De volgende twee maanden zijn vól familiebezoeken.
Eerst zijn daar Willie met haar zoontje van 2, die tijdens zijn verblijf bij ons 3 zal worden. Dat joch is toch wel zo'n grappig, levendig mannetje. Als je als opa met hem wandelt,doet hij tijdens zo'n wandeling wel 'duizend'dingen en babbelt voortdurende honderd uit in dat schattige peutertaaltje. Dat zijn pure vreugden voor een opa, terwijl Betty dan weer haar vreugde vindt in eindeloze geprekken met een dochter. Je vraagt je af, waar Willies man is. Wel, hij is marineman en vaart in de Noordelijk wateren, zo bij IJsland.
En nauwelijk zijn ze weg, nee....ze lossen elkaar af..... of daar zijn Mariëtte en d'r man. We doen met deze kinderen en kleinkind allerlei mogelijke tochten. Ik voer ze mee naar heel diepe dalen en behoorlijk hoge rotsen; maar watervallen en kastelen enz. En zwangere Mariëtte doet maar dapper mee
En als ze eindelijk allemaal weg zijn, gaan wij een paar dagen naar Granada en bewonderen het Alhambra.
Natuurlijk zijn er ook tegenvallers. Samen met een mede- urbanisatiebewoner heb ik veel gedoe om een dement geworden medebewoner op de bus naar Duitsland te krijgen. En we hebben een inbraak. Maar de dieven lijken wel met blindheid geslagen. Ze richten veel vernielingen aan, maar uiteindelijk .....missen we niets. Dank U Heer.
Veel vrienden, veel gesprekken. Goede , geestelijke contacten. Echt een Spanje verblijf, dat veel zegeningen schenkt. Alleen merk ik, dat Betty wat slechter tegen alle drukte opkan.
In deze maanden horen we in Spanje mooie preken. In Denia noteren wij deze: - Soms krijgt een oester een hinderlijke zandkorrel binnen. Hij verzet zich tegen de pijn door de ongerechtigheid te omhullen met een fijn laagje, dat tot een parel uitgroeit. Doen jullie ook maar zo met je pijnen. Of deze in Benidorm: - Jezus zegt: "Komt allen tot mij die vermoeid en belast zijt...." Laten wij, als volgelingen van Jezus, ook rust uitstralen". En zo zijn er wel meer van die 'voltreffers'. Tenslotte nog deze: - Hoevelen zitten niet op de tribune, geven wél vrome gedachten ten beste over het Christendom, maar komen nooit in de arena om hun deel in het geestelijk gevecht te leveren. Maar Christus ontmoet je wél in de arena, maar op de tribune komt hij niet. Nee...we kwamen niets te kort.
En verder zijn onze dagen gevuld met onze vele kennissen, waarmee we beter over geloofskwesties kunnen spreken dan vroeger. En we zien veel van het land met zijn vele gebruiken. We ontvangen veel bezoek en gaan met al die mensen naar de 'toeristische items 'van deze streek. Ik doe nog vele dingen samen met Betty, maar moet soms 's avonds toch eerder weg om bij haar te zijn.
De kinderen zenden hevige post uit Nederland. Mieke heeft een dochter die ook al weer 'kennis krijgt'. Mariëtta verwacht na de miskraam nu dan toch haar eerste. Ida worstelt nog met de naweeën van de belastingellende.
Door al deze dingen loopt voor ons de opvoedende werkzaamheid van de Heer als een rode draad.
En dan is het 1 november: start van weer een Moraira-verblijf. Maar eerst nog een ontmoeting met Marijke, die er met haar vriend al is. Eigenlijk een beetje moeilijk; we kwamen hier om een beetje 'af te kicken'van al die Hollandse gebeurlijkheden en dan is dit eigenlijk een verlenging van de 'Holland-sfeer'.
Maar we komen deze logeerpartij goed door en dan begint het 'afkicken'pas goed.
