Het gedicht Dialoog met Hazen
Men vroeg aan twee oude hazen wat doen jullie zo met Pasen ? ze wilde huppelend verder gaan bleven even toch maar staan.
De ene spak; ach, weet je wat we zijn het eigelijk met Pasen zat en we kunnen niemand zeggen dat wij Hazen geen eieren leggen.
De andere sprak nog wat verlegen en in ons mooie stille bos kom je weer duizene mensen tegen en ze hebben de meeste pret aan hun
eieren van hun zelf daar neer gezet met Pasen zijn wij Hazen de klos wij oude Hazen zijn dan pas tevree als het weer stil is in ons bos.
Werner Noorda
|