Een groot deel van de dag bezig met klusjes die me afleiden, om ervoor te zorgen dat ik de dag door kan komen zonder in het nachtmerrieachtige gevoel te belanden.
Op momenten van rust duikt het echter op als een reusachtig wreed monster. Verscheurd. Het trekt je in flarden.
Met alle moeite tracht ik het uit mijn gedachten te bannen, paniek, dat gevoel aan je lot te worden overgelaten. En dat het eindeloze wachten zal resulteren in een versterking daarvan.
Het vertrouwen brokkelt verder af. Achterdocht... mag je wel geloven dat ze oprecht zijn?
Of word je met zoethoudertjes regelrecht naar de afgrond geduwd? Terwijl zij misschien menen dat het me een minder grote schok zal bezorgen? Of dat het dan minder erg zal zijn en al die pijn en ontzetting nu, het volhouden, dat het sowieso zal lijden tot de volledige crash.
Het ontbreken van een gesprek al die tijd, het in het ongewisse gelaten, de (vertrouwens)band die plots wegvalt. Het voelt opnieuw als destijds... hoe je in de operatiezaal plots alleen gelaten wordt, de zorg valt volledig weg, want er is niemand die het overneemt, daar is niet op voorzien.
Het is zo angstaanjagend dat jij je nooit meer wil wagen aan therapie, omdat al wat er opgebouwd werd, ineenstort. Je voelt je geen schip meer dat de opgelopen averij nog de baas kan, omdat er een bom viel op een groot deel van het schip.
Wat doet het pijn, een afschuwelijke nachtmerrie is het, teruggevoerd naar eerdere trauma's.
In zak. En as.
|