Wanneer ik morgen dood ga vertel ik aan de bomen hoeveel ik van je hield vertel het aan de wind die in de bomen klimt of uit de takken valt hoeveel ik van je hou
Vertel het aan de huizen van steen vertel het aan de stad hoe lief ik je had maar zeg het aan geen mens ze zouden je niet geloven ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw dat mens een mens zo lief had zoals ik jou