Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
23-01-2025
23 januari 2025 - Mark/Marcq
De wandeling. Het S.I. de la Ville d'Enghien bracht in 1984 een boekje uit met als titel Guide des promenades dans le Pays d'Enghien met niet minder dan 14 wandelingen (waarvan 2 voor fietsers) van wisselende lengte. Als we het boekje moeten geloven, waren die wandelingen ook bewegwijzerd met gekleurde pijlen, maar daar is meer dan 40 jaar later niets meer van te merken. We combineerden nummer 9 en nummer 11, allebei in Mark, deelgemeente van Edingen. Samen vormden ze een tocht van iets meer dan 10 km, met een laag TWQ van amper 22%. Het is een typische wandeling door een landbouwgemeente waar de smalle wegen bijna onvermijdelijk allemaal verhard zijn. Wie daar mee kan leven, stapt bijna voortdurend door weidse landschappen van akkers en weiden, op en over de taalgrens. Wij kwamen met onze quotering niet verder dan 12.5/20. Op het kaartjevalt misschien het op-en-afje naar de Chapelle de Garenne op, voor de rest is het bijna een perfecte lusvormige tocht.
De Chapelle Notre-Dame de la Garenne.
De Molen van Garenne.
Meer foto's, met o.m. een drietal treinfoto's op lijn 94 ter hoogte van kp 33.
Het weer. We hoopten gebruik te maken van een schaars droog moment en dat lukte nog ook. De avond en de nacht voordien is hier zo een 15 mm neerslag gevallen, onnodig te zeggen dat de niet verharde wegen enige acrobatiek vereisten. Maar toen we begonnen, waren de eerste blauwe luchten tussen het wolkendek te zien en wat later kregen we zowaar mooie altocumulus in het vizier. Tegen het einde van de wandeling was de bewolking alweer helemaal terug.
De stafkaarten. 38/3-4 Enghien (2020)
Hoe we er geraakten. Ik moet spijtig genoeg toegevendat ik me zwaar heblaten misleiden door de diverse apps van de OV-maatschappijen. Mark zou eigenlijk vlot bereikbaar moeten zijn uit Edingen, maar vanaf het station is het eerst nog een kleine 3 km stappen langs de onaangename N7 en van bruikbare bussen uit Edingen is er al helemaal geen sprake. De apps suggereren een verbinding uit Silly met overstap in Bassilly en daar liet mijn normaal vrij stevige OV-intuïtie me in de steek. Die overstap zou trouwens 45 minuten lang zijn geweest in een doods dorp, maar ik had een sterk vermoeden dat de bus van lijn 87 uit Silly, ook de bus zou zijn uit Lessines van 9:33. De chauffeur bevestigde dat en liever dan de lange aansluiting af te wachten, reden we mee tot Lessines om dan met dezelfde bus richting Edingen in Mark te landen. Toen we aan de halte Bassilly Rue des Écoles passeerden, zag ik plots, maar veel te laat het licht. Als we uit Silly naar deze halte waren gestapt (niet eens een km van het station van Silly) dan hadden we daar eenvoudig de bus kunnen nemen die ons dan in 8 minuten aan ons startpunt had kunnen brengen. Nu, alles bij elkaar zou het "maar" een half uur gescheeld hebben…
Een beetje geschiedenis. De halte Marcq/Mark Bois Blanc/Wit Bos die we vandaag als begin- en eindpunt van onze wandeling gebruiken mag dan wel door 3 buslijnen bediend worden, meer dan schooldiensten en sporadische bedieningen vind je hier niet. Twee lijnen zijn van de TEC (87, 94), één van De Lijn (160). Lijnen 87 en 94 zijn oorspronkelijk vervangingslijnen: de 87 (eerst 87b) verbindt enkele keren per dag Edingen met Lessines, de 94 (aanvankelijk 94b) was de vervangingslijn toen de halte Mark op lijn 94 in 1984 zoals alle landelijke halten tussen Halle en Tournai gesloten werd. Ook van deze lijn valt weinig te verwachten. Vroeger was er ook nog lijn 471, een aanvullende lijn uit Halle naar Edingen, met een schoolbediening tussen Edingen en Sint-Pieters-Kapelle. Lijn 160 van De Lijn is de nazaat van de busverbinding Leerbeek - Edingen, die op haar beurt in de plaats kwam van de tram die in een beginstadium tussen Brussel, Lennik en Leerbeek naar Edingen spoorde. Met de elektrificatie van de tramlijn uit Leerbeek naar Brussel, werd dat een diesellijn van Leerbeek naar Edingen. De bussen van lijn 160 tussen Edingen en Sint-Pieters-Kapelle zijn beperkt tot een schoolrit en een marktrit.
De verbinding.
Halle - Silly
1929 (FTY)
08:25 8:43
stipt
1913 (NK) - 61060 (FBMZ)
M6
controle: N
Silly - Lessines
[87] (Lessines)
09:06 09:30
+2
ab3007-10
Mercedes Citaro LE C2
Voyages François Lenoir
Lessines - Mark
[87] (Edingen)
09:33 10:03
+9
ab3007-10
Mercedes Citaro LE C2
Voyages François Lenoir
-
Mark - Edingen
[87] (Edingen)
13:29 13:34
+4
ab3002-08
Mercedes Citaro LE C2
Voyages François Lenoir
Edingen - Halle
3212 (FDR)
13:51 14:01
stipt
08056 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Tja, veel valt er niet te beleven. Terwijl we in Halle staan te wachten, rijdt de 2734 met een leeg stel M4 richting Brussel. Ongetwijfeld een afgeschafte trein. Kan ook moeilijk anders: als we gegevens over de samenstelling opzoeken, vinden we dat deze 2734 tegelijk P 7513 en IC 1906 getrokken heeft, met een kleine 20 minuten verschil. En tegen dergelijke prestatie is deze gouwe ouwe niet meer opgewassen… Maar onze trein rijdt zonder problemen, wat ons uitzicht geeft op een aansluiting van 23 minuten naar bus 87 die hier enkele keren per dag het station bedient. In het station is het even koud als erbuiten, het is al een wonder dat het gebouw open is.
Ik vraag bij het instappen toch maar even aan de chauffeur of hij na aankomst in Lessines de bus naar Edingen doet. Tot mijn verbazing moet hij dat eerst even nakijken, maar hij stelt ons gerust. We mogen blijven zitten. Ongetwijfeld moet de arme man gedacht hebben dat we op een wel erg omslachtige en tijdrovende manier naar Mark reizen, maar het lukt toch. Op weg naar Lessines stapt nog een medereiziger in, wat een sombere toekomst voor deze lijn lijkt te impliceren, als ook hier een reorganisatie doorgedrukt wordt. Maar de vervolgrit naar Edingen trekt dan wel reizigers aan, voornamelijk scholieren, vermoedelijk op weg naar het bekende Collège Saint-Augustin. Tegenwoordig lijken er de hele dag scholieren op pad. Weggevallen lessen zullen wel aan de basis liggen van onverwachte verplaatsingspatronen. In Lessines moeten we een omleiding volgen, wat tot vertraging leidt.
De terugreis is een stuk eenvoudiger: een korte busrit met dezelfde buslijn 87 brengt ons naar Edingen, waar we de IC naar Dendermonde kunnen nemen. Die bestaat niet uit tamelijk comfortabele M7-rijtuigen: een desiro maakt de dienst uit.
De treinlectuur. Robert GALBRAITH, The Ink Black Heart. Intrigerende roman van de 21ste eeuw, waarin de gewone tekst en dialogen afgewisseld worden met chats, tweets en nieuwssites. En toch is het een gewone whodunit, als de ontwerpers van het game The Ink Black Heart dood- of lamgestoken worden. Maar in de 21ste eeuw zijn gewone dialogen maar één manier om te converseren. Robert Galbraith is trouwens niemand minder dan J.K. Rowling, van Harry Potter, weet je wel. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Het is nu wachten op het moment dat de leraar godsdienst een robot lijkt te zijn met horentjes en bokkenpoten, die ook nog zwavelgeuren verspreidt…
Uitgedrukt… Een skoef, iemand skoefen: een sneer uitdelen, uithalen naar iemand, meestal op min of meer onderdrukte wijze, zodat alleen wie de situatie doorgrondt, weet waar het over gaat.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In 2015 bracht het Office du Tourisme van Hannut een pakketje wandelingen uit, deels in het stadje Hannut zelf, maar meer nog in de omringende deelgemeenten. Ons oog viel op een wandeling in Lens-Saint-Remy, La promenade des Chevées. Dat chevée (ook chavée) is een vochtige zone en dat kunnen we vandaag alleen maar beamen.Die lange smalle, vochtige vallei zou dan die van de Geer (de Jeker) zijn en we stappen inderdaad rond de Geer (ziekaartje), heen langs de ene, terug langs de andere oever. Overigens zien we weinig van de bescheiden beek die de Geer hier nog altijd is, maar we moeten na het supernatte jaar wel door erg modderige stroken; gelukkig blijft er altijd nog een smal begaanbaar noodpaadje vrij, zodat we nergens echt door de vele, diepe plassen moeten. De TWQ bedraagt 60%. In een drogere periode moet dit wel een schitterende wandeling zijn: wij probeerden de ongemakken te vergeten bij onze quotering van 16/20. En nog dit: in de folder wordt er met geen woord gerept over de bewegwijzering, maar na een tijdje werd het duidelijk dat we een groene rechthoek in het vizier moesten houden.
Het erg goed bewaarde Carmel, pal in het centrum van de Lens-Saint-Remy.
Des winters als het regent, dan zijn de paadjes diep, ja diep… (Maar geen loze vissertje gezien…)
Meer foto's van mooie gebouwen, kerken en modderige paden in de buurt van de Geer hier.
Het weer. Mist beperkte het zicht wel eens, maar een deel van de wandeling verliep toch in betere omstandigheden. Zowel bij de heen- als de terugreis per trein was de mist trouwens prominent aanwezig.
De stafkaarten. 41/1-2 Hannut (2020)
Hoe we er geraakten. Oorspronkelijk hadden we Lens-Saint-Remy kunnen bereiken met een overstapvrije IC en aansluitende bussen, maar allerlei omstandigheden (o.a. het weer) maakten dat we deze tocht wel een vijftal keer hebben uitgesteld. En sinds 16.12 is de rechtstreekse verbinding met Landen of Waremme dus niet meer dan een blijde herinnering. Uit Waremme hebben we zelfs 3 treinen nodig i.p.v. 1 om opnieuw in Halle te geraken. Voor de heenreis rekenen we op 2, hopelijk aansluitende bussen, van lijn 127 tot Hannut, waar we dan overstappen op de 128 tot Lens. Voor de terugreis reizen we via Waremme.
Op de website van de NMBS wordt een andere aankoopprocedure gemeld voor o.a. seniorenbiljetten. Je krijgt nu twee biljetten i.p.v. één, één voor de heenreis en één voor de terugreis. Wat het voordeel daarvan is, is niet duidelijk, tenzij het al vooruitloopt op de komende aanpassingen. Veel maakt het niet uit, want mochten we vandaag een seniorenbiljet voor Landen voor de heenreis en een uit Waremme voor de terugreis gekocht hebben, dan zouden we precies het dubbele betaald hebben. Eén van de bollebozen heeft namelijk uitgeplozen dat een seniorenbiljet altijd een heen-en-terugbiljet is en dat je dus sowieso twee keer de prijs van een seniorenbiljet HT betaalt… In de app blijft alles voorlopig nog bij het oude.
