Ik ken 6 verschillende bortshangers van de landelijke politie Oost-Vlaanderen.
De oudst bekende voorstelling van de Vlaamse leeuw staat op het ruiterzegel dat graaf Filips van de Elzas in 1163 in gebruik nam. Daarmee schiep hij het oudste leeuwenwapen in de Lage Landen.
Het is nog steeds onduidelijk waarom de graven van Vlaanderen een leeuw in hun wapen opnamen. Volgens een sage, opgetekend in het midden van de 14de eeuw, zou graaf Filips het blazoen hebben buitgemaakt op een mohammedaanse vorst. In elk geval stamt de heraldische leeuw qua vormgeving en qua symbolie uit het Nabije Oosten en werd hij opgebouwd uit antieke, joodse, christelijke en islamitische elementen.
In de loop van de 16de eeuw maakten de vorst, de standenvergadering en de provinciale justitieraad gebruik van het leeuwenwapen, maar onderscheiden het door middel van de uitwendige versierselen. De landsheer topte de Vlaamse leeuw met een grafelijke kroon met 13 parels, waarvan 3 verheven.
Koning Willem I verleende de provincie Oost-Vlaanderen op 10 augustus 1816 het oude grafelijke wapen, vermeerderd in een schildhoofd met het bovendeel van het rijkswapen en getopt met een koningskroon. De Hoge Raad van adel maakte bezwaar tegen deze schilddekking en op 22 oktober van hetzelfde jaar tekende de vorst een besluit waarin het wapen van Oost-Vlaanderen werd gehandhaafd, maar ‘het schild gedekt zal zijn met de Nederlandse gravenkroon’
Na de Belgische onafhankelijkheid verdween het schildhoofd en waren diverse kronen in zwang. Voor de vastlegging van het wapen in 1999 werd beslist de oude gravenkroon in ere te herstellen. Ze verschijnen al op munten van Lodewijk van Male (1346-1384) waarop het grafelijke wapen getopt is met een helm en helmteken en ondersteund door 2 leeuwen.
In goud een leeuw van sabel, geklauwd en getongd van keel. Het schild getopt met een gravenkroon met 13 parels waarvan 3 verheven en gehouden door 2 leeuwen van sabel, geklauwd en getongd van keel. Het geheel geplaatst op een sokkel van 3 treden van zilver.
|