Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Zoeken in blog

    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Vijf eeuwen familie Martens

    24-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1.3. Vlaamse familiegeschiedenis

    1.3 Vlaamse familiegeschiedenis

    Oude familiepapieren

    De eigen familiekring is veelal het vertrekpunt voor een ontdekkingstocht in de familiegeschiedenis en het opbouwen van een stamboom: oude familiepapieren die ergens vergeten liggen in verborgen laden en vergeten rommelkasten, oude kerkboeken en notaboekje of een papierkoffer op zolder. Vooral in huizen of boerderijen die door meerdere generaties van hetzelfde geslacht werden bewoond kan de zolder een conservatorium zijn van oude afgedankte familiestukken.

    Trouwboekjes van ouders of grootouders kunnen een eerste bron van inlichtingen zijn. Hierin vindt men de namen van de gehuwden, van hun respectievelijke ouders, van de kinderen, alsook de data van het huwelijk, geboorte en eventueel overlijden. Doodsprentjes of bidprentjes worden al eens gevonden in oude afgediende kerkboeken of in een oude doos. Zij leveren allerlei bijzonderheden op over bekende of niet vermoede familieleden, met hun juiste namen, hun levensloop, hun geboorte- en sterfdatum, hun lidmaatschap van sommige verenigingen en de openbare ambten die zij bekleed hebben.

    Doodsbrieven zijn nog belangrijker. Ze geven de juiste samenstelling en toestand van een familiale groep op een bepaald ogenblik. Bij oude papieren in een schuif of op zolder kan allerlei informatie ontdekt worden die iets leert over het karakter of de bekommernissen, over de werkkring of het gemoedsleven van iemand uit het voorgeslacht: brieven nopens familie-aangelegenheden, brieven over geldzaken, liefdesbrieven, oude nieuwjaarsbrieven, soldatenbrieven,rekeningen, kwijtbrieven van pachttermijnen , aanslagbiljetten van de ontvanger, certificaten, schoolschrijfboeken, erekaarten en bulletins allerhande.

    Een oud familieboek, wellicht een onooglijk schriftje, kan boeiende informatie bevatten. Wellicht noteerde een huisvader zorgvuldig al wat hij van belang achtte voor zijn gezin en zijn bedrijf: geboorten en sterften in de familie, gebeurtenissen op het erf, in het dorp, in het land, over oorlogen en opeisingen, mislukte oogst, pachtvoorwaarden, ontvangsten en uitgaven, enz.

    Notariële akten en kavelbrieven nopens scheiding en verdeling der goederen worden vaak beter bewaard. Het zijn officiële stukken die voor het vaststellen van verwantschap en afstamming een wettelijk erkende bewijskracht bezitten. Zij geven uitvoerige bijzonderheden over de maatschappelijke stand en het bezit van de familie.

    In gebouwen, het familiehuis, de hofstede en stallen kan wellicht ergens op een balk, in de ankers of op een hoeksteen een jaartal (bvb. 1753 in Goed ter Elst) gevonden worden.

    Parochiale registers

    Voor de officiële registers van de Burgerlijke Stand in voege kwamen bestonden er alleen parochiale registers van dopen, sterfgevallen en huwelijken, ingevuld en regelmatig bijgehouden door de parochiegeestelijken. De oudste parochieregisters vinden we in Frankrijk en Noord-Italië. Het oudste Frans register komt uit Givry in Bourgondië en dateert van 1334. Het oudste register in België dateert van 1482 en betreft St Goedele in Brussel.

    In Vlaanderen zijn de burgerlijke parochies ontstaan vanaf de veertiende eeuw. Voor de verdeling van de belastingen werd de heer van de heerlijkheid waarop de kerk stond verantwoordelijk gesteld voor de hele parochie. Deze heerlijkheid werd de dorpsheerlijkheid en de heer van deze heerlijkheid ging als dorpsheer een groter aanzien genieten dan de heren van de andere heerlijkheden. Zijn bevoegdheid beperkte zich vooral tot het fiscale. Op die manier ontstonden een aantal documenten die we als voorlopers van de documenten uit de latere gemeentearchieven kunnen beschouwen: landboeken, pointingen en zettingen, penningkohieren. Sommige rekeningen van de baljuws zijn vanaf de dertiende eeuw bewaard.

    Reeds in de XVe eeuw werden bisschoppelijke richtlijnen gegeven betreffende het registreren van doopsels(Nantes 1411, Doornik 1481, Kamerijk 1550). Het Concilie van Trente(1545-1563) vaardigde(tijdens de 24ste zitting van 11 november 1563) voor het eerst algemene maatregelen uit die de pastoors verplichtten tot het bijhouden van een doop- en huwelijksregister. Deze verplichting werd in de Catechismus Romanus, uitgegeven te Rome in 1566 en bestemd voor pastoors en zielezorgers, nauwkeuriger omschreven. De provinciale concilies(Mechelen 1570, Leuven 1574 en Mechelen 1607) gaven vervolgens concrete en bindende instructies voor alle bisdommen van de Mechelse kerkprovincie.De diocesane synoden, gehouden in elk bisdom afzonderlijk, bevestigden deze instructies.

