze gemeenschap met Christus ondersteunen en als je denkt dat ze er niet toe doen, dan heeft de duivel reeds voet aan de grond gekregen in je leven. Deze boodschap is er geen van persoonlijk oordeel, het is geboren uit het hart van de Kerk. Het weerklinkt in elke paragraaf van de Catechismus, elk woord van de H. Schrift en elke kreet van de Heiligen.
Veel van onze broeders en zusters nemen zonde niet meer ernstig. Mensen naderen halfhartig het altaar van de levende God, of ze hebben niet al hun zonden gebiecht, of ze nemen de H. Hostie in de hand. En dan vragen ze zich af waarom hun gebeden hol aanvoelen, waarom de vrede niet bij hen blijft, waarom hun geloof flakkert als een kaars in de wind. Dagelijkse, vergeeflijke zonden doden de ziel niet zoals doodzonden dat doen. Dat is wat de Catechismus ons vertelt in paragraaf 1863 dat dagelijkse, vergeeflijke zonden de naastenliefde verzwakken.
Het belemmert de vooruitgang van de ziel in het uitoefenen van deugden en de praktijk van het morele goed. Het vernietigt de heiligende genade niet maar het vergiftigt de relatie. Het maakt je koud, lauw. Zo vergeet je de liefde van God en als je het niet in bedwang houdt, is dagelijkse zonde de weg naar doodzonde. Een ziel die constant ja zegt tegen kleine verleidingen zal op een dag de kracht missen om nee te zeggen tegen de grote en toch leven we alsof dagelijkse zonde niets is.
De gewoonte om kleine zonden af te doen als ongevaarlijk, is op den duur dodelijk. Iedere keer dat je die zonde kiest, zelfs de kleinste, en je belijdt hem niet, verwerpt hem niet en vecht er niet tegen, dan bouw je steen voor steen een muur tussen jouw hart en dat van Christus. Pr Chris Aller waarschuwt dat gewoontezonde, vooral onberouwvolle, dagelijkse, vergeeflijke zonden, de dood van ijver betekenen. Het is het langzame verval van liefde.
Je verliest je geloof niet in één keer. Je verliest het door duizend kleine compromissen. Vandaag één excuus. Morgen één vergeten biecht. Een keer niet op zondag naar de Mis gaan één spirituele luiheid. En tegen de tijd dat je Christus opzoekt, is Hij een vreemdeling en voelen de sacramenten aan als routines. De Heiligen namen dagelijkse zonden nooit licht op. De heilige Teresa van Avila schreef: "Vage zonden die opzettelijk worden begaan, zijn een groot kwaad. We zouden ze zo moeten voelen en erover moeten huilen."
De H. Catharina van Siena zag zelfs kleine zonden als schaduwen die over de schoonheid van de ziel werpen. De spirituele consequentie is dat de biecht lauw wordt. Het gebed wordt oppervlakkig en God voelt ver weg. Dat komt niet omdat Hij is gestopt met van ons te houden, maar omdat we ongevoelig zijn geworden voor wat het betekent om Hem in ruil daarvoor lief te hebben. Als we dagelijkse zonden begaan en ons er niet van bekeren, kiezen we ervoor om afstand te nemen van Degene die alles voor ons heeft gegeven.
En dit is de diepste tragedie als je de heilige communie ontvangt zonder ernaar te streven je ziel te zuiveren, zelfs van dagelijkse zonden. Je blokkeert de stroom van genade. Je bent niet volledig afgesneden, maar je drinkt uit een beker met een barst erin. Genade komt nog steeds binnen, maar lekt eruit. De Eucharistie, die het hoogtepunt van de vereniging met God zou moeten zijn, wordt een nieuw moment van geestelijke dorheid. De Catechismus draait er geen doekjes om. Paragraaf 1385 zegt: "Iedereen die zich bewust is van een ernstige, of doodzonde, moet het sacrament van de verzoening ontvangen voordat hij tot de communie komt."
Maar in 1458 staat ook: "Hoewel het belijden van dagelijkse fouten en dagelijkse zonden niet strikt noodzakelijk is, wordt het toch sterk aanbevolen door de Kerk. Regelmatige belijdenis van onze dagelijkse zonden helpt ons ons geweten te vormen. Strijd tegen kwade neigingen. Laat ons genezen door Christus en vooruit te gaan in het leven van de geest. Dus, ook al kun je de communie ontvangen in een staat van dagelijkse zonden, je moet er nooit comfortabel mee worden. Doe nooit alsof je kleine zonden er niet toe doen, want Christus wil je transformeren, maar Hij kan niet vullen wat jij niet wilt leegmaken.
De Kerk zit vol gedoopte Katholieken die geestelijk slapen, niet omdat ze niet in Jezus geloven, maar omdat ze niet geloven dat zonde ernstig is. We zijn zacht, comfortabel en gevoelloos geworden. We verdedigen onze gewoonten meer dan de waarheid. En we verliezen onze genade, we verliezen de gemeenschap, we verliezen de intimiteit met God, omdat we zijn gestopt met oorlog voeren tegen juist datgene dat onze Redder aan het Kruis heeft genageld. Stop dan met het goedpraten van je dagelijkse zonden.
Stop met ze af te doen als eigenaardigheden of persoonlijkheidstrekken. Noem ze wat ze zijn, overtredingen tegen de liefde zelf. Ga niet één keer per jaar biechten, maar maandelijks, zelfs wekelijks. Als je je geweten dagelijks moet onderzoeken, wees dan meedogenloos met zonde, want zonde is meedogenloos met jou.
|