Een beetje geschiedenis. In de bediening van dit kleine dorp spelen historisch bekeken twee spoorlijnen een rol. Die rol is zeer bescheiden voor lijn 127 van de NMBS; deze lijn verbond Landen met Huy via Hannut, maar eigenlijk was het wachten op de verbussing van de spoorlijn: de bussen van lijn 127a volgden noodgedwongen de N64 en zo kwam de bushalte Râperie min of meer op wandelafstand van het dorpscentrum te liggen. Veel belangrijker zal wel de tramlijn van de NMVB geweest zijn die uit Hannut richting Lens-Saint-Remy spoorde. Ze liep vaak over een eigen bedding door veld en wei, en vandaag zijn er nauwelijks nog restanten van deze tramlijn terug te vinden. Uit Hannut ging het eerst in ZO-elijke richting, eenmaal voorbij Lens-Saint-Remy ging het naar het NO, richting Lens-Saint-Servais. Met elke generatie stafkaarten zie je minder en minder duidelijke sporen van de trambedding. De tramlijn lag ten zuiden van Lens-Saint-Remy, ons wandelpad bracht ons vandaag niet in de buurt. Ook deze lijn werd in de jaren 1950 verbust. Dat gaf het ontstaan aan een lijn 83 van Hannut naar Liège. Dat busnummer is vandaag nog altijd van toepassing. Een variant van die lijn 83 - lijn 83a - ging ook naar Waremme, maar meer dan een verbinding voor scholieren was dat niet. Het was wachten tot de jaren 1990 toen een goed bediende lijn 128 Hannut - Waremme ingevoerd werd. Het is die buslijn die we vandaag twee keer gebruiken.
Het begon allemaal met de tramlijn die deel zou uitmaken van een tamelijk ingewikkelde ster met de stelplaats Omal als middelpunt. Zo was er in 1908 een tabel Fexhe-le-Haut-Clocher - Verlaine - Omal - Hannut. Na WO I verloor het lijnstuk uit Fexhe snel aan betekenis. In 1924 vinden we in tabel 460 een tramlijn Jemeppe-sur-Meuse - Verlaine - Omal - Hannut terug. De verbinding met Fexhe zou in 1939 helemaal verdwijnen. Na WO II tekent zich min of meer de huidige structuur af: we vinden de lijn Liège - Hannut terug in tabel 845 (1952), in 1074 (1960) met lijnnummer 83.
Vandaag wordt Lens-Saint-Remy bediend door 3 buslijnen: 83 (Liège - Omal - Hannut), 128 (Waremme - Geer - Hannut) en 283 (een schoolvariant Waremme - Geer - Hannut). De halte Râperie wordt nog altijd bediend door lijn 127 Landen - Hannut - Huy. De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207 (IC FDR)
09:02 09:14
stipt
76100 (FML) - 73140 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Landen
1508 (IC FHS)
09:36 10:30
stipt
76047 (FML) - 73072 (FML)
M7
controle: J
Landen - Hannut
[128] Huy
10:38 10:56
+3
ab5015-27
MAN Lion's City
Cintra
Hannut - Lens-Saint-Remy
[128] Waremme
11:00 11:11
stipt
ab5015-15
Mercedes Citaro LE C2
Cintra
-
Lens-Saint-Remy - Waremme
[128] Waremme
13:11 13:29
-3
ab5015-15
Mercedes Citaro LE C2
Cintra
Waremme - Landen
5184 (FLD)
14:10 14:19
stipt
307 (NK)
mr80 Break
controle: N
Landen - Brussel-Noord
1536 (FBK)
14:30 15:14
stipt
76099 (FML) - 73061 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3436 (LBH)
15:18 15:40
+1
837 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
De aanduidingen van de onderhoudsposten van de rijtuigen zouden wel eens verkeerd kunnen zijn. Ik beschik spijtig genoeg niet meer over de nodige documentatie en de aanduidingen op de rijtuigen zijn zeker na een wijziging niet altijd even betrouwbaar omdat de wijzigingen niet altijd tijdig aangebracht worden.
En wat we beleefden. Hoe relatief alles is, bewijst IC 3207 nog maar eens. Voorheen werd deze trein uitgevoerd met 2 breaks, vandaag blijbaar met niet meer dan 4 M7-rijtuigen. Twee breaks, dat waren 444 plaatsen in 2de klas, die vier M7 staan in voor… 367 plaatsen, weliswaar van betere kwaliteit, maar was er geen belangrijke capaciteitswinst beloofd met M7-rijtuigen? Ook opvallend: zodra de trein in Kortrijk vertrekt, wordt al voorspeld dat die met 1 minuut vertraging in Brussel-Zuid zal aankomen. Waarom wordt die minuut dan niet gewoon aan de dienstregling toegevoegd? Overigens zal de trein wel op het voorziene uur in Brussel-Zuid aankomen. In IC 1508 staat de geluidsinstallatie zo luid, dat er ook verstoorde klanken te horen zijn. In Leuven zien we hoe een koppeltje problemen heeft met de vertrekprocedure van IC 431. Tot driemaal toe stapt ze weer uit voor een laatste, laatste, laatste kus. Geef mij nog een kusje, want daar komt 't autobusje, al is het in dit geval wel een flink uit de kluiten gewassen dubbeldekstrein.
We komen precies op tijd in Landen aan, waar de aansluitende bussen van de TEC al staan te wachten. Wij hebben de 127 naar Huy nodig; in totaal staan 3 chauffeurs een babbeltje te slaan en dat loopt uit. We zien met lede ogen hoe we net zoveel te laat vertrekken dat we de aansluiting in Hannut (4 minuten) wel eens zouden kunnen missen. De chauffeur weet tot overmaat van ramp blijkbaar ook niet hoe hij zijn bus aan het rijden moet krijgen; een telefoontje lost dat probleem op, maar niet het onze. Onderweg stappen 2 dames op die een biljet naar Hannut willen kopen. Ze mogen zonder betalen meereizen! Als ik toch eens naar voren stap om te vragen of die aansluiting in Hannut wel wacht, krijg ik het verbijsterende antwoord dat hij dat niet weet, dat hij deze lijn nooit doet. Dat zal ook wel de reden zijn waarom die dames gratis mee mogen: hij doet gewoon niet de moeite om een biljet, waarvoor hij het aantal doorlopen zones moet kennen, te maken. Gelukkig krimpt de vertraging bij het naderen van het overstappunt naar 3 minuten, van de aansluitende 128 is er nog geen spoor. Maar tot onze grote opluchting komt die precies op tijd toch uit een zijstraat gereden. Je voelt meteen het verschil tussen beide chauffeurs: die van de 128 is er zich wel van bewust dat reizigers bepaalde gerechtvaardigde belangen hebben.
De halte Lens-Saint-Remy Églisedan. Er is een bushokje, dat trots de dienstregeling van 01.06.2013 afficheert. Die is sindsdien grondig veranderd, aanzienlijk verbeterd zelfs! Aan de andere zijde van de straat is er geen wachthuisje. Hier wordt als eindbestemming voor lijn 128 Waremme Gare S.N.C.V. aangekondigd. Het steekt allemaal niet zo nauw blijkbaar, in deze uithoek van de actieradius van de TEC-LV. De bus zelf komt uiteindelijk een drietal minuten te vroeg in Waremme aan, net te laat om nog de IC naar Knokke te halen. En dus wordt het een terugreis in 3 stapjes: op deze rustige vakantiedag zal dat trouwens probleemloos verlopen. Een break om naar Landen te sporen, dan een goede aansluiting met de IC naar Blankenberge, ook al met maar 4 M7's. En in Brussel-Noord hebben we ook meteen aansluiting met de IC naar Binche.
De treinlectuur. Lorenzo CARCATERA, Sleepers. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Op 62 dagen is er in 2024 wel ergens een werkonderbreking of een heuse staking geweest bij het openbaar vervoer. Bij de TEC ging het meestal om wilde stakingen na agressie, bij De Lijn nogal eens om dat er met te oude bussen gereden moet worden en in de aanloop van de laatste fase van de basisbereikbaarheid, bij de NMBS bleven de werkonderbrekingen beperkt, maar daar worden de messen gewet… En in de loop van 2024 hebben we het 24 keer meegemaakt dat een bus die we wilden nemen, afgeschaft werd, wegens personeelsgebrek of wegens defecten. We hebben het zelfs enkele keren meegemaakt dat de bus onderweg uitviel wegens panne.
Uitgedrukt… Voor hetzelfde geld… Heeft weinig met geld te maken en betekent: het had net zo goed anders kunnen aflopen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We stapten langs de Compostelaroute Via Brugensis, tussen Veldegem en Gits, goed voor 17 à 18km. Sporadisch volgen we inderdaad een stukje Compostelaroute en eerlijk gezegd, dat kan, zoals vandaag, toch wel tegenvallen. Die routes zijn natuurlijk een compromis tussen een wandelroute - met keurige topogidsen! - en een bedevaart en je kunt moeilijk verwachten dat die route op haar weg naar het zuiden niet langs bijvoorbeeld de Sint-Jacobuskerk van Lichtervelde zou lopen. Maar dat drukt behoorlijk het wandelplezier. Ook vandaag kregen we te veel beton en asfalt en vooral veel te veel straten met drukke(nde) bebouwing. Af en toe oogt het landschap mooi en er zijn ook stukjes bos, maar dat kan de boel niet redden. We quoteerden 8/20 en zo werden die enkele mooie dreven toch enigszins gevaloriseerd. Maar het werd zeker een van de zwakste wandelingen van ons wandeljaar, met een TWQ van amper 13%.Kaartje.
Veelfoto'szijn er niet en dat heeft alles te maken met de kwaliteit van de wandeling.
Deze mooie bosweg (Plaisirbos) laat de Via straal links liggen
Nog even een mooie dreef: de Belledreef
Het weer. Licht bewolkt, aangename temperatuur, zo goed als windstil.
De stafkaarten. 12/7-8 Gitsel (2018) - 20/3-4 Torhout (2016)
Hoe we er geraakten. Veldegem kunnen we uit Brugge bereiken met bus 70b Brugge - Zedelgem - Torhout. Twee treinen en één bus, dat is bijna een luxeverbinding. Voor de terugrit kiezen we een reisweg via Roeselare, met bus 75 Torhout - Roeselare, waar we kunnen overstappen op de IC naar Brussels-Airport, die ons zonder overstap naar Brussel-Zuid brengt. Al deze treinen of bussen rijden minstens één keer per uur, wat een kommerloze reisdag laat verwachten.
