Ik wou dat ik even de wind eens was
Ik wou dat even de wind eens was
dan liep ik al dansend over het water
en tuimelde gek over koren en gras
en lachte van pret met luid geschater
Dan plaagde ik graag eens de molenaar:
ik deed de wieken geweldig draaien
de balken kraken,de mulder beeft
en meent ;hij zal omver waaien
Ik greep eens stevig de bomen vast
om appels en peren te grabbel te gooien
en ik schudde te vroeg het lover af,
om straatjes en paadjes er mee te bestrooien
Dan plaste en woelde ik wild in de zee
de schepen wippen als notenschalen
en de visman pruttelt:die donderse wind
we krijgen geen vis en geen garnalen
Dan beukte en bonsde ik bom op de deur
waar lastige kleuters liggen te krijten
dan rukte ik pannen hoog uit het dak
om ze plok op de straat kapot te smijten
Dan blies ik lampjes en kaarsjes uit
en kletste met hagel tegen de ruiten
dan woei ik heren hun hoofddeksel af
en dames hun regenscherm binnenste buiten
Ik liet het linnen klapperde klap
aan de waskoord wapperen in bont gewemel
dan brak ik het touw en ik joeg de was
lijk joelende vogels hoog in de hemel
Dan opende ik plots een raam in de klas
en buitelde erbinnen holderdebolder;
ik stiet er bloempot en inktfles omver
en flapte de landkaart tegen de zolder
En maakte ik het soms al te grof
dan zou er wel één mijn zotheid remmen
die stilde de stormen en het wilde meer
die zou met zijn stemme ook mij wel temmen
Pieter Van Moerlanden.
27-04-2008 om 15:25
geschreven door lutje
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 3/5 - (22 Stemmen)