ZOERSEL
De gemeente koos na de fusie voor een gedeeld wapen van 1. Zoersel en 2. twee kwartieren van het vroegere Halle.
Zoersel maakte aanvankelijk deel uit van de oude nederzetting Malle en vanaf 1194 van Westmalle. In 1233 werd Westmalle-Zoersel geschonken aan de abdij van Villers om er een nieuwe Cisterciënzerabdij te stichten, die er nooit kwam. Wel werd in 1237 te Vremde de Sint-Bernardsabdij gesticht, die de uitgestrekte landgoederen en de middelbare en lage rechtspraak te Westmalle en Zoersel bezat.
Later kwam Westmalle-Zoersel in handen van verschillende families, o.a. de familie Powis (1743-einde Ancien Régime). Jacob Benedictus Pauwens, die in 1743 Westmalle-Zoersel kocht, werd geadeld in 1732. Het jaar daarop kreeg hij de titel van ridder. Tevens mocht hij zijn familienaam veranderen in Powis en een ander wapen voeren, namelijk in goud een leeuw van keel. Dit wapen werd in 1913 aan de vroegere gemeente Zoersel toegekend en staat in de 1ste helft van het huidige gemeentewapen.
De heerlijkheid Halle('s Graven-Halle of Mager Halle genoemd, vermoedelijk om het verschil aan te duiden met Halle in Brabant.) behoorde tijdens de middelweeuwen aan de hertog van Brabant. Later ging het over naar diverse families. Een zegel van zaken van Halle uit 1779 vertoont een gevierendeeld schild, 1. en 4. een adelaar 2. en 3. een keper vergezeld van 3 gebonden rietgarven. Dit wapen werd in 1693 aan de broeders Ullens verleend, toen de Spaanse koning Karel II hen in de adelstand verhief, en in 1954 toegekend aan de vroegere gemeente Halle.
|