Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Zoeken in blog

    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Vijf eeuwen familie Martens

    08-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6.2. Hoofdstamlijn Emiel Martens (1871-1955)

    6.2 Hoofdstamlijn

    Emiel Martens (1871-1955 ) zv Petrus

    6.2.1 Zijn jeugd

    Emiel Martens werd op 22 mei 1871 geboren op de hoeve De Meren ten zuiden van Hansbekedorp, als vijfde kind uit het tweede huwelijk van Petrus en Eugenie Coddens(afstammelingen XXe eeuw in bijlage 6.1). Toen Emiel geboren werd was zijn vader reeds 61 jaar en zijn moeder 35 jaar. De vier kinderen die voor hem geboren waren, Maria, Henri, Petrus-Joannes en Emma, waren toen respectievelijk 7 , 6 , 4 en 2 jaar. Na Emiel volgden nog Charles(°1873), Irma(°1875) en René(1877). Toen Emiel geboren werd was zijn vader niet langer schepen van Hansbeke en de eveneens te Hansbeke wonende broer en zus van Petrus, Joannes-Francies en Eugenie Martens waren reeds gestorven. Emiel heeft ook zijn grootouders niet gekend. Zijn enig nichtje Marie Clémence De Schuyter, dochter van Pieter-Joseph en van Eugenie Martens, was 27 jaar ouder dan Emiel en is reeds het jaar na de geboorte van Emiel getrouwd met Carolus Bruggeman en verhuisd naar Ursel. Zijn aangetrouwde oom Pieter-Joseph De Schuyter woonde nog te Hansbeke maar was reeds lang hertrouwd met Francisca Lambrecht. Henri De Schuyter(1855-1909),bemiddelde zoon uit het tweede huwelijk van Pieter-Joseph, bleef te Hansbeke en zal er na zijn vader een actieve rol spelen in de politiek.

    Naar Amerika . . . en terug naar Hansbeke

    Hoewel Emiel opgroeide op De Meren als zoon van een welstellend landbouwer-grondeigenaar verliep zijn jeugd tijdens de crisisjaren 1880-1890 alles behalve rimpelloos. De relatie met vader Petrus was wellicht niet gemakkelijk. Tussen 1882 en 1893 verlieten 6 kinderen zeer vroeg het ouderlijk huis, toen De Meren nog geleid werd door de bejaarde Petrus en zijn vrouw Eugenie:

    -de oudste dochter Maria was slechts 18 wanneer zij op 26 september 1882 huwde met de 60-jarige en welstellende Serafien Van Vynckt. In 1890 werd zij reeds weduwe;

    -Petrus-Joannes was net 20 wanneer hij op 9 februari 1887 trouwde met Leonie De Vreese;

    -Henri was niet eens 22 jaar oud wanneer hij op 2 mei 1887 overleed aan de gevolgen van een ongeval. Dat zelfde jaar deed de 77-jarige oud-schepen Petrus nog een mislukte poging om opnieuw in de gemeenteraad te komen;

    -dochter Emma was slechts 20 wanneer zij op 2 november 1889 in het huwelijk trad met de 54-jarige Henri Sierens;

    -Charles was slechts 20 en ongehuwd wanneer hij op 29 september 1893 vader werd van een zoontje bij de 18-jarige Maria Coleta Van Hoecke;

    De 21-jarige Emiel zag het blijkbaar ook niet meer zitten op De Meren . Trok hij gewoon op avontuur naar de nieuwe en misschien betere wereld, kon hij het moeilijk stellen onder het gezag van zijn oude vader of had hij iets mispeuterd waarvoor hij aan het gerecht wenste te ontsnappen ? Op 3 december 1892 vertrok hij naar Amerika, samen met de 20-jarige dienstknecht Petrus Vande Putte. Ook de 25-jarige Julie Vande Wattijne reisde op dezelfde datum af. Op 9 januari 1893 trouwde ze te South Bend met Edmond De Vreese, een vriend en verwante van Emiel, die reeds het jaar voordien naar Amerika vertrokken was.

    Op 14 september 1893 liet de toen reeds 83-jarige vader Petrus Martens eindelijk voor notaris Timon De Seille een akte van voorouderlijke verdeling van zijn bezittingen verleiden. Emiel had volmacht gegeven aan zijn schoonbroer Henri Sierens.

    Er bestaat nog geen zekerheid betreffende de datum waarop Emiel uit Amerika terugkeerde naar Hansbeke. Het verhaal doet de ronde dat hij er als vrijgezel te veel van het leven genoot en uiteindelijk met de steun van zijn oudste zus Maria opnieuw de oceaan overstak, maar nu van oost naar west. Wellicht gebeurde dit eind 1893-begin 1894, korte tijd na de ondertekening van de voorouderlijke verdelingsakte. Vermits hij in de gemeente aangifte deed van het overlijden van zijn moeder, was hij zeker terug op 18 october 1898.