Een beetje geschiedenis. Gits kreeg al vrij vroeg zijn station op lijn 66 Brugge - Kortrijk: in 1847. Hoewel, het centrum lag meer dan 2 km van het station (getuige de huidige Stationsstraat), maar ik heb het hier al vaker gezegd: dat half uurtje stappen was in die tijd vast niet onoverkomelijk. Het zou wachten zijn op de bus om het centrum echt te ontsluiten en dat gebeurde al voor WO II. De eerste buslijn reed van Roeselare naar Koekelare, later werd dat Brugge - Roeselare, met een uitbreiding naar Koekelare. De halte die vermeld werd in de dienstregeling heette GitsKruiskalsijde. Deze buslijn is de verre voorloper van de latere vervangingsbus van de NMBS. Het spoorboekje van 22 mei 1955 is het eerste zonder Gits als treinstation - lijn 66 werd grondig gesaneerd en dat hield de schrapping in van de meeste kleine stations op de lijn. Die vervangingsbus reed van Brugge naar Roeselare en kreeg afwisselend het lijnnummer 66a en 66b, maar de 66 heeft lang standgehouden, zelfs toen de NMVB de lijn in 1979 van de NMBS overnam. Constante in die lange periode was wel de stiefmoederlijke behandeling van Gits Plaats -zoals de halte tot voor kort heette- , dat het moest stellen met enkele bussen per dag. Ook moet gezegd dat niet alle bussen het hele traject Brugge - Roeselare aflegden. Soms was Lichtervelde, dan weer Torhout eind- of beginpunt van een rit. Later kreeg deze buslijn het nummer 74 en nog later het huidige busnummer 75. Gits Centrum wordt tegenwoordig even frequent bediend als de andere halten op de lijn.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557 (S Schaarbeek)
08:57 9:07
+5
08114 (FML)
mr 08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Brugge
2830 (IC Knokke)
09:29 10:26
stipt
1820 (FSD) - 61018 (FSD)
M6
controle: J
Brugge - Veldegem
[70b] (Torhout)
11:05 11:40
+5
ab5010
Jonckheere Transit 2000
Brugge
-
Gits - Roeselare
[70] (Roeselare)
17:05 17:25
+4
ab5506-88
MAN Lion's City
Van Coillie
Roeselare - Brussel-Zuid
2316 (IC Brussels-Airport)
17:44 19:20
+7
354 (FSD)
mr80 Break
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3440 (IC Binche)
19:30 19:40
stipt
818 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
En wat we beleefden. Wie onze avonturen regelmatig volgt, weet dat we liever wat reserve inbouwen dan dat we rekenen op een snellere maar krappere verbinding. Dat doen we ook vandaag, mijn schoonvader zei altijd: de gerustigheid is ook iets waard. En het begon al goed vanmorgen, met een raadselachtige melding die gold voor… België. Een technische storing kon leiden tot vertragingen van 5 à 10 minuten. Wat er precies aan de hand was, zullen we wel nooit te weten komen. Wel duidelijk was de seinstoring in de buurt van Leuze, wat meteen een 20-tal minuten opleverde voor de IC's 1907 en 3207. En laat die laatste nu net de trein zijn die we wilden nemen, maar meteen zou onze aansluiting met IC 2830 eraan gaan. We waren eigenlijk al klaar om nog 2 ritten op de KeyCard in te vullen, maar het lot was ons voor één keer gunstig. S 1557 had net genoeg vertraging om ons met ons seniorenbiljet mee te nemen, zonder extra kost. IC 2830 vertrok dan weer uit Brussel-Noord i.p.v. Brussels-Airport, maar we kwamen stipt in Brugge aan.
De bus van lijn 70b vertrekt op tijd maar een blijkbaar erg ruime omleiding rond Loppem zorgt toch voor een vijftal minuten vertraging. Bij het naderen van Veldegem verliezen we plots even de draad: ik heb de gewoonte om de dienstregeling van de genomen rit af te drukken en plots, vanaf Veldegem Lepe lijken we even verkeerd te rijden. Blijkt dat De Lijn nog maar eens de namen van enkele halten gewijzigd heeft en heeft nagelaten om die wijzigingen ook aan te brengen op de bushokjes. In eigen streek ken ik ook dergelijke anomalieën. De chauffeur noemt het de logica van De Lijn. En ik vraag me af of er nu echt niets zinvollers kan gebeuren in een instelling waar alles verkeerd loopt, dan dat een team zich te moet buigen over de benaming van halten, die soms al vele, vele jaren onder dezelfde naam gekend zijn. Tot overmaat van ramp is de halte Veldegem Kerk ook nog verplaatst sinds we de laatste keer in Veldegem waren en als we uitstappen zijn we even de kluts kwijt, want we herkennen niet meteen de plaats waar we de vorige keer zijn ingestapt. Maar wat verder herkennen we het nutteloze bushokje en de horecazaak waar we de vorige keer na onze tocht de innerlijke mens hebben versterkt.
Voor de terugrit maken we gebruik van de halte Gits Centrum. Die halte wordt gedeeld door de bussen van lijn 75 naar Roeselare én Torhout. Even uitkijken, dus: eerst komt de bus naar Torhout, in vertraging, en snel daarna die naar Roeselare. Een omleiding tegen het eind van de rit aan zorgt nog voor 4 minuten vertraging.
De IC naar Brussel bestaat uit 3 breaks; volgens de omroep zou er in het laatste rijtuig (van de 9) een eersteklasafdeling zijn, maar dat blijkt niet te kloppen. Om een of andere reden (zou het P8009 kunnen zijn?) staan we tijd te verliezen bij de vertakking Zandberg. In Oudenaarde tekenen we 6 minuten vertraging op, in Denderleeuw al 8. Onze eerste aansluiting in Brussel-Zuid (IC 1740) kunnen we wel vergeten, maar IC 3440 naar Binche halen we nog net, dankzij 2 minuten vertraging. Tussen Brussel en Halle heeft het eigenlijk weinig zin om nog een eersteklasbiljet te kopen. Dat heeft het crapuul van net over de taalgrens ook allang door: van de 9 reizigers in de eersteklasafdeling zijn er 4 (2+1+1) die hier waarschijnlijk niet thuishoren. Ze hebben zelfs het lef om ook nog onnodig elektronisch lawaai te maken. En ook die oudere dame die naar het eerste rijtuig gesukkeld is om in Halle dicht bij de uitgang te eindigen, heeft boter op het hoofd, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Dat komt ervan als alle tbg's op deze verbindingen eendrachtig afhaken…
De treinlectuur. Jo CLAES, Slagschaduw. Romy HAUSMANN, Dag en nacht.
Koeien gaan 's nachts op stap in Kruisem. Gelukkig zijn er nog dieren die voor wat humor zorgen, want mensen met humor komen voortdurend in aanvaring met telkens weer andere categorieën die zich gekrenkt voelen.
Uitgedrukt… Aflangen. Ej al afgelangd? Kaarters kennen het wel: nadat de kaarten geschud (gekapt) zijn, volgt er nog één handeling, waarbij de bovenste kaarten onderaan gestoken worden. Het is zelfs enigszins gereglementeerd, want er moet altijd een minimum aan kaarten afgenomen, afgepakt, afgelangd worden. In het Nederlands zou dat couperen zijn.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
8 oktober 2024 - Sint-Joris-Weert - Tervuren (GR Dijleland)
De wandeling. Vandaag begeven we ons nog eens op Streek-GR Dijleland en wel van Sint-Joris-Weert naar Tervuren. Dat loopt tegen de 21 km aan, met een TWQ van 58%. Je zult ons niet snel horen klagen over (lange) stroken trage weg en we werden vandaag dus op onze wenken bediend, met veld- en boswegen allerhande. Laanvallei, Rodebos, Kapucijnenbos, Warandepark: ze dragen stuk voor stuk bij tot een aangename wandelbeleving. Alleen bij het naderen van Sint-Agatha-Rode, meteen over het eerste stukje onverhard van de dag, is het even doorbijten over een smal, glad en bijna door bramen en netels overwoekerd pad en dat na een regennacht! Gelukkig neemt een vlonderpad het na een tijdje over. We quoteerden 17/20, GR Dijleland is inderdaad van een bijna constant hoge kwaliteit.Kaartje.
In Terlanen toont de Lane zich van zijn onstuimigste kant, bevrijd van het juk van de watermolen.
Het weer. Van licht naar volledig bewolkt, aangename temperatuur en weinig wind.
De stafkaarten.
32/5-6 Huldenberg (2019) - 31/7-8 Ukkel (2020) - 31/3-4 Brussel (2020). Meestal loop je met de eerste kaart, maar de laatste twee tonen aan hoe dicht je hier eigenlijk bij de hoofdstad bent.
Hoe we er geraakten. De heenreis zou een stukje koek moeten zijn, met een overstap in Leuven op de S-trein naar Ottignies. Voor de terugreis zijn er nogal wat mogelijkheden: terugkeren naar Leuven en daar de trein nemen, richting Brussel met bus of tram, bijna altijd aan te vullen met een stukje MIVB. Maar onze voorkeur gaat uiteindelijk naar de bus richting Zaventem, waar de halte Watertorenlaan op loopafstand van de halte Zaventem ligt. Daar hebben we elk uur de keuze tussen 3 rechtstreekse treinen naar Halle.
Een beetje geschiedenis. Je zou gerust een scriptie kunnen schrijven over het OV in Tervuren, beginnend met de tramlijn naar Brussel en Leuven en eindigend met de basisbereikbaarheid in 2023. Maar ik wil nu eenmaal (veel) meer tijd besteden aan het voorbereiden en stappen van de tocht, dan aan de geschiedenis van het gebruikte OV en dus beperk ik me graag tot de geschiedenis van de huidige buslijn 71. Niet helemaal onverwacht begint die geschiedenis pas in 2004 als in het kader van de basismobiliteit ruim rond Brussel ook ringlijnen in het leven geroepen werden. Een daarvan was lijn 830 Groenendaal - Overijse - Duisburg - Tervuren - Zaventem - Machelen. (Alle lijnen die in deze optiek pasten kregen een 8xx nummer.) Tegenwoordig draagt deze lijn het nummer 71. Ze illustreert mooi de overgang van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. Het kerntraject is ingekort tot Overijse - Zaventem. Het deel Groenendaal - Overijse wordt alleen nog bediend tijdens de spits en van Zaventem - Melsbroek blijft niets meer over. Daar staat tegenover dat het traject Overijse - Zaventem nu tijdens de spits een kwartierdienst heeft; zelfs het deel Groenendaal - Overijse behoudt zijn halfuurdienst, zoals gezegd alleen in de spits.
Op zaterdag wordt het grootste deel van de dag een halfuurdienst gereden, op zondag is dat een uurdienst, telkens tussen Overijse en Zaventem en terug.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
09:02 09:14
3207 (IC FSN)
+7
76099 (FML) - 73133 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Leuven
09:28 09:57
408 (IC FLV)
+2
1857 (FSD) - 11810 (FSD)
I11
controle: N
Leuven - Sint-Joris-Weert
10:25 10:38
6481 (S LT)
stipt
08204 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
-
Tervuren - Zaventem
16:30 17:03
[71] (Zaventem)
+30
ab678-062
Scania Citywide LE
Intratours
Zaventem - Halle
17:48 18:23
1939 (IC FTY)
stipt
1883 (NK) - 58038 (FSR)
M4
controle: N
En voor de rest was alles... onder controle...
En wat we beleefden. De ochtend van zo een wandeldag bestaat er voornamelijk uit eventueel strategieën te bedenken om problemen met het OV op te vangen. Vandaag dreigt een kabeldiefstal in Hennuyères roet in het eten te strooien, met ongetwijfeld invloed op alle verbindingen tussen Halle en Leuven, of het nu om de S- of om de IC-trein gaat. En dus nemen we de IC naar Sint-Niklaas, zo een 25 minuten vroeger dan de oorspronkelijk geplande IC naar Liège-Guillemins. Aan een overstap in Brussel-Zuid is niet te ontkomen. Vlekkeloos verloopt de rit met IC 3207 niet: die ene minuut vertraging in Halle groeit aan tot 7 minuten bij aankomst in Brussel-Zuid. De trein zal daar trouwens nog meer vertraging oplopen, zodat we er even aan twijfelen of de IC naar Leuven wel op het voorziene spoor zal binnenrijden, want dat wordt dus lang bezet door onze eerste IC. Toch komt er geen spoorwijziging en IC 408 zal met 6 minuten vertraging vertrekken. Een medereiziger is erg luid aan het bellen - sinds De Ideale Wereld weten we dat we met een specimen van GEN-Z te maken hebben. Ik wijs hem erop dat we al uit zijn buurt verhuisd zijn, maar dat het vijf rijen verder nog altijd niet te harden is. 'Ben ik te luid?" is zijn stomme stomverbaasde vraag. Maar hij zet de luidsprekers wel af. De IC-trein 1708 zal Leuven bereiken met 16 minuten vertraging, de aansluiting met de S-trein zou dus toch gelukt zijn. De S-trein naar Ottignies is rustig, een oudere dame vraagt ons in het Frans of deze trein ook in de Vlaamse stations stopt. En we komen samen met haar stipt in Sint-Joris-Weert aan.
