Ik ben Jurgen De Cleen, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Tennessee Jay Stanton.
Ik ben een man en woon in Rupelmonde (Belgie) en mijn beroep is Muzikant.
Ik ben geboren op 16/12/1978 en ben nu dus 45 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, Reizen, Internet.
Music World
Alles over Blues, Jazz, Country, HaFaBra en veel meer
30-09-2010
De geschiedenis van de Fanfare (Deel 2)
Zoals beloofd: hier het tweede deel van de Geschiedenis van de Fanfare.
De rol van het leger
Legers stonden vaak aan de wieg van muzikale ontwikkelingen. Niet
zo vreemd, want muziekinstrumenten speelden een belangrijke rol in de
communicatie tussen militairen. Een trompet of trom was het enige geschikte
middel om een signaal snel, en over grote afstand door te geven.
Toen de Turken in de 15e eeuw Europa binnenvielen,bracht dat niet alleen oorlog met zich
mee: de Turkenbleken al heel ver
met het musiceren in groepsverband.Ze
maakten gebruik van een melodiesectie die bestonduit pijperfluiten. Trompetten vormden
met slagwerk(zoals pauken) de
begeleiding.
De befaamde Zwitserse Infanterie (het
huurleger)nam de pijperfluiten
en pauken over in haar orkesten.
En naar Zwitsers voorbeeld verspreidden deinstrumenten
zich razendsnel over Europa.
Even een voorstelling van een van de meest turbulente figuren uit de Blues: Huddie Ledbetter, die naam zegt u misschien weinig, maar zijn pseudoniem Leadbelly, kan misschien wel een belletje doen rinkelen.
Huddie William Ledbetter is geboren op 29 januari 1885 op de Jeter Plantage bij Mooringsport, Louisiana. Hij was het enig kind van Wesley en Sally. Toen hij vijf jaar oud was verhuisden ze naar Leigh, Texas, waar Huddie gebeten werd door de muziek-microbe. Hij werd daarin aangemoedigd door zijn oom Terrell; zij eerste instrument was de accordeon.
Enige jaren later ontdekte Huddie de gitaar (ook de twaalf-snarige). Op de leeftijd van 21 jaar verliet hij het ouderlijke nest en ging zwerven door Texas en Louisiana, hij probeerde geld te verdienen met zijn muziek. Af en toe wanneer dit niet lukte ging hij werken in nabij gelegen (katoen)bedrijven.
Huddie Ledbetter was de grootste katoenplukker, spoorweglegger, minnaar, drinker en gitarist. Dit is toch wat hij over zichzelf zei! Wie hem niet wou geloven werd er hardhandig van overtuigd. Deze manier van overtuigen heeft hem regelmatig in de gevangenis doen belanden.
In 1916 belandde hij in de gevangenis voor aanranding, maar hij kon ontsnappen. De twee jaren die daar op volgden ging Ledbetter door het leven onder het alias Walter Boyd. Maar wanneer hij een man vermoordde kwam zijn ware identiteit toch aan het licht en werd veroordeeld tot 30 jaar dwangarbeid in de gevangenis van Huntsville. Leadbelly schreef in die tijd een lied aan de toenmalige gouverneur Par Neff. Dit deed hij om gratie te kunnen verkrijgen en zo de gevangenis te kunnen verlaten.
Dit zijn een paar verzen uit het voornoemde lied:
Please, Governor Neff, Be good 'n' kind Have mercy on my great long time... I don't see to save my soul If I don't get a pardon, try me on a parole... If I had you, Governor Neff, like you got me I'd wake up in the mornin' and I'd set you free
Pat Neff was blijkbaar overtuigd van de goede bedoelingen van Leadbelly en hij mocht Huntsville als een vrij man verlaten. Maar enige jaren later werd hij opnieuw gearresteerd voor poging tot moord.
Het was in de Lousiana State Gevangenis dat Huddie de folklorist John Lomax. Lomax had geleerd dat de gevangenissen van het Zuiden de idiale plaats waren om aan oude spiritals, ballads en werkliederen te geraken. Maar Leadbelly was toch voor Lomax de vondst van de eeuw. In 1934 kreeg Huddie opnieuw gratie van de gouverneur. Wanneer hij vrij was ging hij naar John Lomax met het voorstel om met hem te werken.