    Emiel, zijn jongste broer René en hun zus Irma hebben een tijd samen, als vrijgezellen, De Meren gerund, en er blijkbaar ook veel plezier beleefd. Carlos Martens, zoon van Maurice en kleinzoon van Joannes, tekende omstreeks 1969 onderstaand verhaal op, zoals verteld door René. Het gebeuren speelt zich af omstreeks 1900. Samen met twee andere verhalen die zich afspeelden toen Emiel reeds gehuwd was, en die nonkel Emiel tijdens het eerste kwart van de XXe eeuw effectief als blijvende indrukken heeft nagelaten bij Michel De Muynck,een zoontje van zijn jongere zus Irma en bij Carlos Martens,kleinzoon van zijn oudere broer Joannes, illustreren deze verhalen dat Emiel zich graag amuseerde, op tijd een druppel of een pintje luste, maar zich ook wel eens erg boos kon maken.

    Een familie-anecdote

    René kon het in zijn oude dag nog smakelijk vertellen.

    Ze waren alle twee nog niet getrouwd, hij en Emiel, de volwassen zonen van Petrus Martens. Op een warme nazomerse dag hadden ze samen tot in de vooravond op het land gewerkt en ze hadden het goed gedaan: geploegd in rechte voren, geëgd tot alle kluiten gebroken lagen op een effen veld, met brede armzwaaien de wintertarwe gezaaid en het zaad ondergesleepd en gerold. Hun gezicht en hun nek waren verbrand door de stekende zon. De namiddagkoffie had hun dorst weinig kunnen stillen, de kan was ledig en de avondlucht bleef zwoel.

    Ze spanden de paarden voor de driewielkar en trokken naar huis. De paarden dampten van het zweet. Miel en René ook. Aan het einde van de Veldstraat zei Emiel knipogend tegen René: “Kom we gaan er eerst eentje pakken bij Lina”. René knikte instemmend en draaide de Vaartstraat in naar de vaart toe. Ze stapten binnen “In het Boldershof”, de afspanning op de hoek van Hammestraat.

    Lina schonk ze twee volle pinten bier die ze dorstig in één teug leeg dronken. Toen lieten ze de paarden een emmer water drinken. Hun dorst bleef. Ze bestelden nog een pint. In twee teugen was ze weer leeg. Ze dachten aan de zware namiddag die ze hadden doorgemaakt en aan de “emmer” van de paarden. “Lina”, zei René, “schenk ze nog eens vol” en ze dronken een derde pint … in drie teugen. Ze tapten een paar moppen om Lina aan het lachen te krijgen … misschien gaf ze er dan zo eentje. Maar dat deed ze niet.

    Ze trokken dan maar naar huis, de paarden stapvoets en zij … goed gezeten. Het alaam, en zelfs het sluitbord van de kar, hadden ze op een naburige akker achtergelaten voor ’s anderdaags. René zat op de voorloper en mende de paarden. Emiel zat met zwaaiende benen op de rand van de karrebak achteraan, met de rug naar René toe. Ze waren “plezierig” en zongen er eentje vanuit vaders tijd.

    Bij het binnenrijden van het dorp liet René de paarden draven. De driewielenkar botste van links naar rechts over de straatstenen. De broers zwaaiden met brede armen naar de verbaasde gezichten van de vele dorpsmensen die in de mooie nazomerse avond buiten aan de deur kavelden. Maar René voerde blijkbaar iets in het schild. Ter hoogte van het klooster trok hij “in volle vlucht” plots de hefboom over en gaf met de schouders een felle duw tegen de kipbak, die natuurlijk omsloeg. Emiel was verrast door het onverwacht maneuver, tuimelde van de kar en lag spartelend op straat met de benen in de lucht. Hij sakkerde en wreef over zijn gekneusde knieën.

    René lachtte dat hij schokte. Aan de kerk hield hij kar en paarden stil. Pieter De Vreese uit “Het Gemeentehuis” die het ook had zien gebeuren, kwam naar René toe en vroeg vermanend: “Maar waarom haalt gij zo’n streken uit met uw broer”. “Waarom?” glimlachte René, “Wel, van ’t zelfde laken een broek, hé… hij heeft het met mij ook een keer gedaan”. Toen ging hij zijn broer op de been helpen en trakteerde met een laatste pint in “Het Huis van Vinderhoute”.

