2. Naar Amsterdam
jodenhaat Het gaat niet goed in Duitsland. Er is werkloosheid armoede. De nationaal-socialisten, ze werden de Nazis genoemd, zeggen dat het de schuld is van de joden. Volgens hun zijn joden slecht en oneerlijk. Nazis verspreiden een antisemitisch idee: joden zijn de vijand. Veel Duitsers geloven de Nazis. In 1933 komt Hitler, de leider van de Nazis, aan de macht. De Nazis maken de joden het erg moeilijk om hun een normaal leven te laten leiden. De joodse kinderen mogen niet meer spelen met niet-joodse kinderen, en ze moeten apart in de klas zitten. Dan gaan ze naar Amsterdam in Nederland, daar is nog geen oorlog. Anne en Margot slapen bij hun oma Holländer in Aken. Als de vader een huis heeft gevonden komt eerst de moeder thuis daarna kwam Margot en als het huis helemaal af was dan kwam Anne. In 1939 kwam oma Holländer bij hun wonen.
|