Jorik begon te schaatsen toen hij zes was. Mijn twee oudere broers speelden ijshockey. Ik wilde dat ook gaan doen, maar ik kon nog niet schaatsen. Ze hebben me dus bij de club laten trainen en ik ben er niet meer weggeraakt.
Jorik werd onlangs Belgisch kampioen bij de junioren. Er is een jongen die beter is dan ik. Dat ik kampioen zou worden, had ik dus totaal niet verwacht. Ik hoop wel dat het kansen geeft. Kunstschaatsen is een dure sport. Het wordt niet gesubsidieerd. Misschien vind ik zo wel sponsors.
Griep
Bij Loena verliep het anders. Zij begon op haar derde en het was al snel duidelijk dat ze talent had. Vorig jaar won ze alle wedstrijden, behalve eentje, zegt Jorik. Maar toen had ik net griep gehad, vult Loena aan. Maar ik wilde de wedstrijd toch meedoen.
Dat zij Belgisch kampioen werd bij de miniemen, kwam dus minder als een verrassing. Ik train zes dagen op zeven, bijna twee uur per dag. Loena komt altijd mee en dan traint zij ook maar, legt Jorik uit
.
Jongens
Jorik is een van de weinige jongens die aan kunstschaatsen doen. In mijn categorie zijn er maar drie. Heel soms krijg ik er wel eens een opmerking over, maar die gaat er langs het ene oor in en langs het andere weer uit. Als je een sport graag doet, dan ga je er gewoon voor.
Echt hard heeft de familie niet gefeest na het behalen van de titels. Ik heb donderdag en vrijdag nog een wedstrijd. En ik wil eigenlijk zoveel mogelijk trainen, vertelt Jorik. We hebben de hint begrepen en laten de twee hun ding doen op het ijs.