    Carlos Martens, pastoor Munkzwalm

    Stam Martens, Jg 1, nr 3, 1970

    Emiel Martens maakt deel uit van de generatie XI in de afstamming van Stoffel Martens. De bijgevoegde lijst met 54 generatiegenoten van Emiel Martens(bijlage 6.2) behelst vooral de namen van alle broers, zussen en schoonbroers en schoonzussen van Emiel. De twee dochters en de schoonzoon van zijn tante Eugenie Martens, uit haar huwelijk met Pieter Josef De Schuyter zijn vermeld bij deze generatie, maar niet hun halfbroer en halfzus uit het tweede huwelijk van Pieter De Schuyter met Francisca Lambrecht, die eveneens te Hansbeke opgroeiden. Verder zijn er de kinderen van Lieven-Bernard Moens uit Wondelgem en Joanna Maria Van Nieuwenhuyse uit Oostakker. Emiel was slechts ver verwant met hen maar vermits de

    zus van Joanna Van Nieuwenhuyse gehuwd was met de oom van Emiel zullen de families toch wel kontakten onderhouden hebben. Nog te Hansbeke waren er de kinderen van Maria Anna Martens en Judocus Lambrecht, alsook de uit Aalter afkomstige en bemiddelde schoonzoon Charles-Jean De Seille die met zijn vrouw Monica Lambrecht een kasteeltje bewoonde in de Voorstraat, dicht bij de gronden van Goed ter Elst.

    In het naburige Bellem waren er de 8 kinderen van Carolus Francies Van Vynckt en Carolina Martens, tevens kleinkinderen van Pieter-Francies Van Vynckt en Maria Catharina Martens.

    Te Nevele waren in generatie XI de kinderen van de verwante Augustinus Hanssens en Carola Maenhout. Twee van deze kinderen maakten langs hun huwelijk later de terugkoppeling naar de stam Martens: Maria Martens, oudste zus van Emiel, zal huwen met Emiel Hanssens, een zoon van Bruno en Rosalie Heyde en Marcel Martens, zoon van Emiel, zal huwen met Maria De Waele, achterkleindochter van het echtpaar Edward Hanssens en Clementina Van Heule.

    Te Aalter zijn er de kinderen van de ver verwante Angelus Martens en Sophia Saey. Het zijn leeftijdsgenoten van Emiel en de twee zonen weken uit naar Amerika.

    6.2.2 Zijn huwelijk , zijn gezin en zijn bedrijvigheden

    De 30-jarige Emiel Martens en de 23-jarige Emma Mestdagh huwden te Hansbeke voor de wet op 14 februari 1901, één jaar na het overlijden van zijn vader Petrus.Het burgerlijk huwelijk had plaats voor Pieter-Jan De Muynck, schepen en ambtenaar van de burgerlijke stand, in aanwezigheid van schoonbroer Emiel Hanssens, broer René Martens, Emiel Olivier en Bruno Vriendt. De schoonouders Constant Mestdagh en Rosalie Cathoir ondertekenden eveneens de huwelijksakte. De akte van de burgerlijke stand vermeld ook dat op 9 februari 1901 een huwelijkskontrakt werd afgesloten voor notaris Herteleer te Lotenhulle. Aimé De Muynck, zoon van Pieter-Jan die het huwelijk registreerde als schepen van de burgerlijke stand, zou 2 jaar later trouwen met Irma Martens, een jongere zus van Emiel.

    Het kerkelijk huwelijk van Emiel en Emma werd door pastoor Hippoliet De Herde ingezegend op 18 februari voor de getuigen René Martens, jongste en nog ongehuwde broer van Emiel, en Camiel Baele, halfbroer van Emma Mestdagh. De huwelijksfoto maakt duidelijk dat Emiel een knappe jonge bruid gekozen had.

    Emma werd op 17 maart 1878 geboren te Landegem als dochter van Constant Mestdagh (1832-1913) en Rosalia Cathoir(1849-1918). Uit haar eerste huwelijk met Joos Baele had Rosalia Cathoir een zoon Camiel Baele(1876-1953). In haar tweede huwelijk kreeg Rosalia vier dochters , met name Emma, Marie Melanie, Maria en Clémence ( zie XIXe eeuw). In 1905 zal Maria, de 5 jaar jongere zus van Emma, trouwen met Florimond Van de Wattijne en te Hansbeke blijven wonen. Ook Clémence Mestdagh zal na haar huwelijk met Arthur De Vogelaere te Hansbeke blijven en haar zus Marie Melanie woonde in het Dorp van Hansbeke na haar huwelijk met de slager Polydoor Van Vynckt. Rosalie Cathoir zou aan het einde van de eerste wereldoorlog samen met haar dochter Emma Mestdagh en haar schoonzoon Emiel op de vlucht geslagen zijn voor het oorlogsgeweld. Op 19 october was de kerk van Hansbeke grotendeels vernietigd door de aftrekkende Duitse troepen. Rosalie zou op 28 october 1918 gestorven zijn in een schuur te Aalter,wellicht als gevolg van de Spaanse griep. Twee weken later, op 11 november 1918, kwam de wapenstilstand.

