Met Kerstmis vieren wij de geboorte van de Messias, de redder van de wereld. Een pasgeboren kind in een stal is een duidelijk signaal dat Jezus de mensen niet komt redden door macht. De methode van Jezus is: liefde voor God en liefde voor de mensen.
De Joden moesten vele offers van de oogst en van dieren brengen om God niet te vergeten. Als een Jood een wijngaard bezat, moest hij die niet alleen bewerken maar ook de eerste druiven offeren omdat God de druiven laat groeien en rijpen.
De bijbel helpt de Joden om vanuit de natuur tot God te komen.
Als zij vanuit Egypte naar het beloofde land trekken kunnen zij dank zij een storm door de ondiepe Rietzee geraken. De bijbel zegt dat God die sterke oostenwind liet waaien.
Volgens de bijbel zorgt God in de woestijn voor manna. Manna is een natuurproduct: als er schildluizen zitten op een tamarisk is er bij morgendauw manna te rapen. Mensen in de woestijn verkopen manna aan toeristen.
Als de Joden na veertig jaar ballingschap weer naar huis mogen,schrijft de bijbel dat God dat besluit aan koning Kores had ingegeven.
Guido Gezelle bleef ook niet stilstaan bij de natuur. Hij ziet het 'schrijverke' over het water lopen en vraagt wat het de hele dag schrijft. Het 'schrijverke' antwoordt: 'Wij schrijven altijd weer de heilige naam van God.'
Er zijn ook mensen, die zich oefenen om zich vanuit het dagelijkse leven naar God toe te keren.
Gust reed onder een zwaar bewolkte hemel naar huis. Opeens priemde een zonnestraal door het wolkendek naar de aarde en gleed over de voorruit van zijn auto. Dat was voor Gust voldoende om tot God te zeggen: 'Dank U wel, God, voor uw knipoogje naar mij.'
Marie zong op een morgen het lied over de Schelde. Een zeeman weet dat zijn vrouw op de kade op hem wacht. Zij trok deze gedacht verder door naar God; 'God, gij staat altijd op mij te wachten. Help mij om tussen al mijn bezigheden ook eens aan U te denken.
Lode start zijn auto nooit onmiddellijk. Eerst vraagt hij aan God om hem duidelijk te maken dat hij, of hij naar het noorden rijdt of naar het zuiden, naar het noorden of naar het westen, eigenlijk altijd onderweg is naar Hem.
Katrien heeft een zwaar leven. Als haar weer eens een tegenslag overvalt, bidt zij tot God. Zij vraagt niet dat God deze tegenslag wegneemt. Zij spreekt Hem ook niet aan met woord 'God' maar met 'Vader'. Deze menselijke band met God geeft haar de kracht om zich niet gewonnen te geven.
Mensen in de Kempen hebben iets speciaals. Zij sluiten niet onmiddellijk vriendschap maar nemen daarvoor de tijd. Maar als iemand in hun hart binnen geraakt, is het een vriendschap voor heel het leven. Ook als zij elkaar een hele tijd niet horen of zien beleven zij vreugde aan elkaar.
Met een Zalig Kerstfeest wens ik dat mensen vanuit het dagelijkse leven op zoek gaan naar die onzichtbare God en zijn liefde en vriendschap voor hen mogen ontdekken.
Petrus krijgt nogal op zijn donder. Jezus heeft meerdere keren gepredikt over het koninkrijk, dat Hij gaat stichten. Nu vertelt Hij dat ze Hem zullen doden. Dan valt de toekomstdroom van Petrus helemaal weg. Op dat ogenblik denkt Petrus nog dat het geloof in Jezus hem een groot voordeel zal schenken. Mettertijd leert Petrus dat het geloof een grote inzet vraagt en omwille van zijn geloof in Jezus wordt hij gedood.
Een volgeling van Jezus moet zichzelf verloochenen. Dat houdt in dat men God in het leven God moet laten zijn.
