Vrouwtje even groot als Buizerd.Kleiner mannetje kan
verwisseld worden met vrouwtje Sperwer,maar is ongeveer 25% groter en
twee-tot viermaal zo zwaar.Heeft vergeleken met Sperwer in vlucht
langere en bredere armvleugel en verhoudingsgewijs smallere handvleugel
en kortere staart,bovendien gelijkmatiger breed en aan de punt meer
afgerond is.Vleugelpunten lijken tijdens duikvlucht soms zelfs zo
puntig dat verwarring met Giervalk mogelijk is.Heeft langzamere en
krachtigere vleugelslag dan Sperwer,waarbij iets duifachtig lichaam
minder bewogen wordt.Cirkelt wat meer onvast en op geringere hoogte dan
Sperwer,waarbij vleugels horizontaal of iets omhoog gehouden
worden.Cirkelt bij goede thermiek echter ook hoog,zonder
vleugelslagen,met vleugels iets naar voren gericht en staart vaak
geheel gespreid.Hoog zwevend met samengeknepen vleugelpunten te
verwarren met Slechtvalk.Maakt indrukwekkende duikvluchten.Meestal in
de bos jagend,snel en krachtig.Jachtvlucht in open landschap vlak boven
de grond.Soms zelfs als Velduil vliegend,met stijve langzame
vleugelslagen,vooral bij balts,maar ook tijdens jacht.Mannetje van
boven loodgrijs,van onderen op afstand effen lichtgrijs lijkend,met
donker oorstreek en kruin en opvallende witte wenkbrauwstreep.Vrouwtje
op bovenzijde bruingrijs,met op kop minder contrastrijke tekening dan
mannetje.Juveniel van onderen met duidelijke lengtestrepen op
oranjebeige tot bleekgele ondergrond en van boven bruin,meestal met
lichte vlekken op dekveren.Bij Siberische ondersoort buteoides
(dwaalgast in West-Europa) zijn adulte op onderzijde bijna geheel wit
en juveniele witachtig en slechts zwak gestreept met licht
gevlekte bovenzijde.Alarmeert op broedplaats met een indringend kjee
kjee kjee....Lokroep een melancholiek,iets vibrerend pie-jeh.Meestal
gebonden aan bosgebieden,maar jaagt ook in velden en weilanden.Eet
vooral middelgrote vogels als Gaai en Ekster.In Nederland voornamelijk
standvogel,vroeger vooral in oosten,maar in de laatste jaren ook in
duinen en polders in het westen van het land.
Kleiner en lichter dan koolmees, met blauwe,wit
omkaderde kruin.Juveniele hebben op kop vuil geel in plaats van wit en
vuil groeachtige kruin.In gesleten kleed vaak zeer vale,gelige
onderdelen.Noordafrikaanse ondersoort ultramarinus verschilt evenals
vier ondersoorten op Canarische Eilanden door blauwgrijze
mantel,zwartachtige kopstrepen,donkere kruin,langere,dunnere snavel en
duidelijk ander geluid.Zang een lieflijk,helder,aanhoudend
psiet-sie-sirrrrrrr.Andere geluiden zijn bijvoorbeeld een snijdend
tjerr err err err,een springerig,zilveren tjie-die-die-die of
ptsie-tsie-die-die-die,een pieziezeh en een ijl psie.Talrijk broedend
in bossen,parken en tuinen,in boomholten en nestkasten.In herfst en
winter vaak in riet,waar hij zich voedt met rietstengels overwinterende
insektenlarven en -poppen.Eet procentueel minder zaden en bessen dan
Koolmees,meer insekten.Standvogel.Van noordelijke en oostelijke delen
van broedgebied trekt echter groot aantal in september-oktober naar
zuiden en in sommige jaren treden invasies op.
Een van de talrijkste bos-en tuinvogels.Vaak minder
intens gekleurde vrouwtjes hebben smallere zwarte 'stropdas' op borst
en vooral buik dan mannetjes.Juveniele hebben leizwarte kruin,kleinere
keelvlek en gelige zijkop,zonder zwarte begrenzing onder
oorstreek.Repertoire aan geluiden is zo omvangrijk en gevarieerd,dat
iedere roep altijd weer tot determinatieproblemen kan leiden.Geluid is
in het algemeen krachtiger dan van andere mezen.Meest gehoorde roepen
zijn een enkel of dubbel pink (als vink),een opgewekt tse-wiede-wiet of
pink tsche-tje-tje,een zie-deh of ook zieziezie.Zang is meestal een
reeks van herhaalde twee-tot drie-lettergrepige fluittonen,zoals
zie-zie deh,of twiet-tiet.Zingt ook op zonnige winterdagen.Broedt in
alle bostypen en tuinen,maar niet in pure naaldbossen.Heeft voorkeur
voor zomereiken en beuken.Voedsel bestaat voor groot deel uit olierijke
zaden en vruchten,maar tijdens broedtijd hoofdzakelijk uit
insekten,larven en andere kleine dieren.Standvogel,maar in sommige
jaren treden grote trekbewegingen op van noordoostelijke populatie.
