5/9 Pater Daniel
1 Meditatie: Volksdevotie
In het vierde hoofdstuk handelt de apostolische aansporing “Evangelii nuntiandi” (Paulus VI, 1975) over 8 wegen en hulpmiddelen, waarvan we er 6 reeds behandelden: het getuigenis van een echt christelijk leven, de onmisbare prediking, de liturgie van het woord, het catechetisch onderricht, de massamedia, de noodzaak van persoonlijk contact. Nu volgen nog: de zeven sacramenten en de volksdevotie.
De zeven sacramenten
Evangelisatie wekt het geloof, de sacramenten veronderstellen het geloof. We moeten vermijden dat sacramenten gevierd worden door mensen die niet eerst doordrongen zijn van het christelijk geloof. Daarom komt de verkondiging eerst en daarna pas de viering. Eerst evangeliseren, dan sacramentaliseren. Wel kan een goede viering zelf een goede verkondiging zijn en het smeulende geloof doen heropflakkeren.
“Een bepaalde gewoonte om de sacramenten toe te dienen zonder het stevige fundament van de catechese over die sacramenten … leidt er tenslotte toe dat deze sacramenten grotendeels hun uitwerking verliezen” (nr. 47).
Volksvroomheid
Bepaalde volksgebruiken zijn al eeuwenlang de uitdrukking van het zoeken naar God. Deze gebruiken hebben hun beperktheden en kunnen mogelijk aanleiding geven tot bijgeloof. Indien ze goed geleid worden, kunnen ze ook overvloedige vruchten dragen. Denken we aan de succesvolle jaarlijkse Pinksterbedevaart van Parijs naar Chartres in Frankrijk. Het zijn vooral eenvoudigen en armen van geest die hieruit kracht putten. Kortom, de volksdevotie is even rijk als kwetsbaar.
“(Volksgodsdienstigheid)… blijft dikwijls in de lagere niveaus van religieuze verering steken, zonder dat ze de harten brengt tot echte instemming met het geloof; ze kan zelfs leiden tot sektevorming en partijdigheden waardoor de kerkelijke gemeenschap in gevaar komt.
Maar toch… bevat ze ook veel goeds… Ze biedt de mogelijkheid tot edelmoedige inzet zelfs tot in het heldhaftige, wanneer het gaat om de verbreiding van het geloof. Ze brengt een diepe zin mee voor de onuitsprekelijke eigenschappen van God: namelijk zijn vaderschap, voorzienigheid, de aanwezigheid van de altijddurende en barmhartige liefde. Ze roept in het hart van de mens een houding tevoorschijn die men elders zelden aantref: we bedoelen het geduld, de zin voor het kruis dat men moet dragen in het dagelijkse leven, de onbaatzuchtigheid, de openheid voor anderen, de nauwgezette plichtsvervulling…
Mits goed geleid, kan een dergelijke volksgodsdienstigheid er steeds toe bijdragen dat velen van ons volk werkelijk God gaan ontmoeten in Christus Jezus” (nr. 48).
Het is goed volksdevoties aan te moedigen: het bidden van het rozenhoedje aan een versierde wijkkapel tijdens de meimaand, tochten van allerlei aard, kerststallentochten, Goede Vrijdagtochten, stappen voor vrede, jongerentochten…
Volksdevoties hebben een diepe religieuze waarde en kunnen en kunnen het besef van Gods aanwezigheid in deze wereld doen oplaaien. Velen vinden in bedevaartsplaatsen de warmte die ze in eigen parochiekerk missen en die ze nodig hebben on hun geloof te voeden. Waar het geloof blijft hangen in koude verplichtingen of oeverloze discussies, kunnen volksdevoties de gelovigen helpen God lief te hebben met heel hun hart, met heel hun ziel en met al hun krachten en de naaste te beminnen zoals zichzelf.
Hoeveel mensen kwamen niet op een bedevaartsplaats diep onder de indruk van de biddende en zingende massa gelovigen? Hoeveel werden hier niet voor het eerst diep in hun hart geraakt? Hoeveel zijn hier niet opnieuw gaan bidden en zingen met een eenvoud die ze zich alleen nog uit hun kinderjaren herinneren? Hoevelen ontdekten hier de rijkdom van het sacrament van de verzoening? Het werd voor hen als een soort Pinkstergebeuren.
Bovendien is het op weg gaan zelf al de uitdrukking van ons leven als gelovige: bindende gehechtheden loslaten, met verwondering en in eenvoud genieten van de natuur, zich verbonden weten met de anderen, zich verzoenen met de natuur, de medemens, zichzelf en God, boete doen met de voeten en met Jezus zijn kruis dragen.