In 1935 nam Lomax Leadbelly mee naar het noorden waar hij een echte sensatie werd. Alhoewel Huddie veel rustiger geworden was heeft hij Lomax toch nog met een mes bedreigd. Dit betekende meteen het einde van hun vriendschap. Ondanks de breuk met Lomax werd Leadbelly toch heel bekend in de platen industrie.
Vanaf 1940 heeft Leadbelly een heel arsenaal aan platen opgenomen en veel getoerd; tot hij ernstig ziek werd tijdens een Europese Tour. Testen wezen uit dat hij leed aan laterale sclerose waaraan hij stierf op 6 december 1949.
Paul Anka werd op 30 juli 1941 geboren
in het Canadese Ottawa (Ontario). Zijn ouders waren van Christelijk Libanese
afkomst en waren de eigenaars van een plaatselijk restaurant. Paul bleek een
wonderkind te zijn die op zijn twaalfde al in de showbizz zat als imitator. Hij
zong in het St. Elijah Syrian Orthodox Church koor onder leiding van Frederick
Karam, waar hij ook muziektheorie lessen van kreeg. Verder had hij pianolessen
van Winnifred Rees.
Toen hij 14 jaar was pikte hij de
gezinswagen om naar amateur zang- talentenjachten te rijden in het nabijgelegen
Hull (Quebec) en schreef hij al zijn eigen liedjes. Zijn eerste single "I
Confess" verscheen het label Riviera, een dochtermaatschappij van RPM.
In 1957 ging hij met een groep
vrienden, die optraden als de Rover Boys, naar New York en kreeg hij de kans om
auditie te doen voor Don Costa van ABC. Hij zong een liedje dat hij geschreven
had voor de 18-jarige oppas van zijn jongere broertje en zusje,
"Diana". Het lied maakte hem in een klap beroemd. Er werden negen
miljoen exemplaren van verkocht en het werd daarmee een van de meest verkochte
45-toeren plaatjes uit de muziekgeschiedenis. Er volgden in 1958 nog vier
liedjes die ook de top haalden, waaronder "Crazy Love" en "Your
Are My Destiny". Hij werd daardoor op zijn 17 jaar een van de grootste
tieneridolen uit die tijd. Hij maakte een tournee door Engeland en daarna, met
Buddy Holly, een tournee door Australië.
Zijn talent
ging verder dan alleen maar zingen. Voor Buddy Holly schreef hij de wereldhit
"It Doesn't Matter Anymore", voor Tom Jones zijn grootste hit
"She's A Lady" en de Engelse tekst voor Frank Sinatra's lijflied
"My Way" dat ook door vele andere artiesten gezongen werd, waaronder
Elvis Presley (bij wie de tekst op het lijf geschreven was).
Hij begon ook
op te treden in films zoals "Let's Rock" en "Girls Town".
Uit de laatste film komt zijn allergrootste Amerikaanse hit "Lonely
Boy". Dit lied schreef hij voor zijn moeder die overleed aan een
leverziekte. Er volgde nog een reeks aan hits in
1959, waaronder "Put Your Head on My Shoulder", "It's Time to
Cry," en "Puppy Love".
In 1961 begon
het allemaal wat rustiger aan te gaan met de gekte voor hem als tieneridool.
Paul Anka, die als minderjarige al een dollarmiljonair was, had toen al meer
dan 125 composities op zijn naam staan, had zijn eigen platenlabel (Spanka) en
had de op één na grootste hit aller tijden op zijn naam staan; alleen van
"White Christmas" werden nog meer exemplaren verkocht dan van
"Diana".
In plaats van
op zijn lauweren te gaan rusten, ging hij zich richten op de markt voor
volwassenen. Hij cultiveerde zijn solo act en kreeg boekingen in hét oord voor
de groten der aarde, de Copacabana. Hij stapte over op het platenlabel RCA en
maakte nog een slimme move in zaken door de rechten op zijn oude liedjes te
kopen. Alleen al door het heruitbrengen van de platen verdiende hij een
fortuin.
Hij verbreedde
zijn carrière door meer optredens in films, waaronder een rol in "The
Longest Day" (het legendarische epos over de Landing in Normandie),
waarvoor hij ook de titelsong schreef.
