van Reims naar Reims
Met mijn voet gaat het beter. Ik moet wel
nog sandalen dragen, maar ik kan er ten minste fatsoenlijk op lopen.
In La Maison Diocésaine staat alles in het teken van Pasen. Rond 9u
loop ik even tot aan de kathedraal. In een kleiner gedeelte van de kathedraal
wordt een Gregoriaanse mis opgedragen. Het is er stampvol. Ik blijf met nog wat
laatkomers langs het hekken staan. De priester is van Afrikaanse origine.
Na de mis keer ik terug naar mijn kamer. Het
is koud en de straten zijn verlaten. Bovendien begint mijn voet weer pijn te
doen.
Rond 14 uur ga ik nog even de stad binnen. Er
is heel weinig volk te zien, alleen hier en daar een restaurant dat stampvol
zit. Ik ga op een verwarmd terras zitten en drink een koffie. Daarna keer ik
terug naar mijn kamer. Mijn voet heeft rust nodig.
Er is een feestje in La Maison Diocésaine: het gezin van de conciërge heeft ter gelegenheid
van Pasen familie uitgenodigd. In de namiddag worden op het binnenplein eieren
verstopt voor de kinderen, en om drie uur, bij het luiden van de klok, stormen
33 kinderen naar buiten.
Morgen vertrek ik, om 9u30 moet de kamer vrij
zijn.
Ik zal zien hoe het morgen is met mijn voet.
Misschien blijf ik nog een dag, maar op een andere locatie. Als ik te vlug
begin te stappen zou het verkeerd kunnen aflopen met mijn voet. En in die
kleine dorpen rijden er zelfs geen bussen.
|