Paul Anka werd op 30 juli 1941 geboren
in het Canadese Ottawa (Ontario). Zijn ouders waren van Christelijk Libanese
afkomst en waren de eigenaars van een plaatselijk restaurant. Paul bleek een
wonderkind te zijn die op zijn twaalfde al in de showbizz zat als imitator. Hij
zong in het St. Elijah Syrian Orthodox Church koor onder leiding van Frederick
Karam, waar hij ook muziektheorie lessen van kreeg. Verder had hij pianolessen
van Winnifred Rees.
Toen hij 14 jaar was pikte hij de
gezinswagen om naar amateur zang- talentenjachten te rijden in het nabijgelegen
Hull (Quebec) en schreef hij al zijn eigen liedjes. Zijn eerste single "I
Confess" verscheen het label Riviera, een dochtermaatschappij van RPM.
In 1957 ging hij met een groep
vrienden, die optraden als de Rover Boys, naar New York en kreeg hij de kans om
auditie te doen voor Don Costa van ABC. Hij zong een liedje dat hij geschreven
had voor de 18-jarige oppas van zijn jongere broertje en zusje,
"Diana". Het lied maakte hem in een klap beroemd. Er werden negen
miljoen exemplaren van verkocht en het werd daarmee een van de meest verkochte
45-toeren plaatjes uit de muziekgeschiedenis. Er volgden in 1958 nog vier
liedjes die ook de top haalden, waaronder "Crazy Love" en "Your
Are My Destiny". Hij werd daardoor op zijn 17 jaar een van de grootste
tieneridolen uit die tijd. Hij maakte een tournee door Engeland en daarna, met
Buddy Holly, een tournee door Australië.
Zijn talent
ging verder dan alleen maar zingen. Voor Buddy Holly schreef hij de wereldhit
"It Doesn't Matter Anymore", voor Tom Jones zijn grootste hit
"She's A Lady" en de Engelse tekst voor Frank Sinatra's lijflied
"My Way" dat ook door vele andere artiesten gezongen werd, waaronder
Elvis Presley (bij wie de tekst op het lijf geschreven was).
Hij begon ook
op te treden in films zoals "Let's Rock" en "Girls Town".
Uit de laatste film komt zijn allergrootste Amerikaanse hit "Lonely
Boy". Dit lied schreef hij voor zijn moeder die overleed aan een
leverziekte. Er volgde nog een reeks aan hits in
1959, waaronder "Put Your Head on My Shoulder", "It's Time to
Cry," en "Puppy Love".
In 1961 begon
het allemaal wat rustiger aan te gaan met de gekte voor hem als tieneridool.
Paul Anka, die als minderjarige al een dollarmiljonair was, had toen al meer
dan 125 composities op zijn naam staan, had zijn eigen platenlabel (Spanka) en
had de op één na grootste hit aller tijden op zijn naam staan; alleen van
"White Christmas" werden nog meer exemplaren verkocht dan van
"Diana".
In plaats van
op zijn lauweren te gaan rusten, ging hij zich richten op de markt voor
volwassenen. Hij cultiveerde zijn solo act en kreeg boekingen in hét oord voor
de groten der aarde, de Copacabana. Hij stapte over op het platenlabel RCA en
maakte nog een slimme move in zaken door de rechten op zijn oude liedjes te
kopen. Alleen al door het heruitbrengen van de platen verdiende hij een
fortuin.
Hij verbreedde
zijn carrière door meer optredens in films, waaronder een rol in "The
Longest Day" (het legendarische epos over de Landing in Normandie),
waarvoor hij ook de titelsong schreef.
Hij was een van
de eerste popartiesten die in de casino's van Las Vegas optrad. Hij leidde ook
variété shows op televisie, zoals "Hullabaloo", "The Midnight
Special" en "Spotlite".
Hij ging
door met zijn optredens in Azië en Europa. Tijdens een van zijn tournees
ontmoette hij in 1962 in San Juan (Porto Rico) zijn toekomstige vrouw Anne de
Zogheb. Ze kregen vijf dochters.
Nadat hij meer
dan tien jaar geen hit meer had gescoord nam hij een duet op met Odia Coates.
Het nummer "Having My Baby" was een groot succes.
Ze namen nog twee duetten op die ook hits werden. In de zeventiger jaren trad
hij regelmatig in Las Vegas op met eigentijdse muziek en met Big-Bands.
In 1999 bezocht
hij Libanon om daar op te treden voor een uitverkocht "Forum de
Beyrouth".
In
2005 kwam zijn album "Rock Swings" uit, met Big-Band arrangementen
van hedendaagse muziek, en kreeg hij een ster op de Canadese Walk of Fame in
Toronto.
Daarvoor was
hij al in 1980 gekozen door de "Canadian Music Hall of Fame", voor
zijn verdiensten voor de muziek. Verder heeft hij een ster op de Hollywood Walk
of Fame. In 1991 eerde Frankrijk hem met de " Ordre des Arts et des
Lettres" voor zijn bijdrage aan de kunst. En in 1995 werd hij benoemd tot
Officier in de Orde van Canada.