In Tervuren willen we lijn 71 naar Zaventem nemen; die rijdt al maanden om, als gevolg van een wegverzakking ergens op het traject. Er is wel een vervanghalte Centrum, maar papieren van omleidingen hebben de neiging om na enkele maanden onleesbaar te worden of - zoals hier - helemaal te verdwijnen. Maar we staan juist: de bus die we nemen zal uiteindelijk het half uur vertraging in Zaventem rond maken; hij wordt trouwens op het wiel gevolgd door een andere 71.
Toch zal dat half uur vertraging (en een door de kwartierdienst bruikbaar alternatief) verbleken bij wat we vanuit IC 1939 kunnen vaststellen op de Brusselse Ring, die in alle richtingen zwaar geremd en gestremd is. IC 1939 bestaat trouwens uit M4's, nog altijd zalige rijtuigen, die er echt geen 45 uitzien. De trein rijdt bovendien stipt tot Halle, al moet hij daarvoor voor Lot op tegenspoor, zodat we in Buizingen de S-trein voorbijrijden. S-trein die we in Zaventem niet genomen hadden; we komen zo goed als gelijk in Halle aan.
mr 08204 met S 6481 Leuven - Ottignies in Sint-Joris-Weert.
De treinlectuur. Hernan DIAZ, Trust. Romy HAUSMANN, Dag en nacht.
Kop in De Standaard: Wie thuis nooit Nederlands spreekt, heeft tot één jaar leerachterstand. Kop in De Morgen: Thuistaal niet allesbepalend voor begrijpend lezen.
Iemand zoals ik die tot een stam koppensnellers behoort (met 3 kranten per dag) kan dus maar beter uitkijken. (En in dit geval blijken de artikels door nuancering inderdaad tot dezelfde conclusies te komen.)
Uitgedrukt… Zo stijf als een karrepaard… Na noeste, veeleisende arbeid kan dit inderdaad wel eens voorkomen. De uitdrukking is stevig gedateerd, ze heeft de tijd dat je karrenpaard moest schrijven niet meer meegemaakt. En dus kies ik voor de foute spelling…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
19 september 2024 - Marneffe - Warnant-Dreye (GR412)
De wandeling. GR412 Sentier des Terrils kreeg oorspronkelijk twee topogidsen om ons op het rechte pad te houden, een westelijk en een oostelijk deel. Onze eerste stappen op deze destijds met veel poeha in de pers gelanceerde GR zetten we al in 2009 en het westelijke deel, van Bernissart tot Moignelée, hebben we al een tijdje afgewerkt. Het oostelijke deel zal nog wat inzet vergen: we waren al tot Marneffe geraakt en vandaag stappen we een 12-tal kilometer tot Warnant-Dreye. Van terrils is in dit deel van de GR niets te merken: het eerste deel loopt door de sterk geaccidenteerde vallei van de Mehaigne, eenmaal voorbij Fumal kom je in een typisch Haspengouws landbouwgebied terecht. Het zal dan ook geen toeval zijn dat je voorbij Fumal nog nauwelijks onverharde wegen vindt. Al bij al ligt de TWQ met 32% dan ook eerder laag voor deze 12.4 km lange tocht, die vooral tussen Marneffe en Fumal tot de verbeelding spreekt. Wij quoteerden 15/20.
Die verbeelding heb je mogelijk ook nodig bij het naderen van Huccorgne, meer bepaald de Moulin de Huccorgne, een machtig watermolencomplex op de Mehaigne. Hier loopt het namelijk verkeerd met de bewegwijzering omdat een pad dat naar de molen voert is afgesloten, wegens instortingsgevaar. Het is dus even zoeken: op Mapy en Locus Maps - je ziet het, we zijn ook digitaal gewapend, al blijven we in de eerste plaats trouw aan de papieren topografische kaart - staat nog het oude tracé, al is de laatste topogids al verschenen in 2021. In die topogids is de afgesloten weg onderdeel van de GR en later zal ik thuis opzoeken dat het tijdelijke (?) traject met de plaatselijke wandelingen volgens een melding uit april 2024 een ruime omweg rond de molen volgt. Het is dat laatste traject dat ophet kaartjefigureert. Mocht de afgesloten weg ooit weer toegankelijk worden, dan is deze circa 700 m langere omweg niet meer nodig.
De Moulin de Huccorgne - het pad ernaartoe is ontoegankelijk, wegens instortingsgevaar.
Het weer. Een prachtige nazomerdag met een aangename temperatuur, wat stoeiende wind en nauwelijks wolken.
De stafkaarten. 41/5-6 Braives (2020) - 41/7-8 Saint-Georges-sur-Meuse (2020)
Hoe we er geraakten. Toen we op 19 augustus 2020 in Marneffe aankwamen, bleek de GR daar tamelijk drastisch gewijzigd. De bushalte Marneffe Rue du Sart lag plots niet meer in de buurt van de GR. Toch zullen we vandaag die bushalte als vertrekpunt gebruiken: na een goeie kilometer met een eerste sterk stijgend pad kunnen we dan weer aansluiten op het recentste tracé van deze GR die sinds haar ontstaan wel meer omvangrijke wijzigingen heeft ondergaan. Marneffe Rue du Sart is vanuit Huy te bereiken met buslijn 144. Heel wat buslijnen vertrekken echter niet aan het inderdaad wat buiten de stad gelegen station, maar voor enkele van deze lijnen is de halte Statte Église een erg bruikbaar alternatief. We moeten dus in Statte zien te geraken. Het is een van die bestemmingen die vanuit Halle niet langs een voor de hand liggende reisweg te bereiken is: je kunt via Liège of via Namur naar Huy (of Statte) sporen. Voor de aansluiting met bus 144 is een ommetje (?) langs Liège-Guillemins aangewezen. Buslijn 144 bedient sporadisch ook het centrum van Marneffe, maar de meeste bussen blijven zoals de onze op de N652.
Voor de terugrit zijn we aangewezen op lijn 145 Huy - Waremme. We reizen via Waremme vanwaaruit we zonder overstap naar Halle kunnen - tot december toch. Lijn 145 voert ons langs een reeks Haspengouwse dorpen en ook langs de TEC-stelplaats van Omal.
Een beetje geschiedenis. Het duurde tot na WO II voor Warnant (niet te verwaren met Warnant op lijn 150 - telegrafische afkorting MWR) een busverbinding kreeg. Het moet inderdaad een van de weinige dorpen en gemeenten geweest zijn die nooit enige aansluiting kreeg op trein of tram. Het erg landelijke karakter zal daar wel niet vreemd aan zijn, al zijn de uitzonderingen in de vorm van landelijke lijnen en stopplaatsen legio. De dichtstbijzijnde spoorlijn was lijn 127 Landen - Statte en voor de rest was er nog de ster aan tramlijnen die de NMVB-stelplaats van Omal bediende. In 1948 vond ik uiteindelijk toch een tabel 943 met een buslijn Huy - Antheit - Warnant, een korte 11 km lange buslijn. Maar in 1949 al verscheen een tabel 942 Waremme - Warnant - Huy. Later kwam er een variant voorbij Chapon-Seraing, met een reisweg via Omal en één via Viemme en Faimes. Dat is grotendeels ook de huidige toestand van lijn 145, lijnnummer dat nog niet zo lang geleden (2012?) werd geïntroduceerd ter vervanging van het nummer 45. De stelplaats van Omal fungeert nog altijd als overstappunt op de buslijn Liège - Hannut. Er blijft nog een erg bescheiden weekenddienst over.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1558 (S FSR)
09:57 10:07
stipt
08077 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0409 (IC GWK)
10:28 11:33
+1
1865 (NK) - 61073 (LK)
M6
controle: J
Liège-Guillemins - Statte
2433 (IC FBMZ)
11:51 12:18
+6
76053 (NK) - 73152 (NK)
M7
controle: J
Statte - Marneffe
[144] (Burdinne)
12:43 13:01
stipt
ab5373
Jonckheere Transit 2000
Omal?
-
Warnant-Dreye - Waremme
[145] (Waremme)
16:54 17:35
stipt
ab5371
Jonckheere Transit 2000
Omal?
Waremme - Halle
1740 (IC FQ)
18:17 19:34
+1
76052 (NK) - 73077 (NK)
M7
controle: J
Toch wat bemerkingen hierbij: dat 76053 de tractie levert voor de 2433 heb ik niet kunnen zien, de poetsbeurt was wel erg grondig geweest - ik baseer dit gegeven op de tracker van haltelink. Of beide bussen inderdaad tot de stelplaats Omal behoren is ook onzeker: mijn laatste gegevens dateren van 2021 (Tram 2000) - mogelijk is er dus al een en ander gewijzigd. Noem het een beredeneerde gok.
En wat we beleefden. De hele heenreis verloopt zo goed als incidentloos al heeft de laatste trein (IC 2433) toch wel wat vertraging. In Huy staat de 1910 met een stel M6-rijtuigen. Dat zal vermoedelijk de reden zijn waarom IC 2433 niet op zijn voorziene spoor binnenrijdt en nog een minuutje extra vertraging maakt. Die 1910 intrigeert me wel: de dag voordien heeft die nog op de verbinding Charleroi-Central - Antwerpen-Centraal (-Essen) gezeten; dat die nu in Hoei staat, met een stel M6-rijtuigen is eigenaardig, al laten de noodlichten achteraan de loc vermoeden dat er van een defect sprake is. Wie hier zijn (nood)licht wil laten op schijnen, graag!
Het is een 100 m stappen tot de bushalte. Er zouden plannen zijn om de IC-treinen niet meer in Statte te laten stoppen. Het is een typisch voorbeeld van de kortzichtigheid waarmee OV georganiseerd wordt. Statte ligt inderdaad maar een tunnel van Huy verwijderd, maar het is wel een interessant overstappunt voor een reeks bussen die niet aan het station van Huy komen. Misschien maken we er vandaag wel een laatste keer gebruik van.
De bus van de terugrit zit nog aardig vol scholieren, al kunnen we wel zitten. Hij loopt trouwens in snel tempo leeg. We komen stipt in Waremme aan, vermoedelijk omdat een aantal halten in Waremme tijdelijk geschrapt zijn. Van een aansluiting is er evenwel geen sprake, tenzij je 42 minuten ook als een aansluiting beschouwt. Maar de overstapvrije rit naar Halle compenseert dit. Ook deze handige mogelijkheid behoort in december tot het verleden: de bestemming van deze IC wordt dan Gent i.p.v. Quiévrain.
De treinlectuur. Romy HAUSMANN, Liebes Kind. Dimitri VERHULST, De pruimenpluk.
Onlangs is het treinverkeer in Etterbeek stilgelegd voor een loslopende hond. Wat zal de volgende stap zijn? Rondvliegende wespen in de buurt van het spoor?