    De aantekeningen geschiedden in het Latijn, uitgenomen in de alleroudste registers die in het Nederlands werden ingevuld. Ze zijn neergeschreven in een oud schrift dat met verloop van tijd naar onze eigen schrijfwijze evolueert.

    Ook burgerlijke overheden vaardigden in de XVIe eeuw een aantal onderrichtingen uit. In de Nederlanden bevolen de aartshertogen Albrecht en Isabella(door artikel 20 van het Eeuwig Edict van 12 juli 1611) het aanleggen door de schepenbanken van een dubbel van de parochiale registers en de bewaring ervan in hun archief. De instructies tot het bijhouden van parochieregisters werden echter door de parochiepriesters slechts schoorvoetend opgevolgd. Voor het Vlaamse land zijn relatief weinig doop-, huwelijks- en overlijdensregisters bewaard gebleven. Ofwel werden zij niet opgemaakt, ofwel gingen zij verloren. De oudste parochieregisters dateren meestal uit de eerste decennia van de XVIIe eeuw.

    Er zijn parochies, vooral in de steden, waar reeds aantekeningen voorhanden zijn uit het einde van de zestiende eeuw. Voor vele andere beginnen ze pas tegen het einde van het eerste kwartaal van de zeventiende eeuw, met de aanstelling van bijvoorbeeld een nieuwe pastoor. In het begin werden de registers op vrij uiteenlopende en onvolledige wijze gehouden. Later, op aandringen van de landdekens, kwam een meer uniforme formulering van de akten tot stand. Er zijn ongelukkig veel van deze oude parochiale registers verloren geraakt, door brand of plundering, door het teken des tijds, maar nog meer door latere slordigheid.

    Bij het in gebruik komen van de officiële registers van de Burgerlijke stand , dus tot aan het begin van het Franse tijdvak, werden de parochiale registers door het burgerlijk bestuur opgeëist. Deze parochieregisters berusten thans op sommige gemeentehuizen maar meestal in de gebouwen van het Rijksarchief in verschillende steden.

    De aantekeningen in de oude parochieregisters zijn niet zo volledig als deze in de moderne Burgerlijke stand. Het hing een beetje af van de pastoor, onderpastoor of koster die de boeken hield. In sommige overlijdensregisters werd de leeftijd van de overledene vermeld, soms de naam van de huwelijkspartner of de vader als het om een kind of een ongehuwde ging. Bij een doop werd meestal de vader en de moeder en de geboortedatum medegedeeld.Andere inlichtingen of bijzonderheden zijn uiteraard opgave van de peter en de meter van de dopeling. Het was een oud gebruik de naaste verwanten daarvoor aan te spreken, dus in de eerste plaats de grootouders van de dopeling, zo ze nog in leven waren, daarna ooms en tantes, één van elke zijde. Van deze aanduidingen kan men dankbaar gebruik maken om de opéénvolgende geslachten aan elkaar de schakelen. Hetzelfde kan gezegd worden van de huwelijksgetuigen.

    Van de oude parochieregisters bestaan alfabetische tafels, meestal opgemaakt door de burgerlijke overheid, die het opzoeken heel wat vergemakkelijken.

    Het eerste parochieregister van Hansbeke werd aangelegd vanaf 1624: eerste doopakte op 10 maart, eerste huwelijksakte op 16 april en eerste overlijdensakte van 15 maart 1624. De laatste ondertrouw in de oude parochieregisters dateert van 19 juli 1796, waarna de registers ingevolge een besluit van 17 juli 1796 overgedragen werden aan de administratie centraele van het Departement der Schelde der Fransche republique(zie Albert Martens in MENGELINGEN uit de oude parochieregisters van Hansbeke 1624-1796, een uitgave van Oud-Hansbeke). Hierin zijn ook de namen van ‘kerklijken’ vermeld, dit zijn personen die binnen het kerkgebouw werden begraven. Een aantal leden en verwanten van de stam Martens komen hierbij voor.

    Registers Burgerlijke stand

    In de zestiende eeuw vaardigden de burgerlijke overheden een aantal verordeningen uit. In de Nederlanden bevolen de aarthertogen Albrecht en Isabella, door het artikel 20 van het Eeuwig Edict van 12 juli 1611, het aanleggen door de schepenbanken van een dubbel van de parochiale registers en de bewaring ervan in hun archief. Omdat het edict veelal niet werd uitgevoerd legde Karel van Lorreinen in 1752 het artikel 20 van het edict opnieuw op.

