In vlaamse velden
Inhoud blog
  • zeebrugge ( 1 )
  • Vrouwen in Oorlog ( 1 )
  • Passion - dale ( Passendale )
  • Zuster Margriet Marie
  • De eerste gouverneur
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief
  • Alle berichten
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    De grote oorlog
    18-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlamingen aan de IJzer

     

    Vlamingen aan de IJzer,

    De wet van 1913 op het taalgebruik in het leger had de Vlamingen iets gegeven, doch minder dan waarop gehoopt werd, o.a.de officieren worden verplicht wat alledaags Nederlands te spreken en een Vlaamse school voor onderofficieren wordt in het vooruitzicht gesteld. De oorlogsomstandigheden zijn voor de legerleiding het voorwendsel om de wet opzij te schuiven onder het voorwendsel “ nood breekt wet” . het is niet zozeer het feit dat de officieren geen Nederlands kennen of spreken dat veel verbittering wekt, wel de voortdurende achterstellingen en vernederingen die de Vlaamse soldaten te slikken krijgen omdat ze Vlaming zijn en daarvoor durven uitkomen. Er is zelfs een verbod op Nederlandstalige grafopschriften! Op 11juli 1917 publiceert de Frontbeweging haar open brief aan koning Albert; een striemende aanklacht tegen het onrecht. De enige reactie van de overheid is vervolging. De vraag van de Vlaamse soldaten dat de regering de belofte zou doen dat na de oorlog de Vlamingen de gelijkheid in rechte en in feite zouden krijgen, wordt steeds afgewezen. Zowel de militaire als burgerlijke overheid als de koning weigeren zelfs maar één toegeving te doen en dit leidt naar misgenoegen aan de kant van de Vlaamse soldaten. De taalwet kan immers zonder gevolg overtreden worden maar elk protest wordt zwaar gestraft, tot verbanning naar de strafkampen in Frankrijk toe. In 1919 zitten er nog steeds Vlaamsgezinden opgesloten. Uiteindelijk zouden de taalwetten van 1928 en vooral deze van 1938 tegenmoet komen aan de eisen van de Vlamingen. Vooral de laatste wet zou een doorbraak betekenen. Hij voorziet dat de opleiding van de soldaat in zijn moedertaal geschiedt enerzijds door de tweetaligheid te eisen van de officieren en anderzijds door het vormen van eentalige legeronderdelen. Ook het feit dat voortaan de koninklijke Militaire school volledig onderricht in het Nederlands zou verstrekken zodat er Nederlandssprekende officieren kunnen worden gevormd, is een totale breuk met het verleden.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    13-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ramskapelle

    Ramskapelle……

    RAMSCAPPELLE ROAD MILITARY CEMETERY

    Van juni tot november 1917 hield het Britse XV Corps de frontlijn vanaf de kust tot aan Sint-Joris Ramskapelle.
    Het grootste deel van de bijzettingen in Plot I werd verricht in juli en augustus 1917. Na de oorlog kwam er een aanzienlijke uitbreiding door de ontruiming van andere begraafplaatsen in de omgeving.
    Er worden nu 841 Commonwealth doden herdacht. 312 ervan zijn niet-geïdentificeerd. 'Special memorials' herdenken 2 slachtoffers "Known/Believed to be buried in this cemetery".
    Er staan ook 'special memorials' voor 26 slachtoffers die in Nieuwpoort of Nieuwpoort-Bad werden begraven, maar van wie het graf door artillerievuur vernield werd.
    De begraafplaats werd door Sir Edwin Lutyens ontworpen.

    Bijzettingen (Commonwealth War Graves Commission) :


    Verenigd Koninkrijk : 830
    Canada : 2
    Australië : 8
    Zuid-Afrika : 1

    Totaal Commonwealth : 841

    Belgian m Cemetery

    In Ramskapelle ligt een Belgische militaire begraafplaats met 632 grafstenen, waarvan ongeveer 400 naamloze.
    Deze begraafplaats werd na de oorlog aangelegd.

    Achter de indrukwekkende voormuur staan negen boogvormige rijen grafstenen. Ze zijn uit blauwe hardsteen gemaakt, dragen een metalen driekleur en een bronzen identificatieplaat.

    (Bron : Roger Verbeke "Monumenten getuigen : militaire begraafplaatsen en gedenktekens" in "De IJzer")

    Slag bij / Battle of Ramskapelle - 22/10/2005

    In oktober 1914 vond de slag bij Ramskapelle (deelgemeente van Nieuwpoort) plaats. Belgische en Franse troepen hielden er de Duitsers tegen. Op zaterdag 22 oktober 2005 werd deze slag herdacht door middel van een grootse plechtigheid n.a.v. de 91e verjaardag van de slag. Hieronder een fotoverslag.

    Voormalig station van Ramskapelle

    Langsheen de frontlijn worden al vlug kerktorens, molens en andere gebouwen, die een uitzicht bieden op de omgeving opgeëist en gebruikt als observatiepost.
    Over deze observatieposten wordt er echter weinig verteld in de oorlogsliteratuur. Ze zijn slechts door een klein aantal soldaten bemand, die een beurtrol van drie man per dag hadden.
    De waarnemers moeten het mondingsvuur van de vijandelijke kanonnen observeren en de gegevens doorseinen aan de eigen artillerie om een tegenaanval in te zetten. Tijdens de beschietingen wordt door hen de richting van het eigen artillerievuur bepaald. Op andere momenten volgt men vanop de observatiepost vijandelijke troepenbewegingen of het aanleggen van nieuwe versterkingen en loopgraven.
    De stations op de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide liggen op de 1ste linie en komen voor deze taak uitstekend in aanmerking. Binnenin worden stevige, torenachtige constructies uit betonnen balken opgetrokken. Dikwijls wordt het gebouw stukgeschoten, maar de observatiepost blijft overeind.
    In Ramskapelle zijn bij het voormalige station nog de resten van een observatiepost overgebleven. De observatieposten in de stations van Nieuwpoort en Pervijze, die we kennen uit archieffoto's zijn verdwenen.
    Langsheen de spoorwegberm wordt de lste linie ingericht. In het station van Ramskapelle bouwt men een betonnen observatiepost. Van hieruit heeft men een uitstekend gezicht op de weidse watervlakte, waarin enkel de toppen van de hoeves zichtbaar zijn. De resten van de observatiepost zijn nu nog te zien in de tuin van het station van Ramskapelle. Enkele betonplaten, nu gebruikt als tuinpad, dragen de volgende data: 3 november, 11 november en 22 november 1917. Hieruit blijkt dat men geregeld verstevigingswerken heeft laten uitvoeren.