Uitgedrukt… De duivel schijt niet als op een hoop. Het zijn altijd dezelfden die geluk hebben.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Bij Lannoo verscheen in 2007 20 x Logeren en wandelen in Vlaanderen. Ons oog viel op een wandeling in Grobbendonk. Toen het boekje verscheen, lieten Luc Vanneste en Erwin De Decker de wandeling vertrekken in hotel 't Hemelryck. Dat lijkt ondertussen een stille dood gestorven; op het adres zou thans een B&B La vie en rose gevestigd zijn, maar Google Maps vermeldt ook voor deze zaak dat ze permanent gesloten is. Veel maakt het toch allemaal niet uit voor ons, die willen stappen en met het openbaar vervoer reizen: de dichtstbijzijnde bushalte is Grobbendonk Vierselsebaan en dat is dan ook waar de tocht begint en eindigt. Het hele traject is net geen 25 km lang, de TWQ bedraagt 37%. Dat zegt het eigenlijk allemaal over deze typisch Vlaamse tocht. Zeker, we liepen door prachtige stukjes bos en kwamen bij de samenvloeiing van Kleine Nete en Aa, die we apart ook nog wel enkele keren tegenkwamen, maar… je moet toch wel erg veel minder interessante stukken doorbijten en met beton is dat niet gemakkelijk. Enkele paden of veldwegen konden ons toch nog bekoren. Die ongelijke kwaliteit weerspiegelt zich ook in onze score: 15.5/20.Het kaartje.
De afspanning De Leeuw. Als jealle foto's bekijkt, kun je vergelijken met vandaag.
Het gevolgde traject was soms echt wel goed. Hier in de buurt van de Aa. (Zou afkomstig zijn van het Latijn aqua, via Germaans ahwa, verder gereduceerd tot aha en aa. De Nederlandse vormen Ee en Ie zouden klankvarianten zijn en het IJ zou evenzeer verwant zijn!)
Het weer. Zwaar bewolkt en relatief fris. De voorspelde regen bleef op wat gedruppel na uit.
De stafkaarten. 16/1-2 Zandhoven (2016) - 16/3-4 Kasterlee (2016).
Hoe we er geraakten. De halte Vierselsebaan wordt eigenlijk tamelijk frequent bediend door de lijnen 420 (Herentals - Berchem) en 427 (snelbus Herentals - Antwerpen). De trein brengt ons rechtstreeks naar Herentals uit Halle en dus was onze keuze snel gemaakt.
Een beetje geschiedenis. Blijkbaar dacht men oorspronkelijk dat het station van Bouwel, op een kleine 3 km van het centrum van Grobbendonk, moest volstaan als bediening en verbinding met Antwerpen en Herentals. In 1904 kwam daar een tramlijn bij van Zandhoven naar Heist-op-den-Berg: zo werd het mogelijk om in Zandhoven over te stappen op de tram naar Antwerpen en Oostmalle en in Bouwel op de trein. Die tramlijn werd al in 1950 stopgezet. (De tram bediende o.a. ons begin- en eindpunt van vandaag, maar daar zijn geen sporen meer van terug te vinden, zoals wel vaker als de tramlijn de bestaande wegenis volgde.) In het spoorboekje van 1952 vond ik een buslijn 310 Herentals - Lier. Grobbendonk is niet meer dan een voetnoot: andere bediende gemeente. Later werd deze lijn hernoemd tot 15a, met als halte in Grobbendonk Lindekens. Maar ondertussen is er ook een tabel 656 opgedoken. Het betreft een NMVB-buslijn Herentals - Grobbendonk - Broechem, enkele jaren aangekondigd, zonder dienstregeling! We kunnen er vrijwel zeker van zijn dat dit de lijn in embryonale vorm is die (bijvoorbeeld in 1969) van Zandhoven naar Herentals rijdt. In de loop van de jaren 1970 duikt lijnnummer 42 op in de busboekjes. Dat nummer zal het tot vandaag uithouden, in aangepaste vorm dan toch. Het werd later namelijk 420 - het laatste cijfer bood de mogelijkheid om varianten (schooldiensten) te onderscheiden van de basislijn. Zo zagen strikt functionele lijnen het daglicht, samen met lijn 427, de snelbus die gebruik maakte van de autoweg, zoals hij dat vandaag ook nog doet. Wel te noteren valt dat lijn 420, die jarenlang doorreed tot het Rooseveltplein, volgens de principes van de basisbereikbaarheid nu beperkt blijft tot Antwerpen-Berchem.
De verbinding.
Halle - Herentals
3407 (IC FTR)
08:21 09:35
+2
1922 (NK) - 61038 (FCL)
M6
controle: J
Herentals - Grobbendonk
[420] (Berchem)
09:52 10:16
stipt
ab639-035
MAN Lion's City
De Duinen
-
Grobbendonk - Herentals
[420] (Herentlas)
16:58 17:20
+36
ab1102-05
Scania Citywide LE
De Duinen
Herentals - Halle
3440 (IC LBH)
18:24 19:20
stipt
838 (GCR)
mr75 vierledig
controle: J
En wat we beleefden. Veel kan er vandaag eigenlijk niet misgaan - in normale omstandigheden dan toch, zonder zelfmoorden of overwegongevallen of een combinatie van beide - en dus zijn we er vrij gerust in. We offeren de riante prijs van een seniorenbiljet op, omdat we een lange tocht voor de boeg hebben. IC 3407 heeft nooit meer dan 3 minuten vertraging (in Brussel-Centraal) maar we komen op tijd in Herentals aan.
De bus van lijn 420 brengt ons al even stipt naar Grobbendonk.
We hebben er rekening mee gehouden dat we bijna 25 km hoofdzakelijk vlak parcours wel wat sneller zullen afleggen dan voorzien en dus gaan we ervan uit dat we gewoon de eerst opdagende bus terug nemen. Dat is toevallig een snelbus 427 die met een half uur vertraging rijdt. Haltelink is toch meesterlijk; we zien zelfs dat andere bussen met meer aanvaardbare vertraging rijden, maar deze bus komt ons goed uit met het oog op de aansluiting in Herentals.
IC 3440 vertrekt met 3 minuten vertraging en dat is precies de vertraging waarmee IC 4338 uit Hamont hem voorafgaat. Vanaf Mechelen zal hij stipt rijden.
De treinlectuur. Dorothy L. SAYERS, The nine tailors. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Koninklijk en federaal, uiteraard zag het KMI zijn subsidies gehalveerd in de nota van BdW…
Uitgedrukt… Het kwaad is altijd in de weer. Spreekt voor zichzelf en velen zullen het volmondig beamen. (En voor de jeugdige lezertjes: het is be-amen, niet biemen…)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We zijn met GR 573 Tour de la vallée de la Vesdre et des Hautes Fagnes echt niet aan ons proefstuk toe: onze eerste tocht langs deze GR stapten we op 9 april 1976, allebei nog frisse twintigers. Ondertussen is de GR al enkele keren aangepast en uitgebreid en we stappen vandaag met de 7de editie van de topogids als steun en toeverlaat. Het is een traject van 16 à 17 km dat ons van Belleheid (Sart-lez-Spa) naar Spa brengt. Als aanlooproute gaan we voor een asfaltweg tussen de TEC-halte Roquez en Belleheid en in Spa loopt de GR niet door de stad en dus al zeker niet naar het station, zodat we ook daar een stukje moeten breien aan de gevolgde GR. Op het kaartje zijn beide delen buiten GR opgenomen in de tocht. Desondanks ligt de TWQ op 73% en dat verbaast ons niet. We stappen grotendeels langs paden en paadjes die de Hoëgne volgen, door het domeinbos van Gospinal, in de buurt van de Wayai en op weg naar Spa, langs het ondertussen leeggelopen Lac de Warfaaz. Wij hebben alleszins genoten en de score liegt er niet om: 19/20. Vermoedelijk wordt die dit jaar niet meer geëvenaard. Wat de Hoëgne zo aantrekkelijk maakt, is de variatie, nu eens een rustig kabbelende beek met karakter, dan weer een snelle rivier met watervallen en altijd uitgeschuurd in een veelheid aan rotsen. Ziefoto's.
Kaartje. De Hoëgne is erg gevarieerd, van loom tot snel. Vandaag toch...
Dergelijke wegjes volgden we wel vaker!
Het weer. Aangenaam, geleidelijk meer en meer bewolkt weer, rustig en net warm genoeg.
De stafkaarten. 50/1-2 Sart (2017) en 49/3-4 Spa (2020)
Hoe we er geraakten. We hebben uitzicht op een verbinding zonder veel valkuilen, met 2 IC's naar Verviers en een uurdienst door de combinatie van de buslijnen 395/294. De terugreis ziet er even aantrekkelijk uit, deze keer met overstap in Pepinster.
Een beetje geschiedenis. Tussen de stations van Sart en van Spa lagen er destijds 8 km. Wij maken er vandaag meer dan 16 van… Over deze spoorlijn is werkelijk alles te lezen op desite van Paul Kevers. Misschien er voor de petite histoire nog aan toevoegen dat de amper 6 jaar oude 6208 op 30.12.1968 de helling afstormde als gevolg van de door de sneeuw defecte reminstallatie om uiteindelijk net voor het huidige Spa-Géronstère te ontsporen. Trieste balans: de 2 personeelsleden op de loc kwamen bij dit ongeval om. Naar verluidt was dit de aanleiding tot het versneld opdoeken van de verbinding. Wat het deel Spa-Géronstère - Pepinster betreft: dat zou geëlektrificeerd zijn als compensatie van lijn 21 Landen - Genk. Als treinliefhebbers kunnen we de wafelijzerpolitiek alleen maar toejuichen. Voor de elektrificatie reden hier locs van reeks 62 met M1-TD-stellen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408 (IC FTR)
09:20 09:30
+2
820 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central
0508 (IC REP)
09:55 11:22
stipt
1879 (NK) - 73015 (FSD)
M7
controle: J
Verviers - Sart-lez-Spa
[395] (Malmedy)
11:40 12:07
+2
ab5012-64
Mercedes Citaro LE C2
Satracom
-
Spa - Pepinster
6867 (L GV)
17:41 17:59
stipt
305 (NK)
mr80 Break
controle: J
Pepinster - Brussel-Noord
0440 (IC FSD)
18:07 19:19
stipt
1846 (FSD) - 61071 (LK)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3241 (IC LK)
19:34 19:58
stipt
76015 (FML) - 73091 (FML)
M7
controle: N
En wat we beleefden. Dit wordt geen aflevering van de denderende avonturen van overweg13 en zijn eega. IC's 3408 en 508 kwijten zich voorbeeldig van hun taak en dus komen we op het voorziene uur in Verviers aan.
Daar staat de bus van lijn 395 al klaar op de plaats waar je vroeger als reiziger kon instappen, maar alles is hier anders: de bushalte van de langeafstandsbussen valt nu samen met die van de stadsbussen, de pissijn is verdwenen en de trappen evenzeer. De bus rijdt nog altijd om in Verviers, maar de belangrijkste gebeurtenis speelt zich af net voor de halte Roquez. Ik heb net gebeld, als de bus een noodstop van jewelste maakt; ik denk niet dat we ooit met de trein al zo snel tot stilstand gekomen zijn. Nogal wat reizigers vliegen vooruit, om van de bagage nog te zwijgen: een wagen wil afslaan, wat er precies gebeurd is, weet ik niet. Maar een kop-staartaanrijding wordt nipt vermeden. Ik hou er een pijnlijk scheenbeen aan over, zonder veel erg.
