De Hagia Sophia (turks) Ayasofya, (Grieks)Αγία Σοφία, "heilige wijsheid") is een moskee in de Turkse stad Instalbul. Het museum bevindt zich in het oude (Europese) stadscentrum, vlakbij de Blauwe Moskee, de hippodroom en het Sarnici-waterreservoir.
Het gebouw werd gebouwd als kathedraal van Constantinopel onder het Byzantijnse rijk. Een eerste kerk, uit de 4e eeuw van onze jaartelling, werd door brand verwoest, waarna onder keizer Justinianus het huidige gebouw, een centraalbouw, werd geconstrueerd (omstreeks 536).
De bouw ervan was van grote betekenis voor de Orthodoxe kerk en het Byzantijnse rijk en is het eerste voorbeeld van Byzantijnse architectuur. De Hagia Sophia was eeuwenlang de grootste kerk ter wereld. De kerk was zo rijk en kunstig versierd met ikonen, dat keizer Justinianus zou hebben uitgeroepen "Salomo, ik heb je overtroffen!" (Νενίκηκά σε Σολομών).
Na de verovering van Constantinopel door het Osmaanse Rijk onder Mehmet de tweede in1453 werd de Hagia Sophia een moskee. Hiervoor werd het gebouw voorzien van minaretten en werd het kruis op de centrale koepel vervangen door eenhalve maan. Binnenin werden 6 platen met de namen van Allah, Mohammed en de vier rechtgeleide kaliefen aangebracht. De Byzantijnse muurschilderingen mozaïeken werden eerst gedocumenteerd (o.a. nageschilderd) en daarna overschilderd. In 1934 werd de moskee door Kemal Mustafa Atatürk een seculier gebouw gemaakt en werd het een museum. Oude mozaïeken werden opnieuw zichtbaar gemaakt.
In 1985 werd het gebouw door UNESCO tot werelderfgoed verklaard, samen met andere gebouwen in Istanbul.
|