In een voorbede tijdens een eucharistieviering bad men om de genezing van een man, die de dokters totaal hadden opgegeven. Dat is geen geloven meer. Dat is God voor zijn kar zetten. God moet in gang schieten en wel met een wonder.
De dood hoort bij het leven. Ons christelijk geloof beschermt ons niet tegen de menselijke dood maar geeft uitzicht op een eeuwig leven in de heerlijkheid van Gods liefde.
Zichzelf verloochenen houdt ook in dat men met zijn hart naar medemensen kijkt.
De anderen moeten kunnen voelen dat ge echt om hen begaan zijt.
Laten wij vanuit de kracht van ons geloof de wereld menselijker maken.
Jezus geneest zieken door hen de handen op te leggen. Dat geloof ik volkomen. Ik ken mensen, die door de houding van hun handen een zekere warmte uitstralen. Ik ben er van overtuigd dat Jezus door zijn grote liefde voor mensen en zeker voor de zieken een warme energie kon uitstralen.
Er staan in het evangelie verhalen, waarbij ik grote vragen stel.
Een meisje is dood en Jezus brengt haar weer tot leven. Lazarus is vier dagen overleden. Zijn lichaam begint al te rieken en op het woord van Jezus wandelt hij het graf uit.
Een uitspraak van Jezus helpt ons om deze verhalen te begrijpen: 'Wie in mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven.' Het gaat over een leven na de dood en daar ben ik helemaal van overtuigd: Jezus wacht ons op en bij ons overlijden voert hij ons binnen in de heerlijkheid van God.
Laten wij niet handelen zoals de mensen in zijn vaderstad, die Jezus uitlachten als hij zei dat het meisje slaapt. Wij geloven wel in Jezus maar laten wij ons inzetten om te groeien in vertrouwen op hem.
De genodigden voor het bruiloftsfeest wilden niet komen en de koning nodigt dan iedereen uit. Met de eerste genodigden zijn zeker de Joden bedoeld en de anderen zijn dan alle volkeren.
Daar is een man bij zonder een bruiloftskleed. Hij wordt buiten geworpen. Het betekent dat wij aan de verwachtingen van Jezus moeten voldoen.
Het is niet voldoende de tien geboden en de voorschriften van de Kerk stipt na te volgen. Als het daarbij blijft, zijn wij niet beter dan de Farizeeën. Jezus verlangt dat wij God liefhebben.
Is liefde op een afstand mogelijk ?
Hans heeft mij een bericht gestuurd. In 1973 was ik zijn klastitularis. Hij schrijft dat ik hem bijlessen heb gegeven. Ik kan mij dat niet herinneren maar nu zoekt hij contact met mij. Dat is echte waardering en een teken van ware vriendschap.
God staat altijd op wacht voor een teken van onze vriendschap voor Hem.
Alles kan ons helpen om contact op te nemen met God.
Zo komt de bijbel altijd bij God uit. Koning Kores van Babylon laat de Joden na veertig jaar ballingschap weer naar Israël gaan. Wij zouden hem een fijne mens noemen. De bijbel zegt dat God hem die gedachte had ingegeven.
Guido Gezelle blijft ook niet bij de natuur stil staan. Hij ziet een waterkever over het water lopen en vraagt: 'Wat schrijft ge toch de hele dag ?' Het antwoord was: de heilige naam van God.
De natuur geeft ons een kans om bij God uit te komen. Als wij foto's van het heelal zien, kunnen wij er voor in bewondering staan maar ook dankbare gedachten naar God richten, die alles geschapen heeft. Ook bloemen kunnen ons blij maken en wij kunnen dan God bedanken om deze vreugde.
Een gebeurtenis kan onze gedachten tot bij God brengen, bij voorbeeld een geboorte. Wij hebben allemaal twee ouders, vier grootouders en ik weet niet hoeveel voorouders. Al die voorouders hebben hongersnood, de pest en alle oorlogen overleefd. De kans dat wij zouden geboren worden is enorm klein en toch zijn wij er. Het is een reden te meer om God voor ons leven eens te danken.
