Inhoud blog
  • Drugs productinformatie Designer drugs.
  • Drugs productinformatie: Minder voorkomende ecodrugs.
  • Drugs productinformatie : Ecodrugs.
  • Drugs productinformatie : De problematiek van de smart drugs in Belgïe.
  • Drugs productinformatie smart drugs.
  • Drugs productinformatie Club Drugs
  • Drugs productinformatie en foto's Paddenstoelen met hallucinogene eigenschappen.
  • Drugs productinformatie en foto's - -De Peyote cactus en andere hallucinogene cactussen.
  • Drugs productinformatie tabak - P.C.P. en Ketamine.
  • Drugs productinformatie en foto's LSD
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Drugs, a never ending story
    Handleiding : De drugproblematiek in al zijn facetten.
    13-02-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Handleiding Drugs Deel 1

    HOOFDSTUK 1 -- INLEIDING.

    1. Waar ligt de grens tussen “drug” en “niet drug”?

    Deze grens is zeer moeilijk te trekken omdat een onderscheid al te vaak steunt op traditioneel vastgelegde ideeën of wetgevingen. Het enige dat mijns inziens kan gedaan worden is dan ook dieper ingaan op de effecten en de gevaren van het gebruik van iedere drug in het bijzonder. Elke drug is uniek in zijn werking en de werking van elke drug is afhankelijk van heel wat factoren. Een voorbeeld hiervan is de rol die farmacon hierbij speelt. Dit woord is afgeleid van het Griekse Pharmacon wat zowel vergift als medicijn betekent. Farmacon is een biologisch actieve stof in het menselijk lichaam die de afbraak of de verwerking van bepaalde stoffen in het lichaam regelt. Het hangt immers af van de chemische samenstelling en de moleculaire structuur van een product wat er in het lichaam met dit product juist gaat gebeuren. Sommige stoffen worden bijvoorbeeld pas werkzaam als ze in het lichaam scheikundig worden omgezet in een andere stof. Andere stoffen verliezen juist hun kracht als ze worden omgezet. Hiervoor speelt onder andere farmacon een belangrijke rol. In het veranderingsproces is ook de lever zeer belangrijk.

     

    2. Wat zijn drugs?

    De oorsprong van het woord is onbekend alhoewel varianten van het woord in verschillende moderne talen opduiken. Er is geen precieze definitie die de term drugs, een complexe waaier van functies van bepaalde substanties kan omschrijven. Zo zijn er ook verschillende stoffen of producten die oorspronkelijk niet als drug werden geproduceerd maar die door hun misbruik onder bepaalde omstandigheden als drug kunnen gebruikt worden. Men denkt hier vooral aan het gebruik van bepaalde planten, het snuiven van vluchtige solventen, verfverdunners en/of andere oplosmiddelen.

     

    2.1 Medici zouden het begrip “drugs” waarschijnlijk als volgt omschrijven:

    “Elke substantie die als medicijn gebruikt wordt in of bij de behandeling van een vastgestelde fysiologische ziekte.”

    Deze omschrijving vermeldt echter niet de substanties die niet voor medische doeleinden worden gebruikt.

     

    2.2 In 1982 heeft de “Wereld Gezondheidsorganisatie” (W.H.O.), een definitie gegeven voor het begrip drug in de breedste zin van het woord namelijk:

    “Het is iedere chemische structuur of samenstelling van structuren, anders dan deze die nodig zijn om het in stand houden van een normale gezondheid en waarvan de toediening de biologische functie of mogelijke structuur beïnvloedt of verandert.”

    Wat er echter in deze definitie opvalt is het feit dat er met geen woord gerept wordt over de tolerantie en de afhankelijkheid die deze producten kunnen veroorzaken.

     

    Enkele andere interessante definities zijn:

    2.3 Volgens David Stockley” in zijn boek “Drug Warning”:

    “Een drug is elke substantie die een wijziging teweeg brengt in de fysische en psychische functies van het lichaam. De gebruiker gaat zijn lichaam op een andere manier ervaren.”

     

    2.4 Volgens de cursus van de BOB:

    “Drugs zijn stoffen die illegaal als genotmiddel worden misbruikt, en die eens opgenomen in het levend organisme van het menselijk lichaam de geestelijke en lichamelijke functies gaat beïnvloeden.”

    Met de term onwettig wordt bedoeld ofwel onwettig ofwel op een niet normale wijze.

    2.5 Volgens H. Van Epen in zijn boek “Drugverslaving en alcoholisme”:

    “Het zijn stoffen die een invloed hebben op het menselijke bewustzijn en om die reden gebruikt worden.”

     

    2.6 Volgens W.H. Stokroos in zijn map ten behoeve van voorlichting aan groepen:

    “Drugs zijn verdovende, opwekkende en bewustzijnsverruimende (bewustzijnsveranderende) middelen die het lichamelijke en geestelijke functioneren van de mens beïnvloeden.”

    “Drugs” is een verzamelnaam voor allerlei stoffen zoals geneesmiddelen, genotmiddelen of legale drugs, illegale drugs.

     

    2.7 Volgens de Jongeren Advies Centra (JAC’s):

    “Drugs zijn stoffen die door hun werking op de hersenen psychische veranderingen teweeg brengen waardoor de mens zichzelf en zijn omgeving op een andere wijze gaat beleven en dit als aangenaam of nuttig ervaart. Hierin kunnen wij 3 grote groepen onderscheiden:

    Dempende middelen.

    Kickmiddelen.

    Tripmiddelen”.

     

    2.8 Volgens de federatie van instellingen voor drugs en alcohol:

    “Drugs zijn middelen waarvan het niet medisch gebruik bij de wet verboden is. Drugs zijn middelen die als voornaamste werking hebben de beïnvloeding van het bewustzijn.”

     

    2.9 Volgens de voormalige rijkswacht in haar brochure “Drugs, een informatie voor ouders en opvoeders”:

    “Drugs zijn producten, enkelvoudig of samengesteld, die worden genomen zonder ernstige reden, om de gevoelens, de waarneming, de gedragingen, het bewustzijn te veranderen en die onmiddellijk of na langere termijn nadeel berokkenen aan het individu of de gemeenschap.”

     

    2.10 Volgens de Drug Enforcement Administration (D.E.A.):

    “Een drug is een substantie die wijzigingen veroorzaakt in de structuur of de functies van het levende organisme.”

     

    Uit voorgaande definities blijkt dus dat het zeer moeilijk is om aan drugs een sluitende omschrijving te geven. De diverse stoffen zijn zodanig complex dat men in feite iedere stof apart zou moeten bekijken en bestuderen teneinde aan die ene stof een definitie toe te kennen. We kunnen wel op een rijtje zetten welke bestanddelen de definitie zekerlijk zou moeten bevatten:

     

    Het zijn enkelvoudige of samengestelde stoffen.