De terugrit uit Spa verloopt zonder incidenten. We krijgen controle en als de tbg nog eens passeert, maakt hij ons er attent attent op, dat we in Pepinster kunnen overstappen op de trein naar Brussel. Het zou wel eens de eerste keer kunnen zijn dat we hier een break hebben en het spoor ligt er veel beter bij dan een (hele) tijd geleden. IC 440 bestaat uit een stel M6-rijtuigen, Belux houdt het op I11'en. De trein rijdt de hele weg stipt. De aansluitende IC 3241 doet het net zo goed. Opvallend: op het scherm in het rijtuig met B-logo staat ook het rijtuignummer (73091) vermeld! Handig voor die ene spoorwegliefhebber die de nummers bijhoudt. Als er echte info verschijnt, verdwijnt het rijtuignummer. In de plaats krijgen we een overzicht van de rit tussen Sint-Niklaas en Brussel-Zuid. Het deel voorbij Brussel-Zuid is verdwenen in de armen van de informatica.
De treinlectuur. Dorothy L. SAYERS, The nine tailors. Gekocht in 1972, nu zo goed als onvindbaar. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
In het laatste nummer van Plus Magazine wordt de vraag gesteld waarom we zo veel in de file staan. Het echte antwoord: omdat we zo veel met de auto rijden, wordt nauwelijks vermeld. Domme vraag, dom antwoord.
Uitgedrukt… Achter iemanten zijn gat routen maken… Waar die routen vandaan komen (met de ou zoals in koud) weet ik niet. De betekenis: over iemand roddelen, hem zwart maken, achterklap en zelfs laster van de zuiverste soort.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Minder dan een jaar geleden arriveerden we uit Givry in Engreux en vandaag willen we het vervolg stappen. Inspiratiebron is een kaart met de veelbelovende titel Over hoogplateaus en door weidse Ardeense bossen. De korte tocht (nauwelijks 7,4 km) is makkelijk op te delen in 5 delen, elk met hun eigen karakteristieken. Vooreerst is er de afdaling uit het erg kleine Engreux naar de Ourthe, een aanlooproute die er best mag zijn. Als je de Ourthe bereikt, begint het tweede deel. Eigenlijk is dat het eerste deel van het overigens niet-bewegwijzerde pad. Je volgt de Ourthe tot aan een brugje over de Ourthe langs een goed begaanbaar, duidelijk zichtbaar pad. In deel drie is er ook nog sprake van een duidelijk zichtbaar pad, maar na het brugje wordt het een ruig pad, soms over rotsen, die bij regenweer onvermijdelijk glad en gevaarlijk zijn, met een veel geaccidenteerder verloop dan het pad voor de brug. Dan wordt het klimmen uit de Ourthevallei, richting Filly en Nadrin.Het kaartje en de bijhorende grafiek bewijzen dat dit niet zo maar een klim is, maar een lange, sterk stijgende weg, die er nu nog extra moeilijk bij ligt door de aan de gang zijnde bosexploitatie. Eenmaal boven volgt er nog een reeks betonwegen die opgefleurd worden door schitterende panorama's. De TWQ bedraagt 58%, maar het leek veel meer. Al bij al was het een veeleisend traject: het gebeurt niet vaak dat we 45 minuten langer stappen dan voorzien. Gelukkig hadden we erg veel tijd tussen beide bussen in. We gaven een score van 17.5/20. Let op: de Ourthe stond laag en kabbelde rustig voort. Een hogere waterstand maakt het traject langs de Ourthe vermoedelijk onmogelijk!
De Ourthe…
… en de panorama's
Het weer. Heerlijk fris (17°), half bewolkt. Prachtig wandelweer! Ziefoto's.
De stafkaarten. 60/3-4 Houffalize (2020)
Hoe we er geraakten. Een eerste optie liep over Marloie met overstap op de expressbus naar Bastogne, waar we dan de enige bus van lijn 17 Bastogne - Houffalize konden nemen. Veiligheidshalve hadden we wel een uur reserve ingebouwd, al naargelang de noodwendigheid op te nemen in Marloie of in Bastogne. Maar precies door die reserve bleken we net zo goed via Liège te kunnen reizen, ook met reserve, die bovendien beter verdeeld leek. We hoefden er niet eens vroeger uit Halle voor te vertrekken. Het werd dus Halle - Brussel-Zuid - Liège-Guillemins - Bastogne - Engreux. Een hele onderneming maar eigenlijk toch ook een OV-reis om van te genieten. Voor de terugrit hadden we evenmin veel keuze: de enige bus in de namiddag van lijn 15/2 moest ons naar Houffalize brengen. De overstap aan Aux Chéras liet ons toe in het bekende café-restaurant het nuttige aan het aangename te paren. Expressbus E69 moest ons dan naar Liège-Guillemins brengen en daarna werd het natuurlijk een routineuze trip huiswaarts.
Een beetje geschiedenis. Eigenlijk is de ruime regio altijd al erg karig (en onoverzichtelijk) bediend door het OV. Getuige 3 nooit gerealiseerde tramlijnen, met name La Roche - Nadrin - Mont - Cherain - Gouvy, dus niet eens doordringend tot Houffalize, Manhay - Mont - Houffalize en Houffalize - Bertogne - Bastogne. In 1930 al vond ik een eerste buslijn tussen La Roche en Houffalize, met 2 heen-en-terugritten per dag. Eigenlijk zou het maar heel tijdelijk meer worden dan dat. In het spoorboekje van 1952 vond ik een tabel 934 Marloie - La Roche - Houffalize, met de bekende 2 heen-en-terugritten en zonder bediening op zaterdag en zondag. Die was er wel in de zomervakantie en dan nog wel zonder overstap in La Roche. Ik maak een reuzensprong naar 1981. De dienstregeling is alleen maar ingewikkelder en onoverzichtelijker geworden. Van La Roche naar Houffalize rijden er bussen om 8:40 (R6), 9:41 (R1245 en op R3 op schoolvakantiedagen), 12:19 (R3 schooldagen en R7), 17:15 (N7), 19:56 (R7). Tijdens de zomervakantie wordt dat: 8:50 (R245 + markt Houffalize), 11:20 (R137), 13:12 (R6), 19:40). Je moet al bijna OV-deskundige zijn om hier wijs uit te geraken. Toeristisch betekent het nog nauwelijks iets, al wordt de Hérou (met hotel-restaurant en uitkijktoren over de Ourthe) nog bediend. Tegenwoordig is de dienst tot een strikt minimum beperkt: op schooldagen is er een rit om 12:14 en om 16:32, op niet-schooldagen is er maar 1 rit, om 16:35. Opvallend: ook op zondag blijft er nog één rit, om 17:17. Let wel: dit gaat allemaal over de ritten La Roche - Houffalize. Bij een vorige reorganisatie werd de lijn 15 Marloie - La Roche - Houffalize opgedeeld in een lijn 15 en een lijn 15/2. Die laatste slaat op het lijndeel La Roche - Houffalize. In de praktijk reed de bus uit Marloie veelal door naar Houffalize.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
13865 (P FSR)
07:54 08:04
+1
1910 (NK) - 51032 (FSR)
M4
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0407 (IC FL)
08:28 09:36
+3
1844 (FSD) - 61070 (LK)
M6
controle: J
Liège - Bastogne
[E69] (Arlon)
10:02 11:37
-3
ab4904-10
Mercedes Intouro II
Transports Penning
Bastogne - Engreux
[17] (Houffalize)
12:20 13:06
+2
ab4565
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
-
Nadrin - Houffalize
[15/2] (Houffalize)
16:57 17:15
stipt
ab4502
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
Houffalize - Liège
[E69] (Liège)
17:48 18:54
+5
ab4904-09
Mercedes Intouro II
Transports Penning
Liège-Guillemins - Halle
1742 (IC FGH)
19:56 21:34
stipt
76104 (NK) - 73144 (NK)
M7
controle: J
En wat we beleefden. Net zoals op 5 augustus nemen we P 13865 die ons in krek dezelfde samenstelling als 16 dagen geleden naar Brussel-Zuid brengt. De aansluitende IC 407 rijdt maar tot Liège-Guillemins i.p.v. Welkenraedt door werken op lijn 37. Veel valt er niet over te vertellen: wat vertraging in de NZV en bij de aankomst in Liège-Guillemins waar de trein op spoor 5 aankomt i.p.v. spoor 1: dat scheelt al snel enkele minuten. Bus E69 vertrekt altijd 2 minuten na het uur en dat is de reden waarom we niet de IC naar Eupen gekozen hebben. Op dit moment van de dag is dat niet erg door de 2de IC tussen Brussel en Liège, maar op sommige momenten van de dag is het tijdverlies wel belangrijk. Die E69 brengt ons in 95 minuten naar het vroegere station van Bastogne-Sud, waar we de enige bruikbare bus van lijn 17 kunnen nemen. Die lijn 17 rijdt op zich al erg sporadisch en lang niet alle ritten bedienen Engreux, maar we hebben zelfs een medereizigster tot Engreux, en bij de Pépinière stappen nog 2 jongelui op, die wel lang voor Engreux uitstappen. Het verbaast me altijd hoe zelfs onmogelijke dienstregelingen nog altijd volk aantrekken.
Ook voor de terugreis moeten we het stellen met de enige bus van de dag. En ook nu zijn we niet alleen. Vijf Duitstalige wandelaars en een bouwvakker stappen in bij de halte Nadrin Place. Ik meen te zien dat de chauffeur van de bus uit ongeloof aan zijn voorhoofd komt. De Duitsers vragen of ze met de kaart kunnen betalen, maar om een of andere reden is dat bij de TEC nog altijd onmogelijk. De chauffeur levert cash één biljet voor 5 personen af. De halte Aux Chéras is een eigenaardigheid. Al sinds jaar en dag stopt de bus van lijn 1011 (en nu dus de E69) aan deze halte die men blijkbaar beschouwt als een bruikbaar overstappunt tussen de regionale, minder frequente, bussen en de snelle lijn Liège - Arlon. Wij hebben er een half uur overstaptijd en dan smaakt de pint op het terras van het druk beklante Aux Chéras¸ waar het gros van de klanten uit Nederlandstaligen bestaat en waar de waard ook een aardig mondje Nederlands spreekt. De bus van E69 bouwt traditioneel vertraging op in Bastogne en dat ziet er niet goed uit voor ons, met een korte overstap in Liège-Guillemins. Negen minuten is inderdaad te veel, maar twee halten voor de terminus is de vertraging geslonken tot 2 minuten: het ziet er nu allemaal een stuk beter uit, maar 3 of 4 opeenvolgende rode lichten beslissen er anders over. Bij aankomst tekenen we 5 minuten vertraging op, aan de voet van perron 3 lezen we embarquement terminé. We doen niet eens een poging meer. Dat er geen IC naar Brussel - Kortrijk meer rijdt, betekent een vol uur wachten. We proberen deze pil wat te vergulden door de rechtstreekse IC naar Halle te nemen, ook al komen we daarmee 9 minuten later in Halle aan dan met de IC naar Oostende en een overstap in Brussel-Noord.
Aan die aansluitingen aan de Guillemins zouden ze toch wel eens mogen sleutelen, je kunt de verkeersproblemen niet eindeloos op de aanleg van de tram blijven steken, ook al spelen die ongetwijfeld nog een rol. Eén ding staat vandaag wel vast: onze abonnementen Horizon+ van de TEC hebben maximaal gerendeerd. De ritten in de comfortabele expressbussen en die in de erg landelijke regionale bussen door overweldigende landschappen zijn de Horizon+ zeker waard.
