kasuarissen en Emoe kasuari Deze grote niet vliegende vogels uit Australië en Nieuw Guinea hebben een lange hals, lange poten en kleine vleugels die onder hund dichte haarachtige verenkleed verborgen liggen. Ze kunnen hard rennen maar ook goed zwemmen. ze hebben drie tenen aan elke poot. Bij kasuarissen in de binnente en uitgerust met een scherpe, wel 10 cm lang klauw, waarmee ze duidelijk vonden kunnen toebrengen, de kip draagt een hoornen helm een aan de nek zitten vlezige helm en aan de nek zitten vlezige lellen die afhankelijk van de stemmin van de vogel van kleur veranderen emoe
Hoogte tot 150cm Gewicht tot 30kg Verenkleed: geslachten verschillen Trek: standvogel Verspreiding Oosten en Zuidoosten van Zuid Amerika Deze lang potige, niet vliegende vogel bewoont uitgestrekte graslanden en droge struwele. Het verenkleed van de Nandoes is overwegend grijs-bruin en wit, wat een goede camouflage oplever in land gras of tussen struiken. Bij het mannetje is in de Broedtijd een zwarte ring onder de hals te zien. Nandoes leven in groepen, hoewel broedende mannetjes zich een deel van het jaar afzonderen. In de paartijd roep het mannetjes luid om vrouwtjes te lokken, tijdens de balts probeert hij indruk te maken met veel vertoon van vleugels. Een enkel mannetje paart met wel 12 vrouwtjes. Hij graaf een nest kuil waarin tot 60 eieren worden gelegd. Het mannetje neemt het broeden en zorg voor de jongen geheel voor zijn rekening Nandoes zijn nog vrij algemeen, maar hebben veel te lijden van jacht en biotoopverlies
Nandoes lijken sterk op struisvogels. Ze worden echter lang niet zo groot en hebben drie in plaats van twee tenen per poot. Kop, hals en dijen zijn dicht beverderd. Aan elke vleugels zit een kleine klauw, die ook echt gebruikt wordt tegen roofvijanden. Net als struisvogels gebruiken nandoes hun vleugels om tijdens het rennen het evenwicht te bewaren. Ze leven zowel in laagvlekte als hoogvlaktes, in grote delen van Zuid Amerika
Hoogte: Tot 280cm Gewicht: Tot 160kg Verenkleed geslachten verschillen Trek: Standvogel Verspreiding: West tot Oost Afrika bezuiden de Sahara, Zuidelijk Afria Ooit waren struisvogels wijd verspreid in Afrika en West Azië, maar thans zijn ze grotendeels beperkt tot het oosten en zuiden van Afrika, wel worden ze in andere delen van de wereld gekweekt. Wilde populaties leiden en zwervend bestaan en leggen grote afstanden af op zoek naar gras en ander plantaardig voedsel, ze lzven doorgaans in groepen van gemengd geslacht, men ziet ze zelden alleen. In het broedseizoen brengen mannetjes een luide, diepe roep voor en voeren ze een uitgebreid baltsritueel op. Een nest kan wel 30eieren bevatten, door verscheidene vrouwtjes gekegd. Beide geslachten breoden, de eieren, komen na 40 dagen uit en daarna worden de jongen door het Mannetje begeleid