    Gezinsfiche

    Emiel Martens          X          Emma Mestdagh

    zv Petrus en Eugenia Coddens            dv Constant en Rosalia Cathoir

    ° Hansbeke 22-05-1871                       ° Landegem 17-03-1878

                        Hansbeke 14-02-1901

    + Hansbeke 19-05- 1955                      + Hansbeke 30-05-1964

    Kinderen

    1. Rachel              Hilaire Van Couter

                                 zv Alfons en Emerentia Christiaens

    ° Hansbeke 12-12-1901         ° Zwevezele 17-03-1896

                      x

               Hansbeke 06-11-1924

    + Brugge 28-12-1988           + Gent 15-02-1976

    2. Marcel             Maria De Waele

                                dv Karel en Virginia Hanssens

    ° Hansbeke 18-09-1903        ° Nevele 22-02-1906

                     x

               Nevele 30-12-1930

    + Hansbeke 23-05-1989        + Hansbeke 21-06-1997

    2. Mireilla                Julien Van Nieuwenburg

                                zv Philemon en Maria Cloth. Zaman

    °Hansbeke 03-02-1913         ° Landegem 11-04-1905

                     x

               Hansbeke 26-07-1934

                                 + Gentbrugge 08-12-1977

    Na hun huwelijk hebben Emiel en Emma zich aanvankelijk gevestigd op een hofstede langs een vertakking van de Reibroeckstraat (nu Nieuwe Tuinstraat)waar hun kinderen geboren werden. Door de voorouderlijke verdelingsakte van 14 september 1893 was de 22-jarige Emiel door schenking immers eigenaar geworden van één zevende van de onroerende bezittingen van zijn vader Petrus voor een geschatte waarde van 19.301,27 frank. Naast een geldelijke opleg van 5.431,27 frank ontving Emiel de onroerende goederen beschreven in de verdelingsakte (bijlage 5.5) onder de artikels 14 tot 18 en afkomstig uit de erfenis van zijn grootouders Carel Martens en Maria Rosa Sutterman zoals blijkt uit de verkavelingsakte verleden op 28 october 1850 voor notaris Van Doorm te Poeke:

    - een partij land te Hansbeke genaamd den Binnelare sektie A nummers 1043 en 1044 groot 59a10ca;

    - een partij zaailand te Hansbeke genaamd het Leen met een dreef lopend van deze partij zuidwaarts naar de Laagstraat, gekend ten kadaster sektie A nummers 1041 en 1049 groot 73a50ca;

    - een langwerpig partijken zaailand te Hansbeke genaamd den kleinen tuin sektie A nummer 1051 groot 24a10ca;

    - een hofstede bestaande in woonhuis, schuur, stallingen en afhangens te Hansbeke op het klein Kauterken sektie A nummers 1053, 1054, 1055, 1056, 1057 en 1058a samen groot met den slag gelegen ten zuiden en alhier geheel medegaande 55a30ca, thans gekend op ’t kadaster sektie A nummers 1055a, 1057a, 1057b en 1058b;

    - een partij zaailand genaamd den tuinkouter gelegen te Hansbeke sektie A nummer 1088a groot 1ha70a80ca, vroeger gekend op ’t kadaster sektie A deel van nummer 1085, deel van nummer 1086 en nummer 1088.

    Het geheel behelsde een hofstede met 3ha82a80ca grond in eigendom.

    In 1916 kwam het voorouderlijk bedrijf Goed ter Elst vrij nadat het verpacht was geweest aan de familie Van Vynckt. Wellicht betrof het hier het echtpaar Bernard Van Vynckt-Melanie Coopman, waarvan de op Goed ter Elst opgegroeide dochter Maria (Mietje) Van Vynckt(°Hansbeke 12-02-1881) als ongehuwde vrouw later een winkeltje uitbaatte op het dorp te Hansbeke. Het Goed ter Elst was in het bezit gekomen van Maria Martens, oudste zus van Emiel. Tijdens het interbellum kon de hoeve aangesloten worden op het electriciteitsnet. Volgens de voorouderlijke verdelingsakte van 14 september 1893 betrof het een schone en welgelegen hofstede genaamd Goed ter Elst met schuur, stallingen, wagenhuis, ovenbuur en gronden met een gezamenlijke oppervlakte van 14ha59a30ca. Sommige in 1886 geregistreerde perceelsnamen uit de nalatenschap van Joannes-Francies Martens klinken meer dan een eeuw later nog bekend in de oren van de huidige generaties Martens: De Leentjes, het stuk achter de Kluize, het klein rot, het lang rot, het groot rot en den flakkenmoortel.

    In de naamlijsten van de kommuniekantjes, tijdens de oorlogsjaren opgesteld door de pastoor, komen de namen van de oudste kinderen van Emiel Martens en Emma Mestdagh voor. De oudste dochter Rachel komt voor op de lijst met 47 namen van 1914, samen met Raymond Verhelst, de latere schepen en echtgenoot van Maria Martens. Marcel Martens staat bij de 54 kommuniekanten van 1915 en zijn nichtje Maria Martens deed haar plechtige kommunie in 1916 met een groep van maar liefst 75 Hansbeekse twaalfjarigen.

