Ik was niet blij met het verschijnen van die fameuze cartoons in De Standaard !
Niemand kan tegen vrijheid van meningsuiting zijn. Maar, is die vrijheid, hoe fundamenteel ook, daarom absoluut ? Is er überhaupt iets absoluuts ? Als vrijheid van meningsuiting niet geflankeerd wordt door de vrijheid van mening van anderen, door de vrijheid van interpretatie door anderen, door de vrijheid van aanvoelen door a nderen, dan blijft die meningsuiting inhoudsloos en objectsloos. Maar, dan moet mijn meningsuiting die vrijheid van mening an anderen respecteren. En zo houden vrijheid van meningsuiting en vrijheid van mening elkaar in een wurggreep en beperken ze elkaars toepassingsbereik. En maken ze elkaar relatief ! De interne logica van elke vrijheid leidt tot radicaliteit, tot uitsluiting van de tegenpool en dus tot onvrijheid. Wie uitsluitend één kant van die twee vrijheden urgeert, gedraagt zich als een fundamentalist. Radicaal zijn is gemakkelijk ! Het getuigt pas van soevereine wijsheid om die interne, blinde logica van het recht van meningsuiting niet tot in haar uiterste consequenties toe te passen, en met de gevoeiligheden van de anderen rekening te houden. En zeker om af te wegen welke de neven effecten van de toepassing van je recht zullen zijn. Wie eheeft het recht op de ziel van anderen te trappen ?
|