Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
02-05-2009
Een nieuw blauwtongvirus ?
Nog een nieuw blauwtongvirus?
Begin dit jaar werd alweer een nieuw hoofdstuk gebreid aan het blauwtongverhaal dat onze rundvee- en schapensector al sinds de zomer van 2006 in de ban houdt.
Het Europese referentielaboratorium voor deze ziekte, dat gevestigd is in het Engelse Pirbright, slaagde er toen in om BTV11 aan te tonen in een bloedmonster van een Oost-Vlaamse koe.
Deze vaststelling is uiteindelijk geen alleenstaand geval gebleken. Bij het onderzoek, dat het Voedselagentschap naar aanleiding van de vondst heeft opgestart, heeft het Belgische referentielaboratorium CODA inderdaad nog een tiental andere rundveebedrijven gevonden die besmet bleken te zijn geweest met dit virus. Alle veehouderijen zijn gelegen in de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, ten noorden van de E40 autosnelweg en ten oosten van Gent. Telkens bleken slechts één of enkele dieren in contact geweest te zijn met het virus en in geen enkel geval werden er ziektetekens vastgesteld.
Deze vaststellingen en een eerste, beperkte ontcijfering van de genetische code van het virus voeden de hypothese dat het hier mogelijk geen veldvirus betreft, maar eerder een levend vaccinvirus. Levende vaccinvirussen kunnen zich weliswaar, door tussenkomst van kriebelmuggen, zoals ook een veldvirus dat zou doen, (Culicoides sp.) bij herkauwers verspreiden, maar zijn gelukkig niet pathogeen (ziekteverwekkend), omdat ze dermate afgezwakt zijn dat ze geen ziekte meer veroorzaken. Er is dan ook geen reden om uitgebreide veiligheidsmaatregelen te nemen.
In afwachting van verdere onderzoeken die deze veronderstelling moeten helpen bevestigen, heeft het Voedselagentschap in samenspraak met de Europese Commissie beslist om tijdelijk bijkomende garanties aan onze handelspartners te geven: in een gebied van een twintigtal km rond de gekende gevallen van BTV11 (het zgn. tijdelijke controlegebied) dienen alle fok- en mestdieren eerst een opsporingstest voor BTV te ondergaan vooraleer zij in de intracommunautaire handel gebracht kunnen worden.
BTV11 werd nooit eerder vastgesteld in Europa. Deze variant van blauwtong is wel gekend in Afrika bezuiden de Sahara, in Midden- en Noord-Amerika en in Zuidoost-Azië. Voor zover gekend, wordt er enkel in Zuidelijke Afrika preventief gevaccineerd tegen dit serotype.
Net zoals dat afgelopen oktober het geval was met BTV6 in Nederland en Duitsland, stelt zich ook nu weer de vraag hoe een exotisch virus terechtgekomen is in onze veestapel. De illegale invoer van een vaccin uit Zuidelijk Afrika is dus waarschijnlijk. Het vaststellen van BTV11 heeft alleszins één zaak nogmaals bevestigd: blauwtong heeft nog steeds niet het achterste van zijn tong laten zien.
Een virus ontsnapt uit het labo? Ons land en de buurlanden hebben het afgelopen jaar miljoenen runderen en schapen tegen BTV8 gevaccineerd. Elders in Europa wordt de veestapel ook volop tegen andere serotypes (o.a. 1, 2, 4 en 9) gevaccineerd. De hypothese dat BTV11 en BTV6 virussen zouden zijn, die mogelijk afkomstig zijn van de verzwakte, levende vaccins die in Zuidelijk Afrika gebruikt worden, doet dan ook vragen rijzen over de invoerkanalen ervan.
Met uitzondering van Italië, worden in de Europese Unie immers enkel geïnactiveerde vaccins gebruikt. Dergelijke geïnactiveerde vaccins zijn gegarandeerd veilig, want ze bevatten in tegenstelling tot de verzwakte, levende vaccins nooit levend virus, maar enkel virusdeeltjes of virus dat vooraf gedood werd.
Een geïnactiveerd virus zal na inspuiting bij een dier enkel de immuniteit stimuleren en zich nooit vermeerderen. Een levend, weliswaar verzwakt vaccinvirus zoals BTV6 en BTV11 zal zich daarentegen wel vermeerderen eens het toegediend is en kan dus zoals dat ook bij een veldvirus het geval is door tussenkomst van kriebelmuggen overgedragen worden naar een ander dier. Dergelijke verspreiding is overigens op de keeper beschouwd geen probleem, zolang het vaccinvirus voldoende afgezwakt blijft en niet opnieuw aan pathogeen karakter wint. En net daar wringt soms het schoentje bij de verzwakte, levende blauwtongvaccins. In het verleden zijn er inderdaad al gevallen geweest, waarbij het virus onvoldoende afgezwakt was of na verloop van tijd weer pathogener geworden was. Het virus ging zich daarbij gedragen als een veldvirus en ook en soms zelfs meer klinische problemen veroorzaken. Net daarom gebruiken België en de meeste lidstaten in de Unie enkel de veilige, geïnactiveerde vaccins om hun veestapel tegen blauwtong te beschermen.