    Hoewel zijn grootvader Carel en zijn vader Petrus actief bij de gemeentepolitiek betrokken waren, was dit niet het geval bij Emiel of zijn broers. Anders was het gesteld met een ganse reeks familieleden en verwante tijdgenoten :

    -Pieter-Joseph De Schuyter, echtgenoot van zijn tante Eugenie Martens, alsook diens zoon Henri De Schuyter;

    -Désiré De Muynck, schoonbroer van zijn zus Irma Martens, alsook diens vader Pieter-Joseph De Muynck;

    -zijn schoonbroer Emiel Hanssens, tweede echtgenoot van zus Maria Martens, alsook diens oom Charles-Louis Hanssens en zijn grootvader August Hanssens;

    -zijn schoonbroer Serafien Van Vynckt, eerste echtgenoot van zijn zus Maria, alsook hun zoon Charles Van Vynckt ;

    -zijn zoon Marcel Martens ;

    -Hendrik De Maegd, schoonzoon van Emiel’s broer Charles ;

    -Raymond Verhelst, echtgenoot van Maria Martens en schoonzoon van zijn broer René;

    -Kamiel Baele, halfbroer van zijn vrouw Emma Mestdagh , alsook zijn zoon Cesar Baele ;

    -Basiel Muys, schoonbroer van zijn dochter Rachel Martens

    -Leon Van der Plaetse,neef van de eerste echtgenote van zijn vader Petrus Martens.

    Emiel was een sterke kerel die graag bij de mensen kwam en op tijd en stond een goede pint bier of een jenevertje dronk. Dit wordt niet enkel geillustreerd door de familie-anecdote uit zijn vrijgezellentijd zoals verteld door zijn jongste broer René, maar ook door de herinneringen aan “De Vlaamse Leeuw” in de herberg In de Statie omstreeks 1927 geobserveerd en in 1970 kleurrijk genoteerd door Carlos Martens en nog door het wedervaren uit de eerste wereldoorlog van zijn neefje Michel De Muynck over “De drubbel die hij niet kreeg” bij zijn zus Irma.

    De oudste dochter Rachel trouwde reeds in 1924, 22 jaar oud. Eind 1930 trouwde ook hun zoon Marcel en alhoewel Emiel slechts 59 jaar en Emma slechts 52 jaar oud waren, beslisten Emiel en Emma Goed te Elst over te laten aan hun enige zoon Marcel. Zij bouwden een herenhuis op enkele honderden meter van het erf, dichter bij het dorp aan de steenweg op Merendree. Hun nog ongehuwde dochter Mirella was slechts 17 en verhuisde mee.

    De Leeuw van Vlaanderen

    Nonkel Miel, zoon van Petrus, noemde zichzelf gaarne “De Leeuw van Vlaanderen”. Ik heb dikwijls aan ons ma gevraagd waarom. Maar toen ik hem persoonlijk aan het werk gezien had, ik was toen een jaar of tien, moest ik het nooit meer vragen. Ik wist het. Ons ma kan nu nog alle details vertellen van deze machtsdemonstratie. Ze heeft er nog deugd van.

    ’t Was op een 1 december, het feest van Sint-Elooi. De Hansbeekse boeren en smeden hadden hun patroon gevierd – godvruchtig, met een plechtige heilige mis – lustig en breughels, met een boerenfeestdis in de bovenzaal van het gemeentehuis: tomatensoep met ballekens, “boelie” met wortelkens, rosbief met erwtjes en patatten… en de klassieke pintjes bier. Na het feestmaal ging het in kleine groepen zo’n beetje van het ene herbergkapelleke naar het andere… Onze pa was ook op het feest.

    Na de klas had ik de kachel in ons café mogen aansteken want ons ma verwachtte de boeren ook In de statie. Als mijn werk gedaan was mocht ik mij wat blijven oefenen op het biljart. ’t Was vroeg donker en er waren al enkele boeren binnengekomen, die nog trachtten een kaartje te leggen onder de brandende lamp. Na een tijdje was mijn pa er ook met nonkel Miel en Richard Codde van rechtover de deur. Ik zou allicht geen maat krijgen om een partijtje biljart te spelen en dan deed ik maar voort op mijn eentje.

    Nonkel Miel zag er wat slechtgezinds uit. In ’t café van Filemond Zutterman had hij al een woordenwisseling gehad met Theofiel Corijn en hij was er nog niet over uitgepraat. Dat hoorde ik tussen twee stoten in. “Allé Maurice, geeft er ons eentje” zei Richard Codde. Ze gingen bij de toog staan. Ma was zeker juist bezig met de kaarters en pa ging bestellen. Hij stapte op de trede achter de toog.’t Moest zeker “Goliathbier” geweest zijn want hij tapte niet, hij moest erom naar de kelder. Hij schakelde het licht in de kelder aan en toen hij weer boven was met de drie fleskens wilde hij ’t kelderlicht weer uitdraaien, maar vergiste zich van schakelaar… en’t was enkele ogenblikken pikdonker in ’t café.

