Goede vrienden,
Ik hoorde mijn vader eens vertellen over de onderpastoor bij wie hij te biecht ging. Voor boeren mocht dat biechten trouwens niet lang duren. De boer had nog dringender werk, de onderpastoor ook en God moest daarmee rekening houden. Biechten was geen mystieke hoogstand. Het was rechttoe, rechtaan. Ik kan het weten, mijn eerste biecht was bij diezelfde onderpastoor. Overigens deed hij zijn eucharistievieringen al even snel als zijn biechten. Ik hoop dat mijn herinnering juist is. Bij ons thuis was een nieuw kindje geboren en in dat seizoen ging mijn vader te biecht. Toen na de absolutie nog een penitentie moest komen, zei de onderpastoor: „Staf, ge hebt al extra werk genoeg in je gezin, dat volstaat als penitentie.” Het verhaal is in mijn hoofd een eigen leven gaan leiden. Theologisch klopt het alvast. Gods barmhartigheid is niet ingewikkeld. En ze staat niet buiten het gewone leven.
Binnenkort begint wereldwijd de jaarlijkse vasten of veertigdagentijd. Een tijd van voorbereiding op de Goede Week en op Pasen. Een tijd van herbronning en bekering. Een tijd van solidariteit met wie kansarm of beproefd zijn. Een tijd van volharding in dagen van eenzaamheid of twijfel. Tijdens de eerste zondag van de vasten zullen we opnieuw het evangelie horen van Jezus in de woestijn. Uitgerekend in de woestijn komt Jezus de duivel tegen, met zijn sluwe vragen en verleidelijke bekoringen. Wanneer komen wij onze duivel(tje)s tegen? Wanneer het leven niet loopt zoals het hoort. Wanneer onze collega’s, vrienden of kennissen niet in de buurt zijn. Wanneer het leven geen afleiding of ontspanning biedt. Wanneer we teruggeworpen zijn op onszelf, op ons eigen huis en op onze huisgenoten.
In deze tijd van COVID-19 valt het antwoord van de onderpastoor me weer te binnen. Welke andere ‘penitentie’ kunnen we dit jaar krijgen dan de beproevingen van die pandemie? Het werkt op onze zenuwen. We worden het moe. Er duiken nieuwe varianten van het virus op. Het aantal besmettingen loopt op. Het aantal dagelijkse doden blijft onrustwekkend stabiel. De regering moet harde maatregelen aanhouden. Protestbewegingen kunnen amper de redelijkheid bewaren. Kortom, dit is geen ‘bekoring’, maar een ‘beproeving’. De nieuwe vertaling van het Onzevader gaat daarover. Niet over de verleiding door iets wat mooi is en prettig, maar over de beproeving door iets wat ellendig is en godgeklaagd. Iets waardoor je het vertrouwen in de mens en het geloof in God zou verliezen. Iets wat je evenwicht onderuithaalt en je kracht ondermijnt. Neen, een andere penitentie hebben we dit jaar niet nodig.
Wat hebben we dit jaar wel nodig? Een extra portie innerlijke kracht en weerbaarheid. Wat de omgeving ons niet biedt, moeten we uit onszelf halen, en uit ons geloof. Het vertrouwen en de moed om te doen wat kan. De wijsheid om geen onverantwoorde daden te stellen. De zekerheid dat de mensheid kan opstaan uit elke crisis en ervan kan leren. Het geloof dat God de geschiedenis draagt met een liefde die alles omspant. De liefde die in tijden van beproeving haar mooiste sporen afdrukt en achterlaat. Zou dat niet de liefde zijn waarover Paulus spreekt?
Liefde in tijden van corona: „De liefde is lankmoedig en goedertieren; (…) zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. (…) Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij” (1 Korinthiërs 13, 4-7). Het is de liefde waarmee Jezus optrekt richting Pasen.
Ik wens u een gezegende veertigdagentijd. Om die tijd goed in te zetten, kunt u op Aswoensdag of de dagen erna in de kerk een askruisje halen, in de vorm van een bestrooiing zonder aanraking. Zo gaan we samen op weg, door de woestijn, nog zolang als het moet.
+ Johan Bonny
Bisschop van Antwerpen
17-02-2021, 14:23
Geschreven door Parochie Sint-Martinus
|