Laat me zelf hier een schitterende beschrijving van het christen-zijn (uit het midden van de 2e eeuw) als pelgrim aan toevoegen: brief aan Diognetus, 5:
“De christenen verschillen immers niet van de overige mensen noch door woonplaats, noch door taal of zeden. Want nergens wonen ze in eigen steden, noch gebruiken zij een afzonderlijke omgangstaal of leiden zij een aparte levenswijze. Hun leer (komt niet van) … druk zoekende mensen en (is geen) louter menselijke zienswijze. Maar terwijl ze in de steden van Grieken of barbaren wonen, … en het overige leven volgen, vertonen ze toch een bewonderenswaardige en algemeen als vreemd erkende levenswijze. Ze wonen in hun eigen land, maar als vreemdelingen. Ze delen in alles mee als burgers, maar hebben alles te lijden als vreemdelingen. Elk land is hun een vaderland en elk vaderland is hun vreemd. Ze trouwen als ieder ander. Ze krijgen kinderen, maar leggen ze niet te vondeling. Ze delen hun tafel maar niet hun bed. Ze leven “in het vlees”, maar niet “naar het vlees”. Ze vertoeven op aarde, maar zijn thuis in de hemel. Ze gehoorzamen de vastgestelde wetten, maar door hun levenswijze overtreffen ze deze wetten.
Ze hebben alle mensen lief en worden door iedereen vervolgd. Ze zijn niet gekend, en worden toch veroordeeld; ter dood gebracht, en ten leven gewekt. Ze zijn arm als bedelaars en maken velen rijk; ze lijden aan alles gebrek, en hebben alles in overvloed. Ze worden onteerd, en die ontering strekt hen tot roem; ze worden belasterd en worden gerechtvaardigd. Ze worden gesmaad en ze zegenen; beledigd en ze bewijzen eer. Doen ze goed, dan worden ze gestraft als boosdoeners; worden ze gestraft, dan verheugen ze zich als werden ze tot leven gewekt. Door de Joden worden ze bestreden als mensen van een andere stam, door de Grieken worden ze vervolgd. En die hen haten kunnen geen reden voor hun vijandschap geven”.
Waarlijk, een christen is wezenlijk een pelgrim, voor wie ieder vaderland een vreemd land blijft en ieder vreemd land een tijdelijk vaderland is, op weg naar het definitief Vaderland bij God!
P. Daniel
2. Spiritualiteit: Eenheid met God Tweede verblijf: Onderbewustzijn en de wonde
Vorige week hebben we het mechanisme van actie-reactie bestudeerd in het tweede verblijf van ons innerlijk wezen. We volgen de antropologie van de heilige Teresa van Ávila die ons innerlijk verdeelt in zeven verblijfplaatsen waarbij de zevende de eenheid van de ziel met God voorstelt. Tot nu toe hebben we de eerste verblijfplaats (de uiterlijke zintuigen) en de tweede (de innerlijke zintuigen) uitgewerkt. Omdat deze tweede verblijfplaats zeer uitgestrekt is en men er gemakkelijk in kan verdwalen, willen we er vandaag opnieuw bij stilstaan.
Tot nu toe hebben we verschillende innerlijke zintuigen (2e verblijfplaats) besproken: de vier passies, de verbeelding en fantasie, het verlangen en de opvliegendheid, en het affectieve geheugen. We hebben aangegeven dat een uitlokkende gebeurtenis (een woord of een handeling van iemand, een willekeurig voorval) verschillende bewegingen in ons innerlijk kan oproepen: vreugde, boosheid, verlangen, herinneringen uit het verleden opgeslagen in het affectieve geheugen, of het opwekken van mijn verbeelding/fantasie. Vandaag voegen we daar nog twee andere aspecten aan toe: het onderbewustzijn en de wonde. We luisteren naar Moeder Agnès-Mariam de la Croix:
De uitlokkende gebeurtenis raakt mijn onderbewustzijn
Soms komt mijn reactie niet enkel voort uit mijn bewustzijn: actie/reactie. Het bewustzijn en het onderbewustzijn zijn verbonden met het geheugen, waar bepaalde houdingen opgeslagen liggen: zich verdedigen, aanvallen, vluchten, zich verbergen, ... De uitlokkende gebeurtenis (een woord of een handeling van iemand, een willekeurig voorval) raakt mijn onderbewustzijn, waaruit een veelheid aan reacties kunnen voortkomen. Ieder van ons reageert op een andere manier volgens zijn temperament, zijn onbewust verleden.