    Het moet nu wel lukken… op ’t ogenblik van de vergissing ging de voordeur open en wie binnen kwam was Theophiel Corijn en nog een paar mannen. Nonkel Miel schoot in een plotse koleire : “Verdomme, zijde gij dat geweest?”. Hij vloog naar de voordeur… zijn rechter vuist schoot uit…roef-roef… en Corijn lag bij de deur onder de tafel. “Ons zo in ’t donker zetten, verdomme”.

    Ik drumde angstig in een hoekje, met biljartstok en krijt in de hand. Een paar kaarters waren rechtgesprongen. Pa had een fleske laten vallen van ’t verschieten. Ma stond aan de kaarterstafel te lachen dat ze schokte.

    Corijn lag nog met een bloedneus onder tafel toen er nog volk binnenkwam. Daar was Jan Gooreman bij. Die nam het onmiddellijk op voor zijn vriend Corijn. “’k Zal ik de leeuw ne keer aanpakken” riep hij. Hij begon zijn vest uit te spelen, maar hij had zijn tweede arm nog niet uit de mouw of hij lag ook al met een bloedneuw tegen het biljart. Ik had stok en krijt laten vallen en was angstig naar ma toegelopen. Die stond maar te lachen. Het was een herrie van belang : over en weer geroep, geschreeuw en geschater over die stomme lamp.

    De deur ging opnieuw open en d’r was nog volk: Karel De Jaegher, Arthur Van Couter en dokter De Waele. “Wat gebeurt er hier, Martha?” vroeg de dokter. “Dat ge juist van pas komt om de gekwetsten te verzorgen” zei ma lachend. Het was allemaal niet zo erg… de “slachtoffers” konden weer rechtkruipen. Nonkel Miel stond te glunderen

    naast de”pilaar” die ons hele café schraagde. “Allé Goliath” riep ons pa, “kom aan de toog, uw “Goliathbier” staat uitgeschonken. “Goliath, wat kan die jong” riep nonkel Miel spottend. “De Leeuw van Vlaanderen, dat is een anderse”…

    En “klauwaerts” en “leliaerts” lachten en dronken op de vergissing. En ik wist het nu… “De Leeuw van Vlaanderen” had zijn tanden getoond… en geklauwd.

    Carlos Martens, pastoor te Munkzwalm

    Stam Martens, Jg 2, nr 1, 1970


    “ De druppel, die hij niet kreeg…”

    Emiel Martens, mijn peter, was een sterke kerel met machtige handen. Eens heb ik het zelf ondervonden toen ik van hem de felste rammeling uit mijn leven kreeg. In de jaren van de eerste wereldoorlog was ik nog een heel jonge kapoen. We woonden toen achter de spoorweg langs de steenweg op Merendree in het groot huis waar sedert lang Arthur Van Couter woont. Telkens als mijn peter Emiel van het dorp naar zijn hofstede Goed ter Elst terugkeerde, moest hij onvermijdelijk langs ons huis voorbij. Iedereen die Emiel in zijn dolle jaren gekend heeft, wist dat hij nooit een druppeltje of een glas geweigerd heeft. Zijn laatste “trekpleister” was bij zijn zuster Irma, ons ma, die de goedheid zelf was, en steeds voor Emiel een “kosteloze” druppel inschonk. Hoewel Emiel dikwijls reeds goed beladen binnenkwam kreeg hij toch altijd zijn laatste druppeltje, soms ook nog wel eens een tweede.

    Op een zekere namiddag zag ik mijn peter, een beetje waggelend, ons huis verlaten en ik kon niet nalaten hem spottend toe te roepen, wellicht met inslaande woorden want mijn peter bezag woedend de snotneus die hem dierf uitlachen. Wellicht was ik die namiddag echt deugnietachtig want ik draaide rondom hem met een berispend spotlachje en riep voortdurend: “Peter… zat; peter…zat”. Mijn peter trachtte mij met zijn grote handen te grijpen maar tevergeefs… ik was hem met mijn jonge benen telkens te vlug af. Ik sprong en danste voor zijn grote voeten “Peter…zat, peter…zat” terwijl ik hem uitdagend dichterbij liet komen om dan weer spottend weg te spurten “Peter…zat, peter…zat”. Voor mij was het een leuk spelletje maar mijn peter was niet van plan het mee te spelen. Hij werd razend om mijn deugnietachtige spotternij en trachtte mij te achterhalen.

