De strijd tegen slakken is een hardnekkige!
Slakken behoren net als mossels, oesters, inktvissen, .. tot de weekdieren. Ze hebben geen enkele verwantschap met zoogdieren, insecten of mijten. Dat verklaart waarom slakken niet te bestrijden zijn met gekende insectendodende middelen. Hiervoor zijn speciaal ontwikkelde middelen nodig. Slakken hebben een technisch hoogstandje meegekregen van Moeder Natuur, dat grotendeels verklaart waarom zij zich zo massaal voortplanten. Slakken zijn namelijk tweeslachtig (man én vrouw tegelijkertijd). Toch moeten ze paren met een soortgenoot om zich te kunnen voortplanten. Bij het paren bevruchten ze elkaar. Zo ontstaan er twee afstammingslijnen per koppel slakken en zorgt dus elke slak voor nakomelingen.
Slakken leggen in april reeds een driehonderdtal eitjes onder aardkluiten, boomschors,... Uit de doorzichtige bolletjes komen na een drietal weken minuscule slakjes die zich onmiddellijk beginnen te voeden met de tuinplanten en na amper twee maand zijn ze volwassen en klaar om zich voort te planten. Het is dan ook belangrijk om reeds vroeg op het jaar te starten met de bestrijding van naaktslakken om een ware slakkenplaag te voorkomen en de slakkenpopulatie in de moes- en siertuin zo minimaal mogelijk te houden.
Slakken verplaatsen zich op de zoolvormige onderzijde van hun lichaam, en scheiden hierbij slijm af dat een spoor achterlaat en zo duidt op hun aanwezigheid.
Slakkenvraat aan hosta's.
Slakken kunnen ingedeeld worden in twee grote groepen: naaktslakken en huisjesslakken .
Het voedsel van huisjesslakken bestaat hoofdzakelijk uit algen en plantaardig afval; minder vaak plantenweefsels maar kan toch hier en daar eens voorkomen.
Het voedsel van naaktslakken daarentegen bestaat hoofdzakelijk uit zachte plantendelen waardoor ze grote schade aanrichten in onze tuinen. Ze zijn te vinden op vochtige plaatsen zoals onder stenen, bloempotten, dichte beplanting, rottende bladeren en composthopen. Bij het uitstrooien van compost dus opletten dat u zo geen plaag over de hele tuin verspreid. Alertheid is geboden! Naaktslakken kruipen bij zonnig en/of droog weer weg om niet uit te drogen. Ze graven zich hierbij vaak in de grond in. Zodra de lucht vochtiger is (bijvoorbeeld bij langere dauwperioden, na een bui of s nachts) gaan ze terug op pad. In droge zomers is het aantal vraatzuchtige slakken dan ook beduidend minder dan in vochtige en warme zomers.
Natuurlijke vijanden van slakken zijn egels, loopkevers, padden, kraaien, lijsters, spreeuwen,... Je kunt de tuin dan ook aantrekkelijk maken voor deze dieren door voor de vogels struiken aan te planten en voor egels en padden bestaan er zelfs speciale huisjes.
Ook schoffelen helpt in de strijd, omdat het de bovenste grondlaag uitdroogt. Heeft men toch nog te kampen met een slakkenplaag, dan zijn er de speciaal ontwikkelde slakkenkorrels ....................
(tuinadvies.be)
(nota van Ciska : let er altijd op dat die korrels niet giftig zijn voor je eigen huisdieren !!!!)
|