Rasstandaard
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Algemeen: krachtig, met veel massa, maar niet lomp.
Schedel: groot en vierkant vanuit elke hoek bekeken, met plooivorming als hij geïnteresseerd is maar niet in rust. De voorsnuit is kort en de afstand van de neuspunt tot de stop moet bij benadering eenderde zijn van neuspunt tot de occiput. De neusrug moet breed blijven tot de neuspunt.
Vacht: Kort en hard, weerbestendig, vlak aanliggend.
Kleur: gestroomd, zandkleurig of rood. De kleur dient zuiver te zijn. Een kleine witte aftekening op de borst is toegestaan. Andere witte aftekeningen zijn ongewenst. Een zwarte voorsnuit is essentieel, omhooglopend afnemend tot en zwart rond de ogen.
Beschrijving: de oren zijn V-vormig naar achteren gevouwen, hoog en ver uit elkaar aangezet en geven met de bovenkant van de schedel een vierkante indruk. De hals is zeer gespierd en van bijna dezelfde omtrek als de omvang van de schedel. De borst is breed en diep. De lendenen zijn breed en gespierd met diepe flanken. De dijen zijn sterk gespierd.
FCI standard nr. 157c - Goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de FCI op 23 en 24 juni 1987 te Jerusalem. de volledige standaard is beschreven op de Nederlandse website van bullmastiff
|