    Langemark

    Deze begraafplaats zou in oktober 1914 ontstaan zijn uit een Britse begraafplaats. Na de gasaanval van 22 april 1915 kwam de begraafplaats tot in de zomer 1917 in Duits gebied te liggen. Ongeveer een halfjaar later, in april 1918 namen de Duitsers opnieuw Langemark in. Tijdens de oorlog steeg het aantal bijzettingen zodat er in 1919 graven waren van Duitse, Franse, Britse en Belgische doden : in totaal 859, waaronder 627 Duitse. In de eerste jaren na de oorlog was het de Belgische dienst voor oorlogsgraven die instond voor de herinrichting.
    De Duitse Dienst voor Oorlogsgraven nam de taak over. De begraafplaats werd verder uitgebreid op het huidige laagst gelegen deel. In totaal kwamen er 10143 individuele graven waaronder 6313 geïdentificeerde en bijna 4000 niet-geïdentificeerde. Onder deze gesneuvelden bevonden zich ook zo'n 3000 vrijwilligers die stierven tijdens de Duitse bestorming op Langemark in het najaar 1914. Door het grote aantal studenten onder deze vrijwilligers, kreeg de begraafplaats de naam 'Studentenfriedhof'.
    De 'Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge' zorgde vanaf 1930 voor de nieuwe inrichting van de begraafplaats, met de hulp van Duitse studentenorganisaties en oud strijdersverenigingen van een groot aantal regimenten. Op 10 juli 1932 werd de begraafplaats ingewijd.

    In 1952 besloten de regering van België en de Bondsrepubliek om in Vlaanderen te komen tot vier grote Duitse begraafplaatsen (Vladslo, Hooglede, Menen en Langemark) door de kleine Duitse begraafplaatsen te ontgraven.
    Volgens opgegeven cijfers liggen er nu dus meer dan 44000 Duitse doden :
    10143 geïdentificeerde en niet-geïdentificeerde op het oorspronkelijke grafveld
    9257 geïdentificeerde op het vroegere klaprozenveld
    bijna 25000 in het kameradengraf

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    09-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De last post in Ieper

    Wanneer elke avond om 8 uur p m onder de Menenpoort de tonen van de last post weergalmen,wordt een der droevigste perioden uit de geschiedenis van de stad in herinnering gebracht. .

    De Last Post is een trompetsignaal, gebruikt in het Britse leger.

    Oorspronkelijk werd het gespeeld als afsluiting van de dag, tijdens de inspectie van de posten. Tegenwoordig wordt de Last Post vooral gebruikt bij militaire herdenkingen en begrafenissen. In Ieper wordt het elke dag om 20 uur gespeeld onder de Menenpoort door de leden van de Last Post Association, als eerbetoon aan hen die sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Dit ritueel doet men al sinds 24 juli 1929, met enige onderbreking tijdens de bezetting van Ieper door de Duitsers tussen mei 1940 en 6 september 1944. Ook bij de meeste herdenkingen in Groot-Brittannië en Commonwealth-landen wordt het signaal gebruikt.

    http://youtu.be/eiWL2BCfhGg

                                                 

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oktober 1914

    De ijzerslag in oktober 1914; de Duitsers tot staan gebracht.

    Het vermoeide en aangeslagen Belgische leger heeft zich vanaf 14 oktober opnieuw gegroepeerd en op de frontlijn van 38 km langs de ijzer opgesteld. Van de zee tot aan het kanaal IJzer – Ieper en vandaar langsheen het kanaal tot in Boezinge. De Fransen en Britten vormen front van Houthulst tot Armentieres. Een front dat te alle prijzen moet behouden blijven. Het Belgische leger telt nog ongeveer 75.000 manschappen. Tegenover hen staat een Duitse troepenmacht 85.000 man sterk met een uitstekende moraal en op het slagveld gesteund door een alles overheersende artillerie.
    Op 18 oktober barst de strijd los. De Belgische stellingen komen zwaar onder vuur te liggen en ondanks bijzonder veel weerstand en hardnekkig vechten moet op diverse plaatsen de ijzer worden prijs gegeven. Op 24 oktober wordt de eigenlijke ijzerstelling opgegeven en worden de Belgen tot aan de Beverdijkvaart en de spoorweg Nieuwpoort – Diksmuide teruggetrokken. Ondertussen wordt er in het geheim gewerkt aan een plan om door onder waterzetting van de ijzervlakte, de Duitse opmars te breken. Na veel voorbereidend werk worden de sluizen een eerste maal geopend in de nacht van 27 op 28 oktober. Dit wordt de volgende dagen en nachten herhaald telkens wanner het tij hiervoor geschikt is. De overstroming verloop langzaam maar zal net op tijd komen.
                                            .