    Dit zijn stoffen die zowel in de natuur gevonden worden of die vervaardigd worden in het (illegale) laboratorium. Dergelijke stoffen kunnen vast, vloeibaar of gasvormig zijn.

     

    Die in het organisme worden opgenomen.

    Er zijn verschillende vormen van opname zoals het eten, het drinken, het slikken, het roken, het spuiten, het snuiven, etc.

     

    Die een verandering teweeg brengen in de functies van het organisme.

    Dit kan zich zowel afspelen op psychisch als fysisch vlak of op beiden. Men gaat bijvoorbeeld een snellere hartslag krijgen bij het innemen van een stof, men gaat anders denken en/of reageren.

     

    Die worden genomen om een bepaalde beleving te ervaren.

    Meestal is dit de reden waarom de gebruiker naar die middelen grijpt. Het is niet om medische redenen maar eerder om een vorm van genot te verkrijgen.

    Waarvan de werking verdovend, stimulerend of bewustzijnsverruimend is. Het kan ook een samenwerking zijn, bijvoorbeeld en verdovend en stimulerend of en stimulerend en bewustzijnsverruimend.

     

    Waarbij het gebruik tot zelfs misbruik kan leiden en schade kan veroorzaken bij de gebruiker.

     

    3. Historiek van het druggebruik.

    Drugs zijn er steeds geweest en zullen er waarschijnlijk ook altijd zijn. Drugs worden reeds sinds de eerste gekende beschavingen gebruikt.

    Waarschijnlijk is alcohol de eerst ontdekte drug. Wanneer precies alcohol ontdekt werd is niet geweten. Wanneer de basisstoffen, suiker, water, gist en warmte aanwezig zijn kan alcohol geproduceerd worden. Volgens paleontologen zijn deze stoffen reeds meer dan 200 miljoen jaar aanwezig op de aarde. Mee of mede, een honingdrank, is waarschijnlijk de oudst gekende alcoholische drank die reeds 8000 jaar voor Christus bekend was. Rond 6400 jaar voor Christus waren bier en bessenwijn gekend. Alcohol evolueerde verder tot één van de meest gebruikte en misbruikte drugs in de Westerse Wereld.

     

    Opium is afkomstig van de papaverplant. De eerste geschriften over opium dateren van rond 4000 voor Christus en werden gevonden op Soemerische kleitabletten. De Romeinse keizer Marcus Aurelius was verslaafd aan opium bevattende medicijnen. Het eerste gekende medicijn dat opium bevatte was Laudanum. Het was een pijnstillend en kalmerend middel dat door de bekende arts Paracelsus (1493-1541) ontwikkeld en gebruikt werd.

    Opium is ook de moederdrug van morfine, codeïne. Heroïne wordt synthetisch vervaardigd uit morfine. Heroïne is een drug die zwaar misbruikt wordt en jaarlijks verantwoordelijk is voor honderden doden naar aanleiding van een overdosis.

     

    Tabak is een eerder jonge drug. Volgens botanische en historische bronnen is tabak afkomstig uit Zuid- en Midden-Amerika. Colombus werd tijdens zijn ontdekkingsreis in 1492 voor het eerst geconfronteerd met tabak. Door verdere ontdekkingsreizen kwam tabak in Europa terecht. Het gebruik van tabak in al zijn facetten groeide zienderogend en momenteel is tabak naast alcohol een van de meest gebruikte en misbruikte drugs.

     

    Cocaïne is een natuurlijk voorkomende alkaloïde die aanwezig is in de bladeren van de cocaplant. Het kauwen van de cocabladeren is een meer dan 5000 jaar oud gebruik bij de indianenstammen en de bewoners van het Andesgebergte in Zuid-Amerika. Cocaïne en de derivaten van de drug kennen momenteel een ernstig misbruik in de drugscene.

     

    Amfetamine is een jonge drug die pas ontdekt werd in 1887. Methamfetamine, beter gekend in het drugmilieu als speed werd gesynthetiseerd in 1919. De drugs behorende tot deze groep zijn typische synthetische drugs, dus louter laboratorium producten. Het misbruik van deze drugs en hun aanverwanten kent momenteel een dramatisch hoogtepunt.

     

    De cannabisplant, voornamelijk bekent omwille van de drugs marihuana en hasjiesj, vindt vermoedelijk zijn oorsprong in de hooglanden van Centraal Azië. In China werden hennepvezels gevonden waarvan de ouderdom werd gesitueerd rond 4000 jaar voor Christus. Omstreeks 2737 voor Christus kende men in China reeds de helende werking van de cannabisplant. Momenteel zijn marihuana en hasjiesj wereldwijd de meest misbruikte drugs.

    Rond 1850 had men in de beschaafde wereld de meeste drugs die toen reeds bekend waren geprobeerd in al de gekende vormen en variëteiten. Europese dokters zetten het werk van de medicijnmannen en tovenaars verder en experimenteerden met drugs, meestal waren dit opium en marihuana. Zij publiceerden hun ervaringen in befaamde medische tijdschriften.

     

    Marihuana werd door de Britten vanuit hun kolonie India ingevoerd. Het werd gebruikt als een algemene pijnstiller bij de behandeling van artritis tot menstruele krampen. Cocaïne verscheen ook in de medische wereld. Tezelfdertijd experimenteerden eminente wetenschappers, waaronder Sigmund Freud, met een bepaalde vorm van amfetamine die wij nu kennen als M.D.M.A. oftewel Ecstasy.

     

    Op het einde van de 19° eeuw deden in de Verenigde Staten van Amerika de opium derivaten morfine, heroïne en codeïne hun intrede bij de gevestigde waarden van de medische wereld. Toen de Amerikaanse medische industrie echter ontregeld geraakte werden deze drugs verwerkt in honderden gepatenteerde medicijnen die door duistere verkopers ,kwakzalvers, in de grenssteden aan de man of vrouw werden gebracht. Later verschenen deze drugs ook in gewone medicijnen die meestal enkel met een doktersvoorschrift konden verkregen worden.

     

    Cocaïne was zelfs een hoofdbestanddeel in de populaire frisdrank Coca-Cola totdat de firma de cocaïne in 1903 uit de frisdrank haalde omwille van het verslavende karakter. Deze en nog andere drugbevattende producten vielen echter in diskrediet maar niet bij de duizenden niets vermoedende mensen die er reeds verslaafd aan waren of werden.