De bewuste evaluatie van wat ik doe is belangrijk, want het subjectieve moet geobjectiveerd worden. Laten we koel en objectief nagaan wat uit mijn binnenste voortkomt, wat mij na aan het hart ligt, wat subjectief gekleurd is. Wanneer ik handel, kan mijn actie dubbel zijn, beladen met iets dat in mijn onderbewustzijn trilt of dat teruggaat naar vroeger, misschien naar mijn kindertijd: mijn relatie met mijn ouders, dat ik zonder vader ben opgegroeid, de bezitterigheid van mijn moeder, ... Dit is de psychologische arena. Het is belangrijk zich te laten begeleiden door een geestelijke gids die de veelvuldige trillingen in de verschillende niveaus van de ziel kan onderscheiden.
Een geestelijke gids is nodig en niet enkel een psycholoog, want die laatste heeft een beperkte visie op de mens: « Moge heel uw wezen, geest, ziel en lichaam, onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heer Jezus Christus » (1 Thessalonicenzen 5,23)! De psycholoog blijft stilstaan bij het niveau van de ziel en ziet het geestelijke niet. Hij beschouwt de mens zonder hoofd, zonder God, maar « God schiep de mens naar zijn beeld » (Genesis 1,27). Het transcendente wordt niet onderzocht. Psychologie kan behulpzaam zijn, maar omdat zij niet gebaseerd is op het geloof en de Bijbelse antropologie, is zij beperkt. De benadering is psycho-spiritueel, want « de geestelijke mens beoordeelt alles » (1 Korintiërs 2,15).
De wonde
In het proces van actie-reactie naar aanleiding van een uitlokkende gebeurtenis (een woord/handeling van iemand, een willekeurige situatie) moet ook rekening worden gehouden met de wonde. Wanneer iemand buiten zichzelf raakt en buitenproportioneel reageert, wanneer een reactie buiten verhouding staat tot de uitlokkende gebeurtenis, komt dit voort uit een wonde.
a. Drie oorzaken van menselijke kwetsbaarheid:
Aangeboren: gevolgen van de erfzonde (vgl. Genesis 3). Wij zijn kwetsbaar, geboren met een broze natuur. Dit is onze menselijke conditie na de val van Adam: « Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen » (Psalm 51,7).
Opgelegd: naast deze aangeboren kwetsbaarheid zijn er mensen die in hun kindertijd grote wonden hebben meegekregen: « je bent niets waard, waarom besta je? ». Sommigen hebben zelfs een mislukte abortus overleefd – zij zijn bijzonder kwetsbaar.
Verworven: door het verdedigingssysteem dat wij hebben opgebouwd. Drugs kunnen bijvoorbeeld een antwoord zijn op een kwetsbaarheid veroorzaakt door een scheiding van de ouders, eenzaamheid, verachting, armoede, ziekte… Zo’n reactie is begrijpelijk maar geen oplossing. Men belandt dan in drugs, sekten of andere excessen.
De mens heeft dus drie domeinen die hem kwetsbaar maken. Het is goed dit te beseffen, zo worden we barmhartiger tegenover onszelf en anderen: « Oordeel niet, en u zult niet geoordeeld worden; veroordeel niet, en u zult niet veroordeeld worden » (Lucas 6, 37). Maar in de strijd tussen mij en mijzelf mag ik deze kennis niet gebruiken als alibi om de kwetsbaarheid die in mij werkt te rechtvaardigen – vooral als die blind is, buiten God – om de zonde te vergoelijken: « om mij te verdedigen moest ik agressief zijn, liegen, stelen… ».
b. Afweermechanisme
Wij zijn gewonde wezens: « Ik ben ellendig en behoeftig, en mijn hart is gewond in mij » (Psalm 109,22). Ieder van ons heeft een oerwonde, een grote wonde, de « gewonde-ik ». Er zijn volgens mij drie afweermechanismen die voortkomen uit ons verdedigingsinstinct: eliminatie, implosie of explosie.
Verdringing: ik vergeet, ik ontken – « dat is nooit gebeurd ». Iemand is verkracht en kiest ervoor dit te vergeten. Die persoon leeft met een buitensporige angst – een vluchtsysteem. Dit zijn vaak verlegen mensen die zichzelf uitwissen. Het kan leiden tot anorexia bijvoorbeeld. In zulke gevallen moet men de persoon uitnodigen tot een anamnesis, een pijnlijke verzoening met zijn/haar verleden. Eliminatie is de meest extreme van de drie reacties: men raakt bijna in een psychose.