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Augustus, September, Oktober

    Na de verovering van Luik en de val van Dinant en Namen wordt het Belgische leger naar Antwerpen teruggetrokken. De manschappen worden in de forten rond de stad geconcentreerd. Ook de regering volgt want de situatie in en rond de hoofdstad is weinig rooskleurig. Op 20augustus trekken de Duitsers Brussel binnen. Vanuit de “ versterkte vesting” Antwerpen worden acties ondernomen om de Duitse opmars te remmen. Hoewel storend, brengen ze weinig aarde aan de dijk en kunnen ze de Duitse opmars niet tot staan brengen. Als reactie wreken de Duitse soldaten zich op Leuven; grote delen van de stad, waaronder de eeuwenoude universiteitsbibliotheek, gaan in vlammen op en talrijke burgers worden vermoord. De wreedheden worden internationaal afgekeurd en zullen onderwerp vormen van een geallieerde perscampagne. De voortdurende acties van het Belgische leger hebben wel als resultaat dat de Duitsers blijvend troepen rond Antwerpen moeten concentreren. Hierdoor wordt de opmars naar Parijs aanzienlijk vertraagd. Uiteindelijk besluit de Duitse legerleiding de stad te veroveren. Generaal von Beseler die het bevel voert over 120.000 manschappen en over belangrijke artilleriesteun beschik, start het beleg op 27 september. Het beproefde recept van aanhoudend zware artilleriebeschietingen wordt ook deze keer met succes toegepast. Ondanks Britse versterkingen die begin oktober in Antwerpen arriveren, moet op 7oktober de aftocht worden geblazen; de regering trekt naar Oostende en het veldleger plooit zich terug aan de IJzer. Antwerpen geeft zich op 10 oktober over. Ongeveer 33.000 vestingtroepen vluchten naar neutraal Nederland. Ze worden in kampen ondergebracht en zullen er gedurende bijna vier jaar blijven. Naast hen vluchten vele burgers met have en goed naar Nederland, Frankrijk of Groot – Brittannië.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ieper II

    De eerste Duitse soldaten waarmee de Ieperlingen kennis maken zijn de verkenners. Alleen al het woord Uhlanen worden de meeste mensen van schrik bevangen. De wildste geruchten omtrent deze Duitse verkenners doen immers de ronde.

                                      Zelfs inwoners van Ieper willen
                                      de dode Uhlaan zien en trekken op
                                      naar de plaats van het treffen.
                                      Sommigen brengen een stuk grijsgroene
                                      stof mee die zij van het uniform hebben
                                      afgesneden.....

    Wat eerst een gerucht was blijkt echter weldra de rauwe werkelijkheid te worden. Steeds meer berichten komen door dat deze ruiters zich verschuilen in de bossen rond Beselare en ten zuiden van Zillebeke om van daaruit verkenningstochten uit te voeren in de streek rond Ieper.

    In de avond van 23 augustus wordt er een gevangen genomen Uhlaan met de trein naar Ieper gebracht. Vanaf het station wordt hij vervolgens per auto naar de gevangenis gevoerd waar hij wordt ondervraagd.

    Het eerste contact van de plaatselijke bevolking wordt treffend weergegeven door Caesar Gezelle….

    “De bossen op het Hooghe zaten weggedekt in grijze mistigheid, somber en geheim die avond, als hing er onrust en narigheid van de beroerde tijden over opeen geplakt. Daar in de bossen hadden zich de Uhlanen verscholen. Naar Oostende moesten zij; met zeventien waren opgetrokken. Wie levend in de zeehaven geraakte kreeg het ijzeren kruis met de hoogste gunst van de keizer. Op het Hooghe had men ze bejaagd en beschoten, daar hadt men ze uitgehaald, stervend op hun paarden lagen, langs de weg vier en op het land drie. Er was op die dag bedevaart van Ieper naar Dadizele”……

    De volgende dag doet in de stad het gerucht de ronde dat een aanzienlijk aantal Uhlanen op weg zou zijn in de streek van Roeselare en zich in de richting van Diksmuide begeeft. Dit gerucht wordt gedeeltelijk bevestigd wanneer op 13 september in de omgeving van Houthulst een gevecht plaats heeft tussen een groep Uhlanen en de Belgische gendarmen en soldaten.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ieper

    Ieper

    Als een lopend vuurtje loopt het door de straten van de stad: “ het is oorlog “. Voor de gewone burger komt dit aan als een donderslag bij heldere hemel. Wat men nooit voor mogelijk heeft gehouden wordt nu in een klap de rauwe werkelijkheid. Het is niet de eerste keer dat Ieper sinds zijn ontstaan in een conflict verwikkeld geraakt. In de 11° eeuw was de stad een belangrijk centrum van de lakennijverheid. Van over de hele wereld kwamen kooplieden naar de jaarmarkt om het kwalitatief hoogstaande Ieperse laken op te kopen. Dit maakte van Ieper op dat ogenblik een handelsmetropool van Europees formaat.

    Zondag 2 augustus moet voor Ieper een hoogdag zijn want het is Thuyndagfeest. Naar jaarlijkse gewoonte zal de stad opnieuw zijn feest gewijd aan onze lieve vrouw van Thuyne met de nodige plechtigheden laten gepaard gaan. Van de voorbereidingen voor het jaarlijks feest komt onverwachts weinig in huis, want de feestelijkheden worden afgelast.

    Als nooit tevoren hoopt de burgerbevolking op de hulp van hierboven.

    Rond half augustus wordt in het militaire hospitaal in de Stationsstraat de eerste gewonden verzorgd die vanuit de naderende vuurlinie naar hier zijn overgebracht. Vanuit de streek van Mechelen zijn er ook heel wat vluchtelingen naar het stadscentrum afgezakt. ( In Boezingen noemt men de eerste groep vluchtelingen die over de brug aan het sas de dorpskern binnentrekken de “Mechelaars”. )

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spionnen...

    Spionnen….