     

    Openlijke gewelddaden in de Verenigde Staten leidde in 1914 tot de oprichting van de Harrison Narcotics Act, de Amerikaanse drugwet. De meeste hedendaagse drugwetgevingen zijn gebaseerd op deze wet die onder andere voorschrijft hoe apothekers en andere door de wet bepaalde personen opiaten en andere drugs mogen verkopen of verwerken. Deze wet had echter een zwarte bladzijde, namelijk een nieuw type van drugverslaafden ontstond - de verslaafde die illegale drugbronnen ging opzoeken en gebruiken. Een nieuwe afzetmarkt werd gecreëerd, namelijk de illegale drugmarkt.

     

    In het algemeen wordt druggebruik meer geregeld door de heersende moraal in een samenleving dan door op de wetenschap gebaseerde wetten. In Amerika bereikte de ambivalentie inzake alcoholgebruik een hoogtepunt na het aannemen van de wet inzake het “Drankverbod” in 1920, de bekende drooglegging.

     

    Terzelfdertijd werd de term druggebruiker een codewoord voor individuen die de geldende maatschappelijke normen verwierpen of die lid waren van een minderheidsgroep.

     

    Tot aan de 1920-er jaren werd in Amerika marihuana op kleine schaal gebruikt, meestal door zwarten die werkten op de plantages in het zuiden. In Europa kende men marihuana meer om de helende werking dan als drug, alhoewel in de Franse mondaine kringen werden er clubhuizen opgericht waar men terecht kon om marihuana te roken.

    In Amerika vond het gebruik van marihuana in de 1920-er en 1930-er jaren haar weg in de Jazzclubs. Marihuana werd als drug de trendsetter van deze periode en werd het gebruik van die drug toen geassocieerd met een “Wild Life Style”. Dit bleef duren tot 1937 toen de Marihuana Tax Act in het leven werd geroepen. Deze wet plaatste marihuana en andere drugs in dezelfde classificatie als de sterkste narcotica.

     

    In feite heerste er vanaf de crisisjaren begin de 1930-er jaren tot het begin van de 1960-er jaren een algemene afkeuring inzake het gebruik van drugs en alcohol. Alcoholmisbruik was toen vaak het onderwerp van populaire films waarin alcoholiekers als zwakkelingen en morele verliezers werden getypeerd.

     

    Drugverslaafden werden nauwelijks getoond in films en als ze dan tenslotte in de 1950-er jaren eens in een film voorkwamen dan waren het meestal nog junkies die getoond werden.

     

    De meest misbruikte illegale drug tussen de 1930-er en 1950-er jaren was heroïne. Haar slachtoffers waren meestal getto bewoners. De meeste Amerikanen en Europeanen hadden wel eens een heroïneverslaafde gezien in een film doch ze waren enkel geschokt omwille van het haveloze uitzicht van de junkie en door de misdaden die hij dagelijks pleegde om zijn rantsoen heroïne te kunnen betalen en niet door zijn of haar ellendig leven naar aanleiding van het heroïnegebruik.

     

    Later, tijdens de woelige 1960-er jaren met de flower-power periode en de Vietnamoorlog veranderde de Westerse publieke opinie met betrekking tot het druggebruik opnieuw. Illegaal druggebruik vond zijn weg terug in het dagelijks leven. Drie factoren waren verantwoordelijk voor deze kentering in de maatschappelijke houding.

    1. Jonge hogeschool studenten begonnen te experimenteren met substanties die zij zelf als recreatieve drugs bestempelden. Dit waren voornamelijk de drugs marihuana, hasjiesj en L.S.D. Deze counterbeweging tegen de maatschappij ontstond in een periode van sociale onrust en rebellie. De flower-power beweging propagandeerde het gebruik van geestverruimende middelen waarvan het gebruik zich over het ganse land versrpeidde. Het gebruik van bijvoorbeeld LSD werd bewierookt door een vooraanstaande wetenschapper, met name Timothy Leary. Ook werd het gebruik van deze drug bezongen door de toenmalige zeer populaire popgroep The Beatles in hun hit Lucy in the Sky with Diamonds. Volwassenen begonnen de jongeren te imiteren, die dan de trendsetters van de sixties waren.

     

    1. De late 1950-er en de 1960-er jaren waren een revolutionaire periode voor de psychiatrie. Het vak moest steeds maar aangepast worden door de populariteit van steeds nieuwere en bijkomende psychoactieve, farmaceutische substanties die een grote therapeutische waarde hadden. Conservatief ingestelde volwassenen die recreatieve drugs afkeurden aanvaardden zonder het minste probleem tranquillizers, barbituraten en andere gemoedsveranderende drugs op doktersvoorschrift met open armen. Deze drugs werden niet alleen het hoofdbestanddeel bij vele behandelingen, zij veranderden ook pertinent het behandelingsbeleid van de psychiatrie. Tranquillizers, barbituraten, synthetische opiaten, vaak krachtiger dan heroïne werden regelmatig verstrekt voor de behandeling van een onnoemelijk aantal geestelijke kwalen zoals benauwdheid, angst, depressie, schizofrenie, wisselende gemoedstoestanden. Doktershulp in de 1960-er jaren was vaak maar 1 prik of 1 pil verwijderd.

     

    1. Het distributiesysteem van illegale drugs en drugs die via doktersvoorschrift konden verkregen worden werd gesofisticeerd, wijd vertakt en uiterst winstgevend. De veranderende maatschappelijke normen leidden naar een grotere aanvaardbaarheid voor drugs, hetgeen op zijn beurt leidde naar een grotere verkrijgbaarheid. Om drugs te verkrijgen was het nu niet meer nodig om naar de gettowijken te gaan. Drugs die vroeger enkel in grootsteden te verkrijgen waren kon men nu illegaal kopen in de meeste grote voorsteden.

     

    Het verhoogde druggebruik in de 1960-er jaren nam echter epidemische vormen aan in de 1970-er jaren. Met de komst van de punkperiode veranderden de trends in het druggebruik. De punkbeweging was een harde kern die zich agressief verzette tegen de geldende maatschappelijke normen. Dit uitte zich zowel in de muziek, in boeken en in het gedrag van de punkers. Opvallende kledij, extravagant, opvallend uiterlijk, keiharde rock muziek met vaak verwijzingen naar het demonische, naar satan en een nieuwe trend in het druggebruik, namelijk het polidruggebruik dit is het gebruik van 2 of meerdere drugs, afzonderlijk of gecombineerd, bepaalden het beeld van de punkperiode. De punker gebruikte de agressieve drug methamfetamine (speed) samen of in combinatie met andere drugs. Deze trend zette zich voor tot halverwege de 1980-er jaren.