Dan echter is opeens Mieke er met een vriendin. Maar die blijven maar even en die vriendin is na dat korte bezoek 'helemaal weg'van ons en vraagt dringend om in ons gebedsschema opgenomen te mogen worden. Uiteindelijk loopt zo'n contact dan weer op niets uit, maar deze vrouw heeft toch iets in ons gezien, dat wij zo graag gezien wilden hebben, licht van Jezus.
Vanuit Nederland allerlei berichten, goed en kwaad. Maar het komt hier allemaal wat gedémpt over. Ida's man wordt uit de horecazaak gedrukt, waar hij die belastingschuld had opgebouwd. Ze hebben nu een uitkering. Wat triest, maar zoals gezegd: we maken er ons hier, ver weg, niet zo druk over.
Mariëtta is na de miskraam opnieuw in verwachting en ditmaal lijkt het goed te gaan. Maar het is allemaal nog pril: het wordt wel juli 1989.
En Spanje is ditmaal heel intensief. Dansclub, maar we halen de groep niet meer in en haken af. Koor, maar dames met grote monden verschrikken Betty en het lukt me niet, mijn schuw geworden eenogige vogeltje er weer heen te krijgen.
Veelbelovende contacten op de Hollandse club en in de kerken van Calpe en Denia. Maar er is een nieuwe trend: mensen onderbreken hun Spaanse periode voor december en januari in Holland. In Spanje is het weer dan ook niet zo geweldig.
En helemaal centraal staat een verdwaalpartij van mij in het rotsgebied. O.... de paniek, wanneer opeens alles anders is. Even een zijpad en je auto is hopeloos onvindbaar. Er zijn alleen maar diepe kuilen en afgronden. Wat ik aflijd en paniek ! Nadien word ik wat voorzichtiger op eenzame tochten. En na deze ervaring wordt het zo geleid, dat ik vanuit die grotere behoedzaamheid gezelschappen mag gaan leiden.
De algemene lijn is: veel contacten in Spanje, lieve vrienden, goede dominees, maar alles zo tijdelijk en dikwijls is het ook zo, op de gewone gezelligheidsverenigingen, dat de mensen zich als oesters sluiten voor elk wat dieper woord en lijken te leven voor 'het leven éen grote vacantie'. Met klimmende onrust neem ik als verschijnsel waar, dat Betty zich aan sociale verplichtingen gaat onttrekken. Maar dat proces verloopt heel langzaam en wordt pas in latere spaanse jaren zo manifest, dat Engelse kennissen gaan opmerken: "Where is again your wife ? I don't even believe, that you HAVE a wife. Maar dat is van later.
Voor mij heeft Betty echter wijze woorden. `Maak je toch niet zo bezorgd, dat je zo weinig voor de Heer kunt doen. Laat hem nu maar beslissen. Vast zet hij je nog een keer in`.
En zeg, dat we weer heel wat met onze kinderen meemaken. - Jaap doet allelei opzwepende , tegen de haren in strijkende opmerkingen. Mariëtta heeft echter van te voren gewaarschuwd: "Laat je niet opdraaien. Hij is volkomen normaal, maar doet gekke uitspraken. Dat doet hij alleen om te choqueren.Gaat wel over eens ooit". Wij hielden ons gedeisd bij het gebral van deze 'senior ITC- er'. En veel later ís dit ook allemaal overgegaan. - Mieke heeft aanvallen van depressie en zegt dan soms inktzwarte dingen. Maar we zijn heel lief voor haar en bidden veel voor haar. En later zijn die neerslachtigheden dan weer weg en is zij een en al actie. Maar dat is geen kwestie van dagen of weken. We hebben er echt wel de handen vol aan - Willie is gelukkig met haar kind en geeft geen kopzorg, behalve dat het joch ons hele huis vol vomeert tijdens een van die hevige, kortdurende kinder- onpasselijkheden - Harry wil over het geloof met me bomen, uitgaande van de stelling, dat het Christendom de oorzaak is van alle ellende op de wereld. En ik geef op dat zware geschut dan weer zware antwoorden, die niets oplossen. Och, ook