    Een spion is een apart soort geheim agent. Hij of zij is vooral op zoek naar geheime informatie. De meeste spionnen werkten tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Ook tijdens de Koude Oorlog waren er veel spionnen. En ze bestaan nog steeds.

     De Britse Edith Cavell wordt geboren in 1865 in Swardeston, Norfolk, waar haar vader dominee was. Ze wordt opgeleid in Brussel en Zwitserland. Ze volgt ook een opleiding in Dresden en Aken, waar ze kennis maakt met de Duitse methodes van geneeskunde en hygiëne. In 1895 is ze terug in Engeland, gaat een tijdje werken als gouvernante en behaalt dan haar diploma van verpleegster aan het Royal London Hospital.In 1906 keert ze terug naar Brussel als hoofdverpleegster van het Heelkundig Instituut. In 1907 later wordt ze directrice van de nieuwe verpleegschool, een annex van het hospitaal Berkendaal. Bij het uitbreken van de oorlog neemt het Rode Kruis het hospitaal over om gewonde Britse en Franse soldaten te verplegen.

    Na het terugtrekken van de Engelse en Franse divisies tot aan de Marne, blijven er in heel Noord-Frankrijk en de Ardennen gewonde soldaten achter in veldhospitalen en ook soldaten die het contact verloren hebben met hun divisies. In het begin ontsnappen ze aan de aandacht van de Duitsers, en met de hulp van mensen uit de streek proberen ze zich opnieuw bij het leger te voegen of te ontsnappen naar Engeland. Al snel wordt het hospitaal ook een opvangcentrum voor soldaten die zich via Nederland terug bij hun divisie voegen. Edith Cavell wordt een belangrijke schakel in de ontsnappingsroute die leidt van Noord-Frankrijk langs Brussel naar Nederland.

    Prinses Marie de Croÿ, die het kasteel in Bellignies aan de Belgisch-Franse grens bewoont, raakt betrokken bij die hulp. In november 1914 zit het kasteel zo vol met soldaten dat ze probeert hen over te halen zich over te geven aan de Duitse soldaten die het Rode Kruis hospitaal overgenomen hebben! Voor het echter zover komt verneemt ze dat de familie de Belleville van Montignies soldaten langs een vluchtroute naar het instituut van Edith Cavell brengt. De soldaten in het kasteel de Bellignies krijgen burgerkleding en valse papieren en worden door verschillende personen begeleid. De vluchtroute werkt uitstekend van november 1914 tot juli 1915. Edith Cavell getuigt later ongeveer 200 personen geholpen te hebben.

    Tenslotte wordt het netwerk opgerold, waarschijnlijk verraden door een verklikker. Door de loslippigheid van de eerste gearresteerden worden er uiteindelijk 66 leden aangehouden. Edith Cavell wordt aangehouden op 15 augustus 1915 in Sint Gillis, andere leden maar eerst in september.

    Edith Cavell schijnt een hekel te hebben aan leugens: tijdens haar ondervraging vertelt ze de waarheid. Dit wordt haar achteraf verweten, want o.a. de twee beste Belgische contactpersonen van het British Intelligence Corps worden hierdoor opgepakt. Payne Best beschuldigt haar later de oorzaak te zijn van de volledige ineenstorting van de Belgische inlichtingsdienst!

    Edith Cavell krijgt eenzame opsluiting – als zware misdadigster - en mag geen bezoek ontvangen, zelfs geen verdediger. De Amerikaanse gezantschapssecretaris in Brussel die de belangen van de Britse burgers behartigt in bezet gebied, krijgt weinig of geen informatie hierover van de Duitsers. Na veel aandringen wordt op 10 september 1915 Meester Sadie Kirschen aangewezen als verdediger, maar hij mag haar niet bezoeken en ook geen documenten inzien!

    Op 7 oktober 1915 is de eerste zitting van het proces onder leiding van krijgsauditeur Ströber, en de dag erna vindt reeds de slotzitting plaats.

    Iedereen is ervan overtuigd dat de Duitsers geen doodstraf zullen geven aan vrouwen, maar het tegendeel is waar. Voor hen moet het proces dienen als afschrikking. Op 11 oktober 1915 valt de uitspraak: Edith Cavell, gravin Jeanne de Belleville en de onderwijzeres Louise Thuliez worden ter dood veroordeeld voor hoogverraad wegens het leveren van soldaten aan een vijandelijk leger. Het genadeverzoek dat de Amerikaanse gezantschapssecretaris indient voor Edith Cavell wordt afgewezen. Op 12 oktober 1915 om 7.00 ’s morgens wordt ze terechtgesteld. Later worden de twee andere doodvonnissen omgezet in levenslange dwangarbeid.

    Na de oorlog wordt naar verantwoordelijken gezocht. De Franse spion Gaston Quien wordt beschuldigd het netwerk verklikt te hebben, maar wordt vrijgesproken. Waarschijnlijk is de oorzaak eerder de amateuristische manier van werken van het netwerk waar iedereen te veel personen kent onder zijn echte naam, en waar teveel met elkaar gepraat wordt, in plaats van zoals de Britse geheime dienst te werken met kleine cellen en met schuilnamen.

    In Engeland ontstaat een storm van protest over haar terechtstelling. De propagandamachine werkt op volle toeren. Massa’s vrijwilligers melden zich aan om tegen de Duitsers te gaan vechten. Voortaan wordt de Duitse bezetter voorzichtiger met de overhaaste executies van vrouwen.

    Na de oorlog wordt het stoffelijk overschot van Edith Cavell naar Engeland overgebracht en met nationale eer begraven. Haar nagedachtenis wordt vereeuwigd in het Belgisch legermuseum en ook in de verpleegstersschool in Brussel. In Londen is er een monument ter ere Edith Cavell en in Canada is een berg naar haar vernoemd. Het bas-reliëf met haar nagedachtenis in het Parijse Musée du Jeu de Paume wordt vernield door de Duitsers op 14 juni 1940.