     

    Cocaïne, de drug die in Amerika bijna 50 jaar van het toneel verdwenen was, vond haar weg terug naar de betere middenklasse halverwege de 1970-er jaren. Cocaïne dankte haar echte comeback aan de upper-class, de high society. Filmsterren, atleten, kunstenaars, popsterren konden zich de peperdure drug permitteren. Dit fenomeen nam de drugverslaving weg uit het isolement van de getto’s en veralgemeende het. Tegen het einde van de 1970-er jaren verminderde cocaïne in prijs en zuiverheid. Het hoog gesofisticeerde distributiesysteem van deze zeer winstgevende drug vond een nieuwe en grote afzetmarkt in de klasse van personen die wilden wedijveren met de echte stars, namelijk de betere middenklasse. Cocaïne vond hier als het ware de ideale voedingsbodem mede doordat deze drug eerder als ongevaarlijk werd beschouwd. Marihuana, dat wisten de mensen zeker, was ongevaarlijk. Per slot van rekening, vele gerespecteerde kleine bedrijfsleiders hadden vroeger marihuana gerookt, hadden getript op LSD en hadden daar nu geen last van.

     

    Toen cocaïne doorbrak bleek het een ideale drug te zijn. Onderzoeken hadden aangetoond dat de meeste mensen enkel experimenteerden met deze drug, los van ander druggebruik. Cocaïne werd beschouwd als niet verslavend werkend. Het zou ook een snel werkende power drug zijn waardoor men meer en langer kon presteren. Cocaïne werd verondersteld beter dan pot (marihuana) te zijn, het beschadigde de longen niet en je werd er niet gek van.

     

    Sommige mensen bekenden dat hun drang voor één drug hen naar andere drugs had gebracht. Per slot van rekening gebruikten zij nu cocaïne, en was dit zekerlijk hetzelfde niet als een junkie. Recente onderzoeken hebben echter aangetoond dat bij gebruik van 1 illegale drug er een tendens bestaat om ook andere te proberen. Een studie heeft aangetoond dat 98% van de cocaïnegebruikers eerder ook marihuana gerookt hadden. Ten minste 90% had eerst marihuana gerookt.

     

    De eigenschap die cocaïne bezit om haar eigen gebruik te stimuleren, in combinatie met het gemakkelijker verkrijgen van de drug dreven de mensen ernaar de drug op dagelijkse basis te gaan gebruiken, dit in steeds grotere dosissen. Opeens waren enorm veel mensen betrokken met een drug die aan de oppervlakte geen klassieke verslavingskarakteristieken had zoals bij de zogenaamde hard drugs. Dan was er nog het feit dat er massa’s geld te verdienen waren met de verkoop van cocaïne. De enorme geldbedragen die daarmee gepaard gingen vestigden de publieke aandacht op dat probleem. Geleerden en specialisten die vroeger met minachting neerkeken op de drugverslaafden werden plots geïnteresseerd. Begin de 1980-er jaren werd er een nieuwe medische specialiteit geboren, namelijk de verslavingsbehandeling. Een nieuw tijdperk in de drugproblematiek kreeg vorm, namelijk de informatie- en preventie revolutie.

     

    Halverwege de 1980-er jaren kende een andere drug een steeds maar groter wordende populariteit, met name de synthetische drug. De koploper in deze druggroep is ontegensprekelijk M.D.M.A., oftewel XTC. Sindsdien kende het XTC-gebruik een zodanige opmars dat deze drug momenteel niet meer weg te denken is uit de hedendaagse drugscene. Men mag gerust stellen dat XTC (de analogen van deze drug en de A.T.S.drugs – Amphetamine-Type-Stimulants) de drugs van het nakende millennium zullen worden.

     

    Als men tenslotte de druggeschiedenis overloopt kan deze als volgt in het kort samengevat worden:

    1. In het prille begin dat drugs ontdekt werden gebeurde dit meestal per toeval. Toen men de effecten van deze substanties leerde kennen werd het gebruik en het toedienen ervan een voorrecht voor bepaalde personen, sjamanen, medicijnmannen en priesters. Toen werden deze producten nog gebruikt omwille van hun helende effecten en tijdens sacrale diensten en ceremonieën.
    2. Tijdens de Middeleeuwen experimenteerden kruidendokters (dit waren vaak vrouwen) met kruiden, paddestoelen en dergelijke meer die ze aantroffen in de natuur. Ze experimenteerden met deze producten om hun werking te leren kennen. Het was niet uitzonderlijk dat sommige experimenten misliepen en dat het proefkonijn van dienst begon te hallucineren. Voor de buitenwereld waren deze personen behekst en niet zelden stierven onschuldige kruidendokters onder invloed van bepaalde planten of kruiden op de vuurstapel.
    3. In de periode tussen de jaren 1500 en het einde van de 19° eeuw experimenteerden dokters en geleerden met diverse planten, kruiden, paddestoelen en dergelijke meer om bepaalde effecten te ervaren die ze dan verder zouden kunnen toepassen bij de behandeling van hun patiënten.
    4. Sinds de 1870-1880-er jaren stak een nieuw fenomeen in de drugwereld de kop op namelijk het experimenteel gebruik van drugs (marihuana) omwille van de effecten die deze drugs produceren. De drugs werden nu gebruikt omwille van het genotsaspect.
    5. Deze trend zette zich verder in de twintigste eeuw. Vooral na de tweede wereldoorlog is ons maatschappijbeeld sterk veranderd en complexer geworden. De technologische ontwikkeling veroorzaakte een ware stroomversnelling. De steeds hogere eisen die de maatschappij stelde zorgde echter ook voor problemen bij de mensen. De prestatiedrang, de gejaagdheid en het streven naar een grotere welzijnsgraad brachten onverdraagzaamheid en egoïsme onder de mensen. De verstedelijking bracht nog een extra dimensie voor de vervreemding. De manier van denken onderging tevens een verandering. De gevestigde waarden werden steeds meer in twijfel getrokken De jaren 1960 met de flower-power periode is daar een sprekend voorbeeld van. Iedereen wou meer rechten en vrijheden op allerlei vlak. Eveneens kreeg de waarde van het huwelijk en het gezin een fikse deuk waarbij de echtscheidingen toenamen. Een gebroken gezin is niet de ideale basis voor de opvoeding van de kinderen. Het is dan ook bij deze opvoeding dat er iets mank is gelopen. De beide ouders hebben vaak hun eigen carrière zodat soms weinig tijd beschikbaar is om zich met de kinderen bezig te houden. De daarop volgende economische recessie zorgde vervolgens voor een steeds groeiende werkloosheid. Tevens werd de kansarmoede, de verpaupering, de maatschappelijke uitsluiting, de maatschappelijke kwetsbaarheid en de marginalisering steeds meer zichtbaar. Jongeren zien daarbij geen toekomstperspectieven meer en deze uitzichtloosheid heeft dan ook een zekere invloed op het gedrag. Al deze toestanden scheppen voor het druggebruik een zekere voedingsbodem. Druggebruik werd sinds de 1970-er jaren pas echt problematisch. Het druggebruik escaleerde en kent momenteel ongekende hoogten. Het druggebruik in al zijn aspecten is een internationaal sociaal- en gezondheidsprobleem geworden.