Bekendste,talrijkste en wijds verspreide
zwemeend.Mannetje in zomerkleed onmiskenbaar,in eclipskleed op vrouwtje
lijkend,maar met groengele snavel.Het bruine vrouwtje varieerd
aanzienlijk in kleur en tekening.In eclipskleed is vrouwtje relatief
donker en heeft op basis en culmen van oranjeachtige snavel eeb
variabele maar uitgebreide donkere tekening (soms geheel donkergrijze
snavel).Spiegel glanzend donkerblauw,met wit begrensd.In vlucht
fluitend vleugelgeluid.Vrouwtje roept luid kwakend,al naar gelang
stemming gevarieerd.Het mannetje laat een zacht greb en in baltstijd
een kort fluitend jieb horen.Broedt aan bijna elk water, vaak tam in
parken.Veel exemplaren tonen opvallende kleurafwijkingen door
vermenging met gekweekte vormen en zijn soms moeilijk te
herkennen.Voedsel veelzijdig.Foerageert ook ver van water,bijvoorbeeld
op stoppelvelden.Mannetjes trekken al in mei-juni naar
ruigebieden,vrouwtjes en juveniele in juli-augustus.Nederlandse
broedvogels trekken niet ver,maar in oktober-december arriveren hier
grote aantallen uit Scandinaviƫ en Noordwest-Rusland.
De enige in vrijwel geheel Europa regelmatig
voorkomende reiger.In vlucht machtig postuur,met zware
vleugelslag,donkere,sterk naar beneden gebogen vleugels en ingetrokken
hals.Kraanvogels en ooienvaars vliegen met gestrekte hals en minder
gebogen vleugels en hebben meer gevingerde vleugelpunten.Vaak
onopvallend langs riet of op veld staand,loerend op buit.Roept in
vlucht een luid en rauw kraaoerk, op nest allerlei krassende
geluiden.Leeft niet alleen van vis,maar ook mollen en muizen.Broedt in
kolonies in bomen,in riet of op rotsen aan de Atlantische kust.In
Nederland al in februarie terug in de kolonies,waarvan sommige zich in
parken en in steden bevinden.Nederlandse vogels zijn deels standvogel
(maximaal 9000 paren) en deels trekvogel.'s Winters arriveren
exemplaren uit Noordoost-Europa.
Bekende verschijning.Rond en roetzwart met felwitte
snavel en wit voorhoofd.Bezet vroeg in voorjaar territorium en
verdedigt dat agressief tegen indringers.Neemt bij opvliegen
karakteristieke aanloop met op water slaande vleugels.Meest gehoorde
roep een luid,herhaald,variabel koet,en een explosief, scherp,soms
buitengewoon hoog piets,alsof iemand in het riet een gloeilamp op de
stenen laat vallen.Tijdens nachtelijke vluchten ook een
trompetterend,iets hol en desolaat klinkend pee-au.Alleseter.In najaar
en winter vaak in grote groepen,dicht opeengepakt.Op weilanden of
wegbermen in buurt van water grazend of in water naar waterplanten
duikend.In Nederland en Vlaanderen geheel talrijk.
Talrijkste en bekendste valk van Europa.Wordt vaak
biddend of zittend op draden of palen langs wegen gezien.Kenmerkend
langstaartig silhouet (windwijzer).Adult mannetje met grijze kop
enstaart en steenrode rug zonder duidelijk dwarsstreping.Vrouwtje en
juveniele lijken op elkaar,maar vrouwtje is van boven duidelijker
getekend met meer hartvormige,ook op flanken aanwezige vlekken,terwijl
juveniel op onderzijde strekere lengtestreping heeft.Roept op
broedplaats luid,schel,doordringend,in snelle series
kie,kie,kie,kie,kie.Bedelt met langgerekt,jammerend,vibrerend
krie-i-i-i-i.Broedt in oude kraaienesten,speciale nestkasten en
gebouwen.In bijna ieder landschap,vooral in open terrein met wat
bomen,maar ook in steden.Jaagt hoofdzakelijk op muizen.In Nederland
stand-en zwerfvogel (ca 5000 broedparen),trekt weg bij langdurige
sneeuw.Populatie uit Noord-oost-Europa overwinteren hier of trekken
door.
Door vliegwijze met in ondiepe v gehouden vleugels
en lange staart direct als kiekendief te herkennen.Groter met bredere
vleugels en andere kleur dan andere soorten kiekendieven.Mannetje
krijgt in de loop van ten minste drie jaar geleidelijk lichtgrijze
veren,maar broedt reeds wanneer twee jaar oud en toont dan weinig
grijze handpennen.Juveniel donker chocoladebruin met dooiergele,tot
geelbeige uitblekende koptekening,die (waarschijnlijk vooral bij
oostelijke populatie) geheel kan ontbreken en enkele hebben geelbruin
aan vleugelbasis en op onderdekveren.Vliegt vaak laag heen en weer
boven jojo-baltsvlucht kievit-achtig kie-oe en laat ook een
ekster-achtig kjep ep ep ep horen.Vrouwtje bedelen,als uitgevlogen
jongen,met langgerekte,hoge,fluittonen pie-wieuuu,en laten in
paringsvlucht met mannetje ook kiesj en kjee kie kie kie horen.Broedt
bij voorkeur in overjarig riet (af en toe in graanvelden),maar jaagt
tot 5 km van nest ook boven moerassen en weilanden op muizen,kleine
vogels en kikkers.Soms polygaam.Broedbestand in Nederland (ca 900 paren
en elders in West-Europa in laatste decennia toegenomen
(Flevopolder-effect).Klein aantal overwintert hier,vooral in
Delta-gebied.Trekt in augustus-september (oktober) naar
Middenllandse-zeegebied en keert terug vanaf maart,mannetjes eerder dan
vrouwtjes.In mei vindt nog een doortrek plaats.