    Edith Cavell werd het symbool van de onbuigzame, moedige heldin die in het collectieve geheugen voortleeft.

     

     

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik ben er van overtuigd....

    Ik ben er nu van overtuigd dat de oorlog de schuld van alles is, ook van alle rampen die onze generatie tot nu toe getroffen hebben. Ik herinner mij mijn jeugd nog heel goed. Ik heb de tijd nog gekend, waarin de vreedzame begrippen van de vorige eeuw nog van kracht waren. Men vond het toen normaal op de stem van het gezond verstand te vertrouwen. De dingen die het geweten voorschreef, werden als natuurlijk en nodig beschouwd. Het was een zeldzaamheid…..als de ene mens de andere doodde. Men ging ervan uit dat moorden alleen in toneelstukken, detectiveverhalen en krantenberichten voorkwamen. En toen plotseling deze sprong vanuit de kalme en schuldeloze gelijkmatigheid in het bloed, het gejammer, epidemische waanzin en verwildering van de dagelijkse en normale, verheerlijkte doodslag.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jules de Winde ( 1893 -1918 )

    Jules 'Juul' De Winde (Merchtem, 13 mei 1893 - Westrozebeke, 28 september 1918) was een Vlaams dichter en luitenant die diende in de Eerste Wereldoorlog. Het geldt als een van de IJzersymbolen van de Vlaamse Beweging.

    Jules de Winde werd geboren in het Vlaams-Brabantse Merchtem. In 1909 werd daar de cultuurvereniging De Vlaamse Kring opgericht door de bekende toondichter August De Boeck. Hier kwam zijn aanleg voor poëzie tot uiting en werd wellicht ook zijn Vlaams gezindheid geboren. In de Gazet van Merchtem, een uitgave van Merchtems drukker en geschiedschrijver Maurits Sacré, publiceerde hij zijn eerste verzen. Daarnaast toonde hij zich ook een man van de kunsten door toe te treden tot het toneelgezelschap De Leie.

    Op 16 augustus 1913 werd hij opgeroepen tot de dienstplicht. Hij werd ingelijfd bij het eerste regiment Karabiniers. Na enkele maanden werd hij tot korporaal gepromoveerd. De oorlogsdreiging nam intussen toe, en uiteindelijk brak de Eerste Wereldoorlog uit. Ondanks de Belgische neutraliteitspolitiek marcheerden de eerste vijandelijke soldaten al op 4 augustus de grens over. Het Belgische leger kon de opmars niet stuiten en moest steeds verder terugtrekken. De inundatie van de IJzervlakte stuitte de Duitse opmars. Beide legers groeven zich in. De loopgravenoorlog begon. Op dat moment was Juul 21 jaar, en had de rang van sergeant. In 1916 kon hij opklimmen tot onderluitenant en zelfs luitenant. Hij was geliefd bij zijn manschappen en moedigde hen aan met de bekende studentenleuze uit De Blauwvoet: Vliegt de Blauwvoet ? Storm op zee !. Aan het front organiseerde hij muziekmanifestaties waarbij hij zelf dirigeerde. Als flamingant kwam hij onder meer in contact met Cyriel Verschaeve en Jan Bernaerts. De kapelaan uit Alveringem verzorgde zelfs het voorwoord van zijn eerste dichtbundel, die in 1917 verscheen. Onder de schuilnaam Juul Liseron bundelde hij een aantal oorlogsgedichten met onder de titel Granaatscherven. Meerdere verzenbundels lagen in het verschiet, maar zijn nooit uitgegeven.

    In augustus 1918 publiceerde hij het eerste en tevens enige nummer van het frontblaadje Merchtem boven, samen met zijn vriend, onderluitenant en Merchtemnaar Pol Knaeps. Hij werd in 1918 benoemd tot toegevoegd stafofficier bij de regimentsstaf.

    Hij vroeg en bekwam toelating om het bevrijdingsoffensief in de herfst van 1918 samen met zijn mannen te mogen meemaken. In de zomer van 1918 werd in de driehoek gevormd door Westrozebeke, Passendale en Langemark nog hevig gevochten. In dit eindoffensief kwam hij op 28 september 1918 om het leven, zes weken voor het einde van de oorlog. In welke omstandigheden hij stierf is tot vandaag niet duidelijk. In 1937 werd zijn stoffelijk overschot vanuit Merchtem overgebracht naar Diksmuide, waar het plechtig werd bijgezet in de crypte van de IJzertoren. Als eerbetoon voor zijn engagement werd hij geëerd als IJzersymbool.

                                                                         .

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    09-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Westrozebeke

    De hel barst los te Westrozebeke;

    Op Dinsdagnamiddag 20 oktober daagden Duitse soldaten op voor Westrozebeke. Ze behoorden tot de 51ste Reservedivisie, dat daags ervoor Roeselare ingenomen had. Te Oostnieuwkerke viel er geen tegenstand te bekennen. Het dorp was zo goed als verlaten. De Duitsers trokken de verlaten woningen binnen en deden er zich te goed aan spijs en drank. Enkelen uren later ging het richting Westrozebeke.

    Na de vreselijke berichten over “ Schuwe maandag “ in Roeselare en omstreken was ook dit dorp zo goed als leeg gelopen. Van de 2.250 inwoners bleven er slechts een 200 –tal over. Ze schuilden in hun huizen en kelders toen de Duitse artillerie het dorp beschoot. De fransen hadden zich echter teruggetrokken. De Duitsers ontdekten, aldus Robert Baccarne en Jan Steen, dat ze zoals in Roeselare nodeloos gedurende twee uren munitie verspild hadden op een ontruimd dorp.

