Vandaag spraken moeder, dochter en kleindochter, een ziek driegeslacht tussen haakjes, met elkaar via skype.
Wat schrok het kleine dotje toen grootmoeke met haar steeds heldere, vrolijke stem plots een geluid fabriceerde als van een verroest scharnier. En wel dat scharnier van zo'n zware, oeroude schuurdeur. :lol:
Vlug stelde ik het kleintje gerust. Door niet te spreken van een kachelpijp die verstopt lijkt, een schoorsteen vol roet of een knarsende kruiwagen maar van een hoest en een toeterdetoet van een lekneus... Daarbij nam ik mijn zakdoek, vergat even dat de micro zich niet zo ver van de neusgaten bevindt en toeterde alle overbodige substantie eruit.
Dat stelde haar gelukkig gerust, temeer daar ik erna uitbundig lachte. 'Grootmoeke lachen' liet het kleine lieverdje wijsgerig weten. En ik werd prompt beloond met een guitige lach van haar terug.
Ondertussen zag ik mezelf rechtsonder in beeld, tjonge, dat rode gelaat, die verwoeste neusgaten, was ik dat werkelijk? Waarom moet dat beeld ook verschijnen? Ik hoef mezelf écht niet te zien terwijl ik skype. Zeker niet in deze toestand. Of wel? Stel je voor dat ik net een zwarte veeg onder mijn oog heb omdat ik vergat make up eraf te halen en mijn ogen gingen jeuken...
Het was me het gesprek wel... hoesten in drievoud waarbij ik niet anders kan dan toegeven dat die van het kleintje de meest charmante was... zo lief met beide handjes voor haar mond. Daar kunnen we nog wat van leren, die bassende sopranen.
Toeteren met zakdoek aan de neus was een unicum, alleen mij toebehorend... Toch voelde ik me na dit skypegesprek opgefleurd... en ik hoop de twee andere delen van dit driegeslacht eveneens.
En nu op naar genezing want anders missen we dat leuke namiddagje nog binnenkort.
|