    We waren aan de landweg gekomen die naar het erf leidde terwijl ik nog steeds dansend voor hem uitsprong in de richting van zijn hoeve. Dat was mijn ongeluk. Mijn peter was buiten adem en liet me schijnbaar begaan, terwijl hij met grote stappen achter mij aankwam. We waren reeds dicht bij de hoeve. Plots bleef hij staan en ik meende dat hij grijnslachte: “Mirza… Mirza…” riep hij in de richting van het hof. Zijn grote zwarte hond kwam op het roepen aangelopen. “Pakt hem…pakt hem…verdomme” vloekte Emiel. Het dolle beest sprong blaffend rondom mij, zodat ik vol schrik bleef staan. Toen kreeg mijn peter me te pakken, wierp me in het korenveld, hield me onder zijn knie en gaf me de felste rammeling uit mijn leven terwijl ik honderden sterretjes voor de ogen zag. Hoe ik daarna thuis geraakt ben is voor mij een raadsel gebleven. Toen ik bovendien de volgende dag met twee blauwe ogen naar school moest, werd ik door de schoolmeester en door mijn schoolmakkers uitgelachen. Ik was er niet fier om en zo kreeg ik mijn tweede straf voor mijn kwajongensstreken.

    Maar mijn peter kreeg ook “zijn” straf door toedoen van ons ma. Zoals gewoonlijk, kwam Emiel ook ’s anderdaags bij ons in de keuken binnen, dorstig naar “zijn” druppeltje. Wellicht was hij de gebeurtenis van de vorige dag niet vergeten, want hij dierf niet spreken tegen ons ma en loerde veelbetekenend naar de jeneverfles die op het schouwtablet stond. Het werd een gesprek zonder woorden tussen ons ma en mijn peter. Mijn ma zei evenmin een woord en haar sprekende ogen wezen naar de deur. Men hoorde de klok tiktakken terwijl seconden werden afgeteld. Mijn peter knikte zwijgend in de richting van de fles … ons ma knikte, zonder één woord, in de richting van de buitendeur. Toen slikte Emiel zijn speeksel moeizaam door zijn droge keel en verdween gelaten onder een “zoete” glimlach van zijn zuster Irma. Vanuit het bovenvenster zag ik mijn peter langs de veldweg naar de hoeve gaan. Mirza kwam blij en kwispelend toegelopen maar kreeg een schop in zijn achterste. De hond keek verbaasd naar zijn meester en liep toen met de staart tussen de achterpoten en met hangende oren achter hem aan.

    Een halve eeuw is voorbijgegaan maar dit tafereeltje zal ik nooit vergeten: mijn peter die droef en zwijgzaam, om de druppel die hij niet gekregen had, naar het erf stappend met Mirza achter zich aan, schuw om de onverdiende schop. “Daar is een speciale God voor de drinkers” zegt een Vlaams spreekwoord en daarom ben ik ervan overtuigd dat mijn peter ergens in de hemel verblijft. Eens hoop ik er ook

    te mogen belanden. Het paradijs van mijn peter bestaat zeker niet zonder een “drinkzaal” zodat ik beslist niet lang zal hoeven te zoeken om hem terug te vinden. Vast en zeker betaal ik hem daar de “enige” druppel die zijn zuster, in haar ganse leven, hem geweigerd heeft, want de felle rammeling die hij me met zijn machtige handen toediende had ik reeds na korte tijd vergeten en vergeven. Maar de les heb ik goed onthouden: “Mijn peter was steeds een “goeierd” en ik had met hem niet mogen spotten, ook al waggelde hij op zijn benen na de laatste druppel die hij bij het huiswaarts keren steeds van ons ma, zijn zuster Irma, kreeg.

    Stam Martens,Jg 2, nr 1, 1970 Michel De Muynck, Etterbeek

    6.2.3 Hun oude dag

    Toen Emiel en Emma hun rentenierswoning betrokken hadden zij vier kleinkinderen van hun oudste dochter Rachel: Georges, Georgette, Lucien en de pasgeboren Lisette Van Couter. Tussen 1931 en 1944 zouden nog 8 kleinkinderen volgen.

    Op weg naar de kleuter- en lagere school tot 1950, kwam hun kleinzoontje Laurent Martens er vier keer per dag voorbij, komend van of terugkerend naar Goed ter Elst. Als student aan de Universiteit Gent heeft Laurent er van 1956 tot 1961, na het overlijden van grootvader Emiel, een slaapkamer en een studeerkamer betrokken, op een paar minuten wandelafstand van het station.


    Grootmoeder Emma kwam niet zo vaak naar Goed ter Elst bij haar zoon Marcel, schoondochter Maria en de drie kleinkinderen Carlos, Arlette en Laurent. Emiel was een frequenter bezoeker, vooral in de late namiddag of vooravond.In de twee levendige en statige pasfotos van Emiel en Emma op rust , zijn nog duidelijk de jonge trouwers van 1901 te herkennen, maar niet meer ‘De Leeuw van Vlaanderen’ waarvan sprake in het verhaal van Carlos Martens.