allemaal momentopnamen. - Maar de meeste kleur aan onze dagen brengen toch wel Ida en haar echtgenoot. Die raken in fiscale super- moeilijkheden. Het huisraad moet in beslag worden genmen en zíj gaan met de autoslaaptrein naar Avignon om door te reizen naar ons huisje in Spanje. Of pa dat met die mannen oplost, voor zover er iets opgelost kan worden. - Dat wordt werkelijk heel moeilijk. Het gaat allemaal over een horeca-onderneming en er is ook een verpachter bij betrokken, die wel helpen wil. Maar wanneer Betty en ik na het vertrek van iedereen in het onttakelde huis zitten met alle deuren open en de koude herfstwind binnewaaiende, ( enkele deursluitingen zijn defect geraakt), kijken we elkaar zo eens aan en zeggen: " Kinderen heb je voor je hele leven. Maar deze evaring hadden we toch nog niet meegemaakt" . - en dan is er van Marijke nu eens niets te zeggen. Alleen die honden van haar, twee grote bouviers, waarmee ze eens om vier uur 's nachts binnen komt belderen. En die honden maar blaffen met die enorme bouvier-bekken. Mar och, het is kleingoed. - Maar Mariëtta heeft een groot verdriet: een miskraam, waarvan ze heel erg verdrietig is. En pama maar weer trachten te troosten en een wiegje, bestemd voor de eersteling, ...een wiegje dat leeg blijft.
En als dan alles weer zo'n beetje geredderd is met iedereen, zijn we toch blij, maar weer eens te gaan overwineren in Spanje.
Kleine kinderen, kleine zorgen....gote kinderen grote zorgen.
Overigens...ook in deze turbulente maanden maken we allerlei reisjes: naar Middelharnis, Sommelsdijk, Baarle Nassau en Baarle Hertog, Kleef, Goch...en nog wel meer.
Even ben ik in deze maanden blij- verwachtend. De Evangelische Omroep heeft laten weten, dat zij mijn boeken met bijbel-overdenkingen wel eens in willen zien. Ik heb die boeken al overal heen gestuurd, maar kreeg ze telkens terug. En nu zegt ook de E.O. weer: "Nee...het is toch echt niet, wat we zochten".
Dan geef ik het maar op. Ik wil Gods tijd dan maar afwachten. ( Nu - vele jaren later- heb ik op Internet al bijna 8000 inputs binnen voor ´geloofsaangelegenheden´en voor 'bijbelstudies' ook zo iets).
In het gewone leven heb ik veel last van een man met een oorlogstrauma, dat er opeens uitkomt, nu hij 60 is geworden. Hij plaagt mij en anderen met de vreselijkste telefoontjes, zo in deze geest: "Schurk....ik ga je kapot maken". Maar wanneer ik hem de liefde van Christus voorhoud, niet pesterig, maar echt gemeend, hangt hij op. Later gaat deze man naar een centrum voor oorlogsgetraumatiseerden en komt er genezen en in harmonie met God vandaan.
Thuis moeten wij een poosje gescheiden slapen. Betty ligt de hele nacht te lezen en dan kruip ik in het grote, stil geworden huis maar in een ander bed, tot zij om - stel- vijf uur boven haar boekje in slaap gevallen blijkt te zijn. Maar ook die moeilijke periode gaat voorbij.
Och....en de kinderen; er lopen er twee bij het Riagg. Maar dat raakt ook weer over. Een stel komt in verband met een verhuizing bij ons inwonen,een poosje; best wel gezellig.
De kleinkinderen beginnen leuke dingen te doen. Het is een echt opa-plezier om met ze te wandelen. Er gebeuren aardige dingen bij de vleet. Een dagje met al de kinderen en kleinkinderen aan het strand. Een daverend feest met Betty's 65 ste verjaardag. Naar Burgers dierenpark, naar het Doornse rosarium,
Ik heb eens een boek gelezen ' Gejaagd door de wind'. Daarin beleeft de hoofdpersoon alleen maar ellende.Je wordt daar zo móe van, van het lezen alleen al. Mijn dagboek mag daarop volstrekt niet gaan lijken. Er waren genoeg dagen met een ' gouden randje'.