Elke mens is een uitnodiging van Jezus om heel liefdevol tegenover hem te staan, ook tegenover de meest vervelende gast, die nooit vriendschap en liefde heeft ondervonden Dat is niet zo gemakkelijk. Wij kunnen God om een dieper geloof en een sterkere liefde vragen.
Zo kan de onzichtbare God een echte vriend worden en ons hart verwarmen.
Een plaatselijke voetbalploeg speelde sterk in de tweede hoogste afdeling van het land.Op het einde van het seizoen had een andere ploeg evenveel punten behaald. Beide ploegen hadden evenveel wedstrijden gewonnen en hadden hetzelfde aantal doelpunten gemaakt. Een testwedstrijd moest beslissen welke ploeg er naar de hoogste afdeling zou overgaan.
De plaatselijke ploeg verloor de wedstrijd met 0 - 1. Dan is de ruzie begonnen. In de volgende wedstrijden was er geen samenspel meer. Drie groepen stonden er op het veld. Wie de bal aan de voet had, speelde hem alleen door naar een speler van dezelfde groep. Twee jaar na elkaar zakte de ploeg naar een lagere afdeling. De fut was er uit.
Na de dood van Jezus bleven de leerlingen de psalmen bidden en bleven zij lezen in de heilige schrift. Zo ontdekten zij dat Jezus toch de Messias was en verkondigden hem met grote vurigheid. De hogepriester verbood hen nog over Jezus te spreken maar zij antwoordden dat zij over Jezus niet konden zwijgen.
De eerste christenen verkochten hun eigendommen en brachten het geld naar de apostelen om het aan de armen te geven. Op een bijbelavond reageerde een man dat zo iets niet mogelijk was. Hij oordeelde niet vanuit het enthousiasme van de eerste leerlingen maar vanuit zijn eigen geloofsbeleving.
God werkte sterk in de eerste christenen. Marcus schrijft daarover dat de Heer met hen meewerkte. Lucas haalt beelden uit het Oude Testament om het enthousiasme van de eerste leerlingen te beschrijven. Vurige tongen zweefden boven hun hoofd. Dit beeld haalt hij uit de uittocht uit Egypte want een vuurzuil verlichtte de Joden in de nacht. Zij konden vreemde talen spreken in tegenstelling met het verhaal van de toren van Babel, waarin mensen elkaar niet meer begrepen. De liefde is inderdaad de taal, die iedereen verstaat.
De Geest werkt altijd maar het resultaat hangt ook van ons af.
Ik zie in onze kerk van vandaag geen enthousiasme meer. Priesters en leken doen wat van hen verwacht wordt maar het brengt geen aarde aan de dijk. En toch is het mogelijk, alleen moeten wij meer durven.
Werenfried van Staeten had opgemerkt dat na de oorlog verdreven Duitsers vooral in protestantse gebieden terecht gekomen waren en geen geestelijk steun kregen. Ook hadden zij veel te kort. Hij predikte in vele kerken dat een ware christen geen vijanden heeft maar mensen in nood verder helpt. Zijn slogan was: haat kan alleen overwonnen worden door de liefde. Zijn inzet heeft bisschoppen, kloosters en gelovigen erg geholpen. Zijn actie had ook nog een andere uitwerking: in zijn tijd zijn er vele jongeren ingetreden in Tongerlo.
Onze kerk heeft nu enthousiaste geestelijken en enthousiaste gelovigen nodig.
Jezus zegt:'Als ge mij lief hebt, zult ge mijn geboden onderhouden.' In de vier evangelies staan er geen geboden van Jezus. Wel staan er zaligsprekingen in en wensen maar geen verplichtingen. Ook begint deze zin met de woorden 'Als ge mij lief hebt'. Wel geeft Jezus in het laatste avondmaal één gebod mee:'Dit is mijn gebod, dat gij elkaar lief hebt.' en nog wel zoals hij ons lief heeft. Alleen menselijke liefde is voor Jezus niet genoeg.