    Na de Franse Revolutie werd in Frankrijk de Burgerlijke stand ingericht bij decreet van 20-25 september 1792. Vanaf 14 november 1794(nog voor de annexatie op 1 october 1795 van ons land bij Frankrijk)dienden de gemeenten registers van de burgerlijke stand aan te leggen. De invoering van de Burgerlijke Stand werd naderhand bekrachtigd door het decreet van 17 juni 1796(29 prairial an IV). Vanaf dan was enkel de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bevoegd om geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten op te maken. De vroegere parochieregisters moesten bij de gemeentelijke diensten ingeleverd worden. Dit betekende evenwel niet dat de parochiale geestelijkheid verbod kreeg om eigen parochieregisters bij te houden, maar de parochiale registers verloren hun bewijskracht inzake burgerlijk recht.

    De aantekeningen in de registers van de Burgerlijke Stand geschieden overal op uniforme wijze en geven een volledig bericht over de aangegeven feiten. Aldus bij een huwelijk: leeftijd of geboortedatum, plaats van herkomst en ouders van de gehuwden. Ook bij overlijden moet leeftijd en herkomst vermeld worden. Om opzoekingen te vergemakkelijken worden jaarlijkse of tienjaarlijkse alfabetische naamlijsten aangelegd, met verwijzing naar het volgnummer van de akten. Deze akten zijn in Vlaanderen in het Nederlands, doch werden tijdens het Frans tijdvak in het Frans opgesteld. In het Frans tijdvak werden bovendien de data volgens de Republikeinse kalender weergegeven. Op veel gemeenten zijn deze registers nog in een behoorlijke staat en veilig opgeborgen.

    Archief van een landelijke schepengriffie

    Schepenbrieven zijn losse originelen of gebundelde minuten betreffende allerlei wettelijke private verhandelingen, die toen voor de schepenbank werden verleden en thans veelal voor een notaris geschieden zoals akten van verkoop of renten, geldbeleggingen, borgstellingen, “contracten” en “wettelijcke passeeringhen” van allerlei aard, “lotinghen” of “kavelinghen”, scheiding en verdeling van goed tussen erfgenamen, enz. Het aanéénschakelen van de generaties wordt vergemakkelijkt door het feit dat in deze schepenbrieven bijna altijd de naam van de vader en meestal ook van de moeder van de betrokken persoon vermeld wordt.

    Staeten van goederen zijn inventarissen opgemaakt bij een sterfhuis, waarin de namen van de erfgenamen van de overleden persoon en al de nog levende kinderen met hun leeftijd, eventueel de voogden , en verder omstandig het hele bezit , roerend en onroerend, van het gezin opgegeven worden. Met zulke inventarissen kan men een beeld vormen van het dagelijks leven van de voorouders.

    Akten van weeserije betreffen de aanstelling van voogden over minderjarigen, die het bezit van deze kinderen beheren, meestal onder toezicht van de schepenen. In de rekeningen, die door de voogden voorgelegd moesten worden, vindt men onder de uitgaven allerlei gemoedelijke en suggestieve details aangaande verpleging, voeding, kleding, huisvesting en onderwijs van de kinderen.

    Gemeenterekeningen zijn eersterangs documenten voor de gemeentegeschiedenis, waarin ook verrassende bijzonderheden worden aangetroffen over allerlei personen, vooral wanneer deze een openbaar ambt bekleed hebben.

    Oude kadasterboeken en kaarten zijn kostbare archiefstukken betreffende de plaatsnaamkunde maar ook voor de familiegeschiedenis, aangezien op deze kaarten de hofsteden zijn afgebeeld, terwijl met behulp van de ‘liggers’ het bezit aan land van een gezin kan opgespoord worden.

    Bedeboeken zijn lijsten van alle inwoners van een gemeente, met hun ‘aanslag’ in de te betalen belastingen berekend op het aantal bunder land en stuks vee die zij

    bezaten of gebruikten. Deze bron levert dus welkome gegevens omtrent de maatschappelijke status.

    Cynsboeken zijn registers waarin de cijnspachten, verschuldigd aan hertog, graaf of aan een plaatselijke heer of aan een geestelijke inrichting, opgetekend staan.

    Leenboeken zijn boeken betreffende het vererven van een leengoed, waarin men zoals in de cijnsboeken gegevens kan vinden over de aaneenschakeling van de oudere generaties.

    Archieven van centrale publiekrechtelijke instellingen

    De Raad van Vlaanderen

    Dit hoger gerechtshof werd gesticht in 1386 en bestond oorspronkelijk uit twee onderdelen: een gerechtshof en een rekenkamer. De Raad van Vlaanderen was het hoogste gerechtshof van Vlaanderen, met residenties op meerdere plaatsen, maar van 1498 definitief in Gent.

    Het hoogste gerechthof voor het Graafschap Vlaanderen was bevoegd voor:

    -de zogenaamde voorbehouden gevallen(bvb majesteitsschennis, valsmunterij, aantasting van vorstelijke rechten of domeinen, door ambtenaren of edellieden gepleegde misdrijven, oproer, enz.)

    -de geschillen tussen steden, kasselrijen en heerlijkheden, onderling of met particulieren.

    De Wetachtige kamer van Vlaanderen was het hoogste leenhof in Vlaanderen, een soort rechtbank van eerste aanleg.


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!