En er waren goed preken, die weer ' een gouden randje' gaven aan wat minder geslaagde tijden.
Voor een Christen schijnt altijd de zon, soms achter de wolken, maar dan is het toch altijd, zoals de Engelsen dat zeggen: "Every cloud has a silver lining".
In deze maanden pak ik weer van alles aan. Ik denk daarbij aan het woord van Prediker 11 v 6: "Zaai van de morgen tot de avond.Laat je hand niet rusten, want je weet niet of het zaad de ene of de andere, of elke keer ontkiemen zal".
Zo ben ik nu weer heel druk met het verzenden van bijbels aan Christenen in de Sovjet Unie. En dan denk ik weer aan een andere tekst uit Prediker; 11 v 1 ' Werp je brood uit over het water, want je vindt het later weer terug". Ik héb wat pakketjes daarginds heen gezonden in de Sovjet-tijd. En 'later' vertrouw ik er op, daarvan veel terug te vinden.
En onder al dat werk voor de Sovjet Unie eindigt ook weer deze overwintering in Spanje en dompelen we ons weer in de hartelijke kinderschaar, die van alle kanten komt opdagen. Met hen beleven wij een geweldige moeder- en vaderdag.
En die volwassen gewordenen beleven zoveel. - de man van Mieke gaat steeds vaker naar het Verre Oosten in dienst van een groot concern. - en Willie zoekt haar man op, die voor zijn werk in Curacao is - en Harries gade wordt meester in de rechten - en Mariëtta schiet ook op met die studie - en Ida's man hóudt zijn perikelen met de fiscus maar. En al die verhalen komen bij óns binnen.
We maken veel reizen door heel Nederland, ondanks Betty's groeiende bezwaren met haar gezondheid. En we nemen deel aan feesten.
En ook de kleinkinderen beginnen aandacht te vragen. We gaan naar een balletuitvoering van Harry's dochter.
En dan krijgen wij opeens weer inwoning. Mariëtta en haar man komen in onze stad wonen en komen eerst even bij ons in.
En zo al die vele belevenissen, waaruit ik zo maar een greep doe.Maar er is onder alles door toch een voortdurende lichte teleurstelling: ik kan mijn ideeën op geloofsgebied nergens kwijt. Zo nu en dan eens een lezing ergens. Maar ik heb veel meer te geven. Mar dan stuur ik maar weer eens geestelijke lectuur naar de Sovjet Unie. Ik wil aan de gang blijven, hoe dan ook.
We worden een geruime tijd geteisterd door 'slecht slapen', Betty en ik, vooral zij. Maar dat gaat dan ook op de duur weer voorbij.
Er gaat zoveel voorbij, maar de liefde van de Heer Jezus gaat nooit voorbij.
1987 bracht ons moeilijke gebeurtenissen. Het was goed, dat we daarvan herstelden vanaf 1988.
Maar dat herstellen moest dan wel gebeuren in een onrustig blijvende entourage. Hoe kan het ook anders; een grote familie, een uitdijende kennissenkring, gehol en gevlieg naar en van Spanje en daar: zangkoren en kerkkoren en bezoekjes en excursies. Het verwerken van alle nieuwe indrukken perkt de ruimte in, die nodig is om het verlies van een oog een royale plek te geven in je levenstotaliteit.
Nu ja; toch in vele opzichten een goede periode. We kunnen aan vele nieuwe kennissen heel wat van onze geloofsinzichten kwijt. Maar dan bespeuren we ook weer, dat die vrienden even fél geïn teresseerd zijn, maar toch weer op dat gebied 'afhaken'.