Implosie: minder ernstig, maar verwant aan eliminatie. De zelfbeschuldiging: in plaats van het slachtoffer te zijn, beschouw ik mezelf als verantwoordelijk voor alle kwaad. De persoon verdwijnt achter een systeem van zelfbeschuldiging. Dit is een verdedigingsmechanisme.
Explosie: de meest toegankelijke reactie. Bij elk voorval, elke uitlokkende gebeurtenis kan er een buitengewone, overdreven agressieve reactie ontstaan. De wonde is geregistreerd, en wanneer ze geraakt wordt, treedt een explosief verdedigingssysteem in werking: alles wordt een probleem en men beschuldigt iedereen – maar zelden zichzelf. Deze reactie is gezonder dan de tweede, en de tweede gezonder dan de eerste.
Wanneer iemand eerder implosief is, zichzelf voortdurend beschuldigt, en dan boos wordt, ontploft – dan is dat een vreugdevol teken. Voor hem of haar is het beter zich te uiten dan zich onophoudelijk te beschuldigen.
Ongeacht het type reactie, men mag het niet zomaar zijn beloop laten gaan want zo kan de ziel niet groeien. Het doel is bewust en verantwoordelijk te handelen. Soms moet men teruggaan naar de kindertijd om de bron van zijn wonden te ontdekken. Zo kan men, wanneer een pijnlijke situatie zich voordoet en een van deze reacties naar boven komt, stilstaan en proberen te begrijpen waar mijn buitenproportionele reactie vandaan komt.
Conclusie
Vaak reageer ik buiten proportie op gelijk welke situatie. « Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie kan het kennen? Ik, de Heer, doorgrond het hart en toets de nieren » (Jeremia 17, 9-10). De Heer kent de diepten van onze ziel en alleen Hij doorzoekt ze. Laten wij de Heer vragen ons te leren kennen en ons aan onszelf te openbaren: « Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, toets mij, en ken mijn gedachten » (Psalm 139,23).
De gebeurtenissen van het leven plaatsen mij tegenover mijzelf. Ik kan van elke situatie profiteren om mezelf beter te leren kennen. Deze week hebben we gezien dat veel van onze impulsieve – niet-objectieve – reacties voortkomen uit de kronkels van ons onbewuste of uit de wonden die ik diep in mijn ziel draag. Het is nuttig om stil te staan en onszelf te onderzoeken wanneer ik op een manier reageer die niet in verhouding staat tot de gebeurtenis, zodat mijn handelen objectief kan worden. Het is essentieel zich te laten begeleiden door een geestelijke gids op deze weg van zelfkennis, die de weg effent naar de eenheid van de ziel met God.
P. Jean
3. Kerk en wereld
De Italiaanse jongen Carlo Acutis zal op zondag 7 september 2025 heilig verklaard worden. Hij stierf aan leukemie op 15-jarige leeftijd (+ 2006). Hij was een computerprogrammeur en documenteerde eucharistische wonderen over geheel de wereld op een website. Door zijn aanstekelijke liefde voor Jezus bracht hij nagenoeg gans zijn familie tot het geloof in Jezus Christus en tot de eucharistie. Hij was een fan van FC Milaan en hield van computerspelletjes. Hij is een voorbeeld voor de huidige jeugd.
Bruno Guillot, voormalige salafistische prediker in Saoedi-Arabië wordt katholiek en publiceert zijn getuigenis: Adieu soulayman. Itinéraire d’un imam salafiste. Hij ontdekt de waarheid en zijn vrijheid in de christelijke openbaring: “God is liefde”. En wij begrijpen meteen dat het probleem van de toenemende islamisatie de ontkerstening van Europa is.
Volgens Jonathan Pageau, een veelzijdig Canadees kunstenaar, schrijver en conferencier, beleven we nu het einde van de moderne tijd, die begon in de tweede helft van de 17e eeuw met het rationalisme en de ‘verlichting’ in Europa. Het is een terugkeer naar het verticale en naar het christelijk geloof. In Frankrijk uit zich dit in de grote toename van doopsels van volwassenen en het succes van bedevaarten. Zij die oververzadigd zijn van een absolute vrijheid van moreel leven, pornografie en onbeperkt genot willen terug diepte en hoogte. Kortom, een authentieke traditionele liturgie met wierook en iconen trekt meer aan dan een ordinair concert met guitaren.
|