Ook naar de vorm moet ik Hanna Janssen, Mijn land van duizend heuvels, verkiezen boven Gil Courtemanche, Een zondag aan het zwembad in Kigali.
Deze laatste, een vrij melige romance, haalt het niet bij het naverteld
getuigenis van het Ruandese (Tutsi-meisje) Jeanne d'Arc Umubyeyi
('degene die het leven schenkt') afgewisseld met de overwegingen van
pleegmoeder Hanna die eerder sober de 'kennismaking' met en aanpassing
aan het (nieuwe) leven rapporteert.
Maar vooral inhoudelijk zocht ik na 'Een zondag aan het zwembad ...'
een Afrikaanse stem om de blik van de geile Westerse
journalist(-romancier) op de Ruandese mannen en vrouwen en het zootje
Westerse diplomaten en hulpverleners aan te scherpen. Ik kon en kan me
er niet mee verzoenen dat Ruandese mensen vrijwel uitsluitend bijna
dierlijke, nauwelijks van de aap ontgroeide wezens zouden zijn.
Waaraan de Westerse bezoekers dan ook gretig hun zgn. geciviliseerde
driften bevredigen.
Ik wil het sfeerbeeld van de blanke society en de daarbij aanschurkende
zwarte elite niet wegwimpelen. Wel ontbreekt aan dergelijk eenzijdig
beeld van de hypergeseksualiseerde zwarte cultuur een poging om aan te
geven hoe en waarom deze verschilt van de even hypergesexueerde
Westerse consumptiecultuur. Het er bij houden dat ingenieuze hominidae
geconfronteerd worden met aapachtigen volstaat niet.
Jeanne en haar familie blijken niet te passen in Gil Courtemache's film.
Van haar krijgen we zowel inkijk in de eigen narratieve en kleurrijke
Tutsi/Hutu-cultuur als op het opgehitste en dierlijk (?) wreedaardige
gepeupel dat voormalige buren en kennissen - al naar gelang de
overmacht wederzijds - besteeld en afslacht.
Het evenwicht is hier wel in stand gehouden waar het 'aan het zwembad' uit balans is.
Conclusie: 'Een zondag aan het zwembad in Kigali' **1/2 - 'Mijn land van duizend heuvels' ***.