Langzamerhand sluipt er ook iets nieuws in. Steeds meer merk ik, dat ik alleen naar allerlei gelegenheden toe moet. Betty begin iets af te haken. Dan heeft ze 's nachts weer slecht geslapen, dan weer voelt ze zich niet wél, maar met haar aanwezigheid hier en daar en overal begint het wat terug te lopen.
Alleen bij kinderbezoeken is ze er nog helemaal bij. En dan is er feest en lekkere etentjes en uitgangetjes en er is zelfs een foto, dat ze zich bij een diner-annex-conferencier werkelijk uitbundig vermaakt. Maar een zekere lijn heeft ingezet, die in de loop van de jaren steeds duidelijker zal worden.
Hoe dan ook; ik wilde nog zoveel, hield lezingen, maar altijd zonder dat Betty er bij was. Een keer plaagden Engelse kennissen na de zoveelste verontschuldiging: "Again we did not meet your wife. We don't even believe that you HAVE a wife".
Dat wil nu ook weer niet zeggen, dat ze er nóoit bij was. Het proces begon nog maar pas.
En zo zitten we dan weer helemaal in de Nederlandse maalstroom.
Er is een kantoorreceptie. En de kinderen hebben van allerlei nieuwtjes: - Miekes man is herstellende van een maagbloeding - Willie heeft een huis gekocht. Haar eerste man deed zulke dingen altijd zélf. Met deze nieuwe moet ze alles alleen opknappen. - Ida heeft trammelant met haar zoon. Dat is een leuk knaapje, maar wel 'ADHD', zouden we een paar jaar later zeggen. En haar man heeft de hele tijd moeilijkheden met de belastingen. - Marijke krijgt steeds betere banen bij de bank, waar ze werkt, maar er is weer veel gedoe met een kapotte auto. - Mariëtta heeft tegenslag bij de meesterstudie en dat houdt ons dan ook weer wakker.
Kortom; in een gezin met grootgegroeide kinderen komen ze met al hun wel en wee nog bij de ouders. En dat, gecombineerd met de eigen ervaringen: - bij een laatste controle in Nederland blijkt het linkeroog nu toch wel echt verloren - voor Betty ga ik eerst met haar naar de Gereformeerde kerk. Wanneer ik haar heb thuisgebracht, probeer ik nog een deel van de dienst in de Volle Evangeliegemeente mee te maken. En dat werkt niet leuk.
En in februari vluchten we dan maar weer naar Spanje, naar Moraira. Die lange tocht met al die rare verblijfplekken....allemaal weer zo 'verfrissend'. Nederland wijkt al weer terug. Hier zijn onze vrienden. In de Denia-kerk hebben we een vast bestand van geloofsvrienden, waar we ons hart kunnen luchten over al onze belevenissen. En alles is hier weer anders dan daarginds in Holland. En in de kerk hier hoef ik niet heen en weer te racen van de ene preek naar de andere. En Betty en ik worden er werkelijk geestelijk gebouwd.
In mijn reguliere dagboek staan over deze twee maanden veel bladzijden. Maar als lijn zit er alleen maar dit in. Na alle schokkende ervaringen met dat oog is er behoefte aan rust. En die is er dan ook wel weer.
Voor ik aan december begin, even dit : ik heb over heel 1987 straks vier maamnden gedaan.Dat betekent, dat ik voor de 23 jaar tot op nu 8 jaar zou nodig hebben. Ik zou dan 95 moeten worden. Zo maar een berekening hoor. Zal wel niets van blijken te kloppen.
December dus:de rest van ons verblijf in Botswana verloopt opeens vrij goped. Ik krijg genoeg gegevens door om mijn taak te voltooien en afrondende vergaderingen te houden met de board en met verantwoordelijke instanties van overheidswege.
Er zijn nog feestelijkheden. We vieren Sinterklaas met de nederlandse gemeenschap in Mochudi, een stel fijne Christenen. Er zijn nog allerlei afscheidsvisites, want wanneer wij in Ndederland de winter induiken, ias het daar zo dat iedereen, die maar even kan, de stramnden bij Durban opzoekt.