     

    4. De ontwikkeling van de moderne drug.

    Er zijn 3hoofdgroepen in de ontwikkeling van de moderne drug. De eerste is het aftappen van biologische actieve bestanddelen van de planten die reeds eeuwen gekend zijn om hun helende werking. De tweede is het ontwikkelen van nieuwe substanties, sommige zijn geproduceerd door schimmels, gistingen en andere eenvoudige levende organismen, anderen vinden hun oorsprong in (illegale) labo’s via manipulatie van de psychoactieve substanties uit planten. Dit zijn de semi-synthetische drugs. De derde groep zijn de synthetische drugs. Dit zijn de substanties die niet in de natuur voorkomen en die niet afkomstig zijn via manipulatie van de psychoactieve bestanddelen uit planten (of dieren, cfr. bufotenine).

    4.1. Drugextracten van planten.

    Diverse planten zijn belangrijke bronnen voor bewustzijnsveranderende drugs. Zowel primitieve volkeren als de moderne maatschappijen hechten veel aandacht aan het belang van deze planten voor het leveren van drugs voor medicale en niet-medicale doeleinden. Erzijn vele voorbeelden van drugs die afkomstig zijn van planten die reeds honderden of duizenden jaren gebruikt worden voor het behandelen van bepaalde ziektesymptomen. In China bijvoorbeeld werd duizenden jaren lang een stimulerend middel als medicijn gebruikt, met name efedrine, dat uit een lokale plant geëxtracteerd werd.. Dit betrof de ma huang plant (Ephedra equisetina). Digitalis en zijn derivaten zijn drugs met een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel, en worden gebruikt bij de behandeling van hartpatiënten en zijn afkomstig van de Fox Glove een in Groot-Brittannië en Noord Europa bloeiende plant. De herfstkrokus is de bron voor colchicine, een pijnstiller gebruikt bij de behandeling van jicht. Wij hebben dan nog marihuana en hasjiesj, met als actief bestanddeel THC. Beiden zijn afkomstig van de Cannabis sativa en worden gebruikt bij onder andere behandeling van psychische ziektegevallen. Cocaïne heeft de cocaplant Erythroxylon coca als bron en wordt als een licht lokaal verdovend middel gebruikt., opium en de derivaten morfine en codeïne zijn afkomstig van de Papaver somniferum en worden als verdovend middel gebruikt, Mescaline is het actieve bestanddeel van de Peyote cactus. Deze cactus en variëteiten ervan worden gebruikt tijdens religieuze ceremoniën.

     

    4.2 Semi-synthetische drugs.

    Soms wordt uit een bestaande alkaloïde van een plant, of een derivaat ervan, via chemische weg een nieuwe substantie gecreëerd. Een mooi voorbeeld daarvan is heroïne (diacetylmorfine). Dit is een drug die meestal volledig in een illegaal laboratorium wordt geproduceerd uit de natuurlijke alkaloïde morfine in combinatie met ofwel acetische anhydride ofwel met acetyl chloride. Een ander voorbeeld is LSD dat geproduceerd werd uit verschillende alkaloïden die voorkwamen in de graanschimmel Claviceps fungi (moederkoren). LSD wordt nu ook volledig synthetisch geproduceerd.

     

    4.3 Synthetische drugs.

    Het ontwikkelingspatroon van de synthetische drug is enorm variant. Op dat ogenblik hebben wij nog geen kennis genoeg van de lichaamsprocessen om al met zekerheid te zeggen hoe een bepaalde substantie zal reageren op het lichaam, simpelweg door naar de chemische structuur te kijken. Het ontdekken van een bruikbaar geneesmiddel of drug hangt daarom af van veel geluk. Het ontdekken van een gevaarlijke substantie daarentegen schept véél minder problemen. Veel synthetische drugs worden illegaal vervaardigd uit een combinatie van relatief eenvoudige chemische substanties. Ze zijn zodanig ontwikkeld dat ze een bepaalt effect opwekken bij de gebruiker ervan. Andere middelen werden ontworpen om als geneesmiddel te dienen. Een voorbeeld hiervan is methadon dat tijdens de tweede wereldoorlog werd ontwikkeld door Duitse laboranten toen het moeilijk was om opium te verkrijgen waaruit morfine kon getrokken worden. Een ander voorbeeld is het hoeststillend middel Dextromethorphan. Dit is een volledig synthetisch product, dat structureel gelijkaardig is aan de opium alkaloïden, dat zeer effectief werkt als hoeststiller maar dat bij de gebruiker geen afhankelijkheid ontwikkelt.

     

    5. De indeling van de psychoactieve drugs.

    Alhoewel alle drugs, en hieronder vallen ook honderden planten met diverse psychoactieve werkingen, medicijnen, tabak en alcohol, op een onverantwoorde manier kunnen gebruikt worden, zullen hier hoofdzakelijk drugs die het centrale zenuwstelsel (de hersenfuncties) beïnvloeden besproken worden. Een synoniem voor deze substanties is psychoactieve of psychotropische drugs. (psycho - geest, tropic - veranderen).

    Deze drugs worden gebruikt omwille van hun effecten op de gemoedstoestand (opgewekt, depressief), de perceptie of waarneming en het bewustzijn. Het centrale zenuwstelsel is naast vele andere activiteiten ook nog verantwoordelijk voor de sensorische en motorische functies van ons lichaam.

    Sensorische functies.

    Zien, horen, voelen, smaken, ruiken.

     

    Motorische functies.

    Directe spiercoördinatie en de controle op de ademhaling, hartslag, bewegingen.

    Indirecte spier coördinatie, de controle over de bloeddruk, de spijsvertering kunnen op verschillende manieren ingedeeld psychoactieve drugs worden.

     

    5.1 Volgens de effecten op het centrale zenuwstelsel.

    5.1.a) Deprimerende middelen of roesmiddelen of psychodeprimantia.

