Inhoud blog
  • Fragment uit 'Schipperen naast God' 1
  • Tot elkaar veroordeeld
  • Doorzetten (open brief aan schrijverscollectief)
  • Tomatenblues
  • PING AN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Paul Waterman
    Schrijver van romans
    Paul Waterman. Auteur. Nog niet algemeen bekend misschien, maar daar gaat zeker verandering in komen. Boek nummer 1. "Schipperen naast God." Boek nummer 2. "Koffie verkeerd." Boek nummer 3. "Tomatenblues." Boek nummer 4. "Zoutwatervrees." Boek nummer 5 heb ik nu onderhanden. Dat kan weleens augustus 2010 worden.
    15-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vredige maaltijden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen






    ‘Waar was je?’ Vader Freek was zoals gewoonlijk als laatste binnengekomen, hij moest altijd nog even ‘dit en dat’ doen, voordat hij de hongerige zonen achterna kwam. Die zin ‘waar was je’ maakte mij bij voorbaat altijd al chagrijnig. Kon die man nou niet gewoon ‘hallo allemaal’ zeggen?  Zonder rond te kijken had hij zijn pet op de stoel achter zich gegooid en, terwijl hij zijn handen inspecteerde of deze wel goed waren schoongemaakt, begonnen met het gebed. ‘Een persoonlijk gesprek met God heette dat, maar tijd is kostbaar’, dacht ik wel eens. ‘Waar zouden zijn gedachten zijn onder het bidden? Ook bij de tomaten?’ De Vader, de Zoon en de Heilige Geest, kon je opdreunen zonder je verstand in te schakelen, dat was gestampte pot. Zelfs als je te dronken was om te praten, kon dat nog vloeiend. Verkeerd omzeggen, bijvoorbeeld ‘In de naam van de Vader, de Geest en de Heilige zoon’, dat wil de mensen nog wel eens wakker schudden, maar de meeste keren was het een ritueel, waarin ook de dagprijs van de tomaten nog wel een plaatsje konden hebben.

    Met de eerste schep achter zijn kiezen keek hij me opnieuw vragend aan.

    ‘Waar blevie nou, jongen? Wat dee je daar al die tijd?’, was het weer.

    ‘Waar ik bleef? Wat ik deed? Ik moest toch naar de veiling?’

    ‘Dat bedoel ik’, klonk het bars. ‘Maar most dat zolang duren dan?’

    ‘Pa, overdrijf je niet een beetje. Weet je hoe druk het daar was? In je eentje tweehonderd bakkies tomaten van de aanhanger afhalen, doe je echt niet in een stief kwartiertje. Ik was maar alleen en kabouters bestaan niet. Tenminste, dat zegt u altijd!’

    ‘Ja, ja.’ Vader Freek gromde. ‘Je broers zijn al begonnen met bladtrekken. Ze kwamme al kijken waar je bleef.’

    ‘Ze kenne komme wat ze willen pa, maar ik was helemaal verdroogd en ben effe een bakkie wezen doen bij moe. Ik ken geen rekening houden met dat stelletje heethoofden daar.’ Ik wees met een heftige knik naar mijn oudere broer Fred.

    Deze mengde zich nu ook in het gesprek. ‘Het is wel gek dat wanneer jij de tomaten wegbrengt, het altijd druk is aan de veiling.’

    Even was het stil. ‘Was Fred het weer?’ Ik keek mijn vader vanonder mijn wenkbrauwen aan en wachtte op antwoord. Ik had het kunnen weten: Fred de onruststoker.

    ‘Niet alleen Fred’, mijn vader antwoordde zonder op te kijken en vervolgde: ‘iedereen vindt dat.’ Hij at nu iets te heftig door. Kennelijk moest de klokkenluider beschermd worden.

    ‘Dan doe je het toch voortaan zelf!’ Ik draaide me naar Fred en probeerde zo kalm mogelijk over te komen. 

    ‘Dat wil jij niet’, klonk het pesterig.

