Een uitbarsting van dagenlange opgekropte woede en frustratie mondde uit in een welgemikte vuistslag, knal op het linkeroog. Een kanjer van een blauw oog was het gevolg en bezorgde de dader een paar kletsen om de oren en nablijven na de schooltijd
Met een gevoel van trots en met een glimlach op de lippen werd deze onrechtvaardige straf ondergaan. Die zou hem niet meer plagen, en indien toch had hij nog een oog om dicht te timmeren, de straf woog niet op tegen het gevoel dat rechtvaardigheid was geschied. Die zou hem nooit nog rosse noemen en plagen totdat zijn bloed kookte. Wordt vervolgt ......
|