En dan is toch de dag daar, dat wij ons van deze tweede Botswana-missie gaan losmaken. Vliegen is zo gewoon voor ons, dat wij er eigenlijk niet bij stilstaan, dat wij hoog in de lucht over Athene heen vliegen, terwijl wij van de lekkerste hapjes zitten te genieten.
Voortdurend dit op de achtergrond: Betty's linkeroog is verloren. Hoe houdt het nog net geredde rechteroog zich. Zo blijven er toch altijd donkere, soms heel donkere gebeurlijkheden in het leven.
En dan is er met kerst een uitgesteld 65- jaar feest voor mij. En mijn vut gaat geluidloos in pensioen over. En men wil de AOW korten omdat ik in Suriname ben geweest, maar dat gaat dan weer niet door.
En allerlei belanrijke mensen sterven: Joop den uyl, Carmiggelt. En er is een afschuwelijke ontvoeringszaak: van Jan Albert Heyn. En de kinderen hebben allerlei belevenissen, waarvan ze moeten vertellen. Maagbloedingen en Riagg- behandelingen en overspannenheden.
Maar dan op de oudjaarsavond, na dat turbulente jaar, zitten we toch hand in hand, Betty en ik, na het lezen van psalm 90 en na gebed. En buiten knalt het vuurwerk 1988 in.
Weer dezelfde gang naar Bloemfontein. Weer in dat vliegtuig van de M.A.F. Wat deden onze geloofsvrienden in Botswana en Suid- Afrika weer goed werk om alles te regelen.
En toen we daar waren, leken sommige dingen wat gemakkelijker te gaan dan in september. Ik wist al een beetje de weg naar het ziekenhuis. Maar het voornaamste doel werd niet bereikt: de tweede operatie mislukte jammerlijk. Steeds duidelijker werd het voor Betty, dat het linkeroog zijn licht zou verliezen. De retina kreeg te maken met een bloeduitstortiong in de voedende laag. Ja...daar ga je.
Betty putte in deze dagen veel kracht uit haar geloof. Ze verdiepte zich daarin. Maar een tijdlang liet het zich aanzien dat het rechteroog zou volgen. Een operatie dáar gelukte echter. Het gevaar was er echter tijdenlang, dat Betty Botswana blind zou verlaten.
Tenslotte was zij uitbehandeld. We wilden terug naar Botswana, waar mijn werk zich ophoopte. Maar we konden niet weg. Er waren geen vliegtuigstoelen beschikbaar. Tenslotte knielde ik uitgeteld en aan het eind van al mijn plannen voor mijn bed neer en kon alleen nog maar zeggen: "Heer...ik weet het niet meer".
En terwijl ik daar geknield lag, was er opeens herrie rond het huis van kinderstemmen. Een bevriende familie uit Botswana, van ons en van ons logeer adres, kwam even langs. En toen was er: de oplossing. Met een paar dagen reden ze terug naar Mochudi, een rit van acht uur en......we konden mee !!!!
En zo, na een prachtige rit, waarin we nog veel van het land zagen, kwamen we diep in de nacht bij ons huisje aan in Mochudi, dat ons na alle vervreemdende ervaringen even zo vertrouwd was.
Als ik het zo opschrijf, lijkt het allemaal zo 'vlak'. Maar neem nu alleen eens de moeilijkheid om in een ver land, in de omstandigheden van tóen, opeens 2000 Rand op te hnoesten voor allerlei kosten. En dat was een van de tientallen verwikkelingen.
Toen we daar dan weer stonden....veilig....zei Betty: "Ach schat van mij...hoe lang zal ik je lieve gezicht nog kunnen zien". Maar dat heeft ze nog jaren kunnen zien, hoewel op de duur vaag, 23 jaar later lachte ze mij nog toe, toen ik voor haar zong, dicht bij haar gezicht: "'k Heb geloofd en daarom zing ik". En ze zei: "Dat is mooi". En enkele dagen later dei de Heer: "Betty"... en zij: "Ja Heer".