    Ik zweeg.

    ‘Hebbie je lieffie niet gezien? Was ze er niet?’, ging Fred venijnig door. ‘Ben je daarom zo chagrijnig?’

    Ik bleef hem aankijken, maar hield het bij zwijgen. Fred kon zuigen, maar ik zou geen krimp geven.

    ‘Dat wordt nog wat, als we bij de nieuwe teelt de tomaten over de draad laten groeien’, ging Fred verder. ‘Motten we dan de mankracht van buitenaf halen?’

    Ik mot nog zien of dat meer opbrengt’, kwam vader Freek tussenbeide.

    Zonder naar me te kijken zei Fred: ‘nou, voor Laurens hoeft het in ieder geval niet, hè Lau? Dan mottie nog harder werken als ie nu al doet en kunnen zijn handjes geen snaar meer voelen. Hè Lautje?’ Wat zullen je fans wel niet denken als ze je met groene vingers aan de snaren zien staan. 

    ‘Pa, laat Fred morgen naar de veiling gaan; dan komt hij er wel achter wat het is om in je eentje tomaten te moeten lossen.’ Hij had weer gewonnen, de klootzak, ik kon er zo moedeloos van worden. Altijd en eeuwig dat gevit, die achterdocht. Het werd tijd dat Fred zijn eigen tuinbedrijf ging runnen.

    ‘Ja, ja. Ik naar de veiling en jij, op je luie reet vanaf het bankje voor het huis, de werkzaamheden inspecteren zeker’, ging Fred weer.

    Nu kletterde ik mijn bestek op tafel en vloog overeind. Hij had het wéér voor elkaar gekregen: ik had mijn gespeelde kalmte verloren. ‘Weet je wat het met jou is?’, schreeuwde ik. ‘Tomaten zijn zo belangrijk, dat je ze na je dood nog plukt.’

    ‘Tuurlijk! Dat zullen dan de tomaten zijn die jij hebt laten hangen zeker’, kaatste Fred.

    ‘Dat je wordt begraven en tomaten meeneemt in je kist om niet in paniek te raken.’

    Hoongelach.

    ‘Dat je door je hebzucht in de hel eindigt, waar jouw tomaatjes op een telraam zitten.’

    ‘Ja, ja.’

    ‘En dat de duivel je als straf, dag en nacht naar je eigen tomaten laat kijken die door een of andere schimmel worden opgevreten zonder dat je er wat aan kunt doen’, ging ik van haat vertrokken verder.

    ‘Jongens, jongens’, moeder Co kwam nu tussenbeide. ‘Het lijkt wel of jullie de maaltijd gebruiken om ruzie te maken.’ ‘Koppen dicht’, hoorde ik mijn vader op de achtergrond zeggen. ‘Vechten doe je maar in je eigen tijd.’

    Fred stond zwijgend op en liep naar buiten. Ik was oververhit en volgde hem op zijn hielen; Fred was nog niet klaar met mij.

    ‘Volgens mij duw jij, als je de kans krijgt, je eigen snikkel ook nog in een overrijpe tomaat.’ Briesend liep ik achter hem aan, ik had de gang erin. Hij had mij aangeslingerd, dus hij kon ze krijgen ook.

    Fred zweeg.

    ‘Durf jij je pik niet te laten zien omdat er dieven aan groeien.’

    Schichtig keek Fred om.

    ‘Denk je zo meteen dat je Lia ligt te beffen, dan blijkt het een opengescheurde tomaat te zijn.’

    Met grote stappen beende hij verder van me weg.

    ‘Verandert jouw zaad langzaam in tomatensap’, schreeuwde ik hem na.

    ‘Raakt Lia dadelijk zwanger, en dan blijkt er een grote vleestomaat in te zitten.’

    Wat had ik een hartgrondige hekel aan die landverrader.


    Auteur: Paul Waterman

     

    15-02-2010 om 00:00 geschreven door paulenjoke

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Startpagina !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!