
54-daagse Rozenkransnoveen voor OLVrouw van Pompeii
Een noveen duurt negen dagen. Daarom stellen we voor te bidden volgens de woorden van OLVrouw:
1 een noveen van 3 rozenkransen als verzoek
2 en daarna een noveen van 3 rozenkransen als dankzegging
Dit zijn dus 6 novenen verspreid over 54 dagen.
De noveen bestaat uit het dagelijks bidden van de Rozenkrans, d.w.z. 5 mysteries, gedurende 27 opeenvolgende dagen, waarbij men de gewenste genade vraagt. Direct na dit eerste deel wordt dagelijks gedurende 27 dagen een Rozenkrans gebeden als dankzegging, ongeacht of het verzoek reeds is verhoord of niet.
Om deze noveen correct te bidden, moet de Rozenkrans 54 opeenvolgende dagen zonder onderbreking worden gebeden, met de specifieke mysteries die voor elke dag in de juiste volgorde staan. Dit betekent dat op de eerste dag van de noveen altijd de vreugdevolle mysteries worden gebeden, ongeacht de dag waarop de noveen begint; op de tweede dag de droevige mysteries; op de derde dag de glorierijke geheimen. Op de vierde dag begint men opnieuw met de vreugdevolle mysteries, enzovoort gedurende de 54 dagen van de noveen.
De vraag werd gesteld of de mysteries van het licht ook gebeden moesten worden. Deze noveen werd door OLVrouw afgekondigd in 1884, een tijd waarin de mysteries van het licht uitgesloten waren. Daarom worden in deze noveen alleen de vreugdevolle, droevige en glorierijke mysteries besproken.
In de eerste periode van 27 dagen door de Zalige Bl. Bartolo Longo worden de onderstaande gebeden ook gebeden tot OLVrouw van Pompeii, Koningin van de Rozenkrans:
Plaats de afbeelding van OLVrouw van Pompeii en steek, indien mogelijk, twee kaarsen aan als symbool van het geloof dat in je hart brandt.
Gebed: O heilige Catharina van Siena, mijn beschermvrouwe en lerares die vanuit de Hemel uw toegewijden bijstaat wanneer zij de Rozenkrans van Maria bidden, kom mij op dit moment te hulp en verwaardig u om met mij de noveen te bidden tot de Koningin van de Rozenkrans, die de troon van Haar genaden heeft gevestigd in de vallei van Pompeii, opdat ik door uw voorspraak de genade mag verkrijgen die ik verlang. Amen.
O God, kom mij te hulp. O Heer, haast u mij te helpen.
Glorie zij…
1. Ik, Onbevlekte Maagd en Koningin van de Heilige Rozenkrans, wilde in deze tijden van dood geloof en triomfantelijke goddeloosheid, U Uw troon als Koningin en Moeder vestigen in het oude land van Pompeii, de rustplaats van dode heidenen. Vanuit die plaats, waar de afgoden en demonen werden aanbeden, laat U vandaag, als de Moeder van de Goddelijke Genade, overal de schatten van de hemelse barmhartigheid neerdalen.
Nu dan, vanaf de troon waarop U genadig regeert, richt ook Uw welwillende blik op mij en wees mij genadig, die Uw hulp zo hard nodig heb. Toon U aan mij, zoals U U aan zovelen hebt getoond, als de ware Moeder van Barmhartigheid, terwijl ik U met heel mijn hart groet en aanroep als mijn Koningin van de Heilige Rozenkrans.
Wees gegroet, koningin, moeder van barmhartigheid; ons leven, onze vreugde en onze hoop, wees gegroet. Tot u roepen wij, ballingen, kinderen van Eva; tot u smeken wij, zuchtend en wenend
in dit dal van tranen. Daarom dan, onze voorspreekster, sla op ons uw barmhartige ogen; en toon ons, na deze ballingschap, Jezus, de gezegende vrucht van uw schoot. O goedertieren, o liefdevolle, o zoete maagd Maria. Bid voor ons, heilige moeder van God, opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
2. Neergeworpen aan de voet van uw troon, O grote en glorierijke Dame, vereert mijn ziel U te midden van het gekreun en de zorgen die haar onmetelijk teisteren. In deze staat van angst en ellende waarin ik mij bevind, hef ik vol vertrouwen mijn ogen op naar U, die zich verwaardigd hebt het land van de arme en verlaten boeren als uw woonplaats te kiezen. En daar, voor de stad en het amfitheater waar stilte en ruïne regenen, verhief U, als de Koningin der Overwinningen, uw krachtige stem om vanuit elk deel van Italië en de Katholieke wereld, uw toegewijde kinderen op te roepen om een tempel voor U te bouwen.
Heb nu medelijden met mijn ziel, die ontmoedigd in de modder ligt. Heb medelijden met mij, O Vrouwe, heb medelijden met mij die overweldigend vol ellende en vernederingen ben. U, die de uitroeiing van demonen bent, verdedig mij tegen deze vijanden die mij belegeren. U bent de Hulp van Christenen, verlos mij van deze beproevingen die mij onderdrukken in ellende. U, die ons leven bent, triomfeer over de dood, die mijn ziel bedreigt in deze gevaren waaraan zij is blootgesteld; geef mij opnieuw vrede, sereniteit, liefde en gezondheid. Amen.