Het woord 'waarheid' heeft bij de evangelist Johannes twee bekennissen. Als de Samaritaanse vrouw zegt dat zij geen man heeft, antwoordt Jezus dat zij de waarheid heeft gesproken.De diepere waarheid voor Johannes is dat Jezus de ware Messias is, ook al beantwoordt hij niet aan menselijke verwachtingen.
De apostelen zijn Jezus gevolgd om een postje te bekomen in zijn koninkrijk. Daar hebben zij nogal ruzie over gemaakt. Jezus is gekruisigd. Hun menselijke droom is vervlogen. Er zijn zelfs leerlingen teruggekeerd naar huis.
Door het bidden van de psalmen en het lezen in de heilige schrift raken zij overtuigd dat Jezus toch de verwachte Messias is. Alleen moeten zij hun al te menselijke opvattting over zijn koninkrijk bijsturen.
Voor Jezus heen gaat, geeft hij de apostelen en de leerlingen nog een bemoediging. Hij zal terugkeren. De eerste christenen waren ervan overtuigd dat Jezus spoedig terug komt en alles ten goede zal keren. Zij verkochten zelfs eigendommen en brachten het geld naar de apostelen om het aan de armen te geven. Maar ook deze menselijke opvatting zullen zij moeten bijsturen. Jezus is geen tovenaar, die alles oplost.
De wereld begrijpt Jezus niet en als wij denken zoals de wereld begrijpen wij Jezus ook niet. Als wij voor Jezus open staan, zal hij ons de kracht geven om onze taak in de wereld op te nemen.
Jezus heeft voor ons een plaats bereid. Na deze viering gaan wij weer naar huis maar dat is slechts een voorlopige thuis. Onze echte thuis is in de heerlijkheid van de Vader, samen met Jezus, met Maria, met alle heiligen en met al onze overledenen. In onze gedachten en in ons hart zouden wij meer rekening moeten houden met onze definitieve thuis.
Jezus is de weg. Zijn manier van leven vinden wij in het evangelie.
Jezus gaat op zoek naar mensen, die de maatschappij verafschuwt zoals de Samaritaanse vrouw en Zacheus. In de bergrede prijst hij de zachtmoedige, de barmhartige mensen en de vredebrengers.
Interessant is ook zijn uitleg na de zaligsprekingen. Als wij liefhebben, die ons liefhebben wat voor bijzonders doen wij dan. Dan handelen wij juist zoals de tollenaars. Als wij alleen onze broeders groeten, dan zijn wij niet beter dan de heidenen.
Jezus verwacht van ons dat wij in liefde boven de anderen uitsteken. De kerk heeft zulke liefde nodig om uit het dal te geraken.
In onze kerkgeschiedenis hebben vrouwen en mannen het geloof omhoog gestuwd.
Franciscus liet de rijkdom van zijn ouders voor wat zij was. Hij omarmde de armoede en vele Franciscanessen en Franciscanen zijn hem daarin gevolgd.
Iemand beweerde dat de verhalen over Norbertus niet kloppen. Waar haalde hij het geld vandaan om al die kloosters te bouwen ? Hij hoefde geen kloosters te bouwen. Hij bracht vernieuwing door de nadruk te leggen op gebed en studie. Vele kloosterlingen merkten die vooruitgang op en werden ook Norbertijn.
Pater Damiaan werd verkozen tot belangrijkste persoon in ons land boven alle werelkampioenen. Men probeerde hem nog van de eerste plaats te verwijderen maar dat is niet gelukt. Onze mensen waarderen wat hij voor de melaatsen heeft gedaan.
