Peter olie is een rakker Bij de hand en altijd wakker Aan zijn vriendjes op de kaden Toont hij graag zijn heldendaden
Met wilde haren, rode konen Zal hij weer een kunst vertonen Hij zal nu eens laten blijken Dat hij op zo'n schip durft kijken
Maar hij duikelt in het water Als hij boven komt, veel later Heeft hij geluk en grijpt kordaat Een oliekan van de Automaat
Wind en stroom voeren hem mee Over de eindeloze zee Zonder eten, zonder drinken Altijd bang, dat hij zal zinken
Eindelijk drijft hij naar het strand En zo komt hij weer aan land Maar hij meent daar iets te horen Peter schrikt als nooit te voren
Achter hoge palmbomen Ziet hij boze mannen komen Zwart als roet met scherpe speren Hoe kan Peter zich verweren?
Hij moet mee naar Koning Ojo Die spreekt tot zijn mannen mooi zo Ik eet hem op, dat kleine knaapje Dadelijk na mijn middagslaapje
Hoe Peter huilde om zijn lot, De mannen stoppen n'm in de pot Om hem als een kip te bakken Op een vuur van dikke takken
Wat geluk voor onze guit Het hout is nat en het vuur gaat uit En Peter vraagt den zwarten man Naar zijn petroleum-kan
Hij krijgt de kan en keert hem om Ja, Peter is nog niet zo dom Als door de olie 't vuur gaat branden Klappen de zwartjes in hun handen
De kleine man, die zo iets kan Mag dan direct weer uit de pan Ter ere van die wonder-brand Wordt hij Koning van het landxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hij wordt verwend en goed bediend Maar elke dag denkt onze vriend: Wat zou ik graag naar moesje gaan Hoe kom ik ooit weer hier vandaan?
En omdat hij wil ontsnappen Laat hij mannen bomen kappen En voor den kleinen blanken man Wordt een vlot gemaakt, dat varen kan
Omdat hij Koning is geweest, Maken zij een heel groot feest Hij krijgt fruit en water mee Zo vaart Petertje naar zee.
Dagenlang is hij aan 't varen En moe van in t verre staren Als hij eindelijk in 't verschiet Een grote ESSO tankboot ziet
Die boot heeft hem met volle kracht Naar Nederland teruggebracht Daar wachten hem zijn Pa en Ma Met zijn vriendjes aan de ka.
Alle mensen staan versteld Als hij zijn avontuur vertelt En telkens tot besluit Roept Peter lachend uit:
De oliekan zal ik bewaren Die redde mij van veel gevaren En mijn beste vriend voortaan op straat Is de olieman van DE AUTOMAAT
|