    Westrozebeke ligt in een schilderachtig, glooiend landschap op een ca., 50 meter hoge heuvelrug die de scheiding vormt tussen de ijzer- en het leiebekken. Eertijds was het een bosrijk gebied met uitgestrekte vijvers en namen die tot ver in de geschiedenis teruggaan; b.v. de spriet, waar de galg stond, en het Engels veld dat herinnert aan de Engelse troepen die in 1383 met de Gentenaars oprukken voor het beleg van Ieper.

    Het dorp ligt op 13km van Ieper en op 10km van Roeselare. 



                                            

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    27-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Engels vrouw schreef.....
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een Engelse vrouw schreef rouwend over de dood van haar geliefde broer.

    Honderdvijfentachtig centimeter van een knappe jonge Engelsman onder Vlaamse zoden. Nooit meer een grap, nooit meer een blik of een woord om aan mijn herinneringen toe te voegen. Het boek is voor altijd dicht en als de jaren verstrijken zal ik mij steeds minder herinneren, tot hij een vage schim geworden is.





                                             ,

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lieve nonkel

    Lieve nonkel,

    Moest deze brief toekomen, schrik dan geenzins. Misschien ben ik verdwenen, of krijgsgevangen, daarom moet ge het ergste niet denken. Ben ik toch gesneuveld….weet dan dat ik gestorven ben bereid voor de dood, dat ik met moed naar den assaut ben geweest.

    Verwittig mijn familie en troost hen dan.

    Ik bedank u voor al hetgene gij voor mij deedt.

    Veel tijd heb ik niet om langer te schrijven…want ’t is gans op ’t laatste ogenblik dat ik schrijf ( juist voor het groot offensief ).

    Tot weerziens! 

                                      

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Houthulst

    Het Vrijbos,

    Deel van het “ woud zonder genade”

    West-Vlaanderen telt heden ten dage het minste bos van alle Belgische provincies.
    Het is ooit anders geweest.

    Het woud strekte zich in de oudheid over heel het huidige West–Vlaanderen uit, van het noordoosten bij het Zwin tot het zuidwesten bij Poperingen, waar het nog verder doorliep tot ver in wat nu Frans-Vlaanderen wordt genoemd.

    Het Vrijbos reikte in het noorden tot tegen de toen nog piepkleine parochiekernen van Klerken en Zarren en tot tegen de Romeinse heerweg “ de Steenstrate” in het Oosten kwam het tot Staden en de huidige weg Diksmuide-Roeselare. De zuidelijke zoom van het woud volgde een lijn Bikshote-Langemark-Poelkapelle-Westrozebeke, de westelijke ongeveer een lijn Merkem-Ieperlee.

    De Duitsers die Marlborough opvattingen kenden van ( Wie het Vrijbos in handen heeft, heeft heel Vlaanderen in handen) gaven er in de oorlog een andere interpretatie aan door er wel een vesting van te maken om Vlaanderen te beheersen. En ook de Belgische legerleiding had er een eigen mening over, door het bos frontaal door het 23e Linieregiment te laten bestormen in plaats van het te omsingelen, met als gevolg dat de Belgische begraafplaats in dat bos, voor hetzelfde resultaat wellicht maar half zo groot geweest zou zijn.

    De Duitsers besloten van het Vrijbos een arsenaal te maken.

    Ze begonnen ermee in november 1914, nadat ze ingezien hadden dat ze minsten een winter lang ter plaatse zouden trappelen. Voorlopig was er geen doorbreken aan. Inmiddels legden ze zich toe op het inslaan van materiaal en voorraad, voor het geval het tij gunstig zou keren. Daarvoor was het Vrijbos uiterst geschikt.

    Maar heel merkwaardig, bij nader inzien waren de eerste installaties waarmee de Duitsers in het Vrijbos begonnen ….”begraafplaatsen”

    De Duitse begraafplaats verdween na de reorganisatie en de overbrenging van de doden naar het zogenaamde “ studentenfriedhof “ in Langemark.


    De Belgische militaire begraafplaats in het vrijbos is een militaire begraafplaats net ten zuiden van het dorpscentrum van het Belgisch dorp Houthulst. De begraafplaats werd in 1924-1925 opgericht. Ze telt in totaal 1907 graven waarvan 1823 Belgische graf- en gedenktekens. De begraafplaats is stervorming aangelegd en is 5,24 ha groot.

    De meeste soldaten sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog tijdens het eindoffensief van 28 september 1918, waarbij het bos van Houthulst op de Duitsers heroverd werd. Er zijn tevens 81 Italiaanse grafkruisen zijn terug te vinden. Het betreffen krijgsgevangen die onder andere als sjouwer aan de slag waren in de havens van Roeselare en Izegem. Tijdens het eindoffensief werden deze Italianen als levend schild gebruikt.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Mc Crae

    Ik ben vandaag even naar Wimereux geweest...even, even maar, met diep respect voor de doden. De doden die er niet mochten zijn.
    Nu ik een bezoek gebracht heb aan het graf van John Mc Crae, heb ik nog meer de indruk van...het mag niet meer gebeuren. Laat ons in het geloof van het zal niet meer.....

    Wimereux Communal Cemetery

    Het militaire gedeelte van de begraafplaats van Wimereux heeft enkele verrassende elementen in vergelijking met de gangbare inrichting van herdenkingsplaatsen. De grafstenen staan niet rechtop, maar liggen, zoals in Boulgone Eastern Cemetery, vanwege de zandgrond. Bovendien liggen tussen de graven van de 2.847 soldaten van de Gemenebest ook graven van verpleegsters. In de Eerste Wereldoorlog doet deze badplaats namelijk dienst als medisch centrum voor het Britse Koninklijke Leger.