In Calcutta hebben Moslims een spandoek opgehangen om hun spijt uit te drukken dat Moeder Teresa overleden was. Kritikasters hebben haar verweten dat zij geen structuren heeft veranderd. Die kritikasters hebben ook geen structuren veranderd en hebben geen hart getoond en Moeder Teressa wel.
Wie de liefde van Jezus ter harte neemt kan veel bereiken.
Op paus, kardinalen, bisschoppen, priesters, kloosterlingen maar ook op de gewone gelovigen rust de taak om onze kerkgemeenschap door een bijzondere liefde weer aantrekkelijk te maken.
Vijfde zondag van de vastentijd in het A-jaar 26/3/23
Als ge een tekst van de evangelist Johannes letterlijk neemt, dan legt hij u sterk in de luren.
Jezus zegt tot de Samaritaanse vrouw: 'Als ge wist wie ik ben, dan zoudt gij water vragen aan mij en ik bezorg u levend water.' Daarbij kunnen wij aan het doopsel denken, niet zozeer aan het gebaar maar vooral aan het geloof in Jezus. Johannes geeft ook een aanwijzing om zijn tekst niet letterlijk op te vatten. De vrouw kwam drinkwater halen maar laat haar kruik achter omdat zij tot geloof in Jezus is gekomen.
In het verhaal van Lazarus geeft Johannes ook een verwijzing: na vier dagen is het lichaam van Lazarus al in een staat van ontbinding. Een terugkeer naar een gewoon bestaan is niet mogelijk. Johannes bedoelt een leven na de dood.
Niemand kan bewijzen dat er leven is na de dood maar er zijn wel gebeurtenissen, die in die richting wijzen.
Moeder kreeg in de kliniek een hartstilstand. Dokters hebben haar gered. Moeder vertelde dat zij in een lichtblauwe, heel aantrekkelijke gang terecht kwam. Zo een zalig gevoel had zij nooit in haar leven ondervonden. Moeder stond altijd met haar twee voeten op de grond en mij wilde zij zeker geen fabeltje wijs maken. Andere mensen spreken op dezelfde manier over hun bijna-doodservaring.
De bijbel verhaalt dat het gezicht van Mozes na de ontmoeting met God zo sterk straalde dat de Joden die glans niet konden verdragen.
Bij de gedaanteverandering straalde het gelaat van Jezus en zijn klederen werden schitterend wit. Voor zijn lijden mocht hij de liefde van God voelen, ervaren.
God heeft aan drie mensen uit ons volk deze gunst ook verleend: Beatrijs, Hadewych en Jan Ruusbroeck. Zij hebben deze gebeurtenissen zo goed mogelijk beschreven.
Ik geloof in een sterk totaal anders, diep gelukkig leven na de dood en ik wil u allen meenemen in dit vertrouwen.
Als Jezus in de woestijn honger kreeg, spoorde de duivel hem aan om van de stenen brood te maken. Jezus antwoordde:' Niet van brood alleen leeft de mens maar van het woord van God.
Dezelfde gedachte steekt ook in het verhaal van Jezus bij de waterput in Samaria. De leerlingen zijn in het dorp eten gaan kopen en zetten Jezus aan om wat te eten. Jezus zegt dat hij al eten heeft, dat zij niet kennen. Jezus moet iedere dag eten, juist zoals wij. Maar dat voedsel vult zijn leven niet. Hij geeft zin aan zijn leven door de wens van zijn hemelse Vader te vervullen.
Als ik mensen gade sla, dan zie ik hoe sterk zij zich inzetten om in het leven vooruit te komen. Een man verdient veel geld. Het werk zet hem zwaar onder druk, vooral in de laatste week van de maand. Hij geeft toe dat hij dan erg prikkelbaar is. Ik heb hem gewaarschuwd dat hij teveel hooi op zijn vork neemt. Hij antwoordde dat hij sterk genoeg is. Ja, ja, ik weet dat zijn relatie op het springen staat.