    Op zaterdag 3 maart 1951 vierden Emiel en Emma hun gouden bruiloft, omringd door alle kinderen en kleinkinderen en een aantal verwanten. Na een kerkdienst, waarbij bij het verlaten van de kerk door de vele belangstellenden bloemen werden aangeboden, werd het feest verdergezet ten huize van de jubilarissen. De groepsfoto, die vanop de spoorwegberm werd genomen voor de versierde woning, werd later met commentaar en met de namen van alle aanwezigen gepubliceerd in het tijdschrift ‘Het Land van Nevele’, Jg 28 nr 4, onder de titel ‘Uit het Oude fotoalbum: Gouden Bruiloft te Hansbeke van de echtelingen Emiel Martens en Emma Mestdagh, 1951’. De vijf jongste kleinkinderen zitten op de eerste rij. Op de tweede rij met negen stoelen zitten de twee jubilarissen met hun drie kinderen en hun respectievelijke echtgenoten, alsook Maria Mestdagh, zus van Emma. Daarachter staan 19 personen waaronder nog 7 kleinkinderen en de echtgenoten van de twee gehuwde kleinkinderen, alsook René Martens de jongste broer van Emiel,en verder nog een zus en de halfbroer van Emma met hun echtgenoten. Na het feestmaal werd door één van de oudere kleinkinderen Van Couter een komische parodie opgevoerd van een speech van de Gentse socialistische politicus Edward (Edjen) Anseele.

    Vier jaar na het gouden huwelijksjubileum overleed Emiel Martens thuis te Hansbeke op 9 mei 1955, 84 jaar oud. Emma Mestdagh overleed op 30 mei 1964, 9 jaar na haar man,88 jaar oud. Ze was tot aan haar overlijden in de woning gebleven die zij samen met Emiel in 1930 had gebouwd. Hoewel ze slechts zelden verder kwam dan bezoekjes aan haar zus, haar dochters en haar zoon, bleef zij als dagelijkse trouwe lezer van “Het Laatste Nieuws” bijzonder goed geïnformeerd omtrent het reilen en zeilen in de wereld.

    Overlijdensbericht Emiel Martens 9 mei 1955

    Bidprentjes bij uitvaartplechtigheden van Emiel Martens en van Emma Mestdagh

    Overlijdensbericht Emma Mestdagh 30 mei 1964

    Begraafplaats Hansbeke: grafzerk Emiel Martens-Emma Mestdagh (2005)

    6.2.4 Een Radium jubileum in de familie

    In 1905 huwde Florimond Van De Wattyne, geboren te Hansbeke op 22 october 1884 als zoon van de smid Louis Van De Wattyne en Mathilde Bultinck, met Maria Mestdagh, zus van Emma en schoonzus van Emiel Martens. Zij gingen voor twee dagen op huwelijksreis naar Antwerpen en reden met de koets rond de dokken. Zij woonden eerst naast de ouders van Florimond, ten zuiden van het station. In 1921 bouwden zij een woning ten noorden van het station, aan de weg naar Merendree. Als smid specialiseerde Florimond zich in kluizen en kachels. Het echtpaar bleef kinderloos. Tante Maria was een regelmatige bezoekster bij haar zus Emma Mestdagh. Zij woonden slechts een paar honderd meter van elkaar.

    Dat er een lange en nauwe band bestand tussen de families Martens en Van De Wattijne blijkt uit de voorouderlijke verdelingsakte van Petrus Martens ondertekend op 14 september 1893 ten huize van Petrus op De Meren. Onderaan de akte prijkt immers de handtekening van Louis Van De Wattijne, hoefsmid, die optrad als getuige. Zijn zoontje Florimond was toen slechts 9 jaar oud.

    In juni 1975 werden de 90-jarige Florimond en de 92-jarige Maria, samen met de familie, op het gemeentehuis ontvangen naar aanleiding van de 70ste verjaardag van hun huwelijk, een platina bruiloft. In de pers verscheen een foto, genomen voor het gemeentehuis(nu politielokaal), samen met burgemeester Boudewijn de Bousies Borluut, het schepencollege en een vijftigtal genodigden waaronder Marcel en Maria Martens en hun kinderen Carlos, Arlette en Laurent, alsook Mireilla Martens.

    In juni 1980 was het opnieuw feest, maar dan voor een zeer uitzonderlijk ‘Radium’jubileum, met fotos die Hansbeke in de nationale pers brachten. In De Standaard verscheen op 6 juni 1980 een foto, genomen in hun ‘beste kamer’. alsook een foto waarbij zij samen een borrel dronken op 75 jaar wel en wee.

    Minder dan een half jaar later, op 29 october 1980, was een ander unicum te melden in de kranten, vergezeld van dezelfde foto van twee drinkende oudjes. Onder de titel ‘Samen tot in de dood’ werd medegedeeld dat Florimond vrijdagmorgen omstreeks 4 uur thuis gestorven was en dat Maria hem acht uur later was gevolgd.


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (1)

    22-01-2018
    Florimond Van de Wattijne en Maria Mestdagh
    De vader van Florimond heette Charles-Louis en werd ook op die manier aangesproken. Wel niet op zijn frans maar op zijn Hansbeeks.

    22-01-2018 om 22:53 geschreven door Hebbrecht




    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!