De treinlectuur. Tahar BEN JELLOUN. L'insomnie. Het aan slapeloosheid lijdende hoofdpersonage meent de oplossing voor zijn probleem gevonden te hebben als hij ontdekt dat het doodmaken van een slachtoffer dat sowieso met één been in het graf staat - te beginnen met zijn eigen moeder-, hem "slaappunten" oplevert. Als hij de slag van zijn leven meent te slaan met de dood van de rijkste bankier van Marokko, valt hij echter in een coma… Een overdosis, kom… Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Ik denk dat ik niet met Bouchez zou willen spelen op de speelplaats van de lagere school…
Uitgedrukt… Als dat waar is, is mijn gat een peperkoek. M.a.w., ik geloof er niks van.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De geschiedenis van GR 127 Tour du Brabant wallon is vrij eenvoudig te schrijven: TBW ontstond in 1996 en werd toen bewegwijzerd door een wandelclub uit Rebecq. De bewegwijzering week af van de gedeponeerde rood-witte streepjes van de GR-paden, maar het principe bleef hetzelfde: rood - lichtblauw, opvallend minder opvallend dan de markeringen van de GR. Tussen 1999 en 2017 stapten we niet minder dan 8 trajecten die ons van Wavre naar Chastre brachten langs een hele reeks steden en dorpen die hier zelfs bij ons in de verre buurt lagen. Tussen 2018 en 2024 stapten we nog eens 4 tochten die ons van Chastre naar Jodoigne brachten. Het is de laatste tocht Opheylissem - Jodoigne die we vandaag in het zonnetje willen zetten. Begin en einde liggen 14.3 km van elkaar; de TWQ bedraagt 58%, bijna uitsluitend op het conto te schrijven van onverharde landwegen die ons over de glooiingen van dit landbouwgebied bij uitstek voeren. Even werd het erg moeilijk, met name in Piétrain waar de ontwerpers ons door een smal overgroeid pad loodsten; welke wandelgod me vanochtend de ingeving gaf om toch maar de lange broek aan te trekken, ondanks de voorspelde temperaturen, wie zal het zeggen? Zelfs die broek bood onvoldoende bescherming tegen de overhangende netels en bramen. Het is de hoogste tijd dat de gemeente Jodoigne geïnterpelleerd wordt over het onderhoud van dit kort stukje weg. We quoteerden 14.5/20.
De Ferme Germeau, een van de mooiste op het traject.
De Grote Gete, net buiten Jodoigne.
Het weer. Van licht tot half bewolkt, warm (26°) met gelukkig wat wind.
De stafkaarten. 37/7-8 Tienen (2019) - 40/3-4 Jodoigne (2019)
Hoe we er geraakten. Opheylissem is op zondag niet zo frequent te bereiken. We treinen naar Tienen waar we bus 339 van de TEC Tienen - Hannut willen nemen. Voor de terugreis komt alleen lijn 62 van De Lijn Jodoigne - Tienen in aanmerking. En dan kan vanuit Tienen de treinreis naar Halle beginnen.
Een beetje geschiedenis. Jodoigne is destijds gezegend geweest met een hoog aantal spoorlijnen. In de eerste plaats was er natuurlijk lijn 142 Tienen - Namur, die naast stadjes als Hannut en Jodoigne ook nog een resem landelijke haltes bediende, inbegrepen Ramillies, waar kon worden overgestapt op lijn 147 Landen - Gembloux - Tamines. Daarnaast vertrokken niet minder dan 5 tramlijnen uit de stelplaats van Jodoigne die ideaal naast het spoorwegstation lag. Het betrof - met tussen haakjes het tabelnummer in het spoorboekje van 1935 - Jodoigne - Sint-Joris-Weert - Vossem - Sterrebeek - Brussel (o.a. eindpunt Daillyplein) [296], Jodoigne - Leuven [311], Jodoigne - Wavre [313], Jodoigne - Tienen - Sint-Truiden [315] en Jodoigne - Chastre [325].
Het is opvallend hoe je sommige van deze verbindingen ook na bijna een eeuw nog terugvindt, uiteraard onder de vorm van buslijnen. Lijn 142 werd gesloten in 1960, althans het deel Tienen - Ramillies, maar ook verderop bleven er nog nauwelijks treinen rijden. De dienst Tienen - Namur werd opgesplitst in 2 buslijnen, 142A van Jodoigne via Ramillies naar Namur en lijn 142B Tienen - Jodoigne. Zoals dat toen gebruikelijk was, werden varianten gecreëerd. Om één of andere reden werden de a en de b later verwisseld, zodat lijn 142A uiteindelijk de Vlaamse lijn naar Tienen werd. Dat nummer bleef behouden tot het eerste decennium van deze eeuw, toen orde op zaken gesteld werd in de kakofonie aan varianten: lijn 142a werd 360 - 361 - 362, opgenomen in één tabel, maar wel een stuk duidelijker: 360 voor de basislijn Tienen - Jodoigne, 361 voor de lijn Tienen - Outgaarden en 362 voor de lijn Tienen - Mélin. Met de komst van de basisbereikbaarheid werd verder gesnoeid. Lijn 360 werd uiteindelijk 62, met nauwelijks nog schoolvarianten. Bij de TEC blijft het aantal buslijnen indrukwekkend, al moet gezegd dat ze niet allemaal even goed bediend worden. Ik zet ze even op een rijtje:
-5: naar Tienen;-18: naar Leuven;-23: naar Wavre;-25: naar Gembloux;-26: naar Ezemaal;-35: naar Louvain-la-Neuve;- 610: naar Hannut;- 823: naar Eghezée
en twee aanwinsten - expresslijnen - van recente datum E1 (naar Namur) en E82 (naar Ottignies)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1906 (IC FBNL)
07:37 07:48
stipt
1881 (NK) - 61054 (FBMZ)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Tienen
1506 (IC FKG)
08:12 08:54
+14
76010 (FHS) - 61010 (FHS)
M6
controle: N
taxi (gemiste aansluiting bus)
-
Jodoigne - Tienen
[62] (Tienen)
14:34 14:57
stipt
ab3308-33
MAN Lion's City
Van Mullem en Zonen
Tienen - Brussel-Noord
1537 (IC FBK)
15:05 15:38
+1
76050 (FHS) - 61014 (FHS)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1587 (S FDD)
15:42 16:02
+1
08148 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Ik geef het grif toe, dit is de blunder van het jaar. Pas 's avonds hoor ik dat dit het Pukkelpopweekend wordt en dat dat op 15 augustus begint. Alles is tot in detail voorbereid, maar daar hadden we niet aan gedacht. Dus waagden we het er toch maar op, rekening houdend met het vroege vertrekuur. Maar… bij aankomst in Brussel-Zuid is eerste klas van deze trein in verkorte samenstelling (6 rijtuigen i.p.v. 11, een lieve attentie van de NMBS aan de Pukkelpoppers) al ingenomen door het jonge volkje dat bovendien nog halve huishoudens aan zakken, tenten, stoeltjes en meer lijkt mee te slepen. In alle volgende stations wordt de toestand alleen maar schrijnender en groeit de vertraging zienderogen: Centraal +3, Noord +8, Leuven +14. Met 10 minuten overstaptijd in Tienen ziet het er redelijk hopeloos uit, nu aansluitingen tussen trein en bus ondanks vele loze politieke woorden precairder geworden zijn dan ooit. Het zal trouwens nog zaak worden om van de trein te geraken: in de middengang zitten en liggen festivalgangers en hun uitrusting zodat het al een hele onderneming wordt om tot aan het platform te geraken. We beginnen onze expeditie kort na Leuven. Het platform zelf staat trouwens zo vol als wat, maar het moet gezegd: de jeugd van tegenwoordig gedraagt zich hoffelijk en behulpzaam. In Tienen moeten enkele jongeren uitstappen, voor ons de enige manier om uit te stappen. Ze haasten zich om opnieuw in te stappen en inderdaad zal Tienen het eerste station zijn waar reizigers op het perron achterblijven. Ironie, oh ironie: in de app van de NMBS kunnen we lezen dat de bezetting van deze trein laag is: zelfs een donkerrood mannetje zou niet volstaan om een beeld te schetsen van de echte bezetting. De bus is inderdaad vertrokken, de volgende rijdt al na 4 uur. Gelukkig kun je in Tienen nog taxi's nemen en dat is voor ons de enige oplossing. Ook de achtergebleven jongeren worden na een tijdje trouwens opgehaald door inderhaast opgetrommelde ouders en kennissen. De NMBS is een instrument voor massavervoer, behalve als die massa ook opdaagt. Wat een blamage!
Flink later dan voorzien dropt de vriendelijke, praatzame taxichauffeur ons op de parking van het domein van Opheylissem.
Voor de terugrit gebruiken we lijn 62 van De Lijn, al staat op het haltebord van de TEC nog altijd 360 vermeld. Herstructureren is mooi (??) maar dan moet het wel grondig gebeuren.
Haltebord met verouderde info De Lijn. 360 is al een tijdje 62…
IC 1537 heeft wel zijn gewone samenstelling. Nu is er natuurlijk plaats zat; wat een contrast met vanmorgen! De trein vertrekt uit Tienen met 5 minuten vertraging; in Brussel-Noord blijft daar nog 1 minuut van over en we halen zelfs de S naar Denderleeuw van 15:42. Dat bespaart ons een ritje in de stoptrein.
De treinlectuur. Tahar BEN JELLOUN, L'insomnie. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Coucke wil in Roemenië het kasteel van Dracula kopen. Eerst zijn hoektanden nog laten bijslijpen, natuurlijk. Geloof het of niet, dit stond er al voor ze 's anderendaags in De Tijd hetzelfde idee hadden, met foto… Pech.
Uitgedrukt… A hê geloute… hij is er aan voor de moeite, of erger: het is met hem gedaan. Zou kunnen komen van: hij heeft geloten, zijn lot is bepaald.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Iets meer dan een jaar geleden stapten we al van Sainte-Cécile naar Herbeumont (zie de bijdrage van 6 juni 2023) en toen kozen we om gemeenschappelijk met GR 161 naar Herbeumont te stappen. Maar eigenlijk kun je ook langs een alternatieve weg van Herbeumont naar Mortehan stappen. Wij zochten daarom vandaag aansluiting met dit traject langs o.m. het uitzichtpunt op Le Tombeau du Chevalier. In wezen zou dit bijna uitsluitend een bostocht kunnen zijn, maar net toen we - zoals we achteraf van elkaar vernamen - aan het denken waren dat dit wel eens de eerste 9.5/10 of zelfs 10 sinds lang zou kunnen worden - werden we geconfronteerd met een 4 km lange, verharde weg die als een akelige kwetsuur door het Bois de Sainte-Cécile liep en die niet eens autovrij was. Maar we wilden toch alles wat daar voor en achter correct waarderen en dus werd het uiteindelijk toch nog 16/20. Tenslotte verliep 53% van de bijna 11 km lange tocht langs soms ruige boswegen en -paden en dat door een gebied dat misschien wel tot de meest ongeschonden van België behoort.
Tombe du Chevalier, het Graf van de Ridder, waar de Semois precies even de weg kwijt was.
Bois de Sainte-Cécile.
Het weer. Tamelijk warm (24 à 25°), op wat cumulus na helder en erg rustig.