    Dat zijn de drugs die de waakzaamheid verminderen dit door het verlagen van de activiteit van het centrale zenuwstelsel. Alcohol, opium, morfine, heroïne, GHB, codeïne, barbituraten, tranquillizers, pijnstillers, vluchtige solvents e.a. behoren tot die groep. Gewoonlijk produceren deze drugs bij lage dosis een algemeen gevoel van kalmte, rust, ontspannenheid, slaperigheid of een roes. Bij een hogere dosis raakt men in een diepe slaap. Sommige deprimerende middelen kunnen veel gevaarlijker effecten hebben hij hogere dosissen zoals emotionele depressies, verminderde werking van de motorische functies, coma eventueel gevolgd door de dood.

     

    5.1.b) Stimulerende middelen of kickmiddelen of psycho-stimulantia.

    Dit zijn drugs die een opgewektheid en alertheid veroorzaken door het stimuleren van de activiteit van het centrale zenuwstelsel. Cafeïne; nicotine, amfetamine, methamfetamine, cocaïne, crack, ice, cat, poppers, yaba en geneesmiddelen met stimulerende werking behoren onder andere tot deze groep. Mogelijke effecten van deze drugs zijn spraakzaamheid, verhoogde activiteit, geïrriteerdheid, nervositeit. Hogere tot hoge dosissen kunnen leiden tot stuiptrekkingen, paranoia, schizofrenie, uiterst agressief en gewelddadig gedrag, en de dood door bijvoorbeeld spierkrampen tijdens beroertes, hartaanvallen of hersenbloedingen.

     

    5.1.c) Hallucinogenen of bewustzijnsveranderende middelen of psychodysleptica.

    Deze categorie van drugs omvat substanties die zowel depressieve als stimulerende effecten kunnen veroorzaken. De specifieke functies van deze substanties hangen grotendeels af van de drug die werd ingenomen. Hun voornaamste acties zijn bij de gebruiker het vervormen van de audiovisuele waarnemingen (hallucinaties en/of illusies). De cannabisproducten marihuana, hasjiesj en hasjolie, XTC en de analogen van deze drug, LSD, DMT, STP, DOM, PCP, bufotenine, psylocibine (het actieve bestanddeel in de Psilocybe paddestoel) en mescaline (het actieve bestanddeel in de Peyote cactus) zijn enkele voorbeelden van drugs met een hallucinogene werking.

     

    In het algemeen verstoren deze drugs de sensorische werking van het centrale zenuwstelsel zodat een uitwendige gebeurtenis verkeerd geïnterpreteerd wordt (een illusie, men ziet een snoer of touw en denkt dat men een slang ziet) of de gebruiker neemt iets waar dat er niet is (een hallucinatie, men kan bijvoorbeeld een bloem uit de muur zien groeien). Een ernstig neveneffect dat bij deze groep ken optreden is de zogenaamde bad trip, die verder nog uitvoerig zal besproken worden.

     

    5.2. Volgens de effecten op het bewustzijn

    5.2.1 De roesmiddelen.

    De roes is een euforie maar met bewustzijnsverlaging. De roesmiddelen omvatten:

    Analgetica: pijnstillers, heroïne, morfine en andere.

    Sedativa: kalmeermiddelen valium, librium, temesta, tranxene, rohypnol ...)

    Hypnotica: slaapmiddelen met sterke bewustzijnsverlaging.

    Vluchtige solvents: de snuifmiddelen (lijmen, verfverdunners, aceton, ether, gas voor aanstekers, verven, viltstiften, .....)

     

    5.2.2 De kickmiddelen.

    De gebruiker ervaart een euforie met bewustzijnsverhoging. Deze groep omvat onder andere:

    q  Amfetaminen en wekaminen: (amfetamine, speed, cocaïne, crack, ice, cat, yaba ...)

    Opwekkende middelen: antidepressiva (ze verhogen de stemming zonder het bewustzijn te verhogen),

    Stimulantia: de bekende sportdoping).

    De poppers: Libido stimulerende producten die amyl nitriet of butyl nitriet bevatten.

     

    5.2.3 De tripmiddelen.

    Deze drugs hebben een bewustzijnsveranderend effect. Deze groep omvat onder andere:

    Marihuana, hasjiesj, XTC, LSD, mescaline, psilocybine, PCP, STP, DOM en nog vele andere.

     

    5.3 Volgens de effecten van hun werking, de hard en soft drugs.

    Deze indeling werd destijds ingevoerd om de drugs te klasseren volgens hun verslavings- en gewenningspotentieel. Deze vorm van indeling is echter verouderd, onvolledig en subjectief zodat deze indeling niet meer wordt gebruikt.

     

    5.4 Volgens hun oorsprong.

    5.4.1 Drugs van plantaardige oorsprong:

    Voorbeelden hiervan zijn opium, morfine, codeïne, cocaïne, marihuana, hasjiesj, khat, mescaline, psilocybine…

     

    5.4.2 Drugs van dierlijke oorsprong:

    Bufotenine is een hallucinogeen middel die aangetroffen wordt in de nekklieren van bepaalde paddensoorten. Er zouden ook kleine boomkikkers, visjes en bepaalde insecten een hallucinogeen middel produceren.

     

    5.4.3 Drugs van semi-synthetische oorsprong:

    Voorbeelden hiervan zijn heroïne, methadon.

     

    5.4.4 Drugs van synthetische oorsprong:

    Voorbeelden hiervan zijn methamfetamine, amfetamine, vele geneesmiddelen, XTC en de aanverwante drugs, de ATS drugs.

     

    5.5 Volgens hun wettelijke status.

    We spreken hier dan van de legale drugs (alcohol, tabak, geneesmiddelen) en de illegale drugs (heroïne, cocaïne, XTC, methamfetamine, crack, marihuana, hasjiesj, LSD, PCP…).

     

    5.6 Volgens de werking van het prototype.

    Deze indeling wordt bijna uitsluitend gebruikt in de medische wereld wanneer men de werking van een nieuw medicijn of een vernieuwd medicijn vergelijkt met een reeds bestaande gelijkaardige substantie.

     

    5.7 Volgens het therapeutische gebruikt.

    Deze indeling wordt bijna uitsluitend gebruikt in de medische wereld. Vaak wordt bij deze indeling het gevaar bij niet medisch gebruik van de substantie over het hoofd gezien.

     

    5.8 Volgens de chemische structuur.

    Deze indeling is van groot belang voor de forensische benadering van het product. Hoe  bijvoorbeeld de drug vervaardigd is kan een indicatie zijn waar de drug werd vervaardigd.