Hij was een van
de eerste popartiesten die in de casino's van Las Vegas optrad. Hij leidde ook
variété shows op televisie, zoals "Hullabaloo", "The Midnight
Special" en "Spotlite".
Hij ging
door met zijn optredens in Azië en Europa. Tijdens een van zijn tournees
ontmoette hij in 1962 in San Juan (Porto Rico) zijn toekomstige vrouw Anne de
Zogheb. Ze kregen vijf dochters.
Nadat hij meer
dan tien jaar geen hit meer had gescoord nam hij een duet op met Odia Coates.
Het nummer "Having My Baby" was een groot succes.
Ze namen nog twee duetten op die ook hits werden. In de zeventiger jaren trad
hij regelmatig in Las Vegas op met eigentijdse muziek en met Big-Bands.
In 1999 bezocht
hij Libanon om daar op te treden voor een uitverkocht "Forum de
Beyrouth".
In
2005 kwam zijn album "Rock Swings" uit, met Big-Band arrangementen
van hedendaagse muziek, en kreeg hij een ster op de Canadese Walk of Fame in
Toronto.
Daarvoor was
hij al in 1980 gekozen door de "Canadian Music Hall of Fame", voor
zijn verdiensten voor de muziek. Verder heeft hij een ster op de Hollywood Walk
of Fame. In 1991 eerde Frankrijk hem met de " Ordre des Arts et des
Lettres" voor zijn bijdrage aan de kunst. En in 1995 werd hij benoemd tot
Officier in de Orde van Canada.
Louis Armstrong werd
geboren op 4 augustus 1901 in het arme deel van New Orleans dat bekend staat
als The Battlefield (=het slagveld). Wanneer hij stierf in 1971, was hij
bekend onder de bijnaam Satchmo en wereldwijd gerenomeerd als een van de
Founding Fathers van de Jazz; in zijn tijd een bijna uitsluitend Amerikaanse
kunstvorm. Zijn invloed als muzikant en cultuuricoon is onnavolgbaar en tot op
vandaag zeer levend.
Enkele van zijn grootse
verdiensten zijn:
1* Armstrong ontwikkelde
een unieke stijl in de jazz, zowel op trompet als vocaal.
2* Hij heeft gedurende vijf
decennia opgenomen; zijn muziek is tot op vandaag te horen in films, radio, TV.
3* Armstrong schreef twee
autobiogrfieën en een tiental artikels in magazines, honderden paginas aan
memoires en een duizendtal brieven.
4* Hij verscheen in een
dertigtal films als een begenadigd acteur met een superbe komische timing en
een enorme zin in het leven
5* Louis schreef vele
liedjes die echte Jazz-Standards zijn geworden.
6* Armstrong deed een
driehonderdtal concerten per jaar. Met zijn vele tournees naar alle kanten van
de wereld verdiende hij de bijnaam Ambassador Satch.
7* Hij werd een van de
eerste grote beroemdheden van de 20steeeuw.
Door de jaren heen
entertainde Louis Armstrong miljoenen mensen, van staatshoofden en koningen tot
kinderen bij hem aan het voetpad van zijn huis. Ondanks zijn faam, woonde
leidde hij een eenvoudig leven en woonde hij in een werkmansbuurt. Tot op
vandaag houdt iedereen van Louis Armstrong- enkel het vernoemen van zijn naam
tovert al een glimlach op het gezicht van de mensen!
