In Molenijzer, het contactblad van de norbertijnenabdij van Postel, besteedt de prior van de Postelse abdij, pater Nicolaas, aandacht aan de 'broederlijke (zusterlijke) vermaning'.
Verwijzend naar Sint-Augustinus, stelt de prior dat de terechtwijzing dient te gebeuren vanuit en in liefde. Dit houdt in dat men de ander die zondigt niet afwijst, wel zijn zonden. Hoe vaak gebeurt het echter niet dat wij iemand afwijzen omwille van zijn zwakheden en zonden.
Augustus is over dat verschil duidelijk: 'Het is gemakkelijk en vraagt geen inspanning om slechten te haten, omdat ze slecht zijn. Zeldzaam echter en liefdevol is het hen te beminnen omdat ze mensen zijn en blijven. Zodat gij tegelijk in één en dezelfde persoon 'nee' zegt tegen zijn schuld en 'ja' tegen zijn natuur (mens-zijn). En gij haat de schuld met des te meer recht naarmate gij de natuur die daardoor misvormd wordt, des te meer bemint.' (Brief 153)
Augustinus leert ons, aldus de prior, een onderscheid te maken tussen de mens en zijn zonden. Waarom? Omdat een mens nooit helemaal opgaat in zijn daden, in zijn zonden; hij is altijd ook méér dan zijn zonden.
20-01-2015, 08:22
Geschreven door Parochie Sint-Martinus
|