De stafkaarten. 67/3-4 Herbeumont (2021)
Hoe we er geraakten. Eigenlijk is de voorbereiding zich op een nogal eigenaardige, onverwachte wijze ontwikkeld. Oorspronkelijk was het de bedoeling om naar Florenville te reizen, met de nodige reserve, want het kon o.a. verkeerd gaan in Libramont (met de aansluiting van de IC op de L-trein) en in Florenville, waar een aansluiting van 8 minuten op een bus die maar om de 2uur rijdt, ook voor wat kopzorgen kon zorgen. En dus kozen we om een uur reserve in te bouwen, dat ons ofwel in Libramont, ofwel in Florenville van pas zou kunnen komen. Laat ons dat maar plan A noemen. Toen dat helemaal op punt leek te staan, had ik toch het goede idee om de TEC-planner aan het werk te zetten en die toverde ons plan B voor, dat ons toeliet om geen uur tijd te verliezen, nog altijd met plan A in het achterhoofd. Dat hield wel een overstap in Herbeumont van de nieuwe lijn 48 uit Bertrix op de net iets oudere toeristische lijn V1 in.
Een beetje geschiedenis. Als je wat oppervlakkig in oude spoorboekjes snuffelt, zou je nogal snel kunnen besluiten dat Mortehan niet echt te klagen had over zijn OV-bediening. Maar… Cugnon-Mortehan mag dan wel een station geweest zijn op spoorlijn 163A Bertrix - Muno en de bussen die de treinen moesten vervangen na de stopzetting van de reizigersdienst bedienden ook Mortehan, van trein noch van bus kon het dorp Mortehan veel soelaas verwachten. Want de Tunnel de Linglé verhinderde een min of meer gepaste bediening.Deze ongelooflijke websitemaakt een en ander duidelijk. Je kunt natuurlijk direct doorscrollen naar het station van Cugnon-Mortehan of naar de tunnel van Linglé, maar het zal hoe dan ook duidelijk zijn dat dit station er was voor de leisteengroeven en niet voor de bediening van de dorpen. (Cugnon lag zo mogelijk nog verder dan Mortehan…) De vervangende busdienst reed trouwens ook direct van het vroegere station naar Herbeumont. Maar al voor WO II was er een busverbinding Bouillon - Bertrix, met 2 ritten heen en terug op alle dagen van de week. Echt om over naar huis te schrijven was dit evenmin, maar deze bus bediende tenminste het hart van Mortehan (en andere dorpen als Dohan, Les Hayons, Auby en Cugnon). Dat deze lijn nog altijd bestaat, is een klein wonder: in 1976 werd ze (toen ook al lijn 40) niet langer uitgebaat op zondag, behalve in juli en augustus, in 1979 viel de zondagdienst helemaal weg, in 1980 werd alleen nog in juli en augustus gereden op zaterdag, al kwam de zaterdagdienst terug in 1984. Twee jaar later bleef er echter maar 1 heen en terug op zaterdag meer over. En eigenlijk heeft lijn 40 ook van maandag tot vrijdag al die tijd het stramien van 2 ritten in elke richting behouden. Geleidelijk werd wel geschoven met een middagrit, afhankelijk van de dag van de week. Wat vandaag overblijft, is een dienstregeling waarvan je de efficiëntie kunt betwijfelen. Om een voorbeeldje te geven: op schooldagen kun je 's morgens uit Mortehan niet naar Bouillon, omdat de bus een ingekort traject volgt. Opvallend is wel dat de SNCV in de jaren 1970 toeristische ritten inlegde: zo was er lijn 26 Florenville - Bouillon, die wel Mortehan bediende. De in 2023 ingevoerde V1 (Orval - Bouillon) lijkt daar een verre echo van te zijn. Deze toeristische lijn rijdt om de twee uur, tijdens de Waalse zomervakantie en bedient inderdaad ook het dorp Mortehan, dat de rest van het jaar grotendeels op zijn honger blijft zitten…
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
13865 (P FSR)
07:54 08:04
stipt
1910 (NK) - 51032 (FSR)
M4
controle: N
Brussel-Zuid - Libramont
2108 (IC LL)
08:33 10:52
stipt
1808 (FSD) - 61052 (FBMZ)
M6
controle: J
Libramont - Bertrix
5960 (L LL)
10:58 11:07
stipt
08546 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Bertrix - Herbeumont
[48] Herbeumont
11:17 11:31
+4
ab4905-89
Mercedes Citaro LE
Transports Penning
Herbeumon - Herbeumont
[V1] Orval
11:50 11:53
stipt
ab4908-23
Mercedes Citaro LE
Transports Penning
-
Mortehan - Florenville
[V1] Orval
15:45 16:30
-2
ab4905-21
Mercedes Citaro LEU C2
Transports Penning
Florenville - Libramont
5987 (L Libramont)
16:38 17:02
+2
08559 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Libramont - Brussel-Luxemburg
2139 (IC FBMZ)
17:11 19:03
stipt
1885 (NK) - 61012 (FBMZ)
M6
controle: J
Brussel-Luxemburg - Halle
3589
19:16 19:46
stipt
08090 (FML)
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. In Halle trakteerden we onszelf meteen op een specialleke: P 13865 Jemeppe-sur-Sambre - Schaarbeek. Zoek hem maar niet op in het spoorboekje. (Spoorboekje, waarvan de juniversie nog altijd op zich laat wachten, net als het antwoord op mijn onderhand bijna een maand oude vraag aan de klantendienst naar dat spoorboekje.) Die P-trein is een aangepaste P 7723 die van Luttre niet naar Nivelles rijdt, maar naar Braine-le-Comte en op die manier invalt voor P8702 Quiévrain - Schaarbeek, die ook al om 7:54 zou vertrekken. De trein heeft maar een eersteklasrijtuig waarvan de bezetting procentueel hoger ligt dan die van tweede klas. Toch is het meegenomen dat we nog eens in een M4 kunnen reizen, ook al omdat de zon haar haatdragende activiteiten nog maar net begonnen is. Dan volgt de lange rit naar Libramont in IC 2108, in een samenstelling die wel meer treinen van de reeks 21** zouden kunnen gebruiken. Deze trein bouwt wat vertraging op (7 minuten in Brussel-Luxemburg) maar die wordt vanaf Gembloux snel afgebouwd. Stilaan kunnen we beginnen dromen van plan B, al is de weg nog lang. Tussen Namur en Ciney wordt al een hele tijd tegen 160 km/u gereden. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het nochtans aangepaste spoor er niet overal even goed bij ligt. En misschien verteren de M6 bepaalde bochten en wissels wat minder goed. Maar als we in Libramont stipt aankomen, gaan we voluit voor plan B. Met L 5960 zullen we naar Bertrix rijden i.p.v. Florenville.
In Bertrix staat lijn 48 duidelijk op het haltebord van perron 3 en ook de afgedrukte dienstregeling op de website heeft het over perron 3. Alleen de app maakt gewag van perron 1; ik kijk het even na en op het haltebord lees ik: quai de réserve. De bus stopt inderdaad aan perron 3 maar meteen krijgen we van de chauffeur te horen dat we eigenlijk aan perron 1 moeten wachten. Het zal niet de enige eigenaardigheid zijn die we vandaag van de TEC in de aanbieding krijgen. Bijna volgens de traditie van de TEC is de dienstregeling van de 48 (met een 10-tal reizigers) eerder krap. Deze lijn 48 vervangt de vroegere lijn 163a, weliswaar langs een snellere route. Zij gaat niet langer langs Saint-Médard, om maar iets te zeggen, en haar eindpunt is het Centre FEDASIL. Blijkbaar mogen de bewoners van het centrum geen tijd verliezen. Dat dit ten koste gaat van enkele interessante punten op de oude route is collateral damage. Ook het overstappunt op lijn V1 is wat fout gekozen; net voor de lijnen 48 en V1 elk hun eigen weg kiezen, ligt de halte Champs Simon. Daar stappen we dus over op lijn V1 die nu niet meer moet doen dan ons naar de andere kant van het dorp te brengen. Het is prettig om vast te stellen dat de toeristische lijn wel degelijk wat klanten heeft. Wij moeten er al uit na minder dan 2 km, bij de halte Home waarvan de bewoners zich nu behalve in de zomervakantie zonder bus moeten zien te redden. Blijkbaar is de vermindering van het aantal bussen recht evenredig met de informatie op de halteborden. Niet alleen vertikken ze het bij de TEC-Luxembourg om nog schoollijnen te vermelden - je moet het stellen met een zwarte S - de nieuwe lijn V1 krijgt stickers zonder vermelding van de richting (of eindbestemming). Nog even en we zijn terug bij de wit-rode bordjes AUTOBUS van weleer, toen we soms elk aan een kant van de weg gingen staan om zeker te zijn dat een van ons de bus kon stoppen.
In Herbeumont viel het allemaal nog mee omdat we dat dorp nog vrij goed kenden van de vorige keren, in Mortehan liep het minder vlot. Aan de haltepalen hangt info voor beide richtingen - kiezen maar - maar naar de juiste zijde van de weg heb je het voor het raden. Gelukkig ga je tegenwoordig niet meer op stap zonder een flinke hoeveelheid apps en digitale kaarten, zodat je na wat speurwerk toch terecht komt. Ook deze bus heeft wat reizigers mee, al denk ik dat wij de enige toeristen zijn. Chiny wordt bediend met een heen-en-terugje en het is precies daar dat reizigers instappen. Chiny is door het afschaffen van lijn 23 Florenville - Neufchâteau wel aangewezen op deze V1, wat die van het verderop gelegen Suxy niet meer kunnen zeggen.
De terugreis per trein loopt eigenlijk ook zo goed als gewoon. In L 5987 krijgen we een tbg die ervan uitgaat dat we libre-parcours hebben - in eerste klas, weet je wel - maar we hebben net de laatste 2 ritten op de railpass aan de prijs van januari 2024 geïnvesteerd. Ook in IC 2139 - gelukkig ook M6 - krijgen we meteen controle, maar daar zal het bij blijven. In Ottignies komen enkele Walibijongeren zich in eerste klas nestelen, dicht genoeg om de zure zweetgeuren van een dagje pretpark te verspreiden. En ja, kun je het hen kwalijk nemen dat ze na een dagje Walibi niet meer de fut hebben om naar het volgende rijtuig te verhuizen? Blijft voor ons nog het ritje langs lijn 26. De tbg verwittigt ons dat de helft van de trein geen airco heeft, maar we besluiten toch maar in het warme deel een onderkomen te zoeken. Ik laat trouwens vallen dat we vanmorgen al kou gehad hebben in een M6, waarop hij prompt reageert met: "Ah, je bent een van ons." Ik vraag: "Hoezo?" en hij vindt dat iemand die niet voor de NMBS gewerkt heeft of werkt niet weet wat een M6 is. Ik vertel hem mijn verhaal van spoorwegliefhebber, van overweg 13 op lijn 94 tot nu, en dat ik de rijtuigen nog wel ken, maar dat ik het heel technische gebied van beveiliging niet meer echt kan volgen. Hij vindt dat ik dan maar moet solliciteren, want dat ze nieuwe mensen nodig hebben. Weet hij veel dat ik na de humaniora van NMBS'ers te horen kreeg dat ik voor ingenieur moest studeren, om dan bij de spoorwegen terecht te komen. De linguïstiek en een begeesterende leraar in de retorica hebben er anders over beslist… (Als ik dat toch gedaan had, dan zouden we nu libre-parcours gehad hebben...)
De treinlectuur. Saul BELLOW, The adventures of Augie March. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Luchthaven Frankfurt urenlang zonder stroom nadat relmuis kabel heeft doorgebeten. Die heeft haar naam niet gestolen.
Uitgedrukt… Ze/hij is ervan tussen. Niet bepaald een gevoelige manier om te zeggen dat iemand dood is.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.