Etta James is een
zangeres met een stem die voor heel wat verschillende stijlen geschikt is:
Jazz, Soul Haar succes is begonnen in de vijftiger jaren en overspant
verschillende decennia. Haar muziek inspireert vele artiesten van vandaag,
zoals een voorbeeld te lezen is in onderstaand artikeltje
Geboren: 25 januari 1938
Jamesetta Hawkins begint haar
muzikale carrière op heel jonge leeftijd in de kerk , ze was pas vijf jaar
wanneer ze begon met zingen in het kerkkoor. In 1950 verhuist James naar San
Fransisco, om een zanggroep op te richten. Op haar veertiende doet ze auditie
bij de zangroep de Peaches. Met hen doet ze ook opnames, waaronder het nummerRoll With Me Henry. Pas wanneer James in 1960 in Chicago
bij het Chess Records`-label tekent, begint alles te lopen. Ze neemt haar
eerste album, met daarop de klassiekers At Last en Trust in Me op. Ook
neemt ze een livealbum in Nashville op. Ze blijft tot 1975 bij het label, een
periode waarin ze veel succes kent en ook gaat toeren. In deze periode worstelt
James met een heroïneverslaving en psychische problemen. In 1988 is James echter helemaal terug,
en maakt in de volgende jaren uitstapjes naar jazz, blues en soul met de albumsSeven
Year Itch,Sticking
to My Guns(1990) enThe Right Time(1992). Voor
eenreclamespot voor frisdrank (ik dacht
dat het Coca Cola was, maar ik ben er niet zeker van) wordt haar versie
van I just Want to Make Love to you, een cover van Bluesgrootmeester Muddy
Waters gebruikt. Deze vertolking brengt de zangeres wederom bekendheid.
In 2009 komt haar muziek weer in de spotlight te
staan, wanneer zangeres Beyonce het nummer At Last voor de familie Obama
zingt op het inauguratiebal van de nieuwe Amerikaanse president.
Vandaag gaan we even de Vlaamse toer op met een van de grote zangers van toen.
Een schitterende stem, maar helaas heeft Bob, volgens mij, veel te weinig erkenning gekregen voor zijn werk.
Bob Benny, geboren op 28 mei 1926 in Sint-Niklaas als Emilius Wagemans werd met zijn hit "Waar en wanneer" een volwaardig Vlaamse zanger en musicalster. In februari 1959 nam Bob Benny deel aan de voorrondes voor het Eurovisie Songfestival. In de finale won hij van Jo Leemans. Zo mocht hij België vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival van 1959 in Cannes. Daar werd hij zesde met zijn liedje "Hou toch van mij". Tot op heden is dat de hoogst behaalde positie voor een Vlaamse inzending bij het Eurovisie Songfestival. Twee jaar later wint Bob Benny weer de voorronde voor het songfestival, met het liedje "September, gouden roos". Op het Eurovisie Songfestival van 1961 wordt hij vijftiende en laatste, met slechts één punt van Luxemburg. Zijn grootste hit scoorde hij in 1963 met "Waar en wanneer. In 2001 werd de inmiddels 75-jarige artiest getroffen door een beroerte maar donderdag 1 juni 2006 staat Bob er weer voor de 100% en werd hij ontvangen op het Antwerpse stadhuis voor zijn 80e verjaardag.
Zoals al aangekondigd bij het begin van mijn Blog, ga ik het ook over de HaFaBra-muziek hebben. Zoals u waarschijnlijk al kunt denken is HaFaBra een afkorting; het staat namelijk voor Harmonie, Fanfare en Brassband. In deze eerste reeks ga ik het hebben over de Fanfare.
In het eerste deeltje staat het hele prille begin van de blaasmuziek.
Prehistorie - hoe het begon
De geschiedenis van blaasmuziek is lang. Sinds mensenheugenis
wordt muziek gemaakt: archeologen hebben trompetten gevonden die eeuwen voor
Christus gemaakt zijn. Deze trompetten lijken in niets op de exemplaren die we
nu kennen: het waren uitgeboorde hoorns van runderen.
Rond 1400 voor Christus doken bij de Egyptenaren de eerste metalen
trompetten op. De techniek om metaal te buigen was hen nog onbekend. Daardoor
kreeg hun trompet de vorm van een lange buis.
De Romeinen namen later de Egyptischebouwstijl over en ontwikkelden er eenRomeinse Tuba mee. Dit instrument
kreegeen belangrijke plaats in
de samenleving. Aangevuld met trommelaars stonden de
Romeinen namelijk aan de basis van deeerste
"militaire kapel". Ieder leger werdvoorgegaan
door een eigen groep muzikanten.
Hier komt de biografie over mijn grote voorbeeld
uit de Country- en Folkmuziek: Mister John
R. Cash. Beter bekend als Johnny
Cash.