    Niet minder dan tien veldhospitalen draaien in 1917 op volle toeren in Wimereux om de gewonde soldaten van het front en de zieken te verzorgen. De mannen die hun verwondingen niet overleven, worden tot juni 1918 op de gemeentelijke begraafplaats van Wimereux begraven. Na deze datum wordt wegens plaatsgebrek een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen bij Wimille, de Terlincthun British Cemetery.

    Dankzij de logistieke centra bij de havens ontstaat langs de kust een uitgebreide zone voor gezondheidszorg. Een vijftigtal verzorgingscentra zijn verdeeld over de plaatsen Calais, Wimereux, Boulogne, Dannes-Camiers, Etaples, Le Touquet-Paris-Plage en Saint-Omer.




                                                  .

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dit is een dag van tranen

    Dit is een dag van tranen

    De dag waarop mijn lieve zoon

    Het slagveld heeft verlaten…..

    Als u begrip hebt, zult u begrijpen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gemoedtoestand bij de troepen

    De gemoedtoestand bij de troepen.

    De aalmoezeniers raadden de soldaten aan een afscheidsbrief aan hun ouders of aan een ander geliefde relatie te schrijven. Deze brief moesten ze dan in een envelop met het desbetreffende adres erop sluiten en die bij zich dragen. Als je sneuvelde, kon een kameraad ze in een van je zakken vinden en , eventueel samen met andere persoonlijke voorwerpen, naar de bestemming opsturen.

    Als voorbeeld mag hier het geval aangehaald van korporaal Edmond Vanderschaeghe uit Roeselare.

    Toen deze veteraan ( hij overleefde inderdaad de oorlog ) overleed, liet hij zijn zus Maria Vanderschaeghe, echtgenoot Louis Breemersch, zijn militaire papieren na. Daartussen stak een merkwaardige ongeopende envelop met als opschrift: “ Veuillez envoyer la lettere ci-incluse à la personne désignée, en cas que je serais tué. Mille remerciments”. Bij het openen van de envelop bleek er een tweede in te steken, geadresseerd aan Madame Vanderschaeghe, Villa des Cadourques, Cahors ( Lot ) France. Dit was zijn moeder, die op dat ogenblik als vluchtelinge in Frankrijk verbleef. Op schuwe maandag ( 19 oktober 1914 ) was zij met haar kinderen uit Roeselare weggevlucht en in Cahors beland. Vader Vanderschaeghe was in Roeselare achtergebleven om nog te redden wat er te redden viel, hij zou later wel achterna komen, het zou toch niet lang duren. Een liedje dat we kennen uit honderden gelijkaardige gevallen. De familie bleef dus in de oorlog gescheiden. De broers Henri en Arthur belandden zelfs in de USA. Frans was arts in opleiding ; Pharailde kloosterlinge ; Maria, de jongste, huwde later Louis Breemersch.

    Het doet een mens van tegenwoordig toch wat, als hij die ontroerende ontboezemingen leest, in de taal en stijl van bijna een eeuw geleden, van een simpel soldaat met de dood voor ogen.

    Zeer lieve Moeder, broeders en zusters,

    Weent niet! De almachtige die mij geroepen heeft, heeft niet gewild dat mijn vurig verlangen zich verwezenlijkte, van in u midden terug te keren. Vergeeft mij al wat ik u heb misdaan.

    Teer beminde Moeder, hoe geern had ik mijn doel in werkelijkheid willen bereikt zien. Mijn enigste streven was u en mijnen lieven Vader, van wies tegenwoordigheid wij allen zolang ontroofd zijn, gelukkig te maken….

    Beminde Broeders Henri en Arthur. Blijft getrouw aan uwe gelofte die gij mij gedaan hebt, toen ik naar het slagveld trok.

    Beminde broeder Frans, tracht gij in mijn plaats het geluk uit te maken van Vader en Moeder. Versta u goed met uw lieve Zusters.

    Lieve Zusters, mijn hoop was met u het gelukkig familieleven te mogen hernemen…nu dat ik er niet meer ben, verdubbelt uwe krachten om in alles Vader en Moeder gelukkig te maken, verstaat elkander, zorg voor elkander. Maria doe voort goed uw best. En gij, Pharailde, zuivere dienares van God, vergeet mij niet in uwe gebeden.

    Vaarwel ! Vaarwel! Vaarwel!

    Uwe toegenegen zoon en broeder Edmond

    Gij beste vrienden en kennissen, weest mij indachtig.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hongersnood

    Wie Amerikanen en noodhulp zegt, denkt spontaan aan conflicthaarden als Darfoer en Afghanistan Dat de Belgische bevolking ooit in hetzelfde schuitje zat, lijkt onvoorstelbaar. Nochtans werd tussen 1915 en 1918 ruim drie miljoen ton voedsel naar ons land verscheept. Die grootschalige hulpactie was het werk van één man: de steenrijke industrieel Herbert Hoover. Hij zag het als zijn missie om de Belgen van de hongerdood te redden.

    ,,Het verhaal begint in 1914, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog'', zegt historicus Peter Scholliers (VUB). ,,België was een van de welvarendste landen ter wereld, maar na de Duitse inval vielen handel en industrie plots volledig stil. De landbouw lag plat, want jonge boeren werden gemobiliseerd en de oogst bleef liggen. Het gros van onze levensmiddelen kwam weliswaar uit het buitenland, de Britse blokkade maakte import onmogelijk. Hongersnood dreigde, want de Duitse bezetter weigerde om voedselhulp te organiseren.''

    Op dat ogenblik komt de Amerikaanse geoloog Herbert Hoover op de proppen.

    De man heeft in enkele jaren tijd een fortuin verdiend met mijnbouwprojecten in China en Australië, maar wil een andere richting uit met zijn leven. Bekommerd om het lot van de tienduizenden Amerikanen die in Europa gestrand zijn, trekt hij naar Londen. Wanneer de schrijnende toestand van de Belgische bevolking hem ter ore komt, besluit Hoover om op eigen houtje een systeem voor voedselhulp op te zetten.

