Een kleurige stoet komt naar voren, onder begeleiding van gezang, handgeklap en tromgeroffel. Ze zijn met een dozijn volwassenen, mannen en vrouwen, in traditionele Afrikaanse kledij. Ze bewegen langzaam door de middenbeuk van de kerk, op het ritme van een dans. Voor hen uit gaat een man met een soort herdersstaf in de hand. Luid als een profeet spreekt hij tot de aanwezigen. Zijn stemt weergalmt tussen de hoge gewelven. Allen keren zich naar achteren om de stoet te zien en te horen.
Onopvallend komt een kind mee naar voren. Het blijft haast verborgen tussen een werveling van gewaden. Het gaat gebukt onder het gewicht van een grote linnen rugzak. Daardoor oogt het nog kleiner. Pas wanneer de stoet helemaal vooraan is, komt het kind tevoorschijn. Het gaat in zijn eentje de trappen op, tot bij de priester. Dan keert het zich om, de rug naar de priester.
Uit de linnen zak haalt de priester een zwaar boek, de heilige Schrift, het levende Woord van God. Vervolgens toont de priester het boek aan de verzamelde gemeenschap. Hij houdt het hoog boven zich uit. Alle aanwezigen klappen in de handen en zingen van vreugde.
Gods Woord is onder ons aanwezig. Als dat geen wonder is.
Zodra de kerk weer rustig is, kan de dienst van het Woord beginnen.
Een kind brengt Gods Woord naar binnen en naar voren. Telkens wanneer ik voorga in de Engelstalige Afrikaanse gemeenschap in Antwerpen, ontroert dat ritueel me. Het is zo veelzeggend en uitdagend. Volwassenen kunnen het Woord van God wel lezen en uitleggen, maar een kind brengt het naar binnen en naar voren. Hoe vaak wij een woord uit de Schrift ook al hoorden, het heeft ons telkens iets nieuws te zeggen.
Een woord dat komt uit Gods mond of uit Gods hart kan niet oud of versleten zijn. Het is telkens nieuw. Het is telkens onvoorspelbaar.
Gewenning en gewoonte zijn geen goede raadgevers in de omgang met Gods Woord. Wie luistert met de oren van vorig jaar, zal dit jaar niets nieuws horen. Wie kijkt met de ogen van vorig jaar, zal dit jaar niets nieuws zien. Trouwens, om te weten waartoe Gods Woord in staat is, kijken we best niet te veel achterom, naar voorbije gebeurtenissen en oude herinneringen. We kijken beter vooruit, met de ogen van een kind, naar wat nog komen en groeien kan. Mag een kind het Woord van God bij ons binnenbrengen, ongekunsteld en zonder vooroordelen?
Jawel, daarover gaat het op Kerstmis. Het kind van Bethlehem is de nieuwe drager van het Woord van God. Het kind van Bethlehem brengt het Woord van God weer van buiten naar binnen en van achteren naar voren. Bescheiden, haast onzichtbaar tussen de drummende volwassenen. Het geeft het Woord van God opnieuw aan de herders van de Kerk, opdat zij het voorlezen en verkondigen.
Het kind van Bethlehem is drager van het Woord van God. Meer nog, het is zelf het Woord van God. Het is Gods mensgeworden Woord.
Jezus brengt niet enkel het Woord van God met zich mee, Hij draagt het helemaal in zich. Op kerstdag zullen we horen uit het evangelie van Johannes: Ja, het Woord is mens geworden. Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende, vervuld als Hij was van genade en waarheid(Joh. 1, 14). Naar wie is het kind van Bethlehem op zoek? Naar zijn evenbeeld, naar het kind in ons. Een kind dat nog of weer kan kijken met scherpe ogen en luisteren met open oren. Een kind dat nog of weer in een nieuw verhaal kan stappen. Gods Woord is onder ons aanwezig. Als dat geen wonder is.
Ik wens u een zalig en gelukkig kerstfeest.