Op zondag leggen sportieve fietsers heel wat kilometers af. Zij houden halt aan een drankgelegenheid maar fietsen elke kerkdeur voorbij. Zij zijn meer begaan met hun lichamelijke dan met hun geestelijke gezondheid.
De duivel vraagt Jezus om van de tempel naar beneden te springen, want God zal voor hem zorgen. Jezus wil God niet op de proef stellen. In een uitzending van een eucharistieviering werd een voorbede geformuleerd om de genezing van een ongeneeslijke ziekte. Ik vind het een vooruitgang dat vele mensen zo niet meer tot God bidden. Wij vragen aan God beter om voldoende kracht om meer en meer op Jezus te gelijken. Dat helpt de mensen en de wereld beter vooruit.
De duivel biedt Jezus alle koninkrijken van de wereld aan, als Jezus hem wil aanbidden. Jezus gaat er niet op in. Zijn koninkrijk steunt niet op macht en heerschappij maar op de liefde om God in de medemens te dienen.
In de eucharistie geeft Jezus zich weer helemaal aan ons weg.Zijn liefde voor alle mensen gaat tot de dood op het kruis. Zetten wij ons hart voor hem open om te groeien in liefde en om boven de gang van de wereld uit te stijgen.
Wie van u zegt tot een boom, die in de weg staat:' Verplant u naar het bos ?' Niemand doet dat en ik ook niet. Daar geloven wij niet in en ook voor iemand, die dat wel zou geloven, blijft die boom ter plaatse staan.
Een protestants echtpaar behoort tot mijn vriendenkring. Wij hebben veel respect voor elkaar. Zij zijn echte God-zoekers. Zij geloven sterk dat Jezus mensen heeft genezen en lezen in de schrift dat ook Paulus een verlamde man terug liet lopen. (Hand.14,8-10)
Zij zagen dat ik bij het lopen mank en ze vroegen of ze mij de handen mochten opleggen en voor mij bidden. Graag gedaan maar ik ben wel blijven manken.
Ik geloof ook in lichamelijke genezingen door Jezus maar ik vind ze niet zo belangrijk. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om geneesheren en apothekers overbodig te maken.
Jezus geeft ook andere wonderen verricht en daar geloof ik sterker in. Zacheus was belastingontvanger en inde geld voor de bezettende Romeinen. Hij rekende ook goed door voor zichzelf. Hij was niet graag gezien door de mensen. Jezus vraagt hem of hij die avond bij hem kan eten. Zacheus had nooit vriendschap of liefde gekend en nu toont Jezus belangstelling voor hem en vraagt hem om een gunst. Dat verandert hem helemaal en hij geeft viervoudig terug wat hij teveel had gevraagd. Uit zulke wonderen kunnen wij veel leren.
De bijbel komt altijd bij God uit.
Als de Joden wegvluchten uit Egypte kunnen zij dank zij een sterke oostenwind doorheen de Rietzee. De bijbel schrijft dat God die oostenwind liet waaien.
De bijbel zegt dat God koning Keros heeft ingegeven om de Joden uit hun ballingschap te laten terugkeren.
Ook Guido Gezelle blijft niet stilstaan bij de natuur en laat het schrijverke antwoorden: 'Wij schrijven en schrijven nog de heilige naam van God'.
Op dezelfde manier kunnen wij ons altijd tot Jezus richten. Hij spreekt tot ons langs de natuur, lans gebeurtenisssen in ons leven en door elke medemens. Wij moeten alleen met ons hart leren luisteren.
Echt geloven is zich door Jezus laten veranderen. Bij alles wat wij doen kunnen wij Jezus vragen wat hij van ons verwacht. Het is echt niet moeilijk om te weten wat hij wenst. Wij kunnen ons daarin oefenen en zo ontdekken dat wij dank zij Jezus groeien in geloof en liefde. Zo wordt hij voor ons een echte vriend.