    ,,Dat de Duitsers het kleine België waren binnengevallen, maakte veel indruk op de Amerikaanse publieke opinie'', zegt Mark Derez van het Leuvense universiteitsarchief. ,,Dat is ook Hoover niet ontgaan. In de States komt een grootscheepse campagne op gang die op het Amerikaanse sentiment inspeelt.'' Affiches, te zien op de tentoonstelling, sporen Amerikaanse mijnwerkers aan om tien procent van hun loon aan hun collega's in Poor Little Belgium af te staan. De propagandamachine had succes, want Hoover wist centen los te peuteren bij bemiddelde Amerikanen en kreeg ook de Britse en Franse regering achter zich. In vier jaar tijd slaagde zijn Commission for Relief in Belgium (CRB) erin om 3,2 miljoen ton bonen, spek, meel, rijst en andere levensmiddelen naar België te versassen. Maïzena ook, hoewel de Belgen aanvankelijk niet begrijpen wat ze met dat ,,veevoeder'' moeten beginnen. En schoenen, want de Amerikanen verstaan niet waarom Belgische kindertjes met ,,houten schoenen'' aan hun voeten lopen.

    Hoover schakelt zelfs zijn oude rivaal Emile Francqui in om de voedselbedeling vlot te laten verlopen. Tot in de kleinste Belgische gemeenten worden plaatselijke hulpcomités opgericht. Getuige daarvan is de uitvergrote foto die de blikvanger van de tentoonstelling vormt. Voor een groot spandoek poseren ,,de dankbare kinderen van Overyssche aan hunne weldoeners uit Amerika''. Elk kind houdt een bordje omhoog met de namen van voedingswaren: erwten, bonen, suiker.

    ,,Na de Eerste Wereldoorlog hield Hoover nog een som geld over'', zegt historicus Mark Derez. Dat bedrag moest worden gebruikt voor de heropbouw van de Belgische universiteiten: ,,Toen ontstond het idee om de Leuvense universiteitsbibliotheek, die in 1914 door de Duitsers was platgebrand, weer op te bouwen aan wat later het Ladeuzeplein zou worden. De Amerikanen beloofden een miljoen dollar, maar van de grote gevoelens voor Poor Little Belgium bleef na 1918 nog maar weinig over. Het zou nog tien jaar duren eer de nieuwe bibliotheek afgewerkt was.''

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The brooding soldier

    The brooding soldier of ' Den Canadien '

    Het “Canadian Forces Memorial” bij Sint – Juliaan wordt in1922 opgericht ter herinnering aan de 2000 gesneuvelden van de 1ste Canadese divisie die in april en mei 1915 in de omgeving vallen. In de volksmond wordt het al vlug ‘ den Canadien’. Opschriften zijn in het Engels en Frans. De teruggekeerde bewoners kennen wat Frans en het Engelse ‘ Canadien’ wordt zo gevormd. Het is een monument en geen begraafplaats. Tijdens de oorlog wordt deze plek omgedoopt tot Vancouver Corner. De naam refereert naar de Canadese grootstad Vancouver die aan de grote oceaan ligt. Het gehucht bij de kruising van wegen is in de streek beter bekent als de ‘kerselaere’. Op 22 april 1915 ontsnapt voor het eerst chloorgas uit de Duitse voorlinie. Het gas slaat een grote bres van 8 kilometer in het geallieerde front tussen Steenstrate en Langemark. De Duitsers weten dit niet uit te buiten door een gebrek aan voldoende manschappen en materieel. Ook zij zijn verrast door hun eigen succes. Tijdens de periode die erop volgt lanceren ook de Canadezen zware tegenaanvallen om het front te stabiliseren en opnieuw terrein te veroveren. En het lukt. Met het hoofd gebogen, gericht naar de plaats van waar de gaswolk opkomt en met de handen rustend op de geweerkolf, houdt de stenen soldaat ingetogen de wacht. “Arms reversed” of het geweer op zijn kop, gaat allicht terug naar de oude Grieken. In de 16de eeuw wordt er voor het eerst over geschreven. Het getuigt van respect en rouw om de gevallenen. Het beeld is in 1921 ontworpen door Frederick Chapman Clemeshaw en wordt gezien als één van de mooiere oorlogsmonumenten. De ontwerper maakte ook deel uit van het Canadese expeditieleger in Frankrijk en België. De stenen soldaat is in Brussel gehouwen. De ‘Canadien’ is in juli 1923 ingehuldigd in aanwezigheid van prins Leopold ( de later koning Leopold III ). Voor de aanleg van het park rond het monument voeren de ontwerpers aarde uit Canada aan, zodat u zich hier echt op Canadese bodem bevindt.




    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen in de groote oorlog

    "Oorlog. Hoe verschrikkelijk dat is, kun je op de televisie zien. Kinderen worden gedood of raken gewond. Kinderen maken soms dingen mee die ze hun leven lang niet meer vergeten"

    Kinderen maken tijdens een oorlog meestal verschrikkelijke en traumatische gebeurtenissen mee. Zo kan het verlies van dierbaren als ouders, het meemaken van oorlogshandelingen, het verkeren in constant gevaar het constant hebben van honger en dorst voor een kind ingrijpende gevolgen hebben op de rest van zijn verdere leven. Ook de propaganda die in de Eerste Wereldoorlog zich ontwikkelde richtte schade aan. Zo kennen we allemaal wel voorbeelden van de foto's van kindsoldaten. Soms bleef het alleen bij een uniform...maar vaak ook niet. Zo zijn er verschillende Engelse rustplaatsen bekend van soldaten die veel te jong waren. Ook het sturen van 16-jarigen in een oorlog is natuurlijk discutabel.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!