Zeer variabel gekleurt.Inde vlucht met
brede,afgeronde vleugels en licht vlekken op handpenbases.Cirkelt
meestal met vleugels in ondiepe V.In glijvlucht met rechte of iets
gebogen vleugels.Bidt minder vaak dan ruigpootbuizerd.Hangt echter wel
vaak bewegingsloos in de wind.Kleur meestal donkerbruin met lichte,vaag
begrensde,U-vormige borstband.Sommige zijn tamelijk egaal
zwartbruin,andere bijna geheel wit of sterk gevlekt en kunnen daardoor
met tal van andere soorten roofvogels verward worden.Adulte hebben
brede,zwartachtige eindband op vleugels en staart.Juveniele hebben
slankere vleugels dan adulte en op onderzijde duidelijk
lengtestrepen.Bovenzijde meestal geheel donker of met iets lichtere
middelste dekveren,soms lichtere staartbasis.Kan met wespendief verward
worden, maar heeft bredere kop,kortere staart met scherpere hoeken en
in zweefvlucht in ondiepe V gehouden,stijvere vleugels en maakt
compactere indruk.Een groot aantal zeer lichte exemplaren komt 's
winters uit Zuid-Zweden en Denemarken naar Nederland, maar zijn
zeldzaam in Engeland.Oostelijke ondersoorten (in Rusland steppebuizerd
B.b.vulpinus,in Midden-Oosten b.b menetriesi) zijn meer oranjebruin dan
nominaat.Steppebuizerd is lange-afstandstrekker naar
Oost-Afrika,kleiner dan buizerd en vaak met oranjeachtige staart (zie
ook arendbuizerd).Roept luid,langgerekt,klagend of miauwend
pie-joew.Talrijk in cultuurlandschap en bosgebieden met aangrenzende
weilanden en akkers.Zit vaak op uitkijk in bomen of,bijvoorbeeld,op
lage palen langs snelwegen.Eet knaagdieren,jonge vogels,aas,regenwurmen
en insekten.In Nederland en Vlaanderen standvogel met meer dan 4000
broedparen.In augustus-november arriveren overwinteraars uit
noordoosten.Voorjaarstrek vooral in maart-april.
klein met brede,stompe vleugels en lange staart,dus
havik-achtig profiel,anders dan valken.in vlucht snelle vleugelslagen
afwisseld met zweefperiode.Vrouwtje groter dan mannetje,kan verwisseld
worden met mannetje havik,maar met slanker lichaam,relatief langere
staart,smallere staartbasis en rechter staarteinde.Lichaam schommelt in
actieve vlucht op de maat van de vleugelslagen.Maakt vergeleken met
havik kleinere cirkels tijdens het zweven,dat vaker door vleugelslagen
wordt onderbroken.Adult mannetje van boven donkergrijs met smalle of
geen witte wenkbrauwstreep en op oorstreek en flank
oranjeachtig.Vergeleken met mannetje is vrouwtje groter met meer
bruinachtig grijs van boven en in het algemeen minder oranjeachtige
tint op oorstreek en onderdelen.Juveniel van boven met oranjebruine
veerranden,van onderen met brede dwarsstreping met oranjerode zweem en
anders dan adult vrouwtje,langwerpige,hartvormige borstvlekken.Op
broedplaats vaak monotoom,herhaald kjie-kjie-kjie...,tijdens de
paringsvlucht ook een stern-achtige,rinkelend roep.Jaagt vooral
op kleine vogels.In Nederland en Vlaanderen geheel jaar een gewone
verschijning in gebieden met bosschages, ook stadsperken,hoewel in
juni-augustus schaars in weinig beboste kustgebieden.In najaar
arriveren exemplaren uit Noordoost-Europa.
deze foto met uitzicht met de torens van het kerkje
sankt-margen het dorje zelf is niet groot maar wel een mooi kerkje met
daarbij een mooi uitzicht over de heuvels (bergen).
deze foto van het boomje is langs twee zijde genomen
boven deze foto is de andere kant van het boompje ge moet maar eens goed kijken naar de kleur verschillen..
hallo iedereen welkom op deze blog in de toekomst
zullen op deze blog foto's komen van allerlei dieren en landschappen ik
hoop dat,dat allemaal lukt dus kom af en toe is kijken.