Johnny Cash (Kingsland, Ark 1932 - Nashville 2003)
is een country legende. In de Verenigde Staten was hij een
country held; in Europa bereikte hij cultstatus. Hij had een van de meest
herkenbare stemmen binnen de muziek, al werd hij de laatste jaren steeds minder
toonvast. Maar dat gaf (voor mij en vele anderen) een extra doorleefdheid aan
zijn songs.
Toen
hij 3 was verhuisde zijn gezin naar Dyess Colony in Arkansas. Daar werkte
hij met zijn gezin op de katoenplantages. Muziek is altijd een onderdeel
geweest van het dagelijks leven in het Cash gezin. John kreeg met
allerlei verschillende soorten muziek te maken; van de folksongs en
psalmen van zijn moeder tot de werkliederen uit het veld. Cash absorbeerde
ze als een spons. Later in zijn carrière haalde Cash hier
zijn inspiratie uit.
In 1950 was hij klaar met zijn high school daarna vertrok hij naar Detroit
op zoek naar werk. Cash ging in dienst en vertrok daarop naar Duitsland
waar hij zijn eerste band begon. Al gauw deed hij zijn best door
te breken in de muziek en succes volgde snel. Tijdens de jaren
vijftig en zestig maakte Cash talrijke platen. Door het grote succes
raakte Cash uit balans, hij deed meer dan 300 shows per jaar, had
problemen met zijn vrouw en nam zijn toevlucht in de verdovende
middelen.
Halverwege de jaren zestig was Cash een wrak. Met de hulp van zijn nieuwe
vrouw kwam hij van zijn verslaving af.
In 1968 begon hij opnieuw aan zijn carrière te werken. Hij nam op in de
Folsom Prison en ook in de San Quentin gevangenis en zijn platen werden
verguld. In 1969 begon hij zijn eigen tv show The Johnny
Cash show. Gasten
waren varieerden van Bob Dylan en Neil Young tot Louis Armstrong en Merle
Haggard. Door deze keuze van gasten probeerde Cash de kloof
tussen jong en oud te overbruggen en om muzikale barrières
te doorbreken. Ook stelde hij in zijn show sociale (wan)toestanden
aan de kaak. In 1971 stopte het programma maar Cash presenteerde nog vele
jaren daarna specials. Op 48 jarige leeftijd werd hij in 1980 in de
Country Music Hall of Fame geëerd. In 1985 bundelde Cash zijn krachten met
vrienden als Willie Nelson, Waylon Jennings en Kris Kristofferson en
richtte The Highwaymen op.
Tussen 1985 en 1995 maakte deze formatie drie albums en scoorden ze een
nummer 1 hit met de single "Highwayman" van het eerste album. In
1994 bracht Cash met behulp van hiphop producent Rick Rubin
de American Recordings uit. Dit album won een Grammy voor beste best
contemporary folk album. De follow-up Unchained uit 1996 kreeg in 1997 een
Grammy voor best country album. Aan het eind van de jaren negentig
kreeg Cash ernstige gezondheidsproblemen. Cash nam eind dit jaar zijn
laatste plaat op; The Man Comes Around. Deze plaat werd onder
bijzondere omstandigheden opgenomen, ook omdat Cash werd geteisterd
door longonstekingen.
Het album The Man Comes Around is verschenen
onder American Recordings. Van dit album was in R.A.M de clip van het nummer
"Hurt" te zien. Cash was gedurende de opnames van zijn laaste plaat
doodziek en lijkt in deze morbide clip haast zijn dood aan te kondigen.
Na de
dood van Johnny Cash verscheen nog een vijfde album in de `American`-reeks.
Namelijk `A Thousand Highways`.
Hugues Panassié (1912-1974) was een Frans Jazzcriticus en
producer. Tussen zijn bekendste werken vinden we onder andere `Hot Jazz: The
Guide to Swing Music` en `The Real Jazz`, respectievelijk gepubliceerd in 1936
en 1942. Als producer was Panassié bekend voor de financiering van
een reeks jazzplaten van bijvoorbeeld Sydney Bechet en Tommy Ladnier.
Panassié was vooral een bewonderaar van de `Hot`-stijl van
de Jazz, zoals die gespeeld werd door artiesten als Louis Armstrong. Ook keek
hij neer op de West-Coast-Jazz, die hij als niet-authentiek beschouwde;
grotendeels omdat een heel aantal van de West-Coast-muzikanten blank was.
