15/6 Gods vingerafdrukken: De Drie-eenheid is overal - Joseph Pearce
Omdat ruimte een drie-eenheid is, tijd een drie-eenheid is en het goede-ware-en-schone een drie-eenheid is, zien we dat Gods schepping onuitwisbaar getekend is met zijn trinitaire vingerafdrukken.
Terwijl Christenen over de hele wereld het feest van de Allerheiligste Drie-eenheid vieren, zullen de meesten zich niet realiseren dat de grond waarop ze lopen zelf een mysterieuze drie-eenheid is, net als de tijd die het kost om erop te lopen. De structuur van de fysieke wereld bestaat uit twee drie-eenheden: de drie-eenheid van ruimte en de drie-eenheid van tijd.
De heelheid of eenheid van ruimte bestaat uit drie onafscheidelijke en consubstantiële dimensies (lengte, breedte en diepte), en de heelheid of eenheid van tijd bestaat ook uit drie onafscheidelijke en consubstantiële dimensies (verleden, heden en toekomst). Deze drie-eenheden zijn net zo mysterieus als de Heilige Drie-eenheid, in zoverre dat de eenheid of eenheid onlosmakelijk verbonden is met de drievoudige 'drie-eenheid'.
Voor Christenen, die een drie-eenheid erkennen en met Gerard Manley Hopkins geloven dat de wereld geladen is met Zijn grootsheid, is het weinig verrassend dat de fysieke structuur van de kosmos naar Zijn Drie-eenheid is geschapen. We kunnen de drie-eenheid van ruimte en de drie-eenheid van tijd zien als wat je Gods vingerafdruk op Zijn handwerk zou kunnen noemen. Deze drie-eenheid van de natuurkunde zou hen zeker aan het denken moeten zetten, maar dat geldt ook voor de drie-eenheid van de metafysica, die in zijn geheel de Aanwezigheid van de Drie-eenheid uitstraalt.
De weg, de waarheid en het leven
De transcendentale of metafysische dimensie van de werkelijkheid is door Plato en grote Christelijke filosofen beschreven als de eenheid van het goede, het ware en het schone. Dit plaatst een drie-eenheid centraal in zowel de natuurkunde als de metafysica.
Misschien verwijst Christus in een mystieke zin naar deze transcendentale drie-eenheid wanneer Hij ons vertelt dat Hij de weg, de waarheid en het leven is. Het goede kan worden gezien als "de weg" van de deugd, namelijk liefde (caritas); het ware is "de waarheid" van de juiste rede die leidt tot ware kennis (scientia); het schone is "het leven" van de schepping of creativiteit (poiesis).
Als dit zo is, kunnen we zien hoe Christus de vervulling is van de transcendentale rede van de Grieken, zoals Hij ook de vervulling is van het verbondsgeloof van de Joden. Hij is daarom de eenheid en incarnatie van geloof en rede, zoals Hij ook de eenheid en incarnatie is van de transcendentale drie-eenheid van het goede, het ware en het schone.
Verbazingwekkend genoeg zien we dat de Drie-ene God de kosmos naar Zijn beeld heeft geschapen en de Drie-eenheid, d.w.z. Zichzelf, heeft geweven in het patroon van het magische tapijt van de natuurkunde en metafysica. Nog mooier is het feit dat de glorierijke drie-eenheid van het goede, het ware en het schone bestaat uit drie andere drie-eenheden, die erin verweven zijn: het goede is een drie-eenheid; het ware is een drie-eenheid; en het schone is een drie-eenheid. De transcendentale wezens zijn niets minder dan een glorierijke drie-eenheid van drie-eenheden!
Laten we deze prachtige drie-eenheid van drie-eenheden wat nader onderzoeken.
Het goede, het ware en het schone
Omdat het goede synoniem is met liefde, is het altijd het offeren van onszelf voor de geliefde. Als zodanig is liefde altijd de drievoudige dynamiek van de minnaar, de geliefde en de liefde die de minnaar aan de geliefde geeft. Liefde, d.w.z. het goede, is een drie-eenheid.
Omdat het ware de waarheid is van de juiste rede die leidt tot ware kennis, is het altijd de opofferende betrokkenheid van onszelf bij de "ander" buiten onszelf, d.w.z. de onderwerping van onszelf aan de objectieve feiten die we ervaren via onze fysieke zintuigen, de "stof" waaraan ons intellect probeert "zin te geven". Het ware is daarom altijd de drievoudige dynamiek van de kenner, het gekende en de kennis die het gekende aan de kenner geeft. Rede, d.w.z. het ware, is een drie-eenheid.
Omdat het schone "het leven" van de schepping of creativiteit is, is het altijd de openstelling van onszelf voor de schoonheid die we zien in Gods schepping, en het is deze schoonheid die we zoeken en ontdekken in onze eigen voortplantingsdaden van subschepping waarmee we dingen maken uit andere dingen die reeds bestaan. Het schone is altijd de drievoudige dynamiek van de toeschouwer, het aanschouwde ding en de gave van harmonie die het aanschouwde ding de toeschouwer schenkt.
(Het moet benadrukt worden dat schoonheid niet in het oog van de toeschouwer zit, die mogelijk blind is, maar in de intrinsieke, objectieve schoonheid van het aanschouwde. Iets moois wordt niet lelijk omdat we de schoonheid ervan niet zien.)
Op een dieper niveau is het schone de vrucht van het huwelijk tussen de Inspirator (de Muze) en de geïnspireerde (de kunstenaar). In dat geval kunnen we de Gever van de gave van creativiteit zien als de Bruidegom, de kunstenaar die de gave van inspiratie ontvangt als de Bruid, en het schone kunstwerk als het Kind van het huwelijk. Het schone is daarom een drie-eenheid.
Omdat ruimte een drie-eenheid is, tijd een drie-eenheid, en het goede-ware-en-schone een drie-eenheid, zien we dat Gods schepping onuitwisbaar getekend is met zijn trinitarische vingerafdrukken. Mogen we het feest van de Allerheiligste Drie-eenheid vieren. Mogen we ons hart verheffen in lofprijzing tot God de Goede, God de Ware en God de Schone – Vader, Zoon en Heilige Geest. Deo gratias!
|