Wees gegroet, koningin…
3. Wetende dat zovelen door U geholpen zijn, enkel en alleen omdat ze zich met geloof tot U wendden, geeft mij nieuwe kracht en moed om U in mijn noden aan te roepen. Ooit beloofde U de H. Dominicus dat zij die genaden wilden ontvangen, deze door uw Rozenkrans konden verkrijgen. En ik, met uw Rozenkrans in mijn handen, durf U, O H. Moeder, te herinneren, aan uw heilige beloften. U verricht nog steeds wonderen in onze tijd om uw kinderen op te roepen U te eren in de tempel van Pompeï.
U verlangt er daarom naar onze tranen te drogen en onze zorgen te verlichten! Dan aanroep ik U, met mijn hart op mijn lippen en met brandend geloof, om U in te schakelen: Mijn Moeder! Lieve Moeder! Schone Moeder! Allerzoetste Moeder, help mij! Moeder en Koningin van de Heilige Rozenkrans van Pompeï, aarzel niet langer uw hand naar mij uit te strekken om mij te redden: want het uitstel, zoals U mij ziet, zou mij naar de ondergang leiden.
Wees gegroet, koningin…
4. En tot wie anders zou ik mij kunnen wenden, dan tot U, die de Troosteres bent van de ellendigen, de Troosteres van de verlatenen, de Troosteres van de bedroefden? Ik beken U, mijn ziel is ellendig: gebukt onder enorme fouten, waardig om in de hel te branden, onwaardig om genade te ontvangen! Maar bent U niet de hoop van hen die wanhopen, de Moeder van Jezus, de enige middelaar tussen God en de mensheid, onze machtige Voorspraak voor de troon van de Almachtige, de toevlucht van zondaars?
Nu dan, als U slechts een woord namens mij tot uw Zoon spreekt, zal Hij U horen. Vraag Hem daarom, O Moeder, om deze genade die ik zo hard nodig heb (noem hier de genade die u verlangt). Alleen U kunt die voor mij verkrijgen: U bent mijn enige hoop, mijn troost, mijn zoetheid, mijn hele leven. Dat hoop ik. Amen.
Wees gegroet, koningin…
5. O Maagd van de Koningin van de Heilige Rozenkrans, U die de dochter bent van de Hemelse Vader, de Moeder van de Goddelijke Zoon, de Bruidegom van de Heilige Geest; U die alles kunt verkrijgen van de Heilige Drie-eenheid: U moet voor mij deze genade afsmeken die zo noodzakelijk voor mij is; op voorwaarde dat het geen obstakel vormt voor mijn eeuwige redding (herhaal hier de genade die u wenst). Ik vraag het U door uw Onbevlekte Ontvangenis, door uw goddelijk Moederschap, door uw vreugden, door uw smarten en triomfen.
Ik vraag het U door het Hart van uw liefhebbende Jezus, door die negen maanden waarin U Hem in uw schoot droeg, door Zijn bitter lijden, door Zijn dood aan het kruis, door Zijn allerheiligste Naam, door Zijn Kostbaar Bloed. Ten slotte vraag ik het door uw eigen liefste Hart: in de glorierijke naam, O Maria, die de Sterre der Zee bent, de Machtige Dame, de Zee van Smarten, de Poort van de Hemel en de Moeder van alle genaden. Op U vertrouw ik, op U hoop ik voor alles, U moet mij redden. Amen.
Wees gegroet, koningin…
Gebed tot de heilige Dominicus en tot de heilige Catharina van Siena om de genaden te verkrijgen van de Heilige Maagd van Pompeii:
O heilige priester van God en glorieuze patriarch, H. Dominicus, u die de vriend, de geliefde zoon en de vertrouweling was van onze Hemelse Koningin, en die vele wonderen verrichtte door de kracht van de Heilige Rozenkrans; en u, H. Catharina van Siena, de eerste dochter van deze Orde van de Heilige Rozenkrans en een machtige middelares voor de troon van Maria en het Hart van Jezus, met wie u van hart hebt gewisseld.
U, mijn geliefde Heiligen, zie naar mijn noden en hebt medelijden met de staat waarin ik mij bevind. U had, op aarde, het hart om open te staan voor alle ellende van de mensen, en de machtigen moesten in hun noden voorzien. Nu, in de hemel, zijn noch uw naastenliefde, noch uw macht verminderd. Bid dan namens mij tot de Moeder van de Rozenkrans en tot haar Goddelijke Zoon, want ik heb er groot vertrouwen in dat ik door u de genade heb kunnen verkrijgen die ik vurig verlang. Amen.
3 x Glorie zij
De 54-daagse Rozenkransnoveen werd goedgekeurd door Paus Leo XIII op 29 november 1887
|