     

    6. Drugterminologie.

    6.1 Afhankelijkheid.

    Wetenschappelijk de meest aanvaarde en ook meest gebruikte term is het neutrale begrip afhankelijkheid (vaak wordt ook verwezen naar de Engelse term dependence). Deze afhankelijkheid heeft een lichamelijk aspect, namelijk de fysische afhankelijkheid en een geestelijk aspect, de psychische afhankelijkheid . De scheiding tussen beiden is theoretisch net zo onjuist als de scheiding van lichaam en geest, maar heeft desondanks grote praktische en klinische waarde. Lichamelijke afhankelijkheid kunnen wij in feite gewenning noemen, geestelijke afhankelijkheid kunnen wij dan verslaving noemen.

     

    6.2 Gewenning.

    De gewenning, fysische afhankelijkheid, wordt door 2 factoren bepaald, namelijk tolerantie en abstinentie.

     

    6.2.1 Tolerantie.

    Wij spreken van tolerantie als het effect van de stof na herhaalde toediening afneemt. Om hetzelfde effect te bereiken is een steeds grotere dosis noodzakelijk. Voor het ontstaan van tolerantie zijn er verschillende mogelijkheden:

    De stof wordt minder goed opgenomen in het maag- darmkanaal.

    De stof wordt sneller afgebroken. Deze snellere afbraak kan plaatsvinden omdat bepaalde enzymen die de stof metaboliseren onder invloed van herhaalde toediening van de stof in activiteit toenemen Voor diverse drugs is deze toename van enzymactiviteit bij experimenten op dieren aangetoond. De activiteit van het enzym dehydrogenase in levercoupes van aan alcohol gewende muizen is hoger dan bij controledieren die geen alcohol ontvingen.

    De gevoeligheid van sommige weefsels verandert.

     

    Bij minder goede resorptie, respectievelijk bij snellere afbraak, komt minder van de stof aan in het weefsel. Indien men echter een grotere dosis gebruikt dan neemt de weefseldosis evenredig toe. Het werkingspatroon van de substantie verandert zodoende niet.

     

    Bij veranderde gevoeligheid van de weefsels bestaat echter een andere situatie. De gewenning treedt op voor bepaalde effecten, maar niet voor de effecten van de stof. Het oorspronkelijke werkingspatroon kan door een dosis verhoging niet meer bereikt worden.

    Voorbeelden:

    Bij nicotine ontstaat spoedig gewenning voor de onaangename symptomen waarmee beginnende rokers te kampen hebben.

    Bij opiaten ontstaat gewenning voor het pijnstillende effect echter niet voor het obstipatie effect.

    Bij slaapmiddelen ontstaat gewenning voor het slaapverwekkende effect, de riskante (of dodelijke) dosis blijft echter gelijk.

     

    6.2.1.1 Verschillende tolerantie vormen.

    A) Kruistolerantie.

    Men spreekt van kruistolerantie als tolerantie voor de ene stof tolerantie voor een gelijkaardige substantie veroorzaakt.

    Voorbeelden:

    Een alcoholist heeft meer verdoving nodig bij een ingreep wegens de kruistolerantie alcohol en een ander deprimerend middel.

    De methadon onderhoudsbehandeling berust in feite op de kruistolerantie tussen heroïne en methadon.

    Indien twee stoffen onderling kruistolerantie vertonen, dan is het mogelijk een onthoudingssymptoom, ontstaan na het staken van de ene stof, op te heffen door toediening van de andere stof. Onthoudingssymptomen van één opiaat kan men opheffen door elk ander opiaat toe te dienen. Ook voor barbituraten geldt onderlinge kruistolerantie.

     

    B) Negatieve tolerantie.

    Hiermee wordt een betrekkelijk zeldzaam verschijnsel bedoeld namelijk bij herhaaldelijk toedienen van een substantie is steeds minder van de stof nodig om dezelfde effecten te bekomen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij het gebruik van cannabisproducten.

     

    C) Cyclische tolerantie.

    Bij gebruik van bepaalde tripmiddelen ontstaat zeer snel een tolerantie van korte duur, als gevolg waarvan een dosis genomen kort na een periode van intensief gebruik soms in het geheel géén, maar een volgende dosis enige dagen later, weer het normale effect kan geven.

     

    Bij LSD zou tolerantie zich reeds na 4 à 5 dagen ontwikkelen. Na eenzelfde periode van onthouding zou deze tolerantie verdwenen zijn. Voor mescaline en psilocybine zouden wat langere periodes gelden.

     

    In feite is elke vorm van tolerantie van tijdelijke aard en daarom cyclisch. Na lange periodes van onthouding bij alcoholisten of opiumverslaafden is de tolerantie voor de drug weer normaal geworden met alle risico's van dien.

     

    6.2.2 Abstinentie- dervings- of onthoudingssyndroom.

    We spreken over abstinentieverschijnselen als blijkt dat iemand na herhaald gebruik van een substantie ziekteverschijnselen gaat vertonen wanneer het gebruik van die bepaalde substantie plots wordt gestaakt. Abstinentie wijst erop dat de stof een rol is gaan spelen in de stofwisseling van het individu. Het lichaam kan als het ware niet meer zonder die bepaalde drug.

     

    6.2.2.1 Het mechanisme van abstinentie.

    Het is opvallend dat de verschijnselen gedurende de abstinentieperiode in vele opzichten tegenovergesteld zijn aan de effecten tijdens de intoxicatiefase. Bij stoffen met remmingen op het zenuwstelsel ziet men tijdens de onthoudingsfase juist prikkelsymptomen . Men spreekt in dit geval dan van rebound-hyper-exitabiliteit.

    Tijdens de opiumintoxicatie bij gewende individuen ziet men bijvoorbeeld rust, nauwe pupillen, trage darmwerking met obstipatie en remmingen van de seksuele verlangens, tijdens de onthoudingsfase ziet men het omgekeerde, onrust, wijdde pupillen, versnelde darmwerking en diarree en spontane seksuele ontladingen (als onaangenaam ervaren orgasme bij de man met ejaculaties).

     

    6.3 Verslaving.

    Verslaving kan men definiëren als een grote, onweerstaanbare drang, behoefte de stof tot zich te nemen, onafhankelijk van een lichamelijke behoefte in de vorm van een abstinentiesyndroom. Men spreekt ook van craving naar de stof (echt hunkeren naar). Dit gedrag van de verslaafde wordt aangeduid als het drug seeking behaviour .

     

    Het begrip verslaving wordt vaak uitgebreid tot buiten het gebied van het tot zich nemen van (psychotrope) stoffen. Men spreekt onder andere van verslaving aan T.V. kijken, geld verzamelen, gokautomaten, verslaving aan seks, kleptomanie (ziekelijke drang tot stelen) en dergelijke meer. Voorts treft men mensen aan met zeer merkwaardige verslavingen, zoals mensen die uitsluitend ijsjes eten, peentjes eten of azijn drinken....