Weetjes:
-In 1932 werd Panassié voorzitter van de `Hot
Club de France`
-Een bekende uitspraak van Panassié (vrij
vertaald): `Wanneer Charlie Parker de Bop ontwikkelde, hield hij op een echte
jazzmuzikant te zijn`.
Jean-Baptist Reinhardt werd geboren in Liberchies op 23
januari 1910. Net zoals de meeste zigeuners werd Jean-Baptist geboren in een
woonwagen. Hij werd echter door zijn omgeving meestal Django genoemd.
Gedurende de eerste wereldoorlog heeft Django zowat door
heel Europa en Noord-Afrika gereisd, maar kwam nadien toch weer terug in
Liberchies terecht. In de late jaren 20 reist Django naar Parijs waar hij gaat
spelen in het orkest van Jean Valissade. Ook in Parijs is het dat Django Louis
Vola ontmoet.
In 1928 gaan Django Reinhardt en Jean Valissade een aantal
nummers opnemen. We denken hier bijvoorbeeld aan `Griserie` en `Parisette`. Het
was ook in 1928 dat er een waar tragedie zou gebeuren dat Django voor de rest
van zijn leven zou tekenen. Een paar kunstbloemen vatten vuur in de woonwagen
van Django en zijn vrouw. Algauw staat de hele caravan in lichterlaaie. Beide
bewoners geraken levend uit de brand, maar Django raakt zwaar verbrand aan zijn
linkerkant.
Tijdens de revalidatie blijkt dat de pink en de ringvinger
van de linkerhand van Django verlamd zijn, dit was een absolute ramp voor een
gitarist. Maar hij bleef niet bij de pakken zitten en ontwikkelde een totaal
nieuwe vingerzetting voor de gitaar. Op deze manier kwam een speelstijl tot
stand die nog nooit door een andere artiest was voorgegeaan.
In 1934 richt Django samen met Stephane Grapelli een
muziekgroep op met enkel snaarinstrumenten: La Quitette du Hot Club de France.
In 1939, bij het uitbreken van
de Tweede Wereldoorlog, gaat Grappelly in Londen wonen. Django vormt een nieuw
kwintet, dit keer met Hubert Rostaing, een klarinetspeler, en P. Fouad. Het is
het tijdperk van deSwing en in 1940 componeert hij Nuages.
De grote frustratie van Django was dat hij nooit in de Verenigde Staten de
nodige erkenning gekregen heeft. Nochtans heeft hij in 1946 met Duke Ellington
in café Society, New-York opgetreden en hebben ze samen opnames gemaakt in
het Civic Opera House van Chicago. Aan de elektrische gitaar zal Django nooit
wennen: zij vermindert volgens hem het kristalheldere geluid waar hij naar op
zoek is.
Het is pas in 1947 dat Django
opnieuw gaat opnemen met Stéphane Grappelly. In 1949 gaan ze ook naar Rome om daar opnames te maken met drie Italiaanse muzikanten. Ze nemen er plus minus 60
nummers op. In zekere zin een tweede leven voor het werk van de gitarist. Een
jaar later herneemt hij de ervaringen van in Rome maar deze keer met André
Ekyan op saxofoon en klarinet, Ralph Schécroun op piano en Roger Paraboshi aan
het slagwerk.
In deze Periode laat Django
beetje bij beetje de gitaar staan en legt zich meer een meer toe op de
schilderkunst. Maar het gitaar-bloed kruipt waar het niet gaan kan In 1950
staat Django terug op het podium met een aantal muzikanten uit de Bop-stijl.
Dit leverde hem een enorm succes op en zette hem aan om met deze mensen ook
opnames te gaan maken.
In 1952 werkte Django Reinhard
mee aan een programma voor de Franse Televisie. In deze periode is hij ook nog
te zien in de film `Lq Route du Bonheur` van regisseur Maurice Labro.
In maart 1953 gaat Django voor de laatste keer de studio in met een nieuwe
formatie met de naam `Django Reinhardt et ses Rhytmes`.
Op 16 mei 1953 werd Django
getroffen door een beroerte die hem fataal zou worden. Dit gebeurde terwijl hij
werkte aan `The Philharmonic` van Norman Granz.