     

    Bij verslaving in de zin van psychische afhankelijkheid kan men een viertal syndromen onderscheiden:

    6.3.1 Het preoccupatiesyndroom--drug seeking behaviour.

    Het blijkt telkens weer dat verslaafden zeer intensief bezig zijn (psychisch) met hun verslaving, respectievelijk met de door hen gebruikte drug en toedieningmethoden. Bijvoorbeeld het leven van een alcoholieker draait om alcohol. De spuiter is in gedachten reeds bezig met zijn volgende shot. Het gepreoccupeerd zijn met de eigen verslaving is een symptoom dat pas laat verdwijnt, vaak maanden of zelfs jaren na het einde van de onthoudingssymptomen.

     

    6.3.2 Het toedieningssyndroom--drug pushing behaviour.

    Verslaafden hebben frequent de gewoonte de door hen gebruikte drug of toedieningswijze aan anderen aan te bevelen zelfs op te dringen. Bij het toedieningssyndroom kunnen ook meer positieve tendensen een rol spelen, bijvoorbeeld de wens tot communicatie. Na tripervaringen die moeilijk te beschrijven zijn zou bij gebruikers vaak de wens bestaan om vrienden ook te laten trippen, teneinde met hen over de ervaringen te kunnen praten.

     

    6.3.3 Verheimelijkingssyndroom--ontkenningssyndroom.

    Gedurende bepaalde fazen van verslaving wordt vaak gezien dat de verslaafde zijn gewoonte voor zijn omgeving tracht te verbergen. Alcoholisten gaan stiekem drinken, pillen slikkende vrouwen ontkennen het slikken van pillen tegen beter weten in. Spuiters nemen hun shots vaak op het toilet e.d. meer. Het verheimelijkingssyndroom wordt meestal waargenomen als de verslaafde zich in een omgeving bevindt die zijn gewoonte afkeurt. Bij de verslaafden van de huidige druggeneratie wordt het verheimelijken veel minder vaak gezien. Eerder ziet men bij hen een te koop lopen met, een exhibitioneren van hun verslaving en in sommige gevallen zelfs het te koop lopen met een feitelijk niet bestaande verslaving, om erbij te horen of gewoon om op te vallen.

     

    6.3.4 Het herkenningssyndroom:

    Verslaafden zijn vaak in staat lotgenoten te herkennen zonder dat ze precies kunnen zeggen waaraan. Drugpatiënten op verschillende afdelingen opgenomen in eenzelfde inrichting vinden elkaar altijd.

     

    6.4 Wie wordt verslaafd?

    Iedereen kan verslaafd worden. Het is een feit dat iedereen die cocaïne of andere drugs regelmatig en voor een langere tijd gaat gebruiken aan deze substanties verslaafd kan raken, onafgezien van enige genetische aanleg voor de verslaving aan die stof.

     

    Het kan voorkomen dat sommige mensen, minder dan 1% van de bevolking, een psychodopische of genetische aanleg hebben voor drug- of alcoholverslaving. Studies hebben aangetoond dat in die bevolkingsgroep met aanleg voor verslaving de meeste dan ook verslaafd raken.

     

    Zoals er ook een gemengde tolerantie bestaat (cross-tolerantie) bestaat er ook een gemengde afhankelijkheid. Ben je bijvoorbeeld verslaafd aan opium dan is het zeker dat je bij gebruik van een ander opiaat je ook aan deze substantie verslaafd kan raken. Hoe dan ook, je kan verslaafd zijn aan een drug zonder dat je er een biologische aanleg voor hebt.

     

    6.5 Potentiëring.

    Indien 2 substanties elkanders werking versterken dan spreekt men van potentiëring. Dit verschijnsel wordt ook wel eens aangeduid als het 2+2=5 effect. Over het algemeen zullen middelen die een dempende werking op het centrale zenuwstelsel hebben elkanders werking potentiëren . Bekend is het feit dat alcohol de werking versterkt van onder andere valium, librium en de barbituraten. Als gevolg van het feit dat opiaten de werking van barbituraten en alcohol versterken, kan een geringe dosis morfine of heroïne bij iemand onder invloed van alcohol of barbituraten dodelijk zijn.

     

    6.6 Facilitatie.

    Onder facilitatie of vergemakkelijking wordt verstaan: het fenomeen dat bepaalde stoffen gemakkelijker hun effecten ontplooien indien het organisme eerder met deze stof of een aanverwante heeft kennis gemaakt.

    Facilitatie komt vooral voor bij tripmiddelen. LSD gebruikers krijgen gemakkelijker dan niet-gebruikers trips bij gebruik van marihuana, mescaline, psilocybine enz..

     

    6.7 Cumulatie.

    Indien bij herhaald gebruik van een bepaalde stof de vorige dosis nog niet uit het lichaam verdwenen is op het ogenblik dat de volgende dosis genomen wordt, kan ophoping of cumulatie ontstaan. Cumulatie speelt een speciale rol bij stoffen die relatief lang in het lichaam aanwezig zijn of blijven. Cumulatie zou een oorzaak kunnen zijn van de zogenaamde negatieve tolerantie bij herhaald gebruik van cannabisproducten. Cumulatie speelt zeker een rol bij de toediening van organische broomverbindingen.

     

    6.8 Competitief antagonisme.

    Men spreekt van competitief antagonisme indien een bepaalde substantie (de antagonist) de effecten van een andere (agonist) blokkeert, als gevolg dat de antagonist wel de plaats maar niet de functie van de agonist kan overnemen. De antagonist verdringt als het ware de agonist van de zogenaamde receptorplaats.

     

    Competitief antagonisme speelt een rol bij de behandeling van intoxicatie door opiaten met stoffen als nalorfine, naloxone e.d.. Het is tevens het mechanisme dat aan de grondslag ligt bij de behandeling van methylalcoholvergiftiging met gewone alcohol. De gewone alcohol bezet de plaats op het enzym alcohol dehydrogenase als gevolg waarvan dit enzym niet of minder in staat is de methylalcohol af te breken tot het zéér giftige formaldehyde.

     

    6.9 Halfwaardetijd.

    Vaak gebruikt men de term werkingsduur van een bepaalde substantie. In feite is de werkingsduur afhankelijk van een aantal factoren onder andere de toegediende dosis. Het is exacter om te spreken over de halfwaardetijd, dit is de tijd die het lichaam nodig heeft om van een bepaalde concentratie van een stof in het bloedplasma te komen tot de helft van die concentratie. Zo is de halfwaardetijd van methadon veel langer dan die van morfine en heroïne die in het lichaam vlugger worden afgebroken.

     <



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!